1
\/ut
V
Rolf verdienteen flets
Een teekenkunstje.
vlJ [0
*s
VERBORGEN SCHATTEN.
•;V-^
7
Wie kan, zooals de afbeeldiftg
een cirkel met een punt in het midden
trokken, zonder het potlood ook maar
j één keer van het papier af te nemen?
(J
Niets is gemakkelijker, als je maar weet,
hoe je het moet doen. Jullie neemt een
velletje papier en vouwt het dubbel, zoo
als je op de afbeelding twee kunt zien.
Dan zet je de punt van het potlood op
het papier, en teekent het begin van den
cirkel op het omgevouwen gedeelte van
het papier. Vouw thans het velletje
open en je hebt hetzelfde resultaatt be
reikt, als aangegeven staat in figuur 3!
DE SIAMEESCHE SLEUTELS.
Een ingewikkelde geschiedenis.
Jullie hebt allen zeker wel eens van
'de Siameesche tweelingen gehoord. Dat
zijn kinderen, die aan elkaar vastge-
'groeid zijn en nu gemeenschappelijk moe
ten slapen, spelen en naar school gaan.
Zij zijn onafscheidelijk van elkander
verbonden. En daarom noemen wij deze
twee sleutels Siameesche sleutels, want
als juliie deze twee sleutels met een in
den knoop gelegd touwtje met elkaar
verbindt, zooals onze afbeelding boven
duidelijk aangeeft, zoo zullen jullie ook
zien, dat ze onafscheidelijk aan elkaar
verbonden zijn.
Het zal jullie een groote pret geven te
zien, hoe jullie vrienden zich alle moeite
zullen geven de sleutels van elkaar te
krijgen. Tenslotte zal het geval wel op
gelost moeten worden, n.1. hoe men de
Sleutels van elkaar los kunt maken, zon
der de knoop er uit te halen. Het is heel
jeenvoudig, de afbeelding onder geetf het
aan. Je trekt de lus, die aan de linker
sleutel zit, heel ver door de opening van
de rechter sleutel, haalt haar om de bei
de sleutelbaarden heen, en ineens zijn de
heide sleutels los.
Probeeren jullie het kunststuk maar
eens, maar maak het touw niet al te lang!
LUCIFERSKUNSTJES.
Als de lange avonden wel eens wat ver
velend zijn, kunnen we ons onderhouden
met een aardig luciferskunstje. Hebben
jullie een doos bij de hand? Mooi zoo!
We leggen drie lucifers naast elkaar op
de tafel en beweren eenvoudig, dat wij
door twee lucifers erbij te leggen er acht
hebben. Het kost veel hoofdbrekens en
daarbij is bet zoo heel eenvoudig.
Hier is het.
Verder beweren we, dat de helft van
12 niet 6, maar 7 is. Iedereen zal in de
lach schieten, maar we „bewijzen'1 het
onze vrienden met lucifers. Met twee maal
vier lucifers leggen we het getal twaalf
en nemen dan de „helft" er af dan
blijft er werkplek 7 over.
VAN EEN JONGEN DIE ZIJN VADER
EEN CROOT PLEZIER DEED
Door
WILLY ERINGAARD.
ROLF had maar één wensch op dit
ondermaansche en dat was
n fiets! r n fiets was voor
Rolf het summum van alle heerlijkheid!
Een fiets was het onderwerp van al zijn
jongensdrocmen, van al zijn verlangen!
Rolf moest en zou een fiets hebben!
Maar hóe hij die zou moeten krijgen.
dat was een vraag, die ons Rolfje zelf
nog niet wist te beantwoorden.
Dit ter inleiding van ons verhaal.
De vader van onze held was onderwijzer.
Niet zoo'n gewone onderwijzer, met een
brilletje op z'n neus en een krassende
stem Neen, Rolf's vader was gym-
nastiek-onderwijzer. Jullie weet wel,
zoo'n flinke, vriendelijke sportsman, die
de door de schoolbanken verstijfde ge
wrichten van de jongelui weer een beetje
tracht te „smeren"!
En zooals het meestal met vaders
gaat Rolf's vader had slechts één ver
langen en dat was de wensch, dat zijn
zoon toch maar boven al die jongens in
het sportvak mocht uitblinken, dat zijn
zoon nog eens zijn voetstappen zou druk
ken! En dat begon er al aardig op te
lijken Rolf was een geweldige voet
baller, Rolf blonk uit bij het werken aan
de ringen, aan den rekstok, aan het
wandrek, aan de ladders en bij het klim
men in de hooge, gladde palen of de
zwaaiende touwen! Alleen bij de vrije
oefeningen was Rolf niet de beste. En
dat kwam nu wel niet, omdat Rolfje het
niet kon, maar omdat hij een beetje lui
was en de vrije oefeningen vervelend
vond.
Rolfs vader had één bijzondere lief
hebberij en dat was de schermsport.
Schermen was zijn lust en zijn leven en
als hij les gaf, ging hij er geheel in op.
En daarom betreurde hij het zoo, dat zijn
zoon Rolf zoo weinig belangstelling daar
voor koesterde. Maar Rolf wilde niet. Hij
speelde liever wat buiten, met zijn kame
raden, hij maakte liever lange tochten
door de bosschen en door de duinen. En
dat was een groote teleurstelling voor
zijn vader
En dat wist Rolf ook wel. Hij deed zijn
vader graag een plezier en was ook al
tijd verheugd, als hij diens goedkeuren
de blik bij de gymnastieklessen op zich
voelde rusten, want zijn vader zei nooit
iets tegen hem, als er les was, daar hij
niet wilde, dat andere kinderen zich ach
teraf gesteld zouden voelen. Daarom be
sloot Rolf zijn vader eens een groot ple
zier te gaan doen. Stilletjes, heel alleen,
broeide hij een plannetje uit We
zullen weldra zien, wat dat was
In de maand Juli placht Rolf's vader
altijd een examen te houden voor Mees
ter op een of meer wapens. Daaraan kon
deelnemen, wie maar wilde. Men stortte
een zeker examengeld en werd inge
schreven.
En die dag brak aan. Al vroeg was
Rolfs vader in de weer om voorberei
dingen te treffen. Het bovenzaaltje van
café Otterboom had hij gehuurd en daar
was de schermlooper gelegd, daar ston
den de stoelen voor de toeschouwers,
daar was een gedeelte afgeschoten voor
kleedkamers, enzoovoorts. En daar Rolf
tóch vacantie had, verzocht hij zijn va
der hem mee te nemen, hetgeen deze
best vond. „Dan kan je helpen de scherm
looper nit te rollen en te bevestigen", zei
hij opgeruimd.
In café Otterboom zaten de schermers
al achter een kop dampende koffie.
Want hoe graag zij zich ook wat
zouden willen opfrisschen met een glas
koel bier, dat konden zij terwilie van de
sport thans niet doen.
Rolf en zijn vader gingen naar boven.
Daar hadden de kellners de stoelen en
tafeltjes al gereed gezet, het kleedkamer-
gordijn was eveneens opgehangen, alleen
de schermlooper lag nog opgerold in een
hoek van het zaaltje.
„Pak eens aan, Rolf', zei zijn vader en
samen rolden ze het zware ding uit, en
bevestigden het met koperen pennen in
een paar gaten ia den vloer. OUerboom
was er op ingericht. Het was het zaaltje
van de Schennclub, waarvan Rolf's va
der instructeur was.
Zoo hier en daar werd er nog wat ver
anderd en toen iiet Rolf's vader de scher
mers en de toeschouwers binnen. Hij
schreef iedere schermer op de lijst en had
het weldra zoo druk, dat hij geen tijd
meer had, om naar zijn zoontje om te
kijken. „Kees", zei hij tegen een buur
man, die ook. kwam kijken, „snor jij m'n
zoon eens op en zeg hem, dat hij moet
maken, dat ie naar huis komt, en dat
het lang genoeg geduurd heeft!"
Buurman Kees kwam een oogenblik la
ter terug: „Hij is met geen stok de deur
uit te krijgen, buurman; hij wil hier blij
ven, heeft hij gezegd. Hij heeft even veel
recht als ieder ander om hier te zijn,
moest ik maar zeggen!" „Die dekselsche
apen jongen!" bromde de scherml eeraar,
„ik zal hem meteen wel krijgen!" En
vlug maakte hij de schermlijst klaar, zoo
dat alles kon beginnen
Toen stond hij op Wat was dat?
Tusschen de andere schermers in
stond Rolf! Heelemaal in schermkleeding:
schermvest, broek, schoenen, handschoe
nen, masker en sabel! En nu kwam Rolf
naar hem toe Hij snapte er niets
vanl
„Vader", zei Rolf, „ik heb evenveel
recht als ieder ander om te Wijven. Beta
len hoef ik zeker wel niet, anders moet
je het maar van mijn weekgeld afhouden.
Maar ik wilde examen doen op alle wa
pens, zie je!"
Maar vader begreep er niets van. „Is
dat je ernst, Rolf?" Rolf knikte. „Ma.ar
waar heb je dat dan allemaal geleerd?"
vroeg vader ontroerd. „Kom vader, laten
we het daar iater eens over hebben. De
mensclien staan te wachten. Schrijf mij
op de lijst en we gaan beginnen!"
Vader knikte „Dames en heerén",
zei hij, „ik moest even bekomen van de
geweldige verrassing, die mijn zoon mij
bereid heeft! Hij schermt mee en wil het
examen meemaken! Ik kan nog niet goed
gelooven, dat ik droom, maar we zullen
beginnen En glimlachend riep hij
de namen van de eerste schermers af. De
secondanten stelden zich terzijde. De
hoofdscheidsrechier in het midden en
Rolf's vader achter de jurytafel. En wel
dra klonk het commando: „Klaar
Trek!"
Rolf sloeg een prachtfifauur dien dag!
Iedere partij, die hij schermde, werd door
hem gewonnen en :,ijn stijl was voortref
felijk. Voor zijn zakgeld, dat hij maan
den achtereen opgespaard had, had hij
schermles genomen bij een anderen
schermonderwijzer, een kennis van zijn
vader, die er plezier in gehad had den
vlijtigen jongen nu eens terdege in de
schermkunst in te wijden. En Rolf zelf
deed ook zijn uiterste best! Zoodoende
had hij zijn vader deze verrassing kun
nen bereiden.
Het eene applaus na het andere ver
vulde de zaal, als Rolfje proeven van zijn
bedrevenheid gaf. En toen het examen
ten einde was, stelde zijn vader voor, in
eigen persoon een partij met hem te trek
ken. Natuurlijk won vader, maar Rolf
sloeg lang geen slecht figuur en vader
had een zware partij te verwerken
Hij was dan ook bijzonder trotsch op zijn
zoon en straalde van vreugde en opwin
ding
Toen zij later op dien dag uit het café
Otterbocm kwamen, zei vader stilletjes
tegen zijn zoon: „Jongen, je wèèt niet,
hoe geweldig ik die verrassing vond. Je
bent een echte zoon van je vader. En je
belooning zal je hebben ook! Wat zou
je ervan denken, als we samen maar da
delijk eens een fiets gingen koopen?"
„Vader J J" gilde Rolf opgewonden,
„Meen je dat?"„Natuurlijk meen
ik dat!" zei vader, „Kom ga mee, bij
Ortmans, in de Koningsstraat heb ik
prachtige karretjes zien staan. Daar zal
wel wat voor je bij zijn!"
En óf bij Ortmans voor het winkel
raam had Rolf al dikwijls staan gluren
naar d« fonkelende, nieuwe karretjes,
die aaar s: ma cm
En zoo gebeurde het, dat Rolf een half
uur later, zoo trotsU. als een pauw, door
straten rrad int rijden kon hij al
lang, dat had hij op de fiets van zijn
vriendje Jc.n Brandsr a geleerd! en
maar niet genoeg Kon krijgen van zijn
„wagen", van de terugtraprem, de groo
te bel, de fijne electrische lamp en den
bagagedrager, waar je zoo fijn op kon
gaan zitten, als je een wielrenner wilde
•nabootsen
Zouden er nog verborgen
schatten zijn
„Wat onze jongens tegen
woordig willen worden?"
Ik wielrenner! Ik vlie
genier! Ik zwemkampioen,
of een ander soort
kampioen! Na
tuurlijk, dat zijn
de toekomstdroo-
men van Frans,
van Karei, Tom
my en Harry.
Dat zijn mooie
en ^goedbetaalde
beroepen, hoewel
het niet gemak
kelijk is, die be
roepen „aan te
leeren"! Maar iets
ontbreekt er toch
nog op het ver
langlijstje, wat
misschien het allermooiste en
allervoordeelïgst beroep is:
hoe zou men denken over
het beroep van schatgra
ver?....
Welk kind laat zich tegenwoordig nog
schatgraversverhaaltjes op de mouw
spelden? Welk mensch lacht niet om de
experimenten van een mevrouw Sy! via,
die half Zaandam opgroei om een schat
te vinden, die maar niet gevonden wil
de worden!
Zoo zijn er vele, die dat denken, maar
tóch moet men de sehatgraverij niet te
lichtvaardig beoordeelen. Inderdaad be
rust de sehatgraverij ook heden ten
dage nog op pure waarheid en niet
op holle fantasie. Dat de plaats wel eens
niet gevonden wordt, is dan meestal te
wijten aan de onvolledigheid van de ge
gevens, de locale veranderingen, die de
uiterlijke kenteekenen van de plaats heb
ben weggenomen,' enzoovoorts
Wij zullen eens een kleine wandeling
gaan ondernemen door de verschillende
weretddeeien en de duizendjarige ge
schiedenis der sehatgraverij! Dan komen
wij het eerst aan bij het leven en de ver
richtingen van koning Alexander den
Groote. Deze begon met zijn koninkrijk
Macedonië, het tegenwoordige Macedonië,
dat echter verdeeld is over verschillende
landen. Maar reeds als jongeling ver
overde Alexander het Oosten. Van Grie
kenland tot ver in indië drong hij door
en onderwierp hij alle volken aan zijn
heerschappij. Oorlogvoeren dat was
toentertijd hetzelfde als buit maken en
schatten roovenl Alexander maakte geen
uitzondering op die regel.
Groote geleerden uit dien tijd schatten
de geheele buit van Alexander, op ai
zijn krijgstochten vergaard, op l1/* milll-
ard, of 1500 millioeon gulden! En er be*
staat reden voor het vermoeden, dat deze
reusachtige schat aan goud, edelgesteen-
te, tafelzilver, en andere kostbaarheden
op één bepaalde plaats verborgen ligt
alleen moet men die ééne plaats helaas
zoeken op een stuk land van vele hon
derdduizenden vierkante Kilometers!
Klein-Azië, Perzië, Samarkand, het groot"
ste deel van het hedendaagsche Rusland
en van Chineeseh—Turkestan al die
landen kunnen de geheime schat herber
gen! Het is duizendmaal gemakkelijker
een naald in een voer hooi te zoeken,
dan bij deze sehatgraverij succes te oog
sten!
Het is heel goed mogelijk, dat deze
taak ook voor de beste, en ervarendste.
schatgravers te zwaar is, dat de ontdek
kingen der geleerden nog steeds bepaal
de gegevens in de serie missen, waar
door men op het spoor zou kunnen ko
men. Maar de ontdekker van het beroem
de graf van Toet-Ank-Amen in Egypte,
de Engelschman Howard Carter, graaft
nog steeds in de buurt van de Klein-Azi-
atische stad Soli naar de schat van
Alexander! Andere schatgravers zoeken
naar aanleiding van verschillende zinsne
den in oude documenten, bij de oliestad
Bakoe aan de Kaspische Zee naar do
vele millioenen van den grooten Alexan
der.
Reeds in den nieuweren tijd, ongeveer
250 jaar geleden, wist een gevreesd»
Amerikaanschr vrijbuiter en zeeroover,
Kid Morgan geheeten, door middel van
plundering en brandschatting, geweldige
rijkdommen te verzamelen! Morgan
sloeg zijn grootste slag, toen hij de stad
Panama, in Middel-Amerika, overviel en
uitroofd?. 167 Muildieren had de roover-
hoofdman noodig om de geheele buit
weg te brengen. Al deze muildierlasten
zijn ergens op een eiland in de Caraibi-
sche zee of in de sluipw 'i, de holen
der Amerikaansche havens verborgen en
nooit meer teruggevonden! Kid Mor
gan, de zeeroover, stierf zonaer nadere
plaatsbepalingen op te geven. En daar
om wachten nog steeds 45 millioen gul
den zoo hoog wordt de geheele rijk
dom van den zeeroover geschat op
hun gelukkigen vinder!
Deze schat-geschiedenissen liggen alle
maal een paar duizend of een paar hon
derd jaren terug! Maar midden in den
wereldoorlog, nog geen 18 jaren geleden,
moest het schip „Lusitania" dooi Duit-
sche marineschepen in den grond ge
boord worden. En mèt de Lusitania gin
gen drie groote brandkasten, van onderen
tot boven gevuld met goudstaven, met
goudstukken, met bankbiljetten cn edel-
steenen in totaal een 15 millioen~gul-
den! in de diepte van den Oceaan mee
omlaag. En tot op heden zijn er nog geen
lichters geweest, die het durfden te on
dernemen, deze 25 millioen in veiligheid
te brengen. De groote diepte, of andere
oorzaken, hebben tot nog toe alle plan
nen verijdeld.
De geschiedenis van de vele, verbor
gen schatten is dus wérkelijkhfild en
géén bedrog, géén sprookje! Schatgraver
is dat zal iedereen moeten toer "°n
nog niet het slechtste beroep! Men
heeft daarvoor slechts ijver, geduld
en een geweldige portie vocrapoed iioo
dig. Dan is men klaar
MATEN, DIE ONS DWARS
ZITTEN.
Hoe dikwijls hooren we niet, dat iemand
een wereldrecord behaald heeft met zoo
veel en zooveel mijlen. Een 9chip vaart
zooveel en zooveel mij? in een uur. Zijn
dat nu dezelfde „mijlen"? Helaas niet,
ze zijn alle verschillend.
Bij scheepssnelheid gebruikt men in
den regel de „zeemijl", die 1.852 K.M.
lang is. Op het land gebruikt men de
„geografische mijl", die 7.42 K.M. omvat
een klein onderscheid! Er bestaat ook
nog een „Engelscbe mijl", die heel veel'
bij recorden aangewend wordt en die on
geveer 1.6 K.M. lang is. Ook de oude
„ostmijl" bestaat nog met haar 7,5 K.M.Ü
Ook met de „tonnen" weet men nog niet
zoo goed den weg. Men leest b.v. dat een
schip „60.000 ton" meet Dat boteekent*
het verplaatst, wanneer het geheel vol
geladen is 60.000 kubieken meter water^
zoodoende weegt het dan 60.000 ton. Dat
zelfde schip heeft een tijd geleden 70.000
ton gemeten. Hoe is dat mogelijk? Daar
mee wordt niet het gewicht bedoeld, maar
de inhoud van het ruim. Deze beteekeniS
stamt uit zeer oude tijden, toen bereken
de men de grootte naar het aantal hou-,
ten tonnen, dat het bergen kon. Toen
werd de ton een algemeene maat en thans
meet hij 2.38 M2. Om zicb goed uit
drukken moet men deze tonnen «register-
tonnen" noemen, om zich niet met de ge-,
w ie h is tonnen te verwarren.