LEEREN SPELLEN MET
VLAGGEN
DE KLEINE MAARTW1D.
Sinaasappelpuzzle.
DOOR DE HOOGVLAKTEN
VAN AFRIKA
E«a heerlijk recept
efa
Willie was met zijn vader achter in
den tuin bezig met het bijharken van de
bladeren, want het was herfst en overal
in het rond lagen de afgevallen bladeren.
Terwijl zij zoo druk bezig waren, keek
Willie naar de school, die vlak bij zijn
huis was en zei: „Ik vind spellen en le
zen akelig."
Zijn vader keek hem eens aan en zei:
*,En rekenen?"
„Rekenen vind ik ook niet erg prettig,
maar geschiedenis wel en aardrijkskun
de ook, want dan maken wij groote rei
zen in een boek, net als U op de boot."
Willie's vader lachte eens. Hij was kok
op een van de groote booten en vond het.
prettig, dat zijn zoon zich voor zijn rei
zen interesseerde.
Opeens zette zijn vader de hark neer
en liep naar huis. Willie die niet begreep
wat zijn vader ineens ging doen, harkte
kalm verder, tot hij de bladeren op een
groote hoop bij elkaar had. Daar kwam
zijn vader weer naar buiten met in zijn
linkerhand twee gele en in zich rechter
hand twee roode vlaggen. Hij gaf de twee
roode vlaggen aan Williy en zei, „dan
zal ik je leeren spellen met vlaggen, mis
schien krijg je er dan wel plezier in."
Hij vertelde nu, dat verschillende men
schen, die elkaar op grooten afstand wat
te zeggen hadden, geen krijt maar vlag
gen gebruikten, en in plaats van het
zwarte bord de mooie blauwe hemel ge
bruikten om de vlaggen goed tegen te
laten uitkomen.
„Om nu te beginnen", zei hij, „breng
je je armen naar boven en houdt de
\laggen kruiselings boven je hoofd, dat
is voor iemand die seinen kan een tee
ken. dat je hem wat te vertellen hebt."
Willie deed precies wat zijn vader
hem voordeed.
Daarna begon hij hem het alfabet te
leeren. „Dit is de A", zei hij, terwijl hij
met de linkervlag zijn knie bedekte en
■de rechter recht omhoog stak. „En dat
is de B en de C, en zoo ging het voort.
„Als je nu een woord geseind hebt, moet
je laten weten, dat het woord klaar is',
vervolgde zijn vader, „daarvoor doe je
je beide armen naar beneden en laat de
vlaggen bij je knie over elkaar vallen
Dan begrijpt ieder, dat er een nieuwe
woord kómt."
Terwijl Willie ingespannen leerde,
stond zijn zusje Lily bij de keukendeur
te kijken en luisterde mee. Opeens kwam
zij naar hen toe en zei: „Vader, ik kan
een woord spellen" en zij wilde de vlag
gen van Willie uit diens handen trekken.
Maar Willie zei: „Meisjes kunnen nooit
sein officieren worden".
Vader lachte en gaf haar zijn twee
gele vlaggen. Daar begon zij, na het be
gin teeken geseind te hebben te zwaaien,
naar boven, naar beneden, naar links
en rechts. Toen zij het stopteeken maak
te, wist Willie niet wat zij had geseind,
maar vader riep: „Bravo, dat heb je
gauw geleerd". „Wat heb je geseind?"
vroeg Willie. „Jouw naam", lachte Lily.
En zoo oefenden zij zich nu samen tot
zij het alfabet vlug achter elkaar konden
zwaaien.
Toen nam vader de vlaggen over en
seinde, een beetje langzaam, zoodat de
kinderen het goed konden volgen: „Men
kan geen woorden schrijven met roode
of gele vlaggen tegen een blauwe lucht
inplaats van met krijt op een schoolbord
als men niet geleerd heeft hoe men de
woorden moet spellen."
Daar was Willie het mee eens en hij
deed op school goed zijn best om vlug te
leeren hoe elk woord gespeld moest wor
den, dat hij vanuit het schoolplein naar
zijn zusje wilde seinen tot groot vermaak
van de andere jongens op school, die ook
allemaal met vlaggen wilden leeren
spreken.
De oude dame, die om den hoek woon
de, het derde huis in de Weerstraat was
uit haar humeur. En wel, omdat zij
kwaad had hooren spreken van haar
lievelingskind, van den kleinen Maart-
wind. Ja, eigenlijk had zij geen lieveling,
want zij hield van al haar kjnderen even
veel, maar Maartwind had toch een teer
plekje in haar hart. Zuidenwind was
een lief kind. warm en vriendelijk met
een zachte stem en iedereen hield van
hem. Noordenwind was heel anders. Die
had zulke koude en hooghartige manie
ren en ging voor niets en niemand uit
den weg. Maar zij hield van hem, want
hij was toch ook haar kind. Westen en
Oostenwind waren gehoorzame en pret
tige kinderen, die precies deden wat hen
werd opgedragen. Maar Maartwindje,
dat was me er nog eens een. Hij had den
heelen maand Maart vacantie en dan
mocht hij vrij doen en laten wat hij wil
de. Maar de oude dame. de moeder van
Maartwind was uit haar humeur omdat
zij van haar lieveling kwaad hadden ge
sproken. Zij hadden haar verteld, dat
Maartwind zoo woest was, en zoo ru
moerig en wild en veel te luidruchtig.
En omdat zij zichzelf er van wilde
overtuigen of het waar was, wat de men-
schen vertelden, kleedde zij zich aan en
ging, toen haar vier andere kinderen al
weg wraren, de deur uit op zoek naar
Maartwind om te zien, wat hij deed.
Zij behoefde niet heel lang te zoeken,
want al spoedig zag zij hem aan het eind
van een straat met een courant spelen.
Hij vloog er mee de lucht in, liet hen»
door de straat cirkelen en had de groot
ste pret. Toen liet hij de courant ineens
in de steek en begon de drooge bladeren
voor zich uit te jagen. Juist toen zijn
moeder er om moest lachen, vloog hij een
portiek binnen, nam een kleedje, dat
daar hing op en vloog er mee de straat
op om het weer neer te smijten en er
gens anders te gaan hangen aan een uit
hangbord, dat aan zijn hengsels piepte.
De eigenares van het kleedje kwam met
een gefronsd voorhoofd naar buiten loo-
pen om haar eigendom op te rapen, toen
juist een buurvrouw passeerde. „Zoo,"
sprak deze, „hadden zij Uw kleedje weg
genomen?" „Neen," lachte zij,.„maar die
ondeugende Maartwind was er mee aan
het spelen. Ik ben blij, dat hij dat heeft
gedaan, want nu zie ik pas wat een heer
lijk weer het is", en terwijl de buurvrouw
haar weg vervolgde, bleef zij nog even
van het lenteweer genieten. „Dat is een
vrouw met een gevoelig hart", dacht de
moeder van Maartwind en ging verder
haar zoon achterna, die juist in de wol
ken was gevlogen en de verschillende
wolken over en door elkaar heen gooide.
Zelf had hij de grootste pret. Toen
sprong hij met een sprong naar beneden
in een ouden eik, waarvan hij met een
zucht alle blaadjes afritste, die er nog
van het vorige jaar aanhingen. Toen zag
bij een paar kleine meisjes aankomen,
die naar school gingen. Een er van had
lange blonde krullen. „Als hij die meis
jes maar niets doet," dacht moeder,
maar natuurlijk nam hij juist het mutsje
van dat blonde meisje en holde er mee
naar het eind van de straat. De meisjes
holden hem achterna en toen zij het
mutsje eindelijk hadden, lachten zij en
vertelden, dat zij van den Maartwind
hielden. Tenslotte, het begon al te sche
meren en de moeder werd moe, want zij
was hem den heelen dag gevolgd, kwam
hij boven op een kleinen heuvel, waar
jongens aan het vliegeren waren, doch
dat mislukte, omdat er heelemaal geen
wind was. Vlug ging Maartwind er naar
toe en liet de vliegers de lucht in gaan,
hooger en hooger, tot de jongens er ge
noeg van hadden en naar huis gingen.
Toen begreep de oude dame, dat haar
zoon ook naar huis zou gaan en omdat
zij niet wilde, dat hij zou weten, dat zij
hem den heelen dag nagegaan was,
haastte zij zich naar haar huis, om den
hoek, het derde huis in de Weerstraat.
Spoedig kwam hij thuis, opgewonden en
moe van het spelen. Zijn moeder gaf hem
een heerlijke versnapering, waarna hij
heerlijk sliep tot den volgenden morgen
en de pret weer opnieuw begon.
Een klein meisje mocht voor 16 cent
sinaasappelen koopen van haar oom op
haar verjaardag. Oom zei echter tegen
haar Annie je moet er eenige koopen van
3 voor 5 cent en de rest voor 1 cent per
stuk. Reken maar eens uit hoeveel si
naasappelen je nu in het geheel zuil
voor
I CENT
STOK
ontvangen en hoeveel van ieder soort.
Is de uitkomst goed, dan mag jij de si
naasappelen lekker oppeuzelen." Annie
ging vlug aan het rekenen en even later
'verdween zij in den groentenwinkel, een
teeken dus, dat zij de oplossing gevon
den had. Jullie weten die natuurlijk ook
allemaal al, is het niet?
Ergens anders op deze pagina vinden
jullie de oplossing.
OPLOSSINGEN.
Recept-puzzle:
De naam van de lekkere pudding is
Vanille.
Sinaasappel-puzzle:
Annie kocht 12 sinaasappelen in het
geheel; 8 van iedere soort.
EEN DOLHOF MET
HINDERNISSEN
Probeer in dezen doolhof
van het cijfer 1 naar het
cijfer 2 te komen, om daar-
na door te gaan naar de
ster! Dat valt heelemaal
niet mee. Maar zulke knap
pe puzzlaars als wij zijn,
lossen zooiets natuurlijk in
een paar seconden op!
Wie lacht daar?
EEN NIEUW
GEZICHTSBEDROG.
ts de afstand van A naar
i op het plaatje hiernaast
rooter of kleiner dan die
van G naar D? Is EF lan
ger of korter dan GH? Is
JK langer of korter dan
LM? Geeft eerst de ant
woorden, die ontstaan uit
de schatting zonder hulp
middelen en meet dan
eens na, wie er gelijk heeft.
.ullanders in de huif ka)
door
BENNY KOSTER.
Het was een drukte geweest eer de
familie Jansen besloten had het vader
land te verlaten en naar Afrika te emi-
greeren. Vader had overal inlichtingen
ingewonnen en tenslotte had hij met nog
eenige andere families, waaronder er
nog een, die hij kende, plaats genomen
op een van de groote Oceaanstoomers.
Al het huisraad was verkocht en alleen
cl at wat hoog noodig was werd meege
nomen. Na eenige maanden waren zij
tenslotte op de boot gegaan en nu in
Afrika aan land gestapt.
Men had Jansen, die een uitstekend
timmerman was, verteld, dat hij het best
deed om in de havenstad een paar ossen
te koopen en een huifkar, daarin zijn
voorraden te laden, vooral veel levens
middelen mee te nemen en zijn familie
achter in te laten zitten. En zoo was
alles gegaan. Jansen had een flinke wa
gen gekocht met twee ossen ervoor en
voldoende levensmiddelen voor wel drie
maanden. Ook de familie Smit, die va
der al kende en waarvan de man veel
verstand had van landbouw en veeteelt,
had dit gedaan en zoo trokken zij welge
moed naar de hoogvlakte, vele dagreizen
van de kust, hun nieuwe vaderland te
gemoet. Zij zouden eerst eens uitkijken
naar een stuk grond dat hen beviel en
dit dan bij het gouvernement koopen.
Die tocht naar de hoogvlakte was lang
en viel zwaar, vooral omdat het land.
waardoor zij trokken dor en verbrand
was door de felle zonnestralen en boven
dien was het water schaars. Zij vulden
de waterzakken en tonnen die zij bij zich
hadden bij iedere heek, maar zij moesten
toch heel zuinig zijn. De arme ossen, die
den heelen dag in hun langzame tred
voor de wagens liepen, hadden het vooral
zwaar te verantwoorden. Na een paar
dagen zei Jansen: „Ik geloof, dat wij
verstandiger doen, overdag als de zon
schijnt, te rusten in de wagen en des
avonds, als het wat koeler begint te wor
den, door te rijden. Wij rusten dan als
het heelemaal donker is en gaan weer
verder als de zon opkomt.'
Dat leek hun allemaal een prachtige
oplossing en er werd besloten daarmee
direct te beginnen. En het was van Jan
sen zeer juist gezien. De ossen, die zeer
goed tegen de zon kunnen, liepen in hun
rusttijd te grazen en gingen daarna her
kauwen. Voor zij verder trokken kregen
de ossen als het mogelijk was frisch
water uit een beek of anders water uit
een der tonnen en zoo togen 'zij dan
weer versterkt verder.
Het duurde bijna twee weken voor zij
op de hoogvlakte, die hun was aangera
den, aangekomen waren en daar zagen
zij niet alleen uitgestrekte weilanden, die
begroeid waren met prachtig groen gras.
maar ook bosschen en vooral, er was wa
ter in de buurt. Zij kozen zorgvuldig een
plek uit en gingen naar het hoofd der
nabijgelegen gehuchten, waar zij het
land kochten. Jansen en Smit velden nu
verschillende hoornen, waarvan zij een
blokhut bouwden. Totdat deze klaar was,
woonden zij nog in de huifkarren en
toen het huis klaar was, trokken zij
daarin. Het was een flink huis in tweëen
verdeeld, zoodat iedere familie zijn eigen
gedeelte had. En nu begon het harde le-
veil van landbouwer, want dat was daar
Hier vinden jullie een pudding, die,
ik weet het zeker, jullie allemaal even
lekker vinden. Als jullie het zooveelste
deel van ieder woord opzoeken, dat er
httrUik
Vt»sn y^ec-sch
lis m-n t-OucL.^
/y.j yn,~
i b 0'OsZI L>
*J/<9 y
rCL-rz. A. c
voor staat aangegeven, en natuurlijk het
goede deel, want daar komt 't op aan,
en verbindt je later al die deelen met el
kaar, dan kun je den naam lezen van
die verrukkelijke pudding. Dus nu maar
aan het zoekenl
Ergens anders op deze pairim vinden
jullie de oplossing.
in de eenzaamheid heel anders dan in
hun vaderland.
De ossen deden nu dienst bij den
ploeg, de maai- en zaaimachine.
Deze machines en wat zij voor het le
vensonderhoud noodig hadden, kochtgn
zij in het dichtstbijgelegen gehucht, aat
met den huifkar twee dagen ver weg
lag. Zoo nu en dan, doch slechts eens in
de twee maanden gingen zij naar dat ge
hucht en sloegen levensmiddelen in. La
ter toen zij hun eerste oögst binnen had
den gehaald verkochten zij dat ook weer
daar en van dat eerste geld konden zij
weer een tijd leven en zich een paar os
sen meer aanschaffen. En zoo werd de
woesternij tenslotte een modelboerderij
en een groot landbouwbedrijf.
De ossen, die Jansen bij aankomst had
gekocht, deden langen tijd dienst op het
and en kregen daarna, een rustige ouden
dag, terwijl zij door iedereen goed ver
zorgd werden.