voor
Kinderen in uniform.
Verkwisting door
gierigaards.
EEN GEHEIMZINNIGE GIFPLANT
EEN ENGELSCHE ZONDERLING
NEW YORK is, behalve de voor
naamste stad ter wereld, ook de
stad van de gierige vrouwen
Daar is enkele maanden gele
den Ella Wendel gestorven in haar ou-
derwetsche huis een volkomen onbe
kende figuur, maar toch iemand met een
nalatenschap van 100 millioen dollar.
Iets later stierf de 93-jarige weduwe Ida
Wood, die woonde op twee kamertjes,
waar in geen veertien jaar iemand bin
nen was geweest. Voor haar deur werd
eiken morgen een melkflesch neergezet
en eens of tweemaal in de week zond de
Oude vrouw iemand naar een naburigen
winkel om wat zeer eenvoudig voedsel te
koopen. Zij maakte het zelf klaar en was
in geen jaren het huis uit geweest. Zij
jbezat meer dan eenr.millioen aan bank
biljetten fw.o. vele verouderde), effecten
en juweelen. Beide vrouwen, die in de
grootste armoede leefden, waren aan den
anderen kant echter dwaas verkwistend,
Zoo had Ella Wendel bij haar huis een
tuin, waarvan de waarde bij de hooge
grondprijzen in het betrokken gedeelte
van New York meer dan een millioen dol
lar bedroeg. Doch dien tuin moesten haar
.poedels hebben om in te spelen en zij
'betaalde er gewillig de hooge grondbelas
ting voor. Die tuin beteekende voor haar
éen financieel verlies van 100.000 dollar
per jaar. Ook Ma Wood leed groote ver
liezen, doordat zij haar geld niet belegde.
De bekendste gierige New-Yorksche
Links: Baron d'Agoflair, de eige
naar der „hongerboerderij", waar
zelfs de dieren verhongerden.
Rechts: De in weelde opgevoede
Daniël Dancer liep in lompen en at
overblijfselen van in het vrije veld
omgekomen schapen.
was ongetwijfeld Hetty Green, die bijna
70 millioen naliet, een inkomen van 5
millioen 's jaazis had en zeer armoedig
leefde. De meest sprekende staaltjes van
vrekkigheid dateeren echter uit het En
geland dcf 17e en 18e eeuw, want zoo
als New York de stad is der gierige vrou
wen, is Engeland het land van dö gie
rige mannen. Een van de meest typische
gierigaards, die men zich denken kan,
was Daniël Dancer, die samenwoonde
rnet een even gierige zuster. Zij zochten
de overblijfselen van doode schapen op
om geen eten te moeten koopen en toen
de zuster eens ziek werd, waren zij het
er roerend over eens, dat een dokter te
duur was. Het gevolg was, dat zij stierf.
Dancer waschte zich nooit, omdat hij
zeep te duur vond. Eens in het jaar kocht,
hij een tweede hands hemd, dat hij even
min waschte, doch bleef dragen, totdat
het aan flarden hing. Eens zond Lady
Mar ie Tempest, een van zijn buren, hem
Typische staaltjes van
vrekkigheid.
SVIiSlionairs die afval eten.
een pot vischsoep. Deze bevroor, omdat
Dancer1 s ellendige hut niet verwarmd
was. De gierigaard nam toen de pot bij
zich in bed. Hij stierf een ellendigen dood
door vervuiling en ondervoeding en liet
al zijn bezittingen aan Lady Tempest en
haar vader.
Eens werd Dancer met twee bankbe
dienden ten eten gevraagd bij den even
eens zeer rijken en gierigen James Tay-
lor. De jongelui kwamen tot. de ontdek
king, dat er een klein stuk schapen-
vleesch in een groote pot water stond
te koken en dat die slappe soep de ge-
lieele maaltijd uitmaakte. Ze wierpen er
daarom wat eindjes kaars in. De oude
gierigaards aten de soep, doch lieten de
klerken-.arresteeren wegens diefstal van
kaarsen. Zij hadden die echter" zelf opge
geten, zoodat hun aanklacht ongegrond
werd verklaard.
Een gierigaard van een ander type
was John Elwes, die ongeveer tien mil
lioen gulden naliet en uit gierigheid nooit
is getrouwd. Hij was de zoon van rijke
ouders en had een uitstekende opvoeding
genoten; met groote bedragen ging hij
verkwistend om, maar in het kleine was
hij ongelooflijk gierig. Na tienduizenden
aan de speeltafel verloren te hebben, liep
hij kilometers ver om geen huurrijtuig te
moeten betalen. Hij ging nooit een her
berg binnen en had altijd een paar hard
gekookte eieren bij zich voor het geval
dat hij honger kreeg. Hij reed door on-
Rechts: Thomas Cooke, die bij
voorkeur at op kosten van ande
ren en als hij daar geen kans toe
zag, at hij niets anders dan kool.
Links: John Elwes bezat nooit
meer dan één costuum tegelijk en
Is uit gierigheid nooit getrouwd.
gebaand terrein om geen tol te betalen,
liet slechts de achterpooten van zijn paar
den beslaan en at uitsluitend, wat zijn
landerijen opbrachten. Eens at hij een
wilde kip, die door een rat doodgebeten
was en eens 'n stuk van 'n visch, die in
het lichaam van een grootere visch ge
vonden was. Hij verloor echter duizenden
door geld te leenen aan onsoliede perso
nen en ondernemingen. Zijn gierigheid
was aangeboren; zijn schatrijke moeder
was bijv. gestorven, doordat zij onvoldoen
de at. Haar zoon haalde zijn hoeden,
dassen, enz. uit de kleerenkisten van zijn
voorouders. Hij weigerde een adellijke ti
tel, omdat hij dan tot bepaalde uitgaven
gedwongen was.
Een andere inconsequente gierigaard
was Thomas Cooke, die er zeer welge
daan uitzag, hoewel hij bijna niets uit
gaf. Hij liet n.1. bij voorkeur zijn vrien
den voor zijn eten betalen en als hij daar
geen kans toe, zag, at hjj niets anders
dan kool. Hij bedroog een ieder, met wien
hij in aanraking kwam en toen hij be
graven werd, wierp de bevolking kool*
stronken ïn zijn graf.
Een andere Engelsche gierigaard, hoe
wel van afkomst een Wecnsche Jood, was
Baron d'Aguilar. I-Iij leefde zeer royaal,
doch werd plotseling gierig, toen hij ten
gevolge van den Amerikaanschen vrij
heidsoorlog een landgoed van 6000 H.A*
verloor. Zelfs zijn dieren gaf hij niet ge*
noeg te eten.
Uit meer recenten tijd is de oude Mar
kies van Clauricardë bekend, van wien
Burggraaf Lascelles, de schoonzoon van.
den Engelschen Koning, zijn fortuin van
twee millioen pond geërfd heeft. Ook hij
bleef ongetrouwd; hij waschte zijn eigen
sokken eil hing ze buiten zijn raam te
drogen, in verband waarmede hij zijn ka
mers werd uitgezet, Hij tobde er over, dat
zijn fortuin door zijn erfgenamen wellicht
zou worden verkwist en daarom liet hij
al zijn jonge neven om de beurt hij zich
komen. Hij deed zich dan zeer vriendelijk
voor, beklaagde hen over hun financieele
moeilijkheden en bood hun duizend pond
te leen aan. Geen van allen sloeg dat afj
zij vermoedden niet, dat zij daarmedö
hun kans op de erfenis voorgoed ver
gooiden. Alleen Lasvelles was anders J
of doorzag zijn oudoom en weigerde be
leefd, maar beslist.
Een en ander over het Potsdamsche
weeshuis.
DE residentiestad Potsdamdat is
nog altijd haar officieele naam
heeft na den oorlog veel van haar
vroegere schittering verloren; het
hof is verdwenen en het aantal officiers
uniformen veel kleiner geworden. Een an
dere unifoi-m ziet men er echter nog even
vaak als vroeger, de bekende uniform
der Potsdamsche weesjes, nl. die om zoo
te zeggen tot de traditie van de voorma
lige residentie behoort.
Zij zijn ondergebracht in het groote
weeshuis, dat in totaal een oppervlakte
van 75060 M2. beslaat en behalve twee
reusachtige gebouwencomplexen van
vier verdiepingen uitgestrekte speelplaat
sen voor de kinderen heeft. Het is ge
bouwd door Contard, den bekenden ar
chitect van Frederik den Grooten en was
oorspronkelijk bestemd voor weezen van
militairen. In 1824 werd het geopend met
179 jongens; reeds het volgend jaar be
sloot men, ook meisjes toe te laten. Al da
delijk werden groote sommen aan het
weeshuis geschonken, terwijl de opbrengst
van verscheidene kroondomeinen er voor
werd bestemd. Als gevolg van een en an
der hadden de weezen het altijd uitste
kend, ook in tijden van armoede en hon
gersnood. Iets merkwaardigs was, dat er
voor de jongens 's middags en 's avonds
aan tafel hier werd geschonken.
Tijdens den zevenjarigen oorlog her
bergde het weeshuis 2000 kinderen. Dat
was zelfs voor deze groote instelling on
dragelijk veel, zoodat Frederik Willem
III een maximum van 800 kinderen vast
stelde. Op het oogenblik zijn er 365 jon
gens en 38 meisjes in de inrichting. De
feepaling, dat de vaders militairen moe
ten. zijn, is sind's 1900 vervallen, zoodat er
thans kinderen uit de meest verschillen
de kringen worden verpleegd, en ook uit
alle deelen van Duitschland, hoewel 90
der kinderen uit Pruisen afkomstig is,
rij het ook uit de meest verschillende
streken daarvan. In bijzondere gevallen
kunnen ook kinderen opgenomen worden,
waarvan de ouders nog leven; van de
verpleegde kinderen zijn er op het oogen
blik 16 volle weezen, 47 halve wee
zen, 7 kinderen van gescheiden ouders
en 30 andere kinderen, waarvan de
ouders nog leven. De leeftijden varleeren
van 6 tot 21 jaar; het talrijkst zijn de kin
deren van 12 tot 14 jaar.
De opvoeding van de kinderen is zoo
danig geregeld, dat voor een eventueel
wetenschappelijke opleiding de basis
wordt gelegd, terwijl de opleiding voor
practische beroepen vanwege de inrich-
OP onze expeditie in Z.O. Columbfa
maakten wij kennis met een
plant, welke de Indianen ge
bruiken voor het opwekken van
visioenen. Vermoedelijk werkt zij op het
optisch centrum der hersenen; de plant
was tot dusverre bij de botanici onbekend
en werd ons verschaft doof onzen mede
werker Guillerme Klug te Iquitos. Het
is een zware wingerdsoort, die groeit in
de oerwouden en bekend staat onder den
naam yage. De Indianen brouwen er een
drank van in groote vaten van aarde
werk; het lijkt eenigszins op de stroop, die
men van suikerriet kan koken. In de pot
worden jonge loten van een oudere yage-
soort bijgevoegd, wanneer men het doel
heeft, visioenen met een „blauw aureool"
te verkrijgen.
Na een halven liter van het brouwsel
te hebben gebruikt, in acht porties met
tusschenpoozen van een half uur, begin
nen de visioenen, die gepaard gaan met
een diepen slaap, waarin men volkomen
gevoelloos is. In dien toestand werkt het
onderbewustzijn buitengewoon sterk. De
droomen volgen elkaar op als scènes, van
een film, met buitengewone helderheid
en scherp afgeteekende détails. Na het
ontwaken kan men zich deze droomen
en fantastische hallucinaties duidelijk
herinneren.
Wij zijn erin geslaagd, uit de plant een
«TANTE POS" IN HET OOTJE
GENOMEN!
Mr. Bray stuurt „brieven"...
ïn Londen woont een verbitterde vijand
der Britsche Poet- en 'Felegraafbedrijven,
een zekere Reginald Bray, een rijke zon
derling, wiens eenige levensgenot daarin
bestaat, de posterijen zooveel moeilijkhe
den te bereiden, als hem maar moge*
lijk isi Mist er Bray brengt heele we«
ken door met het bestudeeren van de be
palingen der Posterijen, om daaruit aller*
lei tegenstellingen en eventueele hyateu
te halen. In ieder reglement bevinden
zich deze natuurlijk, maar vooral in hel
postreglement heeft hij een rijk arbeids
terrein, daar dit vrij sterk verouderd ist
ting zelve geschiedt. Na de lagere sohool
volgen er nog twee leerjaren met gesplit
ste klassen voor meer- en minder begaaf
den. Het onderwijs voor de begaafde kin
deren is zoodanig ingericht, dat zij even
tueel verder onderricht kunnen volgen
op een gewone middelbare school. Be
gaafde kinderen kunnen ook dadelijk
van de lagere naar de middelbare school
worden gezonden. Dit systeem vindt zoo
veel instemming, dat vele ouders, vooral
van het platteland, alleen daarom hun
kinderen ter opvoeding naar dit weeshuis
zenden. De „veteraan" van dit weeshuis,
die er reeds meer dan 11 jaar in heeft
doorgebracht, jloet dit jaar eindexamen
gymnasium.
Het onderwijzend personeel telt in to
taal 32 personen. Viool- en pianolessen
\vorden zeer goedkoop gegeven door uit
stekende krachten, evenals heilgym
nastiek voor kinderen met een verkeerde
lichaamshouding. Er worden eenige we
tenschappelijke' eb technische cursussen
gegeven, waaraan alle kinderen kunnen
deelnemen, die zich daarvoor ihteressee-
ren. Er is bij het weeshuis een hospitaal-
tjè met een dokter en twee verpleegsters.
De gewezen leerlingen van het insti
tuut. zijn vereenigd in 22 bonden, die over
geheel Duitschland zijn verspreid en voor
de pas zelfstandig geworden jongelui een
grooten steun beteekenen.
I. PHITIPOFF.
In de Engelsche postale bepalingen Is
b.v. niet uitdrukkelijk vastgelegd, dail
brieven uit papier moeten bestaan! Dien
tengevolge zend Mr. Bray brieven weg, dia
bestaan uit hooge boorden, dameshoedjes»
pantoffels of zeebeschuiten! In ge*
val van niet-bestelling wordt er onmid*
lijk geklaagd door zijn advocaat en dö
post moet precies nagaan, waar de op
een sigarenpijpje geschreven brief ge-ble*
ven is, die op de zooveelste, om zooveel
'uur, in brievenhus nummer zooveel is ge*1
•worpen!
t Verleden jaar Kerstmis verzond Miv
Bray, om de post „niets extra's te lateaf
verdienen", aan alle bekenden inplaata
van een „Gelukkig Kerstfeest"~kaart»
welk gebruik in Engeland zeer verbreidt
is, een postchèque van 1 Penny (geluks*'
peniiy), daar hij had ontdekt, dat di#l
goedkooper uitkwam. Zijn- record echter»»
dat hi Engeland sensatie verwekte, be«M
stond daaruit,, dat hij zichzelf als „aange«j
teekend postpakket" opgaf en zich dooui
ee'n postambtenaar naar zijn woning lief]
•brengén. Hiertoe had hij zichzelf aan'j
een fie.ts gebonden, daar fietsen volgens1
liet Engelsche postreglement een verlaagd
tarief tcn-dèel vallen.,:
Een telegram-oorlog.
Een nauwkeurige studie van het tele-
grammeniarief heeft het. mogelijk ge
maakt, dat Mr. Bray korten tijd geleden
;het volgendekunststuk uithaalde. Hij
.stelde uit een -besluit van den minister
van Posterijen vast, dat een heele serie
buitengewoon lange plaatsnamen in En-
geland bij de berekening als één woord
tellen. Dadelijk zette Bray zich aan het
werk en stelde een telegram op, dat uit
sluitend uit zulke dorps- en stadsnamen
bestond. De telegraafambtenaar moest
een uur rekenen, alvorens hij bemerkt
had, dat dit telegram voor twee-en-der
tig lange woorden, maar voor 12 woor
den rekende!
alkaloide af te scheiden, dat wij yageine
noemden. Bij proeven, die wij daarmee
op dieren verrichten, kwamen deze in
hoogst opgewonden toestand en liepen
in alle richtingen heen en weer. Vervol
gens beginnen zij te beven en kunnen
slechts met groote moeite hun evenwicht
bewaren. Bij e*v grootere dosis is yageine
een werkelijk het dier verliest
zijn evenwicht, swot kreten uit, krijgt
krampen, wordt koud en gevoelloos, hoe
wel zij in staat blijven om te zien en te
ruiken. Ik diende ook mezelf een kleine
dosis toe. Hierdoor viel ik in een diepen
slaap; ik voelde mij beslist zeer behaag
lijk. Bij inboorlingen, die grootere hoe
veelheden tot zich namen, zag ik het vol
gende. Aanvankelijk oefende het gif een
opwekkende werking uit, ongeveer zooals
cafeine. Daarna vergrootten de pupillen
zich eenigsz-ins. De proefpersonen ver
klaarden, dat zij alles in een vreemd
blauw licht zagen en als omgeven door
een lichtschijn. Daarna beschreven zij mij
de merkwaardigste hallucinaties, die mij
deden denken aan de verhalen van opium
schuivers. Ze zijn ongetwijfeld het ge
volg van een prikkeling van het op
tisch centrum in de hersenen, waarvan
de gevoeligheid zoo groot ^wordt, dat de
proefpersoon zelfs in volmaakte duister
nis voorwerpen kan onderscheiden. In
Umferië heb ik vele ontwikkelde personen
gesproken, die ook de door inboorlingen
bereide yagedrank hadden gebruikt on
der toevoeging van de loten der visioenen
verwekkende, soort, en wel als middel te
gen malaria. Na driemaal ongeveer 150
gram gedronken te hebben, waren zij vol
komen genezen en kregen in geen jaren
de ziekte terug. B. V.
Ten oorlog met een zuigeling!
Maar de Laatste oorlogsdaad van Mr.
Bray was een mislukking! Hij wilde een
pasgèboren kind als postpakket opgeven.
De posterijen waren bereid dit te aan
vaarden, maar wezen op een paragraaf
in de regiementen betreffende snèlbeder-
vende waren, zoodat zij iedere verant
woordelijkheid van den toestand van het
pakket bij aflevering afwezen! Dat durf
de Mr. Bray niet aan!