voor anuü-i.. "v- «xtMixapj.. flüSRÉ ifltM iótfis PfMU!,IAM j;NTAÜCT'.C MS/N. HÊARST/^ LANO/ 7 ROUTE V. ELLSWOOTH »!WK)E 8VRDLAN0 ÏN T& RCTIC ___X:7i Ross V* x iï S°U™ CROWM PPJNCESsA^L-- I POUP MARTHALAND V SpwYH VlCTORWV» LAND' 'r O AT ES LAND PRINCESS.RAGHHILO. ^XUANO )0£CH KAUG J UMDS V^'U/ EN0^öy^AND' 7^SS/qU5En4iARv/LAR8 CHRISTEMSE '/V-..'tANP tANO Y>.- isgft ytUlEUl;! V Richard Wagner en Cosima, toen de componist op het toppunt van zijn roem stond. DE „KWESTIE-WAGNER" door Prof. H. T i e s s e n. Zoolang een muzikaal kunstwerk nog niet volkomen heeft afgedaan, zijn er twee dingen mogelijk: óf het leeft neg wel voor het publiek, maar niet meer voor de componisten, zooals bijv. de opera .Mignon", óf het leeft nog slechts voor de componisten en is door het pu bliek reeds vergeten. Nu wordt Wag ner's geval bijzonder gecompliceerd, doordat in zijn werk zooals hij ook LEEFT WAGNER NOG VOOR ONZEN TIJD? De meening van het volk» Een Nederlandsche leider in de Berlijnsche iadiowereld. Schetskaartje van het Zuidpoolgebied met de voorgestelde roiiieS 'van Larsens sledetocht en Ellsworth's vlucht naar een ontwerp van Lord Met de muziek is het echter anders ge steld. Wel heeft de breedvoerigheid der behandeling niet nagelaten, invloed op haar uit te oefenen, waardoor zij soms minder sterk tot ons spreekt, dan anders het geval was geweest, maar toch vindt men in elk van Wagner's werken groote stukken, die men ook nu, ook als modern componist slechts met de grootste be wondering kan aanhooren. Ik ben nu niet meer in staat tot de enthousiaste verrukking en de gretigheid, waarmee ik in mijn jeugd den Tristan" hoorde, maar afgezien van een zekere piëteit, die mij er van weerhoudt om af te breken, wat ik eenmaal zoo vurig heb bewonderd, moet ik toch volhouden, dat hierin en in andere werken van Wagner groote ge deelten voorkomen, die zuiver als mu ziek beschouwd een buitengewone, misschien zelfs een eeuwige waarde be zitten. Het bovenstaande zeg ik als toehoor der. Als luisteraar moet ik de kwestie van een anderen kant bekijken. Wij mo derne componisten willen niets meer we ten van het principe, dat Wagner's mu ziek zooveel indruk doet maken. Wij willen een klare, doorzichtige muziek, waaraan niets overtolligs is, evenmin als een goed getraind lichaam. Daarom moe ten wij onszelf en onze leerlingen (juist jonge menschen kunnen gewoonlijk nog niet zichzelf geven en moeten er zich aanvankelijk toe bepalen, het gehoorde weer te geven op de wijze, die hun tem perament vereischt) op alle manieren van Wagner vrijmaken en verwijderd houden. Daarmee willen wij niets afdoen aan zijn beteekenis; integendeel, zijn werk staat als een voorname en zeer veel beheerschende rots in de muziekgeschie denis. Doch met dat al nemen wij een beslist negatieve houding ten opzichte van hem in. Misschien is dat onjuist, dat moet de geschiedenis uitmaken; doch wij moeten onze eigen gevoelens uitdrukken met onze eigen middelen en die middelen zijn Wagner zoo vreemd, dat wij hem voor ons werk negeeren moeten. Van een nieuwe dramatische muziek, die zich van Wagner's muziekdrama's heeft vrij gemaakt, bezitten wij thans weliswaar OP ONDERZOEK IN ONBEKEND GEBIED. Een sledetocht van 5500 K.M, nood zakelijk. door Kapitein Rüser Larsen, de bekende Noorsche Zuidpool- onderzoeker. Ik hoop in staat te zijn om het myste rie op te lossen, dat nog steeds hangt over het gebied tusschen de Weddell Zee en de Ross Zee, in het centrum van het gebied van sneeuw en ijs om de Zuidpool. In verband daarmee ben ik van plan om in Januari naar het Zuid poolgebied te vertrekken, teneinde te on derzoeken of er een doortocht is tus schen die beide zeeën. Terwijl ik de ijs woestijnen doortrek met twee metgezel len en drie stel honden, benevens sleden en tenten, steeds peilingen verrichtend, zal Lincoln Ellsworth mijn werk onder steunen door gelijktijdig hetzelfde gebied vanuit zijn vliegtuig te observeeren. Te zamen met Bernt Balchen zal hij in den a.s. herfst van Little America vertrekken om dwars over dit onbekende gebied te vliegen van de Ross Zee naar de Wed dell Zee en weer terug naar zijn basis te Little America, hij zal dit eerst doen, wanneer ik heb heb voorzien van mede- deelingen omtrent den weerstoestand langs de Weddell Zee met behulp van een kortegolfzender, die ik daartoe mee neem. Ik zelf zal een langen afstand afleg gen, ongeveer 5500 K.M., van Koningin Maudland, dat ik in 1929 ontdekte, naar i Hoarstland, dat door Sir Herbert Wil- kins is ontdekt. Van dit traject ligt een j gedeelte van ongeveer 3500 K.M. in vrij wel onbekend gebied. Ik zal vergezeld worden door twee Noren, een meteoro loog en een marconist. In totaal nemen wij 70 honden mee, die wij met walrus sen denken te voeden. Voor ons zelf ne men wij een voorraad gedroogd vleesch, chocolade, melkpoeder en beschuit mee, die toereikend is voor een jaar. Het leven van onze honden en vermoedelijk ook Juist in dit jaar, waarin Wagner m'eer en meer op diepgaande wijze wordt her dacht dan anders, ligt het voor de hand, dat wij meer Wagnermuziek uitzenden dan ooit tevoren, den kring van zijn aan hangers nog meer trachten uit te brei den. Het is te hopen, dat wij een zoo groot gedeelte van den totalen zendtijd voor onze Wagner-uitvoeringen tot onze beschikking krijgen, dat ik mijn plannen op dit gebied kan verwezenlijken. bea gedeelte van het manuscript vau „Tristan und ïsolde", zijn aan Mathllde Wesen- donk gewijde opera. Onze „Funkstunde beschikt ongetwij feld niet alleen over het talrijkste, maar ook over het meest heterogene publiek, dat tegenwoordig voor één en dezelfde kunstuiting bijeenvergaderd kan wor den. En uit de tallooze brieven, die wij dagelijks ontvangen, kunnen wij zeer goed opmaken of de luisteraars over onze programma's tevreden zijn of niet. Er komen weliswaar op een millioen luisteraars slechts duizend brieven bin nen, maar die brieven komen weer uit zoo geheel verschillenden kring, dat wij ze terecht kunnen beschouwen als een spiegel van de publieke opinie. Nu blijkt uit deze brieven nergens, dat de menschen genoeg* hebben van Wagner. Integendeel. Vier, vijf jaar ge leden was een dergelijke stemming wèl te bemerken, doch thans is zij al weer overwonnen. Zoo krijgen wij b.v. gere geld van zeer verschillende zijde het ver zoek om onze uitzendingen van Parsival, met Paschen 1924 en 1926 gegeven, te herhalen. Al hebben wij jaar op jaar dit Verzoek wegens de tijdsomstandigheden moeten afwijzen, toch is het een bewijs -let wel, een der vele bewijzen dat onze Warnerprogramma's niet alleen ir. goede aarde vallen, maar dat wij zeUs ïiog te weinig Wagnermuziek: uitzenden. In de bovengenoemde periode van tegenzin tegen Wagner's muziek namen Max von Schillings en ik als eersten een broef met groote coupures in zijn com posities. Het doel was, zijn werk nader te brengen tot de gejaagde, vermoeide menschen van onzen tijd, zonder hen te vermoeien met al te langdurige uitzen dingen, bijv. van 2Y2 uur* Wij bleken inderdaad de wenschen van het publiek geraden te hebben; door de coupures hebben, wij vele luisteraars nader ge bracht tot het werk van Wagner, dan mogelijk zou zijn geweest met onverkorte uitvoeringen. Ik beschouw dit dan ook als een van de schoonste voorbeelden van opvoedend werk op cultureel gebied door den omroep. Thans hebben zulke coupures ternauwernood reden van be staan. Wij zouden evenveel protesten ontvangen als vroeger .blijken van in stemming. De tijdelijke onverschilligheid yoor Wagner is n.1. weer verdwenen; men is thans allang weer in staat en geneigd om zijn werken zonder coupures te hooren. heeft gewild woord en muziek, even als handeling en muziek onafscheidelijk aan elkaar zijn verbonden. Als compo nist kan ik natuurlijk geen naïef en on bevooroordeeld toehoorder zijn, maar toch schijnt het mij toe, dat van die beide bestanddeelen thans vooral de handeling reeds eenigszins verouderd is. Wel zijn de problemen van zijn hoofdpersonen diep menschelijk, doch de zeer breedvoe rige wijze, waarop zij worden behandeld, schijnt mij voor moderne menschen wei nig aantrekkelijk. nog Rechts waardevolle beginselen en experimenten, zooals b.v. van Hindemith en Weill, doch wij moeten voortgaan op In de derde plaats kan men menigmaal onzen weg naar de vervolmaking, wij moeten ook op dit gebied eenmaal een zelfde hoogte bereiken als Wagner op het zijne, en dan kan niet ontkend wor den, dat onze weg steeds verder van Wagner vandaan leidt. ons eigen leven hangt dus af van de ge legenheid, die wij krijgen om zeehonden en pinguins te schieten. Op grond van mijn vroegere ervaringen weet ik, dat wij een bepaalde zeehondensoort langs de Weddel Zee zullen vinden; wij zullen er een groot aantal van dooden om ons voor te bereiden op het jaargetijde, wan neer de stormen woeden en elk levend wezen zich verbergt. Bovendien nemen wij voor geval van nood ook een kleine hoeveelheid gedroogd vleesch mee voor de honden. Het gewicht van onze uitrusting zal zeer gering zijn. Behalve onze sleden en proviand nemen wij slechts twee tenten, één lamp en één stormtent mee. Verder ons radiotoestel, dat onder zeer ongun stige omstandigheden nog werkt en ons in staat stelt om contact te onderhouden met de buitenwereld via de walvisch- vaar der in het Zuidpoolgebied of via Kaapstad. Tevens moet het dienen om Ellsworth op de hoogte te houden van de weerstoestanden aan de Weddell Zee. Ik ben van plan om te vertrekken van Koningin Maudland, waar wij een hut met een magazijn zullen bouwen. Als het onmogelijk blijkt om langs de Wed dell Zee voort te trekken, kunnen wij darheen terugkeeren. Wij hopen echter door te reizen via Prinses-Raguhildland en Kroonprinses Marthaland, resp. in 1929 en 1930 door mij ontdekt. Tusschen Koningin Maudland en Prinses Ragu- hildland ligt een baai ter breedte van 100 zeemijlen; het zou zeer interessant zijn, die nader te onderzoeken. Tusschen Prinses Raguhildland en Kroonprinses! Marthaland ligt een opening van ruim 1000 K.M. Vandaar zullen wij ongeveeé 700 zee mijlen naar het Wésten trekken lèn'gs de Weddel Zee om het onbekende gebied te onderzoeken en dan gaan Wij verder naar Hearstland en naar het Louis Phi- lippe schiereiland, vanwaar wij met een walvischvaarder naar huis zullen terug keeren. Deze expeditie zal meer dan een jaar in beslag nemen. Wij zullen onzen slede tocht in Februari of Maart beginnen. Wanneer de omstandigheden het onmo gelijk mochten maken, dat wij dadelijk naar het Westen doorreizen, kunnen wij in April en Mei altijd nog voorbereiden de sledetochten verrichten. De expeditie zal eindigen in Februari 1934, dan ho pen wij opgepikt te worden door een walvischvaarder. DE OMROEP IN SOVJET RUSLAND. Een enorme vooruitgang, 59 zenders 1498 kilowatt, In de afgeloopen week kon men in vele dagbladen de onderstaande tele grammen lezen: Moskou. De krachtigste zender ter wereld, n.1, de 500 K.W.-zender te Noginsk bij Moskou, zal binnenkort wor den ingewijd, tegelijk met een 20 K.W.- zender te Rostov aan de Don en een 4 K.W.-zender te Esjewsk. In 1933 zal het Russische zendernet nog aanmerke lijk worden uitgebreid. Er zullen nieuwe zenders komen ïn weer afgelegen stre ken, terwijl Minsk en Kiew zenders van 100 K.W. krijgen". En het tweede telegram: „Riga. Waar de bestaande zender onbevredigend werkt, krijgt Riga een nieuwen zender te Ajviekeste, De ener gie bedraagt 15 K.W,, doch kan zoo noodig tot 50 K.W. worden opgevoerd. Bij hen, die niet weten, wat er zich in Rusland afspeelt, zullen deze beide tele grammen wel eenige verwondering heb ben gewekt. En het moet gezegd worden; nog slechts vier jaar geleden zou die ver wondering ten volle gerechtvaardigd zijn geweest. Doch in dien tusschentijd is de industrialisatie van dit uitgestrekte land krachtig ter hand genomen, zoodat de jonge Russische radio-industrie thans in staat is, om niet alleen krachtige zenders te construeeren voor eigen gebruik, maar zelfs om te werken voor den export. Een eigen karakter. De omroep speelt in de Sovjet-Unie niet dezelfde rol als in andere landen. Aan het individueele leven wordt hier weinig waarde gehecht; bovendiem heerscht er in de staten een nijpende wo- Mathilde Wesendonk, voor wie Wagner op late- ren leeftijd groote liefde heeft opgevat ningnood. Weinigen bezitten daarom een eigen radiotoestel. Doch collectieve luisteraarsgroepen zijn er des te meer. In clubs en eergelegenheden Jigt het plaatsen van een radiotoestel voor de hand. En waar tal van dorpen nog niet geëlectnficeerd zijn, komt men als van zelf tot radiodistributie per telefoon in hét gebied, rondom den districtszender. In de acht jaar tusschen 1924 en 1932 heeft de Russische omroep een geweldige ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn thans, behalve 28 zenders van 1 h 10 K.W. en 10 van 11 a 99 K.W. nog 18 zenders van 100 K.W. en meer. Bovendien wor den er nog steeds zenders bijgebouwd. Op het oogenblik zijn er in totaal 59 zen ders met 1498 K.W., een record, dat door geen ander land wordt overtroffen, behalve door Amerika. De grootste moeilijkheid ligt echter niet bij de zenders, maar bij de ontvan gers. De invoer wordt zoo streng gecon troleerd, dat hij praktisch nihil is. Als Rusland toch aan het buitenland moet betalen, dan alleen voor productieve ma chines, is de leus. De Russische radio-in dustrie is op het oogenblik echter nog niet in staat om te voorzien in de be hoefte aan ontvangers; er zijn er over het geheele land niet meer dan 2 mil lioen in gebruik, waarvan ongeveer de helft toebehoort aan collectieve luiste raarsgroepen of centrales der radio distributie. Volgens het eerste vijfjaren plan moesten het er 20 millioen zijn en volgens het tweede 25 millioen. IJdele hoopdoch al wordt dit plan slechts van 25 verwezenlijkt, dan zal dit reeds merkwaardige resultaten hebben.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 8