Het nieuwe Europa mm m mm yi m m m m nn n s si I Gecombineerde Soester Bladen* WËS 11111 Bi 3P m mt m m m a m 1 m Hf fü lü iü Ii iü B B in B S 8 B S S B §§f iü iü „Zij" Crème De strijd om Nobel's legaat. i u Él B fü §j§ §1 Üf Hl Crisisvarkenswet 1932. 4 NOVEMBER 1932 TWEEDE BLAD No. 44 DOOR EDUARD BÊNÈS Minister van Buitenlandsche Zaken van Tsjecho-Slowakije, Dp Fransche revolutie is een opstand van het redelijk verstand geweest. Daarom kon er een einde aan worden gemaakt, zonder dat men verloor, wat inderdaad waardevol was in deze revolutie. De Russische, Duïtsche en ItaHaansche revo luties zijn opstanden van het gevoel en de hartstochten geweest, van de instincten en van een overdreven gevoeligheid; aan deze revoluties zal niet zoo gemakkelijk een einde kunnen worden gemaakt zij hebben geen maatstaf, want slechts het koek verstand kan als zoodanig dienst doen. Zullen deze revoluties een ideeën wereld en een organisatie in het leven kunnen roepen, due Europa eeuwenlang beheerschen, zooals het geval is geweest met de Fransche revolutie, of zal Europa trouw blijven aan zijn tradities ot op nieuw luisteren naar het imperialistische Engeland en het rationalistische Frankrijk datzelfde Frankrijk, dat er zoo verras send goed in geslaagd is, om zijn tradi ties en den geest der revolutie met elk aai te verzoenen, juist omdat de geest van de revo-lutie rationalistisch en noodzake- Ejkerwijze opbouwend was gebleken? Dat is de vraag, waar tegenwoordig elk denkend mensch in 't na-oorlogsche Euro pa zich mee bezig houdt. Hartstochten en gevoelens, die niet geleid worden 'door het verstand, hebben nooit opbouwend kunnen weiken. Wij zien, hoe duidelijk men dit beseft in het tegenwoordige Frankrijk en hoe men b.v. in zijn critiek op de filoso fie van Bergson terecht tracht, het intel lect te vereenigen met een noodzakelijke, dosis intuïtie, hoewel het verstand de eer ste plaats moet blijven innemen. Wij zien hoe de bekende en voor Frankrijk karak teristieke strijd tussichen klassvcisme en romantiek bij den modernen mensch plaats heeft gemaakt voor een synthese van ge voel en verstand. Als Frankrijk dat begrijpt en volkomen doordenkt, de uiterste conse quenties van dezen strijd aanvaardt en ze handhaaft op elk geb'ed intellectueel moreel, literair, artistiek, politiek, sociaal en economisch dan zal het daardoor weer de leiding krijgen in Europa en op nieuw een ideaal worden voor de geheele menschheid. De crisis van den na-oorlog- schen mensch zou erdoor worden opge lost en ae genezing voorbereid van alle kwalen, waar het na-oorlogsche Europa aan lijdt. Daartoe moet het echter voor alles in zien, vanuit het standpunt der historische filosofie, wat het groote waagstuk van onzen tijd is. Daartoe moet het beseffen, dat wij ae plicht hebben, dat vraagstuk op te lossen, terwilie van onszelven en ter willen van de geheele wereld. Daartoe moet het den moed bezitten om zonder eenig compromis met opgeheven hoofd het doel tegemoet te gaan, zoals het al tijd ook geweest is in Frankrijk's geschie denis. Het Fransche volkskarakter legt in dezen groofsctoen tijd van groote ver plichtingen aan die groote mogendheid, die Frankrijk is, de taak op om zoowel op filosofisch als op moreel gebied de synthese te vinden tusschen nationalisme en intuïtie, tusschen objectiviteit en sub jectiviteit. om zoo hei vraagstuk op Ie fossen, dat in de wereld is gebracht door de overdreven, ziekelijke subjectiviteit van den modernen mensch. Op literair en ar tistiek gebdeo heeft Frankrijk de taak om eens en voor goed den strijd te beslechten tusschen klassicisme en romantiek en in- plaats van het moderne psycholog:sime. de aesthetica en het literaire en artistieke illusionisme aan onzen tijd een artistieke en literaire stijl en idee te geven om zoo een eenheid tol stand te brengen, die in overeenstemming is met de moreele staat kundige en maatschappelijke waarden, wel ke zich ontwikkelen uit de moderne op vattingen van staat en maatschappij. Op sociaal en economisch gebied moet Frank rijk het nieuwe stadium der evolutie voor bereiden, waarin den vierden stand defi nitief zijn plaats zal worden toegewezen. Deze voorbereiding omvat de wijzigingen welke al naar de behoeften in het sociale en economische srelsel van de nieuwe maatschappij moeten worden aangebracht Op politiek gebied moet Frankrijk de op lossing forceeren van de crisis, welke de democratie, het parlementarisme, het pa cifisme en het internationale saamhorig heidsgevoel doormaken, niet alleen doof acht te slaan op de gegronde critiek, weSke er tegenwoordig' daarop en op ver schillende zwakke punten der ideeën van 1789 wordt uitgeoefend, maar ook door goed te beseffen, dat wel degelijk op de basis der bestaande democratie de nieuwe maatschappij moet worden opgebouwd, waarin de nieuwe stand evengoed zijn rol op politiek gebied speelt en waarin een nieuw staatsgezag pioet worden in gesteld. M.i. zal het tradioneele Westersche ra tionalisme het winnen van de Oostersehe intuïtie. Het is waar, dat sommige princi pes van 1789 aan een modern gezinde critiek moeten worden getoest en dat de bestaande instellingen zoo noodig moeten worden herzien, zooals men ook onbe vreesd recht moet doen wedervaren aan de wettige eischen van den vierden stand. En als in de internationale kwesties Frank rijk's standpunt op een hoog peil der mensehelijke beschaving blijkt te staan, zal het daarin blijk geven van moed en in geen enkel opzicht toegeven, hoewel op ander gebied naar een billijk compro mis zal worden gestreefd. Zoo zal Frank rijk de nieuwe cultuur van het geheele na-oorlogsche Europa do-en ontstaan. Zoo zie ik in grc.ote trekken het geheele Europeesche vraagstuk en de roeping van het moderne Frankrijk. Op internationaal gebied heeft het reeds aan die roeping gehoor gegeven; men denke slechts aan Genève, den Volkenbond, het idee van de Vereenigde Siaten van Europa, den strijd voor de veiligheid en den vrede in Euro pa. Frankrijk steunt deze idealen, al kan het niet altijd zijn doel bereiken. In het bdnnenlandsch bestuur worden dezelfde idealen nagestreefd. De hoop van de kleine Europeesche mogendheden en van de Europeesche jeugd is gevestigd op Frank rijk, want men is ervan overtuigd, dat zelfs in deze critieke na-oorlogsche periode Frankrijk de groote, onzelfzuchtige leer meester zal wezen, zooals het dit reeds 19 geweest en dat hei een groote rol zal spelen in de evolutionaire ontwikkeling van Europa. Ik geloof, dat ik niiet over drijf, als ik zeg, dat alle kleine Europee sche mogendheden het oog gericht moe ten houden op Frankrijk en op Parijs, zonder daarom nog de andere groote mo gendheden te vergeten of zonder oordeel des onderscheids alles van Frankrijk over te nemen. En dat het er zoo mee gesteld is, komt eenvoudig doordat Frankrijk naast Engeland het eenige land is, dat niet uit het evenwicht is geslagen omdat zijn evolutie na den oorlog voortdurend nor maal is gebleven ondanks de schokkende gebeurtenissen, die Europa in beroering hebben gebracht. Daarom zal Frankrijk het land wezen, dat in den toekomst Europa den weg wijst. Jongen dichter zou toekennen, 'doch* Hef schijnt, dat jeugd een onoverkomelijk be zwaar Is als het gaat om den Nobelprijs. Men wil oudere mannen met een geves tigde literaire reputatie. En wat Theodore Dreyser betreft, den veel gelezen en toch in zijn eigen land ook wel bestreden schrij ver van „An American Tragedy", een der meest populaire romans uit de moderne literatuur. Dreyser heeft zich onmogelijk gemaakt door een bij een literair diner zijn collega Sinclair Lewis, aan wien reeds den Nobelprijs is toegekend, een oorvijg te geven. Ook bij onderhandelingen in Hollywood moet Dreyser zich niet bepaald „gentlemanlike" gedragen hebben. Opvallend is, dat nog geen enkele Rus den Nobelprijs heeft gekregen, hoewel de wereldliteratuur in niet geringe mate door de Russische wordt beïnvloed. Hoewel er in Rusland tal "van beschaafde schrijvers zijn, zou op het oogenblik toch alleen de patriarch van de communistische richting Maxim Oorki, in aanmerking komen. Het sovjet-gezantschap te Stockholm moet ten zeerste voor hem geijverd hebben, doch zeer waarschijnlijk tevergeefs in verband met politieke overwegingen. De kringen der Russische emigranten pleiten voor een schrijver, die den laatsten tijd ïn de ge heele wereld bekend is geworden, n.1. Iwan Bunin, die reeds in het Tsaristische Rus land lid van de Academie was. Doch die heeft in het geheel geen kans, omdat men de sovjet-autoriteiten toch niet bepaald voor het hoofd wil stooten. De Franschen hadden den Nobelprijs het liefst toegekend gezien aan Paul Bour- get, doch diens roem ligt al te ver in het verleden. Hij is ook al 76 jaar. Daarom zou de Zweedsche Academie aan den 20 jaar jongeren Paul Valery den voorkeur hebben gegeven en, waar de Duitsche schrijver Stefan George volgens haar mee ning een pendantfiguur van hem is, zou de prijs tusschen hen beiden worden ver deeld. Wij zullen intusschen echter moe ten afwachten, ot ai die vermoedens juist zijn. Wie krijgt den Nobelprijs voor 1932? De dag nadert, waarop de Zweedsche Academie im een plechtige zitting bijeen zal komen om te verkondigen, aan welken gelukkigen de Nobelprijs voor 1932 as toegekend. In Stockholm vormt de verdeeling van den Nobelprijs vooral voor dien voor literatuur zooals gewoonlijk in dezen tijd van het jaar het algemeene onder werp van gesprek, zoowel in de literaire café's als in scciëty. Het is immers be kend, dat de keuze reeds lang in stilte is gedaan! Het geheim wordt vooralsnog echter zorgvuldig bewaard. En de een houdt het op dezen candidaat, de ander op di en. Er worden zelfs weddenschappen op afgesloten als op renpaarden. De men sch en, diie een blik achter de scherm-en kunnen slaan, beweren, dal de Nobelprijs voor Mteratuur det jaar onder twee kun stenaars wordt verdeeld en wel onder Paul Valéry en Stefan Oeorge, dus een Franschman en een Duitscher. Ze zou den zoowel het geld a!s de eer met elkaar moeten doelen. Natuurlijk is 'het allerminst zeker, dai deze beide auteurs nu ook inderdaad den prijs krijgen. Het is al meer voorgeko men, dat een schijnbaar onwrikbaar vast staand besluit nog op het laatste oogen blik door de Zweedsche Academie werd gewijzigd- Achter de caulissen wordt n.L een verbitterden strijd uitgevochten, waar van het publiek niets bemerkt. De diplo maten aer betrokken landen spelen daar bij een groote rol; hei geld kun hun natuurlijk niets schelen, maar wel de eer, die het voor hun land meebrengt. Verleden jaar heeft de Zweedsche dich ter Axel Carfeld den prijs gekregen. Bui ten zijn vaderland was zijn naam zoo goed als onbekend en wat meer is, hij was inmiddels reeds gestorven. Voor de zooveelste maal viel het op, dat de Aca demie een beslisten voorkeur toont voor Scandinavische dichters- Geen enkel land waagde het echter, openlijk te protestee ren; slechts uit Engeland weerklonk een protest; men had Sir Thomas Hardy een beteren candidaat gevonden. Dit jaar eischt de Engebche publieke opinie de verkiezing van twee schrij vers van naam: Galswothy en Wells. Het is zeer de vraag of de Zweedsche Academie, die er in de eerste plaats naar streeft, den nadruk te leggen op de on afhankelijkheid van haar oordeel, op de Engelsche voorstellen zal reageeren. Men- schen, die het weten kunnen, zeggen dat de kansen der Engelschen dit jaar wijwei nihil zijn. Ook Amerika verheft zijn stem en noemt drie candidaten: Upton Sinclair, Theodore Dreyser en Ernest Hemmingway. Doch tegen elk hunner heeft de Academie ern stige bezwaren. Upton Sinclair is te .Iinksch" georiënteerd. Ernest Hemming way, wiens boeken door zijn eenvoudige stijl zeer aantrekkelijk zijn, is te jong. Wij vragen ons onwillekeurig af, waarom men den Nobelprijs niet ook eens aan een MIJNM*PDT's Zenuw-Tabletten 75 ^t. Laxeer-Tabletten 60 ct. Hoofdpijn-Tabletten ct. Bij Apoth. en Drogisten TUINBOUW, PLUIMVEE, ENZ. Bolgewassen in den Herfst. Hoe men dahlia's moet behandelen. Iets over tulpen en tulpensoorten. De moeste bolgewassen, welke wij om hun mooie bloemen aanplanten, zijn af komstig uit warmere -.."eken, waar het niet voorkomt, dat de grond 's winters bevriest. Zij mogen daarom op onzen breedtegraad den winter niet in den vol len grond doorbrengen; zelfs als deze met een beschermende laag wordt bedekt, gaan ze nog dood. Ze moeten daarom eiken herfst uit den grond gehaakl en op een vorstdroge plaats bewaard werden. Wat de dahlia's betreft, zijn we er ook wel aan gewend, dat te' doen. Nadat de eerste vorst hun bladeren heeft doen verwelken, werden de planten afgesneden en de wor telknollen, die in den loop van den zomer tot groote klompen zijn uitgegroeid, uit gegraven. Daartoe wordt de grond rondom de plant en niet te dicht erbij, één sppde diep uitgestoken. Eerst ais diït gebeurd is, tracht men de klomp met de spade eruit te lichten; daarbij moet niet teveel kracht worden uitgeoefend, omdat er dan knollen afscheuren. Wanneer men eerst rondom de wortelbal met de spade een weinig op licht, zal men deze ook Dij de grootste afmetingen onbeschadigd uit den grond kunnen halen. De aarde wordt er nu af geschud door tegen den afgesneden stam te slaan; op de knollen wordt niet ge s-lagen. want zij breken zeer spoedig af. Daarna worden de planten met de knollen naar boven in -de zon gelegd om een.igs. zins uit te drogen, waarna ze in hun win terverblijf worden gebracht; een vorstvrije kamer, dan wel een kelder, die niet voch tig of duf is. Wanneer het een vochtig vertrek is, moet van tevoren de aarde van de knollen verwijderd worden; is het droog, dan kan men de aarde er beter aanlateii, wa.it de knollen blijven daardoor in betere conditie, terwijl uitdrogen wordt voorkomen. Men kan de knollen ook be waren m kisten met türfstrooisel, die in een vorstvrij vertrek wprden geplaatst. De bollen mogen echter niet overwinteren in een te warm vertrek, aangezien er dan kans op rotting bestaat en ook o.p ver zwakking, door te vroeg uitloopen. De meest geschikte temperatuur ligt tusschen 35 en 40 graden Fahrenheit. Ook de bollen der gladiolen mogen wij n/iet buiten laten overwinteren. In den herfst worden ze, als de balderen dood zijn of de eerste vorst gekomen is, uit den grond gehaald en in de lucht gedroogd; als het met vriest en droog mocht zijn, kan men dit het beste in de buitenlucht doen. Ze worden dan in een dun zakje opgehangen in een luchtig, vorstvrij ver trek. Uit de kleine knolletjes, die aan de moederknollen vastzitten, komen het vol gend jaar of daaropvolgend jaar eveneens bloeiende planten te voorschijn, mits men ze in goeden, yruchtbaren grond plant. Ze moeten dus niet weggeworpen worden. Op dezelfde wijze als de dahlia's worden de catma's behandeld. Een kelder is voor het bewaren van deze wortelknollen echter minder geschikt; men heeft er een luchtig, j en vorstvrij vertrek voor noodig!1 Wat de knolSegoTiia's betreft, die de laatste jaren steeds meer liefhebbers vin den, ook daaibij moeten de knollen uit den grond gehaald worden, niet alleen wanneer ze in den vollen grond staan, doch evengoed bij potplanten. Dit gebeurtt nadat de bladeren afgestorven zijn. De knollen moeten goed gedroogd worden en op een droge plaats bewaard in een warme kamer, bij voorkeur de huiskamer. Ze kunnen ook in kistjes met türfstrooisel gelegd worden. In den vochtigen kelder, rotten ze weg. De Montbretia's hebben meer weer standsvermogen dan gladiolen, canna's en knolbegonia's. Wanneer de grond goed toegedekt wordt, houden zij het soms ja ren achtereen in de buitenlucht uit, doch vroeg of laat woraen ze dan toch door de vorst gedood. Ze bloeien echter veel overvloediger wanneer ze op dezelfde plaats blijven staan, dan wanneer men ze elk jaar weer uit den grond haalt. Doet men dit laatste toch, dan moeten ze op dezelfde wijze overwinterd worden als de gladiolen. Terwijl de bovengenoemde bolgewassen alle uit den grond gehaald inoete is het voor de tulpen juist den tijd om' ze te planten. Meri kan dit doen in October of November, eigenlijk zoolang de grond nog niet bevroren is. Ze worden 16 a 20 c.M. diiep geplant en 18 a 20 c.M. uit el kaar, Het bed moet goed omgespit zijn,, terwijl de aarde met volkomen vergane mest van goede kwaliteit wordt" vermengd.- Van versehe mest gaan de bollen dood. Als de grond zeer zwaar is, moet hlij met zand worden vermengd. Speciale be schutting tegen die vorst is over het al gemeen niet noodiig; i-n elk geval wachte men met het aanbrengen daarvan, totdat het een keer hard gevroren heeft, omdat er zich anders veldmuizen bij de tulpen gaan nestelen en in den loop van den winter opeten. In goeden grond is het niet noodig, om de tulpen uit den grond te halen als ze uitgebloeid zijn. Als de bladeren geel geworden zijn, snijdt men ze af en beplant het bed met zomerbloemen. Wan neer deze in den herfst afgestorven zijn, wordt er een laag vergane mest op het bed uitgespreid, die de tulpenbollen ten goede komt. ïn lichter' zandgrond vormen de tulpen echter geen nieuwe bloemen, wanneer er bezuinigd wordt op de bemes ting tijdens den b1 oertijd. Mocht men de tulpen uit den grond willen halen, dan moet men dit, nadat hun bladeren afgestorven zijn De bollen worden dan op een koele plaats bewaard, tot ze droog zijn; dan worden ze gereinigd door het oude velletje te verwijderen de wortels af te snijden, waarna men in den herfst weer uïtplant. Wil men de bollen dadelijk na het uitbloeien uit den grond halen om plaats, te krijgen voor andere planten, dan dient men vooral er op te letten, dat de in dezen tijd bijzonder teere loten niet afgebroken worden. E>e planten worden dan dadelijk op een licht beschaduwde plaats gebracht, waar ze blijven, totdat de bladeren afgestorven zijn. Niet ten onrechte zijn de tulpen zoo populair. Behalve een sierlijken vorm, bie den zij ons de grootst mogelijke verschei denheid van kleuren aan. Vooral de Dar- wintulp is tegenwoordig gezocht. De bloei tijd valt in Me;; de bladeren zijn bijzon der gToot en die slanke, sterke stengels kaarsrecht. De groote bloemen hebben een fraai en vorm en de aan den top omgesla- fgen bloemblaadjes hebben een fraaien vorm en de aan den top omgeslagen bloemblaadjes hebben een fhiweetige-n glans. Men kan ze in alle denkbare tinten krijgen: wit, roze, lila, violet, vermiljoen en karmijnrood, bruin en zelfs zwart. Alle andere tulpensoorten zijn kleiner dan de darwmtulpen en voor zoover ze zich daar van niet onderscheiden door een aanmer kelijk vroegeren bloeitijd, zullen ze ook wél binnen afzienbaren tijd door de Dar- wiutulp geheel verdrongen zijn. Wanneer men zijn tulpensoorten met zorg uitkiest, kan men zeer lang achtereen bloeiende tulpen iai den tuin hebben. VOOR ONZE SCHAKERS PROBLEEM No. 11430a! van F, GIEGOLD Zwart: 5 abcd e fgh Wit: 4 De diagramstand in cijfers luidt als volgt: Zwart: K b7 en vier pionnen op b6, b5, b4 en d7. Wit: K b3, T a8, 7 c8 len 1 pion op d6. Wit begint en geeft In drie zetten schaakmat OPLOSSING PROBLEEM van F. SCHRüFER. 1. L c4a2, K al xa2; 2. K d2—c2, K a2—al; 3. P d3—cl, a3—a2; 4. P cl-b3r. VOOR ONZE DAMMERS PROBLEEM No 11430Ö1 van G. MANTEL Jr. Zwart: 13 'N WIJS WOORD VOOR IEDEREN DAG ZONDAG. Met de helft der moeite, welke wij ons geven voor 't geen wij schijnen willen, konden wij het dubbele bereiken van 't geen we zijn. MAANDAG. Niets imponeert minder dan te" willen imponeeren; het laatste is de caricatuuur van het eerste. DINSDAG. Men heeft lichter te veel gevoel dan te veel verstand. WOENSDAG. De als „engelen" meest bewonderde meisjes zijn die, welke een aardig kapi taaltje ten huwelijk meebrengen. DONDERDAG. De grootste fout van het moderne jonge meisje is, dat zij te veel op haar broer lijkt en... niet zijn kwaliteiten bezit VRIJDAG. Het geluk verwachten, Is het schoonste gedeelte van het geluk, ten minste van het menschelijk geluk In den gewonen zin genomen. ZATERDAG. Houdt u voor te goed om kwaad te <ïoen. Wit: 13 De diagramstand in cijfers luidt als volgt: Zwart 7, 8, 9, 11, 14, 15, 18, 19, 21, 23, 24, 26, 36. Wit 25, 28, 32, 33, 34, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 45, 48. Wit begint en wint. OPLOSSING PROBLEEM van W. C. J. POLMAN. Wit 28—22 22—17 39—34 27—21 21 x5 en wint Zwart 19 x 30 11x22 30 x 28 15 x 27. werkt zacht en weldadig; Uw huid ont waakt tot nieuwe schoonheid onder haar aanraking. In prijzen van 20—30—45 en 75 cent Verbod van vervoer enz. Blijkens mededeeling der Nederl. Var- kensoentr, is de Ministeriëele beschikking afgekomen, dat het hebben, houden of ver voeren van ongemerkte varkens verboden is. Zij, die thans nog ongemerkte varkens hebben, zullen in hun eigen belang zich alsnog ten spoedigste dienen aan te melden bij de Plaatselijke Commissie in hun dis trict om als lid toe te treden en hun var kens te laten merken, ter voorkoming van groote moeilijkheden, waarin zij ongetwij feld komen te verkeeren. Zij, die niet als lid der Gewestelijke Varkenscentrale toe treden, kunnen thans al geen vergunning voor vrije huisslachting verkrijgen, wan neer zij anders daarvoor in de termen vallen. Huisslachting. Zij, die als lid toegetre den zijn tot de Gewestelijke Varkenscen trale „Utrecht" en vallen onder de bepalin gen van vrije huisslachtingen, dienen min stens acht dagen vóór den dag van huis slachting bij een lid der Plaatselijke Com missie een aanvrage voor vrije huisslach ting benevens een kennisgeving aan te vra gen en één en ander nauwkeurig met inkt in te vullen. Deze ingevulde aanvrage voorziet het lid der plaatselijke commissie van zijn ad vies en zendt deze met de kennisgeving aan de Gewestelijke Varkenscentrale, waarna toezending van de akte van vrij stelling verzonden wordt aan den betrok kene, wanneer aan alle vereischten voor de verkrijging van vrijstelling voldaan is. Op de akte van vrijstelling wordt door de Gewestelijke Varkenscentrale de da tum van verzochte huisslachting vermeld en deze acte dient drie dagen na de slach ting teruggezonden te worden aan de Ge westelijke Varkenscentrale. Opgave ter secretarie der gemeente, waai men woont voor aangifte van huisslach ting, dient steeds te geschieden, onver schillig of men al ot niet vrij stelling van de heffing op de huisslachting verkregen heeft. Biggenmerken. Tevens zij medegedeeld, dat de kostprijs der biggenmerken, welke uitgereikt zullen worden, voor de biggen geboren na 30 September j.I. bepaald i» op 25 cent per stuk. Voor gekleurde big gen zijn blikmerken verplichtend gesteld waarvan de kosten 10 cent per stuk extri bedragen, dus 35 cen+ n°r

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1932 | | pagina 6