Wat zal er in 1933 gebeuren? Eerste Hulp PUROL Het eSnda van een held der Pooizee. door ERNST ELY. De bekende Oostenrijksche econoom. !n onze serie economische arti kelen geven wij thans het woord aan een deskundige, die in 1928 en '29 deze crisis reeds voorspeld heeft. Toen wilde nie mand hem gelooven Wij zullen ons niet wagen aan finan cieele waarzeggerij, want wij kunnen niet lezen, wat er in de sterren geschreven staat of geheimen ontsluieren, die voor elke ander sterveling verborgen zijn. Wij kunnen echter wel conclusies trekken uit bekende feiten en langs strikt rationalisti- schen weg onze toekomstverwachtingen op bouwen. Toen jaren geleden de professo ren Keynes en Englis erop wezen, hoe het goud aan politieke doeleinden dienstbaar werd gemaakt en daarin de voorbode za gen van een sterke prijsdaling der voor naamste producten, was ik er dadelijk van overtuigd, dat de „goede tijd" van 1928 en 1929 moest uitloopen op een crisis. Dat was geen waarzeggerij, maar aan vaarden van een theorie, die reeds spoe dig tot werkelijkheid kon worden. De voor naamste financieele leiders maakten die theorie echter belachelijk, omdat hun be lang uit hun gezond verstand hun dat ingaf. Iemand, die zich' in fortuinlijke omstandigheden bevindt, weigert altijd zich te realiseeren, dat het morgen wel eens minder goed zou kunnen zijn dan het heden. Thans, aan het einde van 1932, is het ontraadselen der geheimen van den flnancieelen kokmos gemakkelijker dan aan het einde van 1928. Men behoeft nu geen Jeremia ot Cassandra meer te zijn, want het gaat de wereld nu al zoo slecht* dat het in de toekomst niet veel slechter kan gaan. Een psychologisch probleem. Doch zelfs aan dergelijke mate van op timisme is nog risico verbonden. Zooals in 1926 iemand geloofde aan den storm, die den boom der welvaart ging ontbla deren, zoo gelooft thans niemand aan de mogelijkheid, dat er ooit weer bladeren aan dien boom zullen ontstaan. De be schaafde wereld wordt geslingerd tusschen hoop en twijfel. Zij droomt van een won der en is er zich tevens van bewust, dat er geen wonderen gebeuren. Daaruit blijkt dat het alnemen van de crisis een psycho logisch probleem is. Wanneer men de fei ten slechts beschouwt uit zuiver econo misch standpunt, zal men ze niet begrij pen. De dingen gebeuren niet volgens hun eigen wetten, maar 5door den invloed welke de menschen er op uitoefenen. En daarom is het juist van het grootste be» lang om na te gaan, hoe de; menschen innerlijk staan tegenoevr de wederoplos- sing. In 1932 was het beslist utopistisch' op te nemen, dat de kwestie der herstelbeta lingen door een accoord uit den weg kon worden geruimd, dat de kwestie der ge lijkberechtiging ook maar ten deele kon worden opgelost ot dat Frankrijk zonder schade voor zijn credietvaardigheid de be taling der oorlogsschepen zou kunnen wei geren, Doch even utopistisch was het in Februari 1931 om de wederoprichting van de Kreditanstalt ook maar te veronderstel len, om een regeling van de schuldenkwes tie ook maar tot de mogelijkheden te re kenen, om te meenen, dat er aan het toe nemen van de werkloosheid eens een ein de zou komen en dat de buitensporige prijzen eens zouden gaan dalen. Wanneer wij de balans opmaken van 1932, kunnen wij niet ontkennen, dat de geheele wereld dichter bij de waarheid is gekomen. En die waarheid is, dat de overwinning van de crisis afhangt van liquidatie van den oorlog in dè eerste plaats en liquidatie van de inflatie in de tweede plaats. De levenswil ontwaakt. Niemand verwachi cr nog, dat Duitsch- Iand de herstelbetalingen zal verrichten, dat de verplichtingen der geallieerden te genover Amerika na dit jaar nog zullen worden nagekomen, dat de kleine mogend heden volkomen aan hun verplichtingen kunnen voldoen ot dat de Fransch-Duit- sche vijandschap opnieuw zal uitbarsten met dezelfde kracht al in de afgeloopen jaren. De wereld is in 1932 veel nuch terder geworden en een algemeene ver gevingsgezindheid ten opzichte van ge maakte fouten is nooit zoo nabij als wan neer het eerste schijnsel van een nieuwe dageraad zichtbaar wordt. Ook dat is een psychologisch feit. Zoolang de crisis niet in haar volle werkelijkheid wordt gezien, durft geen bank en geen syndicaat du- bieuse vorderingen al te schrijven en durft niemand een volkomen waarheidsgetrouwe balans op te stellen. Verzachtende leugens worden gehandhaafd, omdat een volle ken nis van de waarheid de psychose zou ver ergeren. Doch het kapitaal is thans niet meer afkeerig van het verleenen van nieu we credieten tegen redelijke waarborgen, die aanvankelijk den primitieven vorm van koopwaren zullen hebben, aangezien de geldschieters niet meer willen wagen In de enorme massa der oude credieten, die thans verloren zijn. Er zullen zich als het ware een grootboek voor het verleden ten een grootboek voor de toekomst naast telkaar handhaven. De afschrijvingen in het grootboek van het verleden zijn tot op ^teden nog niet verricht, doch het grootboek van de toekomst is duidelijk en overzich telijk. Er is een ingrijpende psychologi sche verandering ontstaan, de verliesmoge- lijkheden, die de laatste jaren gedreigd hebben als een Medusahoofd, hebben thans voor een groot gedeelte Kun schrikwek kend aanzien verloren. De financieele we reld weet, dat wederopleving ook mogelijk is, wanneer een groot gedeelte der vorde ringen moet worden afgeschreven. De crisis is dood, leve de depressie. Ik geloot dat het herstel zich1 het eerst zal openbaren, waar groote kapitaal-reser ves het mogelijk maken om credieten tot stand te brengen zonder de toevlucht te nemen tot inflatie en het laatste daar, waar het zich' door een of andere moei lijkheid niet kan aanvullen of waar de op lossing van het werkloosheidsprobleem het kapitaal bedreigt. De mislukking van de Engelsche poging moest ons afkeerig ma ken van elke poging om door depreciatie van h'et geld 'iets te winnen. Wie zich1 vrij voelt van utopistische idealen, kan echter uitroepen: „De crisis is dood, leve de depressie". De economische crisis kan niet worden opgelost door een permanente politieke crisis, aangezien het verband tus schen die beide kunstmatig Is. De politieke crisis Is aan het verdwijnen; er zal slechts een kleine rest van overblij ven, want zij is gebaseerd op de Fransch- Duitsche vijandschap en deze heeft haar scherpste kanten reeds verloren. De vijan digheid van Frankrijk en ook die van Engeland ten opzichte van de Vereenigde Staten heeft geen politieke, doch' een finan cieele reden. Wanneer men ervan over tuigd is, dat de crisis haar laagtepunt reeds gepasseerd is, moet men daaruit af leiden, dat de koersen der Amerikaansche waarden zullen stijgen. En als Wallstreet eenmaal licht ziet, zal het er wel voor zor gen, dat zijn opstijging niet belemmerd wordt door herinneringen aan den oorlog. In Wallstreet en nergens anders zal de schuldenkwestie geregeld moeten worden, en waar naar mijn meening de verbetering zich het eerst zal openbaren in Amerika, beschouw ik het in verband daarmee als waarschijnlijk, dat 1933 ons het einde der twisten over de schulden zal brengen. Wanneer men de strijdbijl begraaft, moe ten daarnaast de vergeelde documenten be treffende de schulden worden begraven. Meer dan een vraagteeken. Waarzeggen beteekent eigenlijk in de verte zien met gezonde oogen en over de toekomst nadenken met een gezonden geest. Wij zijn reeds zeer dicht genaderd tot de kennis van de waarheid. Wij kunnen ons thans vrijmaken van elke illusie. Daar om kan de crisis verloopen in een depres sie en zelfs de duur der depressie kan bekort worden door een algemeene rege ling, d.w.z. door de schade, die door de inflatie is veroorzaakt, af te schrijven en door een nieuwe regeling der betrekkingen tusschen het productiekapitaal 'en het ge spaarde kapitaal. 1933 begint met een vraagteeken, maar niet zooals 1931 met een punt achter onze verwachtingen. BUITENLANDSCH WEEKOVERZICHT Nog steeds revolutiepogingen in Spanje, ook in Italië is het on rustig. Hitier en Von Papen con- fereeren met elkaar. Het Chï- neesch-Japansche „geschil". Spanje is de rust nog steeds niet weergekeerd, de woelingen, die volgens de officieele Regeeringsberichten van de vorige onderdrukt heetten, zijn weer op nieuw uitgebarsten. Ook nu weer hebben syndicalisten en communisten te Barcelona een poging tot revolutie gedaan. Ze heb ben daarvoor den Zondag uitgekozen. Zij bestormden een infanteriekazerne en het hoofdbureau van politie, en wisten het Centraal Station te bezetten. Door de ge heele stad klonk mitrailleurviiur. Waar a! deze revolutiepogingen tenslotte op uit zul len moeten draaien, is nog niet te voorzien. De extremistische beweging in Spanje is van oudsher in Spanje al bekend om haar voortvarendheid met bommen en ander ontplofbaar materiaal en haar betrekkelijk groot aantal aanhangers. De anarchistische beweging, die het in de andere Euro- peesche landen nauwelijks tot eenige wer kelijk invloedrijke actie wist te brengen,, heeft zich zelfs tijdens het dictatuur van Primo de Riviera staande weten te hou den. Na de revolutie zijn alle uiterst Iink- sche bewegingen vooruitgegaan en vooral de communisten doen hun best om van "Spanje een Sovjet-Republiek te maken. Voorloopig nochthans moeten zij zich te vreden stellen met miniatuur-revoluties, zooals er thans weer een te Barcelona is uitgebroken. Over de gang van zaken in Italië wor den we altijd keurig ingelicht door het Ita- liaansche persbureau Stefani. Als alle cou- rantenbedrijven, staat het onder staatstoe zicht, dus is het begrijpelijk, dat de be richten, die het doorzendt alleen over het goede vertellen, dat in het land van Mus- solini voorvalt. We hebben geen reden om aan de waarheid van deze berichten te twijfelen, doch wel mogen we veronder stellen, dat dit persbureau over de minder aangename gebeurtenissen, vooral op po litiek terrein, in alle talen zwijgt. Mogen we Stevani gelooven, dan bestaat er in Italië alleen de fascistische politiek en heeft de geheele Italiaansche bevolking zich' daarbij neergelegd. Maar Zondag wist Reuter ons te berichten, dat er in de pro vincie Salerno te Monte -San Giacomo hevi ge onlusten zijn uitgebroken, waarbij ver scheidene burgers en pólitie-agenten wer den gedood. Ook te Sarssano waren on geregeldheden uitgberoken, die ontstaan zijn wegens de hooge plaatselijke belastin gen, tenminste aldus meldt Reuter. Men moet in deze berichten, die de strenge Italiaansche censuur gepasseerd zijn, ook tusschen de regels door kunnen lezen om het geschrapte te gissen. Deze onlusten zullen dus hoogst waarschijnlijk wel een politieke ondergrond hebben. In Duitschland is het de laatste weken onder het bewind van Von Schleicher bui tengewoon rustig geweest. Men krijgt den indruk, dat het den nieuwen Rijkskanselier gelukt is, het noodige evenwicht in de ontwrichte Duitsche boedel te brengen. Wij zeggen nog maar: den indruk, want be paalde feiten zijn er nog niet te beoor- deelen. Wat ze echter wel weten, is, dat Von Papen weer het politieke oorlogster rein heeft betreden en de verbroederings- h'and 'heeft toegestoken aan Hitier, wiens positie in de nationaal socialistische gele deren danig aan het wankelen is gebracht door het uittreden van Von Strasser. Twee broeders in den nood, die elkaar hebben gevonden, De booze pers heeft natuurlijk aan het onderhoud Hitier-Von Papen de noodige commentaren vastgeknoopt en be weerd, dat de twee jockey's van de ver liezende paarden in den politieken wedren den jockey van het winnende paard beentje willen lichten, m.a.w., dat zij Von Schlei cher tot aftreden willen dwingen. Maar o riteèn, zegt de heer Von Papen, ik was slechts op reis naar Düsseldorf om mijn moeder te bezoeken en besprak met den heer Hitier uitsluitend de mogelijkheid hoe de N.S.D.A.P. over een halt jaar zou kun nen deelnemen aan een kabinet van den nationale concentratie. We gelooven, dat deze besprekingen te- vergeelsch zullen zijn. Hitier en Von Papen hebben hun rollen uitgespeeld en het fs zeer onwaarschijnlijk, dat zij nog eens de politieke arena zullen betreden. Het Duit sche volk heeft er schoon genoeg van om als politiek proefkonijn te worden geslacht. Het heeft behoefte aan werkelijkheidspoli tiek en niet aan alle mogelijke en onmoge lijke partij-politieke proefnemingen. Het geschil rond Shanghaikwan is nóg niet uit de wereld. Het bloedbad is wel iswaar voorloopig beëindigd, nadat 800 Chinëesc?^ ^burgers hun leven bij het slechten van dit geschil hebben gelaten, maar thans werden er officiëele nota's óver gewisseld. Natuurlijk schuift Japan, zoóals reeds voorspeld werd, de schuld op de Chlneezen en plaatst de Japansche regeering zich op het standpunt, dat het gebeurde geen politieke beteeken is heeft, doch „slechts" een gebeurtenis van zuiver plaatselijke aard is. De diplomatieke ver tegenwoordigers van Japan, te Londen, Berlijn, Moskou, Washington, Parijs en Rome hebben instructie ontvangen de on derscheidene regeeringen op de hoogte te brengen van de Japansche opvatting en de motieven voor het Japansche optreden. Er is op het oogenblik rust rond Shang haikwan, maar het heeft er allen schijn van, dat het een stilte is, die aan den storm voorat gaat. In China wordt overal geld bijeengebracht voor het werven van vrij willigers, die de Japanners in Mantsjoe- rije moeten bestrijden. Ofschoon officieele Japansche berichten ons willen doen ge looven, dat de troepen worden terugge trokken, kan men er van verzekerd zijn, dat men in feite bezig is nieuwe verster kingen uit Japan over te laten komen. Intusschen wachten wij den Toop der ge beurtenissen met spanning af. Japan Iaat zich niet zoo spoedig van zijn kpropos afbrengen. TUINBOUW, PLUIMVEE, ENZ. ONS PLUIMVEE. Vragen, deze rubriek betreffen de kunnen door onze abonné's worden gebonden aan Dr. te Hen ne,pe, Diergaardesingel 96A, te Rotterdam. Postzegel voor ant woord insluiten. Over een veel voorkomende kip- penziekte. De put dempen als het kalf verdronken is. Als men im den winter bij de pluimvee houders komt en met de menschen praat, krijgt men al gauw te hooren in sommige gevallen, dat de kippen het niet best doen, niet best, leggen, omdat ze wat snotterig zijn. Nu is snot een woord, dat eiken kippenhemder in den mond bestor ven ligt en allerlei misstanden worden op rekening van deze ziekte geschoven. Voor al de meer ouderwetsche menschen be schouwen snot min of meer als een nood zakelijk kwaad waar niet veel aan te doen iis, de jongere generatie weet echter zoo zoetjes aan wèl, dat er „snot" et. „snot" bestaat cfl dat er wel degelijk wat aan te doen is. We zullen nu eens zien hoe de zaak eigenlijk in elkaar zit en of er aan dezen geesel van den hoenderstapel niet wat te doen is. Om U gerust te stellen begin ik met het slot en vertel U al direct dat wat de kippenhcuders „snot" noemen., een verzamelnaam is van verschillende ziekten, die de wetenschap at direct ver- de ellti n drie groeppen ti.\\ diphtherjjle, kwaadaardige snot en goedaardige ver- koudlieidssnot. De ergste van dit edele drietal' Is eigen lijk de diphtherie en daartegen Is wel de gelijk wat te doen in den tegenwoordigen tijd, al doet men beter niet te wachten! tot de ziekte er is, maar van te voren! de kippen er tegen te laten Inenten. Deze drie ziekten kunnen ate gemeen schappelijk verschijnsel hebben, dat In het begin-stadium neus- en oogslijmvUe- zen ontstoken zijn en dus vocht gaan af scheiden. De neus en oogen der kippen worden nat, er loopt vocht uit, ze gaan niezen en een eigenaardig geluiid maken door de moeilijke ademhaling. Door het vocht en het stof worden de veeren aap den hals, waaraan de dieren hun snavel afvegen, vuil en in tijd van een oogenblik ziet een zieke kip, vooral een wittfe, er onmogelijk uit. Maar het verdere verloop van deze drie ziekten is geheel verschillend en daarom zullen wij deze typische winterziekten dan ook apart behandelen. Wel kunnen ze bij de kippen alle drie voorkomen, maar dat gebeurt toch niet heel vaak. Allereerst dan de diphtherie, een den meest schadelijke ziekten van den moder nen tijd. Haar enorme schade ligt niet zoo zeer in het groote aantal kippen, dat sterftv dan wel iin het feit, dat de zieke kippen niet leggen en dat juist in demj tijd, dat de eieren het meest opbrengen en dit feitelijk de wiinst van de kippen- houderij moet opleveren. Kippen, die in het najaar en in den win ter niet leggen, kunnen heel mooie dier tjes zijn, maar zij leveren beslist geep winst op in den tegenwoordigen tijd. De geheele moderne fokkerij is er op in gericht om de kippen in h'ertSt en winter eieren te laten produceeren daar er anders geen winst aan te behalen is. Dit produ- ceeren in den winter is voor 'de kip een zeer onnatuurlijk iets, want een kip is eigenlijk een vogel uit de tropen, die daar in haar vaderland in de oerbosschen rond loopt en per jaar een paar dozijn kleine eitjes legt. Zoo'n kip is echter een waar natuurwonder, want in den loop der jaren of eeuwen heeft zij zich aan vrijwel' alle klimaten der wereld leeren aanpassen, zijn uit de paar soorten van wilde kippen hon derden en honderden andere soorten ont staan in allerlei vormen en kleuren en1 de legster van een paar dozijn eieren is 'n soort Iegmachine geworden, waarvan sommige exemplaren zelfs 360 eieren in een jaar kunnen leggen. Dit alles is natuurlijk onder invloed van den mensehe'lijken wil aldus langzamerhand gefokt uit de oerkippen en steeds i9 men daarbij verder van den natuur afgedwaald' Men zou zich nog kunnenvoorstellen,, dat zoo'n kip uit de tropen hier in deze 1 streken In het mooie voorjaar ook met plezier een paar dozijn eieren legt en zelf i uitbroedt, zoodat er een broedsel frfesche,. j sterke, vlugge kuikentjes ontstaat, die in 1 licht, lucht en zonneschijn voorspoedig op groeien. Maar dat zoo'n dier nu in hokken ge stopt wordt, som's dien geheelen winter' bin nen achter vensterglas en dan maar steeds' eieren moet produceeren geheel tegen dien natuur in en dat ook weikelijk doet, mag toch wel een wonder heeten. Men vraagt mij zeer vaak: waar komen toch al die kippen ziek ten vandaan, ook bij menschen, die al hun best doen za gezond te houden, doch ik stel daaren tegen altijd mijn vraag dat ik werkelijk niet begrijp, dat het nog zoo goed gaat en dat er ondanks dit geweldig onnatuur lijk gedoe niet veel meer ziekten zijn. Het is dan ook alleen maar moge-Ijk in een voortdurende samenwerking tus schen wetenschap en de eischen der prak- tijk, de pluimveestapel op peil te hou den en er winst mee te behalen. Steeds moet de wetenschap er als de pinken bij zijn om te maken dat het niet misgaat en als we de zaak ernstig beschouwen, moe ten we toegeven, dat de wetenschap nog steeds ten achter is bdj /de eischen der prak tijk. We zullen nog gelegenheid genoeg heb ben, daar van tijd tot tijd op te wijzen. Een der mooiste voorbeelden echter hoe de wetenschap een der meest schadelijke plagen der moderne pluimveehouderij heeft weten te keeren, vinden we blij de diphtherie. Vroeger een gevreesde ziekte, tegenwoordig alleen maar voorkomend in hoenderstapels, wier eigenaar niet op de hoogte van den tijd is, daar men de ziekte met een redelijk groote zekerheid kan vooik-omen, door de kippen vroegtij dig te laten inenten. Hierover een volgende keer meer. machinekamer binnen ep dat fe het be< gin van het einde. De 120 koppen tellende bemanning staat van minuut tot minuut klaar om het schip te verlaten en over te gaan op, den ijsbreker „Sedow", die tangszij ligt. Voor het snelle, beproefde schip is er vermmoedelijk geen hoop! meer. Het zal verlaten worden, overgelaten aan zijn lot, doch het staat vast, dat de ruwe klanken uit h'et Poolgebied, die zijn be manning, vormen, dit diep zullen gevoe len en misschien zelfs 'n traan zullen weg pinken uit hun onder velerlei'omstandighe den droog blijvende oogen. De „Malvchin" is dan ook geen wille keurig schip, waarmee men eens eein reis maakt zonder er zich bijzonder aan to hechten. De „Malychin" is bij wijze van spreken een persoonlijkheid, zooals ellk schip dat eigenlijk voor zijn bemanning moet zijn. En dan vertoonde het karakter van de „Malychin" wel een bijzondere! hulpvaardigheid en kracht en wie er oo$ zooals ik, eenige dagen of weken op heeft doorgebracht en gezien heeft, hoe de* gelijk en betrouwbaar deze ijsbreker werk* te, die fcan nu een gevoel van verslagen* beid niet van zich afzetten. Om in Het gezin aan groot eni klein, dadelijk hulp ie kunnen verleenen bij Brand» wonden en Snijwonden en alle andere Huidverwondingen, is Het zoo veilig thuis altijd hij de Hand te hebben een doos of tube De ijsbreker „Malychin" zinkende bij Spitsbergen door SVEN C. WONDLER Drie mijlen van Spitsbergen vandaan is de Rusische ijsbreker „Malychin" op de rotsen geloopen. De oude strijder tegen bet ijs en alle anders verschrikkingen van het pooglebied, die ontelbare malen averij heeft opgeloopen en ontelbare malen weer hersteld is om opnieuw den strijd in te gaan, die ligt nu met zware slagzij in de IJszee. De pompen werken nog, doch ze kunnen niet meer volkomen aan het doel beantwoorden; het water dringt reeds de De „Malvchin" is op twee na de groot* sfe ijsbreker ter wereld (na de „Denim" etj de „Krassin"); op 'het gebied van ijs* brekers zijn de Russen In den loop defti tijden specialisten geworden, omdat zij den weg moesten vrijhouden naar hef niet altijd ijsvrije Archangeisk. De „Maly chin" is zoo merkwaardig beweeglijk, dat men alleen daarom af geneigd is om aatt haar te denken als aan iets levends. Met haar scherpen van voren gekromden la gen boeg, stootte zij tegen het ijs aan en als het zoo niet meer ging, dan werden de achterste tanks met water gevuld, de boeg steeg ver omhoog en schoof op het ijs, het watef werd uit de achterste tanks overgebracht naar die aan den boeg, steeds zwaarder drukte de „Malychin" op de ijsschotsen, totdat ze eindelijk sissend en knarsend onder haar gewicht braken. Dan zette de schroef aan den boeg zich id beweging de „Malychin" had zoowel van voren als van achteren schroeven de boot werd een eind achteruit gedreven en dan werd dezelffde ihenoeuvre her haald. Zoo heeft zij zich herhaaldelijk da* gen en weken door het dikste pakijs van de Pooizee gewerkt en zoo is zij, evenals haar commandant Professor SemöÜovi.tsy, wereldberoemd geworden. Het eerst is de naam „Malychèv" o.p aller lippen geweest, toen de tal ia" ex peditie van Oeneraal Nobile verongelukte. Een gedeelte der 'bemanning kwam met den gondel onzacht op het ijs en werd, gered door vliegtuigen., waarbij de Nooit sche poolomderzoe'ker Rüser Larsen zicu ten zeerste onderscheidde. De z.g. baL longroep bleef echter vermist, totdat een radio-amateur in, Noord-Rus land de wan hopige berichten van den marconist BiJaigni opving. Dadelijk gingen de „Malychin" en de „Krassin" er op uit, onvermoeid stre den zij tegen het ijs, uren en dagen lang, totdot zij eindelijk de „Krassin" hei eerst de ballongroep bereikten. De tra gische dood van den Zweedschen pool- onderzoeker Malm.gren konden zij welis waar niet verhinderen, doch de anderen, de Italianen en de Tsjech Behounek wa ren zonder ae Russische ijSbrekers red deloos verloren geweest. Later kreeg de Duitsche touristenstoom- j boot „Monte Sarmiento" bij Spitsbergen een ernstig defect aan de machine, zoo- j dat zij hulpeloos ronddreef op de golven van de IJszee. Onder de vele schepen, die toesnelden om hulp te bieden, was het de „Malychiii", die het schip in veilige haven bracht en de ruw uit hun droomen opge schrikte touristeii daarbij. De „Malchinin" was het ook, die zoo betrouwbaar werkte, dat Eckener op zijn beroemde poolvlucht met de „Graf Zeppe lin" met dezen IJsbreker een rendez-vous midden in de IJszee afsprak, waaraan van beide kanten dan ook schitterend werd vol daan. Weliswaar moest het luchtschip spoe dig weer opstijgen inverband met den ijsgang, die voor de „Malychin" natuur» lijk geen bezwaar was, doch het oponthoud had toch lang genoeg geduurd om post uit te wisselen. De meest tragische bijzon derheid van deze ontmoeting was overi- gens, dat de ongelukkige „Nobile" zicli aan boord van de „Malychin" bevond. De man, die steeds geijverd had voor het prin cipe, „lichter dan de lucht" en die door zijn mislukte poolvlucht zijn ideaal de grootste schade had toegebracht, vooral in zijn eigen vaderland, zag het nu door een ander verwezenlijkt. Dat alles is nu voorbij. De sterke Rus sische jongens zullen niet meer in de vol rook staande kajuit harmonika spelen en zonnebloempitten eten. Dat kleine, gezel lige vertrekje zal niet langer de Europee- sche beschaving in het Hooge Noorden vertegenwoordigen. De „Malychin" zal geen menschenlevens meer redden, geeu nieuwe zeewegen meer zoeken, geen we' tenschappeiijk materiaal meer verzamelen Het is haast niet te gelooven, voor wie eenmaal op de „Malychin" is geweest; hel is, alsof er een vriend is heengegaan

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 4