eimera gebracht, eindigend in een smalle strik van dezelfde zijde als waarvan de pliseé is gemaakt. Aan het strakke heupstuk is ruim klokkend de lange rok gezet, die van achteren iets langer hangt dan van voren. Het geheel is buitengewoon chique. ZIEKENBEZOEK. Bij het bezoeken van zieken, kan men hen veel leed besparen, wanneer men slechts datgene vermijdt, dat hen onaangenaam kan aandoen. In de eer ste plaats rekke men zijn bezoek niet te lang, tenzij de patiënt het uitdruk- keliik wil. Men moet weinig en zacht spreken, hen troosten en bemoedigen, zich niet uitlaten over het langzame herstel of slecht uitzien van den pa tiënt. Eén persoon mag slechts de zieke bezoeken, daar meerdere tegelijk hem zou opwinden en inspannen. Menig maal zijn goed bedoelde bezoeken oorzaak van terugslag in den toestand van een patiënt. No. 475 toont U een zwart zijden mantelpak. Het manteltje, dat kort is, is heel eenvoudig. De kraag en de manchetten zijn afgewerkt met een witte bies. De rok bestaat uit drie deelen, n.l.r een strak heupstuk, van boven afge werkt met eenige zwaluwstaartvor- mige punten, eveneens afgezet met een witte bies, die met een drukkertje a..n de onder het manteltje gedragen wit- Ten slotte zag ik nog van „strass" theaterkapjes uitgevoerd. Het kapsel is heelemaal verborgen onder het kap je, geen ondeugend krulletje, geen haartje mag ook maar zelfs te vermoe den zijn. Het kapje wordt strak om het hoofd getrokken en doordat de geslepen kristallen in alle mogelijke kleuren schitteren, is de indruk, die men krijgt heel wonderlijk en sprook-| jesachtig. Ik had tenminste het gevoel,! alsof ik me bevond in een paleis uit des verhalen van duizend en één nacht", waar zoon prinsesje, schitterend en flonkerend van de briljanten. van ach ter een zwaar gordijn te voorschijn komt. Want ook de modeprinsesjes kwa men van achter zoo'n zwaar fluwee- len gordijn te voorschijn. Eén van haar viel mij op door de gracieusé manier, waarop zij met haar handen gebaarde. Aan haar mooi-geyormdé linkerhand droeg zij een ring met een goed geslepen rooden steen, ik denk een synthetische robijn. Het was een tamelijk groot, in een klauwtje gevat, exemplaar. Weet U wat synthetische steenen zijn? Als de juweliers echte steenen moeten slijpen, dan vallen er kleine stukjes af. Al die splinter tjes en hetgeen er als gruis afvalt, wordt bij elkaar geveegd en heel fijn gestampt. Dit gruis nu wordt volgens een geheim procédé weer samenge voegd, waardoor een nieuwe steen ontstaat, die al de echte stukjes dus inderdaad bevat. Zoo'n steen is wel veel minder waard, maar vaak even mooi dan een robijn uit één stuk. Aan haar rechterhand droeg ge noemde sprookjesprinses geen enkele het geheel wil laten zien. Er was natuurlijk aan de verschil lende stands nog meer te bewonderen, vooral in handtaschjes, snuisterijen, pochetten, was er een enorme ver scheidenheid. Ik ;heb ook heel merkwaardige zak doekjes gezien, van zwarte crêpe de chine, aan drie kanten met een breeden [zoom, a-jour bewerkt, afgezet en de vierde zijde versierd met een breede, Iechte écru kant. Een ander doekje, van hetzelfde materiaal was heelemaal gezoomd, en aan een der hoekjes was een punt kant, ook van die prachtige écru, het leek wel venetiaansch, er gewoon opgezet, en daar dit stuk groo- ter was dan de hoek, viel dit eenvou dig over den zoom heen naar buiten. Het effect was verbluffend. Een zwart taschje lag er naast, waar in een ach- rterzakje: het zakdoekje gedragen wordt, maar zóó, dat de kanten punt naar buiten komt te zitten, wat heel chique staat. Het is moeilijk om zoo iets aparts te gebruiken, want de heele kleeding behoort naar vërhouding te zijn. Verder ziet U op teekening IV een paar van de allernieuwste soorten taschjes, met een daarbij behoorende portemonnaie, in den vorm van een doosj'e, gesloten met een klepje waar aan een drukknoopje. Het doosje is heel plat en heeft het voordeel boven de ons bekende kleine damesbeursjes, dat het geld er gemakkelijk uit gehaald kan worden, en we dadelijk een over zicht van ons kapitaal" hebben. De bovenste tasch is van lichtbeige leer, afgezet met een donker bewerkt leeren stuk. De beugel is van beige celluloid, en dient tevens als handvat. De tasch heeft de reeds besproken achterzak, waar een zakdoekje zicht baar in. wordt gedragen. De betni-k van hetzelfde materiaal. De tweede tasch is van zware moirézijde. De sluiting wordt gevormd door een klep, die achterlangs een gespje van strass wordt gestoken. Het beursje sluit met een drukknoopje. Van dezelfde kleur als het taschje is hier het bijbehoorende zakdoekje ge kozen, d.w.z, de rand van het zak doekje. Het middenstuk kan een zeer tegengestelde kleur hebben, doch bij het dragen mag alleen de rand zicht baar zijn, en zoo één gehcei vormen met het taschje. Ja, op zoo'n tentoonstelling is heel wat te zien. Een kunstenaar toont ons, hoe de broches en andere bijoux wor den vervaardigd. Eenige stands verder leert U weven, zelfs tot een breedte van 2.10 M., met een heel eenvoudig tóestelletje, terwijl alle mogelijke snuf jes op huishoudelijk gebied U aan alle kanten worden aangeprezen. Een zeer kleurige stand is ontegen zeggelijk die met het Hongaarsche bor duurwerk, waar niet alleen kleeden getoond worden, zooals we deze nu bijna overal kunnen zien, maar spe ciaal blouses en japonnen lagen, waarvan de mouwen en voorstukken met kruissteekpatronen in levendige kleuren zijn uitgevoerd MODERNE STOFFEN. Bedrukte chiffon is zeer „en vogue", de fijnste zomer-japonnetjes worden er van gemaakt. Deze stof leent zich bij uitstek van de huidige mode. Ze voegt zich gemakkelijk naar het li chaam, maar verzacht de lijnen, zoo dat ook zwaardere vrouwen deze stof voor hun japon verkiezen. Crêpe de Chine en voile-imprimé worden eveneens zeer veel gezien voor japonstoffen. De gekleeds zomerman tels zijn veelal van zijde. Vooral crêpe- satin, de stof, welke het voordeel heeft verwerkt te kunnen worden met de achterzijde (de doffe kant) is hoogst modern. Zwart speelt een hoofd rol onder de kleuren, .wit domineert daarbij, toegepast als garneering. De halsafwerking der japonnen varieert altijd. Zelden zien we onder 'n collectie: twee of meer japonnen met eenzelfde hals-garneering. We zien de ronde hals-uitsnijding met een smal biesje afgezet. Voorts de V-vormige hals met jabot-effect of kanten kraag. Dan de hals met pelerine, welke somtijds bo vendien een smal, rond kraagje heeft. Het vest-idee is nog niet verdwe nen en bij de bolero's geeft het weer een geheel nieuw, apart aspect. Toch worden de ingezette vierkant geknip te vesten van tegengestelde kleur ook bij de allernieuwste toiletten weer ge zien. Voor sport-doeleinden zien we veel geplooide mouw-looze jurken met een glad hals-stuk, waaronder de plooien uitspringen, die bij de taille vastgehou den worden door een kleurige lederen ceintuur. Meest diepe plooien welke rondom loop en, doch een gladde voor baan hebben de sportjurken. Een bij- behoorend jasje van dezelfde of van afstekende kleur completeert dit toi- NIEUWE SNUFJES. Ik zal U eens het een en ander ver tellen, wat ik zag op de tentoonstel ling, die vorige week in Scheveningen werd gehouden. Daar was als een at tractie o.a, een modeshow aan verbon den, die in alle opzichten geslaagd mag beeten. Daar heb ik de schitterende (in let terlijken zin bedoeld) hoed- en japon- versieringen met veel genoegen beke ken, en het is opmerkelijk, wat een goede resultaten er met „strass", balf- •edelsteenen en geslepen kristal be reikt wordt. Als voorbeeld, zie figuur I, laat ik te waschzijden blouse worden vastge maakt. Verder uit twee klokkende stroken, die vrijwel even ruim neerhangen. Bij het loopen maakt deze rok een sierlijk effect. Bij dit geheel van wit, zwart kan heel goed een witte zomervos ge dragen worden. V een paar gespen en broches zien. Overal worden deze gebruikt, niet al leen op een hoed, of als gesp op cein tuur of schoentje, maar zelfs op hand taschjes zag ik er aangebracht. Ook wordèn broches gebruikt om er de verschillende schouderbandjes mee bij elkaar te houden en gewoon op een blouse of japon, indien er geen gesp op de ceintuur is aangebracht, want dat zou van het goede te veel worden. Teekening No. II laat U de spelden EEN KINDERJURKJE. WAT MEN OP HET OOGENBLIK DRAAGT. De gekleede japon. No. 474 toont U een gekleede japon van geel met groen en zwart gebloem de voile stof. Het lijfje, dat tot aan het middel gaat, heeft een klokkende pel- lerine. De strakke mouw eindigt in een geelzijden plisée, die breed is en om- Op de teekening toonen wij U een luchtig speeijurkje van bedrukte voile, dat heel gemakkelijk zelf te maken is. met een eenvoudig rond wit pigué- kraagje, dat met drukkertjes op de ring, doch de slanke pols was getooid met een armband horloge in een mooie ovaalvorm, waarvan de rand bestond uit diamantjes, wat zóó sierlijk was, dat ik U hierbij even (teekening III), en gespen zien op verschillende ma nieren toegepast. Op het strakke kapje (a), waai uit nu weer een paar krulletjes op zij mogen te voorschijn komen, staat een gesp, indien op de juiste hoogte aan gebracht, heel chique, doch waar voor al op moet worden gelet, is, dat ze niet te groot is en de steenen niet al te bont zijn. Geslepen kristal zonder andere steenen gebruikt, is altijd zeer bekoorlijk. Het 2de deel van de teekening (b), toont U een gesp, dienstdoende als broche. De gesp wordt met een steekje op de blouse vastgenaaid. Dit heeft het voordeel, dat de zijde van de blouse niet stuk wordt gestoken door de speld. Op het derde gedeelte van de tee kening (c), is het gebruik gedemon streerd van de speldjes of knipjes, die de schouderbandjes van onze onder- kleedingstukken bij elkaar houden. Men begrijpt natuurlijk wel, dat deze ornamenten heel plat moeten zijn en vooral zoo klein mogelijk, daar, indien ze te groot of te hoog zouden zijn, doot de blouse of japon heen zichbaar wouden wezen, wat nu niet direct in de vloeiing kan liggen van een goed en nkvol gekleede vrouw. •vi i mi lam jtmtyMvt Jgs ess Jmx Jnmu I vm g sw||taa I mm b «u fiem 31II WW RfiUUtt I, WEB J fflRM 0W9 Jwiiw jj INMU m\ i «i«« «iim 8sj* «wii J «fa» H «njnw fmflm i nflin 1 m |i««» w 1 jurk wordt bevestigd, en daardoor dagelijksch verwisseld kan worden, wordt het halsje afgewerkt. De hals opening heeft op de borst een splitje. taïw ijewljansM 5 «ttwl 6 Ur# i uiwii 5 imo nvt? b faiB 5 g wil» g koj F fl JIHH t (MM B riifl hoog als een kap op den mouw gezet wordt. De pellerine is met eenzelfde plisee, een klein stukje als een waaier, naar beneden hangend afgewerkt en vast gehouden met een broche van stras. Het heele heupstuk is strak en ge rimpeld. Vanaf de broche tot aan het deel waar de rok aan het heupstuk wordt gezet, is een rechte bies aan- NUTTIGE WENKEN. Wanneer een ijspudding niet goed uit den vorm wil, moet men hem heel even in lauw water houden of den vorm eenige minuten open laten staan. Tevens moet men er om denken den vorm voor het gebruik met koud water om te spoelen

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 4