'AME5 RUBRIEK
^5
'Mm
a
mm
matÊÊrncm
ALS DE EERSTE TANDJES
- KOMEN,
Ziekteverschijnselen, die er niets
mee te maken hebben*
Door Dr. J. W. Frans,
De tijd, dat bij een zuigeling de tandjes
doorkomen, speelt voor de moeder een
bijzondere rol en is tegelijkertijd een bron
van vastgewortelde vergissingen, die
reeds voor tallooze kinderen ernstige ge-
veigen met zich hebben meegesleept. Elk
optreden van ziekte tijdens het doorko
men van de tandjes wordt daaraan toege-
s.Jucven. Diarrhee, braken, hoesten,
krampen, kortom de veelvuldige ziekten
van den zuigeling, alles wordt aan de
tandjes geweten.
Met natuurlijk gevolg daarvan fs, dat
2elfs bij de ernstigste stoornissen door de
moeders op eigen houtje gedokterd en
eerst daarna een arts wordt opgezocht,
als het te laat is.
Er kan niet dringend genoeg op wor
den gewezen, dat deze gewoonte, elke
ziekelijke storing gedurende den tijd van
het doorkomen der tandjes hierop af te
wentelen, even gevaarlijk als gedachte
loos is en dat moeders, die bij deze dwa
ling volharden, er zelf de schuld van zijn
ais het kind aan de gevolgen daarvan
ernstig te lijden heeft. Bijzonder verwer
pelijk is de neiging van talrijke vrouwen,
moeders, die zich angstig maken om hun
kind en daarom het advies van een dok
ter willen inwinnen, daarvan terug te
houden en ze gerust te stellen door
'ie zeggen, dat het kind alleen maar
last van zijn tandjes heeft. In werkelijk
heid mag men juist in dezen tijd in het
cjeheel niet aarzelen de hulp van een dok
ter in te roepen, want bij gezonde kin
deren is het tandenkrijgen in het geheel
geen aanleiding tot eenige ziekte.
De kleinen zijn onrustig en verdrietig,
zonderen #eel speeksel af en geven dui
delijk te kennen, dat zij pijn aan he: tand-
vleesch hebben, maar braken, diarrhee en
hoesten zijn geen natuurlijke begeleiden
de verschijnselen van deze periode.
Hoe moeten kinderen, die tandjes krij
gen, behandeld worden? Met de groei-
verschijnselen in het tandvleesch is
steeds een verhoogde bloedtoevoer ver
bonden, die zich niet alleen in het rood
worden en het opzwellen van de mond-
slijmhuid openbaart, maar ook in een
sterker rood gekleurd zijn van het gezicht
en dikwijls ook van het hoofdje. Daar
deze toestand de tandpijn en de alge-
meene onrust vermeerdert, moet de
bloedtoevoer verminderd worden. Hier
toe moet voor een regelmatige ontlasting,
koude afwasschingen na het baden en
hij groote warmte en overmatig rood
worden van het hoofdje koude ver
banden op 't voorhoofd gezorgd worden.
Overvoeding dient vermeden, alsook ver
hittende dronken, zooals de geliefde
kamillen- en andere thee's. Cok de
kamertemperatuur mag met te hoog zijn.
Natuurlijk moet het kind voor kou-
vatten behoed worden, maar niet aoor
de temperatuur op te jagen, want juist bij
een groote hitte verdubbelen zich de
moeilijkheden.
Absoluut verkeerd, ja zelfs schadelijk
is de gewoonte de tandenkrijgende kin
deren harde voorwerpen in den mond te
«teken, waarmee zij de tanden kunnen
„doorbijten". In werkelijkheid is dit rrvd-
del door den druk, die hierbij op het j
lichtgevoelige tandvleesch wordt uitge
oefend, schadelijk, daar het gemakkelijk
tot ontstekingen kan leiden, zoodat het
kind in plaats van minder, meer pijn
•krijgt.
Want het.is voor een ieder begrijpelijk,
dat in het iusschen de nog niet door
gebroken tand en het harde voorwerp
liggende tandvleesch kwetsingen ont
staan, zonder dat daardoor het doorbre
ken van de tand bevorderd wordt. Hoe
Voorzichtiger de tand in deze periode be
handeld wordt, des te beter verloopt het
doorkomen. Zoogenaamde hulpmiddelen
#Is zoethout of een been zijn daarom juist
verwerpelijk.
Bij vele kinderen neemt de ontwikke
ling der tanden een afwijkend verloop.
Niet zelden zijn al bij de geboor
te tanden aanwezig, een verschijnsel,
dat als de uitdrukking van een geweldig,
brutaal karakter moet gelden.
Zulke tanden zitten gewoonlijk slechts
los in het tandvleesch, waarin zij als ge
zaaide beentjes steken. Slechts zelden zit
ten zij in de tandholten van het gebit.
Daar zij het zoogen voor de moeder
uiterst pijnlijk en ook gevaarlijk maken
en bovendien de onderkant van de tong
van het kind bij het drinken kunnen
beschadigen, worden deze tandjes
door middel van een pincet zonder eeni
ge moeite verwijderd. Vastzittende
tanden daarentegen mogen niet uitge
trokken worden.
Veel vaker dan het vervroegde tan
denkrijgen komt voor de vertraging bij
het ontwikkelen van het gebit, hetgeen
vooral bij rachitische kinderen het geval
is. In zulke gevallen gaat het ?teeas offli
een
gemeene ziekte, wordt deze genezen, dan
zal ook de tandontwikkeling haar nor
maal verloop hernemen.
Tot slot willen wij een methode mee-
deelen, die tot verlichting van 't doorbre
ken van de tanden kan bijdragen en vroe
ger dikwijls werd toegepast. Maar niet
om thans nog te gebruiken! Déze metho
de stamt uit Engeland en hierbij werd
het tandvleesch tot op de doorbrekende
tand met een mes gespleten, omdat men
geloofde hiermee het doorkomen van de
tanden te bespoedigen. Deze manier van
doen is gelukkig geheel „uit de mode",
omdat ze van een verkeerde veronder
stelling uitging en geheel doelloos is.
MANTEL.
Deze mantel is zeer geschikt voor de
komende herfstdagen en kan het best van
tweed of een andere fantasiestof ge
maakt worden. De nieuwe mode geeft
ons een bijzonder ruime keuze van ge
werkte weefsels, die niet zoo duur zijn en
toch aardig staan,
We kunnen beginnen met dezen man
tel als najaarsmantel te dragen en zullen
dan cok goed doen hem te voeren met
mantelvoering of kunst crêpe de chine
en dragen er later, wanneer de koude
dagen ons komen overvallen, een losse
bonten of astrakan kraag of, wat ook
heel nieuw is, een shawl op.
NAJAARSMANTELS
VOOR MEISJES.
Beide modellen zijn zeer geschikt voor
schoolgaande meisjes van 8 tot 12 jaar.
Het eerste model (221) is zeer ge
schikt om van donkerblauw wollen stof
gemaakt te worden en heeft apart opge
stikte deelen aan vóór- en achterzijde,
alsmede aan de mouwen, terwijl de kraag
gemaakt is van bijpassend fluweel; de
revers, die niet zoo bijzonder breed zijn,
loopen door tot het middel, waarom een
ceintuur van dezelfde stof gedragen
wordt met galilith gesp.
GEKLEURDE KNOOPEN.
In den namiddag en 's avonds ziet
men veel zwart dragen; een aardige gar
neering, die ineens een geheel ande
ren indruk geeft, zijn hel roode en groe
ne galalith knoopen.
Een klein, omgeslagen kraagje en
manchetten aan de mouwen, gegarneerd
met kleine knoopjes in deze tinten, staan
allerliefst.
GOUDEN SIERADEN.
Een goed gekleede vrouw zal bij hare
avondkleeding nimmer een gouden ket
ting dragen.
Het toilet kan prachtig van coupe,
kleur en materiaal zijn, maar het geheele
aanzijn wordt door het dragen hiervan
bedorven.
Hetzelfde geldt voor heeren, die er
even min aan zullen denken een gouden
horlogeketting op een smoking te dragen.
JAPON VOOR GEZETTE FIGUREN
Deze japon kan het best van effen
wollen stof gemaakt worden, echter
evenzeer van de moderne wol met zijden
stof. die zoo'n mooi crêpe aanzien heeft
en eigenlijk het meest geschikt is voor
een meer gekleed geheel.
De blouse heeft raglan mouwen, die
nauw aansluiten en een aardige shawl
kraag, die in twee slippen eindigt; beide
kunnen van donkere crêpe de chine ge
maakt worden in bijpassende tint, waar
het oudere dames geldt, maar ook lichte
zijde kan zeer flatteus zijn.
(221). (222),
De tweede mantel (222) is bijzonder
aardig van donkerroode wollen stof. De
oorpanden hebben aparte deelen, die :n
het midden een kleine punt vormen, met
een 'bijpassende knoop als garneering.
evenals aan de mouwen. Lang^ de kraag
en vóór- en achterzijde zijn ]/2 c.M. van
den kant «aden gestikt met knoopsgaten-
zijde en een vrij groote steek, zoodat de
stiksteken goed zichtbaar zijn. De slui
ting is slechts met één knoop, maar het is
wel aan te bevelen om met het oog op
openwaaien aan den binnenkant druk-
'-.ncopen te zetten.
Patronen ""r1""baar voor 58 cent,
met duidelijke opgave van leeftijd.
(217).
Van hef model zelve valt niet zoo heel
veel meer te zeggen, dan dat het zeer
eenvoudig is. Een opstaande kraag met
vrij breede revers en gladde mouwen; de
mantel zelve heeft een sportief model,
sluit niet aan en klokt slechts weinig, ter
wijl een ceintuur met gesp op zijde te
vens als sluiting dienst doet. Naar ver
kiezing kan men even goed met knoopen
en knoopsgaten sluiten.
Patronen verkrijgbaar van af maat 42
tot en met 50. Pr ijs f 0.58.
EEN ZELFGEMAAKTE KAST.
Men behoeft geen vakman te zijn om
deze kast te maken, want zij bestaat uit
niets anders dan een driehoekige plank
met een lat van voren en een gordijn aan
een schuifroede. Een onbenutte hoek van
een kamer kan daarmee zeer praktisch
worden veranderd in een ruime hang
kast met haken in de beide muurvlakken
en in de driehoekige plank. Hieraan kan
men de kleeren hangen op hangers. De
kast neemt praktisch geen ruimte in de
kamer in en kan voor een minimum aan
kosten worden gemaakt.
DE KUNST OM ZICH TE
KLEEDEN. J
Het Is niet genoeg om zich in een
spiegel te spiegelen, maar men moet te- J
vens den blik critisch over het geheel j
laten gaan en zien of datgene, wat men i
draagt, inderdaad bij figuur en houding
passen. 1
Men kan als gezette vrouw niet dra
gen, wat een slank figuur past. i
Heeft iemand een teer geprononceerd
gelaat, of neus, dan zal een heel klein
hoedje op één zijde van het hoofd gedra
gen, de gelaatsvormen veel meer doen
uitkomen, terwijl een grooter model hoed
de vormen verzachten zal.
Een werkelijk goed gekleede vrouw 1
zal zich inderdaad rekenschap hebben te
svïujiwi rgeven van wat bij haar
beaeleidend verschijnsel vaa
ONZE KNIPPATRONEN.
Patronen van de op deze pagina afge
beelde modellen worden toegezonden na
overschrijving van 0.58 op giroreke
ning 191919 t.n.v. den „Knippatronen-
dienst" te 's-Gravenhage.
Aanvragen kunnen ook per postwissel
of per brief onder bijsluiting van het be
drag in postzegels worden gezonden aan
de Moderedactrice van dit blad. Muzen-
straat 5 B, te 's-Gravenhage. De maat en
h-t nummer van het gewenschte model
moet met Uw naam en volledig adres op
giro- of postwisselstrookje worden ver
meld. Bij elk patroon wordt een beknopte
handleiding voor het gebruik medege-
zonden.
MEISJESJURK.
Zeer apart jurkje voor kleinere meisjes,
dat van effen stof met smal wit kraagje
heel lief staat, b.v. van een mooie kleur
rood of bleu.
Het korte lijfje sluit midden-voor met
twee knoopen en knoopsgaten, terwijl
ook aan de andere zijde twee knoopen
worden aangebracht.
(216).
De ruimte der blouse wordt ingehaald
en zooveel mogelijk aan de zijkanten ver
deeld. daarna aan den gladden boven
kant van den rok gezet. Een ceintuur
van dezelfde stof met aardige gesp maakt
het geheel af.
Het model dezer japon is zeer eenvou
dig en toch gekleed, in het bijzonder voor
gezette figuren, waarom wij de patronen
beschikbaar stellen tot en met maat 52
voor den prijs van 0.58.
GEBREIDE SHAWLS.
Als variatie op zijden shawls wor
den vierkante of driehoekvormige doeken
gedragen, die op houten naalden met zeer
fijne wol gebreid worden, in den regel
wordt hiervoor Schotsche wol gebruikt.
Ook effen wol kan gebruikt worden,
maat dan fn enkele tinten, waarvan dan
strepen gebreid worden, die een vroolijk
geheel geven, indien lichte tinten, liefst
afstekende, gekozen worden.
Zij worden niet alleen door dames,
ijmaar ook door heeren gedragen. Het
werkje schiet vlug op en kan gemakkelijk
tuk de hand gelegd worden.
(220).
Het mouwtje is glad en heeft kleine
rechte manchetten, die evenals het
kraagje met een festonsteek omgewerkt
zijn.
Het rokje heeft een klokmodel met
vóór en achter een paar goed ingeperste
plooien aan beide zijden van de stolp
plooi.
Patronen verkrijgbaar voor meisjes
van 4 tot 6 jaar. Prijs 0.58.
HANDWERKEN.
Gehaakte Kraagjes en Manchetten.
Gehaakte kraagjes en manchetten ma
ken van het eenvoudigste japonnetje
weer een fleurig geheel. Ze zijn ook heel
gemakkelijk te maken, er worden alleen
maar stokjes, vasten en lossen voor ge
bruikt. Wij beginnen met 150 lossen op
te zetten. En nog twee extra, omdat men
het werk om moet draaien. Eerste toer:
gewone vasten, maar meerder in dezen
toer in het geheel 5 steken, dus om de
26 steken.
Werk op deze wijze 6 toeren vasten,.
maar zorg ervoor, dat alle meerderingen
boven elkaar komen te liggen.
i Nu gebruiken we een tweede kleur en
haken het volgende: 1 stokje, 1 losse. I
i stokje, dan 1 steek overslaan, en weer 1
losse, 1 stokje, enz., dus telkens tusschen
eder stokje 1 steek openlaten.
Op deze wijze haakt men om den rand
van vasten heen, die eerst gehaakt is, om
het model in den kraag te krijgen, dus
langs drie kanten: den langen kant en
de twee korte zijstukjes.
Met de derde kleur haakt men na de
eerste rij stokjes, twee toeren vasten,
dan weer een stokjestoer, totdat men het
voldoende acht en daarna wordt het
kraagje afgewerkt met naar verkiezing
de eerste of de tweede kleur, weer met
een aantal rijen vasten.
We kunnen ook van te voren het mo
del van het kraagje knippen, liefst van
papier, zoodat men er zeker van is, d^i
het bij de halsuitsnijding niet te wijd ge-<
maakt wordt.
De manchetten worden op dezelfde
wijze gemaakt, alleen worden hiervoor
75 lossen opgezet. Om een bijpassend
strikje te haken, zet men een aantal los
sen op ongeveer 50 c.M. lang. Terug
werken met een stokje, een losse, een
steek overslaan, weer een losse, enz. Dit
bandje geheel in het rond omwerken met
twee rijen vasten.
Deze bandjes kunnen zoowel aan de
manchetjes als aan den kraag vastge
maakt worden en vormen dus een ge
schikte afwerking voor het geheel.
Elly van Ommen.
V.M.3&