De Sprookjesstad Jehol.
m
De geschiedenis van den
Zomertijd.
Zomerverblijf der vroegere
Chineesche keizers.
De dood der grillige favoriete van keizer Hsoen Tsoeng, die in het
jaar 756 stierf onder de pijlen van haar vijanden. Naar een schilde
rij van Edmund Dulac.
Een beroemde vrouw, die velen onzer
lezers zich nog zullen herinneren, was
de keizerin-weduwe Tsoe Hsi, wier le
ven ten nauwste aan de stad Jehol was
verbonden. Zij kreeg haar kans, toen in
1860 de Franschen en Engelschen Chi
na binnenvielen en haar echtgenoot
Hsien Fëng zich uit wanhoop ophing.
Joeng Loe, het hoofd der paleisgarde,
die haar verloofde was voordat zij ge
dwongen werd om de keizerlijke harem
binnen te treden, werd door haar met
1000 man naar Jehol gezonden, in
naam om de keizerlijke begrafenisstoet
te beschermen, doch in werkelijkheid
om haar de macht in handen te spelen*
o.a. door dep premier Soe Sjoen, die te
gen haar intrigeerde, onschadelijk te
maken. Als de moeder van keizer Toeng
Sjie is deze merkwaardige vrouw een
halve eeuw lang de eigenlijke heer-
scheres van China geweest.
In 1784 deed Benjaman Fran klin het idèe aan de hand.
GEWEIGERDE LIEFDE EN
- MACHTELOOZE KEIZERS,
door
L. Hawler.
Op Jehol valt den laatsten tijd wel de
aandacht. Eerst werden wij dagelijks op
deze provincie attent gemaakt tijdens
haar verovering door de Japanners, en
nu de wereldtentoonstelling te Chicago
geopend is, bereiken ons van daaruit
enthousiaste beschrijvingen van den be
roemden gouden tempel, die daarvoor
nauwkeurig is nagemaakt. Waarom
iheeft men het steeds over Jehol, terwijl
het uitgestrekte Chineesche rijk zooveel
provincies telt? De reden is, dat er voor
tJiina vele historische herinneringen
aan de provincie Jehol zijn verbonden.
De afgelegen, geheimzinnige stad Jehol
was de zomerresidentie der Chineesche
kèizers. Het is een sprookjesachtig
mooie stad met een 10 K.M. lange weg.
waar zomerverblijven, paviljoens, tem
pels, parken, vijvers en mooie plekjes
'zich aaneenrijen. Ze droegen alle poë
tische namen; van vele zijn er interes
sante bijzonderheden vermeld in Sven
Hedin's boek: „Jehol: City of Empe-
rors", dat kort geleden te New York is
verschenen bij E. P. Dutton en Co. De
beroemde Zweedsche ontdekkingsreizi
ger heeft hierin zijn jongste reis be
schreven, welke allereerst werd onder
nomen om bovengenoemde copie van
den gouden tempel te verkrijgen. Deze
tempel staat in de Potala of afgesloten
tempelstad van Jehol en is steeds van
de grootste beteekenis geweest voor den
Boeddhistischen godsdienst. Bovendien
is bot een zeer schoon kunstwerk.
Het leven der Chineesche
keizers.
Het boek van Sven Hedin deelt ons
o.m. interessante bijzonderheden mee
omtrent de levenswijze der Chineesche
keizers. Wanneer wij hun moraliseeren-
de verhandelingen lezen, die velen hun
ner hebben geschreven om hun onder
danen te verbeteren, en daarnaast het
aantal van hun vrouwen vermeld zien.
denken wij als Europeanen aan schijn
heiligheid. Dit is echter onjuist; het gold
als geoorloofd en zelfs passend voor een
keizer om een groote harem te hebben
en daarin de mooiste meisjes van het
geheele land te verzamelen. Al naar
gelang van haar hooge geboorte en
schoonheid werden zij in zeventien
groepen verdeeld. Zij leefden steeds in
oen aantrekkelijke omgeving en verzorg
den haar uiterlijk met grooten zorg; zij
leefden in de hoop, de aandacht van
den keizer te trekken, terwijl de keizers
van hun kant het als een moreele ver
plichting beschouwden om geen hun-
per vrouwen geheel te verwaarloozen.
Wij zullen echter zien, dat ook voor
Chineesche keizers het onbereikbare
vaak dubbel aantrekkelijk is. Het feit.
Gat er één vrouw voor zulk een machtig
beerscher onbereikbaar kon zijn, is op
zichzelf reeds merkwaardig genoeg om
Gr even bij stil te staan.
De onverzoenlijke weduwe.
Keizer Tsjien Loevg, de kleinzoon
tVan Kang Hai, die Jehol heeft gesticht,
versloeg eens een Mohamedaansch
stamhoofd, Khozi Khan, die daarbij ge
dood werd. Zijn weduwe, Hsiang Fei,
wier schoonheid bekend was in geheel
Centraal-Azië en zelfs spreekwoordelijk
is geworden, vond een toevlucht bij den
sultan van Badaksjan. De keizer, die
slechts over haar had hooren spreken,
eischte haar echter op en bereikte zijn
doel ook, nadat hij den sultan tien paar
ringen van witte Hovansehe jade had
gezonden, een geschenk van onschat
bare waarde.
Nu werd Hsiang Fei naar Jehol ge-j
bracht met de grootst mogelijke zórg.
Haar ingewikkelde schoonheidsyerzor-i
ging werd mogelijk gemaakt ondanks de!
bezwaren van de reis, terwijl haar voed-1
sel volgens de eischen van den Moha-
medaanschen godsdienst werd toebe
reid. Toen zij in het zomerpaleis aan
kwam, en voor den keizer zou worden
geleid, was zij echter nog even onver
murwbaar. Zij keek den machtigen vorst
niet eens aan, doch bleef in zijn tegen
woordigheid steeds zwijgend schreien. 1
Haar woning stond in een prachtigeni
tuin en daar bracht zij haar dagen door|
Steeds kreeg de keizer ten antwoord,
dat zij op het oogenblik onvindbaar was
Eenmaal kwam hij haar kamer binnen,
doch zij hield zich, alsof zij hem niet
zag en tenslotte trok hij zich somber en
mismoedig terug. Een andere maal
trachtte hij haar aan te raken, doch zij
trok dadelijk een dolk en wilde hem doo-
den. Hij weerde de slag af, zoodat hij
slechts aan den arm was gewond. Dit
feit zou voldoende geweest zijn om
Hsiang Fei op de een of andere wreede
manier ter dood te brengen, doch de
keizer wilde daar niet van hooren en
behandelde het geheele geval als iets op-
beduidends.
Zijn ongelukkige liefde deed hem ech
ter de staatszaken verwaarloozen. Zoo
wel zijn moeder als zijn voornaamste
echtgenoote trachtten Hsiang Fei tot
andere gedachten te brengen, doch te
vergeefs. Zijn moeder besloot daarop,
een einde te maken aan den onhoudba-
ren toestand door Hsiang Fei in het ge
heim te laten wurgen. De keizer kon in
verband met de strenge etiquette zijn
moeder dit met geen woord verwijten,
maar hij is zijn leven lang om Hsiang
Fei blijven treuren en zijn prachtige
rnansoleum staat naast haar eenvou
dige grafsteen.
Waar zelfs keizers falen...
Nog een ander geval van ongelukki
ge liefde is van een Ghineesch keizer be
kend geworden. Keizer Tsja Tsjing was
een groot kunstliefhebber en wilde in
een park te Jehol een duplicaat laten
bouwen van de spiegelkiosk te Hsihoe.
Dit was inderdaad een fraai gebouw
met glazen dakpannen, kristallen pila-
laren en wanden, die waren ingelegd met
duizenden kleine spiegeltjes, waardoor
het licht in alle richtingen werd weer
kaatst. Voor het verlangde werk werden
de bekwame Wang Sen en zijn vrouw
de aangewezen personen geacht; zij
werden daarom met een model van de
kiosk in tegenwoordigheid van den
vorst toegelaten. Deze werd dadelijk ge
troffen door de schoonheid der vrouw.
Tien maanden lang trachtte hij haar
gunst te winnen, maar nog steeds kon
zij aan haar man schrijven, dat zij hem
trouw wsm gebleven. Eindelijk verdronk
zij zich, geen uitweg meer ziende. De
ongelukkige Wang Sen maakte daarop
eveneens een einde aan zijn leven. Kei
zer Tsja Tsjing was sindsdien ontroost
baar en kwijnde langzaam'weg.
Er is nog een liefdesgeschiedenis be
kend, die ongelukkig eindigde, zij het op
andere wijze. Dezelfde keizer Tsjien
Loeng, die zoo ontroostbaar was over
Hsiang Fei, had voor zijn troonbestij
ging liefde opgevat voor Ma Chia, een
mooi meisje uit den keizerlijken harem
Op zekeren dag kwam hij bij haar, ter
wijl haar slavinnen bezig waren met het
opmaken van haar haar. Hij beduidde
de meisjes, zijn aanwezigheid niet te
verraden, liep van achteren op haar toe
en bedekte haar oogen met dè handen.
De verschrikte Ma Chia sloeg omhoog
met een kam, die zij in de hand had, en
verwondde den troonopvolger daarmee
bloedend aan het vo:orhoofd. Zijn moe
der liet haar daarom gèeselen en wur
gen, zooals zij later Hsiang Fei liet wur
gen. Ook ditmaal stond haar zoon mach
teloos, maar hij begaf zich naar de
plaats der terechtstelling, waar Ma
Chia stond met een touw om haar hals,
reeds half gewurgd. Schreiend riep de
prins uit: „Ik ben schuldig aan je
dood." Toen beet hij zich in den vinger
en liet een druppel bloed in haar hals
vallen, waarbij hij zei: „In dit leven kan
ik niets voor je doen, maar kom tot mij
terug in je volgend bestaan. Dan zal ik
je met mijn leven mijn dankbaarheid
toonen. Als herkenningsteeken zul je
deze roode vlek op je hals hebben." Zoo
stierf Ma Chia met tranen van dank
baarheid in de oogen.
Een onridderlijke daad.
Niet altijd waren de Chineesche vors
ten echter zoo ridderlijk. De lichtzinni
ge keizer Hsoean Tsoeng liet zich geheel
door een vrouw beheerschen, maar toen
het verzet tegen haar grillen te groote
afmetingen aannam, liet hij haar naar
buiten gaan op een balcon ten aan-
schouwe van haar vijanden, die haar
met hun pijlen doodden.
Doch eerst In de 20ste eeuw werd
het algemeen toegepast.
door
dr. E. Larsen.
Vijf jaar voor het uitbreken van de
Fransche revolutie publiceerde Benja
min Franklin in een Parijsch tijdschrift
een artikel, dat allerwegen de lachlust
opwekte, omdat het een voor dien tijd
absurd denkbeeld propageerde en in 't
geheel niet binnen de officieele taak van
den schrijver thuishoorde.
Benjamin Franklin, de eerste gezant
van de om hun onafhankelijkheid strij
dende Vereenigde Staten van Noord
Amerika was naar Frankrijk gekomen
om gebruik te maken van de aldaar
heerschende anti-Engelsche stemming,
en vrienden te werven voor de nieuwe
republiek, was het type van een politi
cus, die zich het liefste met andere din
gen bezighield. Als natuurkundige, uit
vinder van den bliksemafleider, en mo-
raliseerende schrijver slaagde de oude
Franklin er in even groote bekendheid
te verwerven als hij dit als diplomaat
bezat.
Maar wat hij den Franschen in 1874
voorsloeg kon men niet ernstig opvat
ten. Franklin spoorde er n.1. toe aan in
den zomer alle uurwijzers een uur
vooruit te zetten om langer van het dag
licht te kunnen profiteeren. Hij liet zijn
voorstel vergezeld gaan van een nauw
keurige calculatie en berekende de be
sparing over een enkelen zomer voor
Parijs alleen al op de fantastische som
van 100 millioen francs a 50 centen! De
Parijzenaars lachten over het idèe fixe
van den ouden heer Franklin en namen
het voor kennisgeving aan.
Het Frankrijk dier dagen heeft de ge
nialiteit van het idee van Franklin niet
begrepen. Het bedoelde niets anders dan
de door de eeuwen geheiligde traditie
van de menschelijke tijdsindeeling met
een slag op te heffen, de dictatuur van
den tijd te onderbreken en de bewoners
der aarde de zomerscke gunst van de
zon zestig minuten langer te laten ge
nieten. Het gold hier de menschen in
hun eigen bestwil te helpen. „Wij men
schen", zei Franklin, „hebben zelf de
dagindeeling gemaakt en zouden wij
daarom niet in staat zijn haar nu aan
onze moderne behoeften aan te passen?
Honderd jaar heeft men de gedachte
van den zomertijd vergeten. In den zo
mer van 1892 deed Kaapland een
schuchtere poging evenwicht te brengen
tusschen dagindeeling en den loop van
de zon. De klok werd 16 minuten en in
1903 nog eens 30 minuten vooruitgezet.
In 1895 zette men in Queensland de
klok 20 minuten vooruit.
In 1907 maakte de zomertijd een
punt van bespreking uit in het Engél-
sche Lagerhuis. De afgevaardigde Wil-
liam Willet legde het huis een brochure
voor, die ver buiten de grenzen van het
Britsche Rijk opzien baarde en de basis
v.erd van de „Sunlight Saving Bill", de
wet op den zomertijd. De wet werd in
liet Lagerhuis aangenomen. Maar voor
dat de wet ter bekrachtiging naar het
Hoogerhuis ging, schreef een Londen-
sche krant humoristisch: „De electrici-
teits- en gasondernemingen hebben on
ze volle en eerbiedige sympathie. Zij
zullen voor een goede zaak moeten lij
den. Maar als wij verstandige menschen
zijn nemen wij het plan van Willet aan.
Maar het Hoogerhuis verwierp de wet,
doch overal was het denkbeeld in goede
aarde gevallen. In Cincinnatie voerde
men in 1909 den „langen middag" met
een tijdsverschuiving van één uur in. In
een Duitsch tijdschrift verscheen in dat
zelfde jaar een artikel „Aan den Zon
kant" getiteld, van prof. Dr. E. Engel,
den genialen zonderling, die o.a. de
spoorkaartjes uitvond, en zich in
Duitscliland opwierp als de vader van
den zomertijd. Maar hij zou nog tot
1916 moeten wachten alvorens de zo
mertijd een feit was geworden.
Intusschen is de zomertijd in de oor
logsjaren in de meeste Europeesche lan
den ingevoerd. Frankrijk volgde kort na
Duitschland. Ook Nederland is er in de
jaren mee begonnen en heeft den zo
mertijd ondanks den tegenstand uit
landbouw kringen, tot op den huidigen
dag gehandhaafd.
De Europeesche landen, die thans
den zomertijd voeren zijn: Frankrijk,
Engeland, Nederland. België, Zweden,-
doorwegen, Denemarken, Hongarije en
Italië. Ook in Sovjet-Rusland kent men
den zomertijd. In 1918 besloot men daar
de klok twee uur vooruit te zetten. In
Amerika dateert de zomertijd van 1922.
Op liet oogenblik is men in Duitsch
land doende den zomertijd weer in te
voeren als een onderdeel van het plan
voor nationalen opbouw. De bezwaren*
die men er destijds tegen aanvoerde zijn
verflauwd en de droeve noodzaak ge
biedt ook daar tot groote bezuinigingen.
Détail van een oude Chineesche kaurt van Jeholwaarop „hel eiland der vervulde wenschen" en andere
zomervm blijven vm Chineesche keizere zijn aa ngegeven.