mü Binden, JoKan S1l.fc PM» teréoui tesèfc den boorden had uitgesproken, scherp ki de öoaen, doeh deze sloeg de zijne niet neer. WAM. KOGELS ONDERDAK fotHi "WcHttt rischen moet een nestkastje Voldoen? EEN AVONTUUR VAN DEN gRANSCHEN KAPERKAPITEIN j SURCOUF* door (Wordt vervolgd.) Hij keek op naar den man. die hem met zijn wapen in bedwang hield en die hem dreigend toesprak: Geen woord, geen gebaar of gij zijt dood! Surcouf, hijgde lord Grason! Ja zeker, Surcouf! spotte de ka perkapitein, Surcouf, dien ge zeker weer hoopte te laten gevangen nemen door een heel detachement soldaten...... Ge ziet wel dat ik hetzelfde werkje met veel minder hulp kan klaarspelen! De zeekapitein voelde zich verloren. Hij was op het punt, om hulp te roepen, op gevaar af doodgeschoten te worden, toen plotseling een inval hem eenigszins kwam geruststellen. Lord Grason beschouwde de kapers als gewone bandieten en dacht wel dat ze van hem een zwaren losprijs zouden trachten los te krijgen. Ze wisten immers dat zijn vader een van de rijkste mannen van Engeland was, en daarvan wilden ze gebruik ma ken om hun buidel wat aan te vullen, Als het dat maar is, dan kom ik er nog gemakkelijk van af, overwoog de jonge lord. terwijl het rijtuig verder reed er hem naar de kust bracht. Een sloep lag te wachten om de drie mannen naar den driemaster te brengen. Surcouf sprak geen woord meer, doch de blikken, die hij op zijn gevangene wierp, voorspelden niets goeds. Toch had de gedachte aan den losprijs zich zoo vast in het hoofd van lord Gra son geankerd, dat deze de toekomst heelemaal niet somber inzag en wel hoopte dat het hem slechts een on aangenaam verblijf van een paar dagen op het kaperschip zou kosten. Deze gedachte groeide tot zekerheid, toen hij, op het dek gekomen, aan den grooten mast werd vastgebonden. Langzaam kropen de uren voorbij... Den volgenden ochtend, bij het krie ken van den dag, zagen de matrozen en de officieren van de oorlogsschepen, die in de haven van Calcutta geankerd la gen, een ontzettend schouwspel. fa hêt algemeen heeft men een ver* fceerde voorstelling van de ruimte, die yoor een legsel noodig is. Die is veel ge* #nger dan men gewoonlijk denkt, In natuurlijke holen is de ruimte vaak Beer klein. Wel liggen de jongen dan als haringen in een- ton, In drie lagen boven elkaar, maar dat ls ons nog nooit d« oorzaak gebleken voor het mislukken yan het legsel. Welke eischen stellen wij dan wèlf Er zijn er zes: le. de wanden moeten niet te dun zijn; 2e. de ruimte moet niet noo- deloos groot zijn; 3e. het kastje moet ge* ppend kunnen worden; 4e. het moet vol* ledig tegen indringend water beschermd Zijn; 5e. het moet volledig gereinigd kun* nen worden; 6e. het moet tegen eek* hoornvraat beschermd worden. De vierde eisch werd door de derda ten zeerste bemoeilijkt. Wij dienen nu eerst de vraag te be* antwoorden, waarom het kastje geopend moet kunnen worden. Daarvoor bestaan verschillende red.^i nen. In de eerste plaats moeten zij, di| kastjes gebruiken, kunnen zien, wat het resultaat is, dat daarmede wordt bereiki Wie dat niet doet, komt in de meenind te verkeeren, dat ze zeer weinig effect hebben, omdat de vogels hun geheimsé bij voorkeur niet verklappen. In de tweede plaats moeten hun resuk taten zoo noodig nauwkeurig nagegaan kunnen worden. De inzichten, die Plantenziekentenkundige Dienst zich het vogelleven heeft kunnen verschaffen, zijn voor een overgroot deel resultaten yan het nestkastonderzoek. Dit onder» Zoek geschiedt door talrijke vrijwillige medewerkers, die doos ons geheele land yerspreid wonen. In de laatste jaren zijn bij voorbeeld alleen van Koolmeezen de volledige ge» g evens yan 650 tot 1200 broedsels inge* lever d. een dreigend gevaar voor een broedsel Jkeeren, Er is noe een vierde reden, die het openen yan het nestkastje wenschelijk maakt. Wij hebben namelijk weten te berei* ken, dat het kastje van binnen volledig droog blijft. Deze goede eigenschap is. echter in ander opzicht juist weer een gebrek. Want het nestmateriaal blijft ook in den winter volledig droog, zoo* dat al de fijne resten van de vliezen der uitgekomen veer en van de in het kastje gekweekte jongen als een fijn poeder achterblijven. In een natuurlijke holte, die 's winters altijd vochtig wordt, gaat dat materiaal tot een soort pap of brei over. Wanneer nu het voorjaar komt, begint elke vogel zijn aanstaande broed* holte schoon te maken. Het oude half verteerde nestmateriaal wordt gemakke lijk genoeg verwijderd. Maar de droge poederachtige massa in het droge nest kastje kan de vogel met zijn snavel niet meenemen. En zoo komt het, dat het oude nest blijft liggen. Soms is zijn aan wezigheid voor het bouwen van een nieuw nest geen bezwaar. In één kastje vindt men wel eens vier of vijf nesten boven op elkaar. Maar wanneer zich o^ die achtergebleven vliezen een onnojemot lijk aantal vlooien heeft ontwikkeld is het kastje voor een vogel onbruikbaar geworden. Aangezien deze vlooien zich bijna al tijd ontwikkelen, moet het kastje voor de vogels weer bruikbaar gemaakt worden door de verlaten nesten te verwijderen. Wie dat verzuimt, maakt de meeste zij ner kastjes onbruikbaar. Het schoonmaken kan het meest vol ledig geschieden als de bodem uitneem- baar is, doch een gemakkelijk te openen deksel is daartoe ook zeer bevorderlijk. Ten slotte moet het nestkastje geopend kunnen worden om er dieren uit te ver wijderen, die we er niet in wenschen. Als zoodanig kunnen we noemen: Musschen. Hommels, Wespen, Muizen, en in de groote kasten Eekhoorns. Wij hebben alzoo het kastje zoodanig bestudeerd en in gebruik gebracht, dat niemand er in ons land meer aan zal denken de deksels vast te maken. Het scharnierende deksel heeft twee groote bezwaren. Surcouf, die veel menschenkennls be zat. begreep dat die man waarheid sprak en hij van de Hen matrozen niets te yree- jsen had. Enkele oogenblikken later werd het anker gelicht en de driemaster stevende de volle zee In. In het ruim van het schip vond Surcouf Veel musketten en een overvloed van schietvoorraad, doch de driemaster had Slechts twee kleine kanonnen aan boord. Tegen den morgen liet Surcouf het önker uitwerpen in een kleine baai, niet yer van Calcutta verwijderd. Dien avond slopen twee van Surcoufs inannen door de straten van Calcutta, op zoek naar inlichtingen betreffende de gewoonten en de levenswijze yan den Engelschen zeekapitein. Drie dagen later keerden de twéé uit gezonden zeeroovers naar hun schip te- riig en Surcouf vernam van hen, dat lord Grason gewoon was zijn avonden bij den gouverneur doorbrengen. Laat in den nacht keerde hij alleen naar zijn woning terug, die zich op kor ten afstand van het gouvernementsge bouw bevond. Surcouf zou zich over rijn gevangen neming wreken. Dien avond keerde lord Grason niets vermoedend huiswaarts, na den avond bij den gouverneur te hebben doorge bracht. Terwijl hij voortstapte, overwoog hij, welke bevelen hij zou kunnen geven om 'Joch eindelijk zijn doodsvijand, Surcouf, Je kunnen gevangen nemen. Want hij zou zichzelve geen riast gun nen, alvorens die man opgeknoopt werd. Lord Grason was nog steeds aan het overwegen, wat hem te doen stond om Zijn doel te bereiken, toen hij plotseling door twee mannen werd overvallen, die hun zware vuisten op zijn schouders lie ten neerkomen en hem zonder veel moeite van den grond optilden en naar een rij tuig voerden, dat de Engelschman niet opgemerkt had. Een schip met volle zeilen gleed statig yoorbij en, goed in 't zicht van Calcutta gekomen, keerde het zijn achtersteven goed zichtbaar naar de haven. Toen werd een zeekapitein, fci ©en uniform, waarvan de vergulde versier sels glansden in de morgenzon, langzaam aan het bezaanszeil opgeheschen. Op hetzelfde oogenblik ontplooide zich de Fransche driekleur op den top van den grooten mast en een kanonschot weerklonk dreunend, en zond zijn ver nielenden bal ergens tusschen de rustige huize van Calcutta. Boven op het kanon stond Surcouf, hoog opgericht in het stralende morgen licht en zijn stem riep triomfantelijk uit: Leve Frankrijk! Daarop wendde de driemaster zich langzaam weer om, en nog vóór de toe schouwers, sprakeloos en als verlamd van ontzetting begrepen wat er eigenlijk gebeurd was, verwijderde het schip zich over de schuimende baren. Aan het bezaanszeil Hengelde hef lijk yan den Engelschen zeekapitein. Niettegenstaande zijn hoop, voor los geld vrij te komen, ontging hij zijn dood niet. Zoo deed Surcouf zijn vijanden boeten voor een gebrek aan ridderlijkheid, dat hijzelf nimmer had ten toon gespreid. Steeds beroemde hij er zich op, nooit een laffe daad te hebben gepleegd. GEORGS STEPHENSON. De uitvinder van de locomotief» Het is al meer dan honderd vijftig jaar geleden, dat de groote Engelsche uitvin der George Stephenson, de bouwer van de eerstt locomotief, werd geboren. Eerst later heeft Stephenson rieh be zig gehouden met het bouwen van loco motieven. Van alle zijden werd hij tegen gewerkt en voor onze ooren klinkt het belachelijk te hooren wat men niet al tegen zijn plannen om een spoorweg te bouwen inbracht. Men geloofde, dat de menschen door het snelle rijden ziek en de grazende dieren op het veld schuw zouden worden, als de trein voorbijreed. Stephenson wist tenslotte de belanghebbenden te overtuigen van de ongegrondheid hunner beweringen en zoo werd een wedstrijd uitgeschreven voor het construeer en yan een spoor weglocomotief. Stephenson, die reeds Verschillende machines voor transportdoeleinden had gemaakt, behaalde met zijn machine,, „De Raket", een onbetwistbare zege. Wie zullen wij het eerst portrettéëréri? Het kleine broertje zal het er wel mee eens zijn als Je hem van te voren naar zijn evenbeeld nieuwsgierig maakt. Als hooge uitzondering zal hij zelfs wel een paar minuten stil willen zitten. Van te yorsn brengen wij het teekengere^d- jy Bij den eersten proeftocht wist „De Raket" een snelheid te ontplooien van 21 K.M. per uur met een trekgewicht yan 1250 kilogram, met twee goederen wagens kon de snelheid tot 38 K.M. worden opgevoerd en met één personen wagen, waarin 30 menschen waren ge zeten, kon zelfs 40 K.M. per uur worden gereden. Zonder wagens haalde „De Raket" 47 K.M. per uur. Dit was natuurlijk een groot succes en langen tijd werd die snelheid niet ver beterd. Maar de moderne locomotieven kunnen al 100 en meer kilometers per uur rijden en in Duitschland heeft men een bliksemtrein geconstrueerd, die tegen de tweehonderd kilometer haalt. schap in orde. Hiervoor hebben wij een tamelijk groote lijst met glas noodig. Mis schien heeft moeder op zolder wel een oud schilderij staan, dat je daarvoor moogt gebruiken. De afbeelding en het bordpapier dat er achter zit moet je na tuurlijk verwijderen. De lijst wordt nu loodrecht op een tafel geplaatst, het beste zal dit gaan door er een paar zware boeken als steua tegenaan te zetten. Over het glas hebben wij van te voren een niet al te dik vel wit papier gespan nen en dit papier zorgvuldig met gelijk vormige vierkanten vol getrokken, zoo als één der afbeeldingen laat zien. Om het schaduwbeeld te kunnen tee kenen, moet de kamer in het donker zijn gehuld. Nu zetten wij het kleine broertje of een ander, die uitgeteekend moet wor den achter de met papier bespannen lijst. Achter zijn hoofd wordt een brandende kaars geplaatst. Nu moeten wij een wei nig handigheid aan den dag leggen en de lijst net zoo lang op en neer schuiven tot het te portretteeren beeld een zoo scherp mogelijke schaduw op het papier heeft afgeteekend. Dan moeten wij er ook op letten, dat ons broertje of wie voor het schaduwbeeld poseert precies zijn profiel toont en zijn hoofd niet beweegt, want anders zou het een slecht en onzuiver schaduwbeeld worden. Hebben wij nu een scherp en nauwkeurig schaduwbeeld op de glas plaat, dan trekken wij met potlood de omtrek van het beeld over. Daarna wordt het beeld binnen de grenzen met Oost-Indische inkt geheel zwart gemaakt. Als de inkt goed is opgedroogd, maken wij het papier los van de ruit en knippen het portret uit, dat ten slotte op een stevig stuk teekenpapier wordt ge plakt. phenson roepen, die de fout spoedig vindt en de pompinstallatie weer op gang helpt. De belooning, die hij er voor krijgt, dient hem om een nieuwe uitvinding te voltooien, een kleine, doch handige wa terpomp, waaraan hij juist bezig wag. Op zekeren dag brak er fn lên van de kolenschachten van de mijn brand uit. Aan Stephenson gelukt het door de op richting van een spauwmuur het vuur te verstikken." Tegelijkertijd gebruikt hij de gunstige gelegenheid de bruikbaarheid van een door hem geconstrueerde vei ligheidslamp voor mijnwerkers te bewij zen. Deze uitvinding deed hij ongeveer tezelfder tijd als de Engelsche ingenieur Davy, waarnaar de veiligheidslamp ook. genoemd is. HET TEEKENEN SILHOUETTEN Een silhouet of het hoofd geteekend, kan erg aardig zijn, maar gelijkenis treffen is meestal zeer moeilijk. Maar toch loont het zeker de moeite en wat geduld aan het maken van een silhouet, dat op een portret lijkt j* tea&bteo te J Als hij ouder is wordt de jonge Ste phenson werkelijk werkmeester bij de kolenmijn. Op zekeren dag is een van de ingenieurs een vertwijfeling nabij, als de pompinstallatie kapot is en hij de fout niet kan ontdekken. Zelfs vaklieden van buiten de stad, die men In allerijl heeft laten komen, zitten met de handen in het haar. Zij kunnen evenmin helpen. Dan laat de directeur den jongen Ste- DeZe, machine staat op het oogenblik nog in hét South-Kensingtonmuseum. Zij had een korte, dikke ketel met een door snede van één meter en was 1.83 lang. De bovenop den ketel geplaatste pijp had eén respectabele hoogte en was van boven met een soort kroon getooid. De plaats van den machinist was geheel open, zonder de minste beschutting. De opzij aangebrachte cylinders brachten de 1.43 hooge voorwielen in beweging. De achterwielen waren veel kleiner, dus ge heel anders dan bij de moderne locomo tieven. „De Raket" woog 4500 kilogram, de tender (waarin de kolen en in een vat water meegevoerd werden) 3000 kilogram. De vader van Stephenson was een eenvoudige werkmeester bij een kolen mijn. En dit beroep wilde de kleine Ste phenson ook eenmaal vervullen. Maar voorloopig moest hij nog het vee van de gemeente, waar hij woonde, hoeden, om een paar centen te verdienen. Daar zich toen reeds de uitvindersgeest bij den jongen openbaarde, knutselde hij, wan neer hij op de weide lag, allerlei model len en kleine machines uit hout. Zijn vader was wat in zijn schik met zijn jongen. l

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 6