Rail contra luchtband.
De overheid als rem van den
vooruitgang.
De overheid, op welke wijze zij zich
manifesteert, wat zij doet, of wat zij
laat, altijd is zij aan den behoudenden
kant. Het zal wel moeilijk anders kunnen,
omdat de overheid in zekeren zin de
maatschappelijk# stroomingen volgt «a
niet voorafgaat, de dingen eerst in zich
laat bezinken, alvorens er zich mee in
te laten. Dit is geen geringschattend
oordeel, het is slechts een feit constatee-
ren. De overheid is de uitkomst van de
geaardheid van een volk, nooit geeft zij
nieuwe wegen aan. Het is ook haar taak
niet.
Daarom komt het ook, dat de over
heid voortdurend in botsing komt met
nieuwe ideeën, nieuwe stroomingen,
nieuwe uitvindingen. De overheid, die de
consolidatie is van alles, wat er in een
volk leeft, moet een zekere terughou
dendheid in acht nemen, zij moet zorgen
voor hechtheid, ervoor waken, dat er
ontbinding in het leven van de gemeen
schap intreedt.
De geschiedenis levert het bewijs voor
deze stellingen, die zoowel politieke, als
zuiver technische vraagstukken betref
fen. In Nederland nu, springt het vooral
de laatste jaren in het oog, dat de over
heid, staat en gemeente, ouden onder
nemingen, die door de voortschrijding
van de techniek dreigen ten onder te
gaan, de hand boven het hoofd houdt en
*e zelfs met overheidsgelden steunt. Dui
delijk valt dit op bij het spoor-, meer
nog bij het trambedrijf, middelen van
vervoer, die voor een groot gedeelte niet
meer de behoefte van den modernen
mensch, voor wien tijd geld is, kunnen
bevredigen.
Wat zien wij nu gebeuren? Dat de
overheid het gezond groeiend bedrijf als
het benzine-motor-verkeer is, alle moge
lijke moeite veroorzaakt, de meest zwa
re lasten oplegt en in een keurslijf van
wetsbepalingen wringt, die den bloei van
dit bedrijf zooveel mogelijk moeten te
genhouden, En als dit alles nu geschiedde
uit een oogpunt van algemeen belang,
dan zouden wij ons er tenslotte als re
delijke menschen bij neer kunnen leggen.
Maar de tegenwerking, die het autover
keer. of het nu menschen of goederen
vervoert, ondervindt, schijnt alleen ge
boren te zijn uit de overweging, dat de
spoor- en tramwegen, die langzamerhand
veel kapitaal hebben opgeslokt, vóór
alles in stand moeten worden gehouden.
Er is een tijd geweest, nu al weer
vele tientallen jaren geleden, dat ook den
spoor- en tramwegen allerlei moeilijkhe
den in den weg werden gelegd. Dat was
in de dagen, dat particuliere ondernemin
gen zonder staatssubsidie spoor- en tram
wegen gingen aanleggen en slechts na
langdurige en moeizame onderhandelin
gen concessies wisten te veroveren.
Maar langzamerhand veranderden de
particuliere ondernemingen in geheele of
halve overheidsinstellingen en bijna ge
lijktijdig met dezen overgang wierpen
deze bedrijven geen winsten meer af,
maar leverden verliezen op, die de Rijks
schatkist of de gemeentekas moest
dragen
On enkele, weinige, uitzonderingen
n... s het spc r- en trambedrijf in Ne
derland noodlijdend. Ondanks verbete
ringen. verhoogde snelheden, in enkele,
echter lang niet alle, gevallen, verlaag
de tarieven en een uitgebreide reclame
blijkt het vervoer met deze ondernemin
gen voortdurend achteruit te gaan. Het
publiek maakt steeds minder van deze
middelen van vervoer gebruik, omdat
het gemakkelijker, goedkooper en snel
ler van de automobiel gebruik kan ma
ken. Ook het vrachtauto-vervoer heeft
een groot gedeelte van het vrachtver
voer. dat vroeger in handen was van
spoor en beurtschipper tot zich weten
te trekken. Ook alweer begrijpelijk. Met
de. vrachtauto gaan de te vervoeren
stukken van plaats van verzending naar
plaats van bestemming zonder over
lading.
Het taxi-bedrijf in Nederland heeft
Zich vooral de laatste maanden buiten
gewoon snel ontwikkeld. Tot zelfs in de
kleinste plaatsen van ons land zijn de
taxi-ondernemingen doorgedrongen.
Maar wat gebeurt er in de groote ste
den? De ondernemingen, die taxi'- in het
verkeer willen brengen, lnijvien dit
slechts doen onder zeer beperkte om
standigheden. Aan slechts enkele onder
nemingen in de steden is het toegestaan
op straat passagiers op te nemen. Maar
het grootste gedeelte der taxi-onderne
mingen mag slechts passagiers gaan af
halen op telefonische bestellingen. Wie
in groote plaatsen in het buitenland is
geweest, zal het opgevallen zijn, dat
daar de taxi's voortdurend rijden en
slechts zelden in garages of op vaste
standplaatsen vertoeven. Men behoeft
daar over het algemeen slechts een paar
seconden aan den weg te staan en een
teeken te geven en een voorbijrijdende
taxi neemt U gaarne op. Niet zoo is
het in Nederland gesteld. Daar moet
men of naar een telefoon loopen of naar
een standplaats, die dikwijls vele hon
derden meters weg is, om een taxi te
bemachtigen.
De politieverordeningen in vele steden
verbieden het „snorren". Is het een al
gemeen belang, dat het „snorren" ver
boden is? Geenszins. Het is in het be
lang van het moderne publiek, dat er
zooveel mogelijk taxi's op den weg zijn,
taxi's, die goed rijden, die een betrouw
baren taxi-meter bezitten en goedkoop
zijn. Is daarvoor nu een snorverbod noo-
dig? Neen, de schoen wringt ergens
ders. De taxi's, die ondanks het snor
verbod onze straten bevolken, worden
een geduchte concurrent voor de tram,
die daarenboven een rlj-in-den-weg in
de over het algemeen nauwe straten
wordt. In enkele plaatsen in het buiten
land heeft men de tram al weggehaald
en er autobussen voor in de plaats ge
steld. In Nederland denkt men hieraan
voorloopig nog niet De tram blijft de
despoot van den weg.
Voorloopig zal het geschrijf tegen de
millioenen verzwelgende verkeersmidde
len van de overheid nog geen succes
hebben, maar eens, en misschien spoedi
ger dan men denkt, zal de tijd komen,
dat de rails den weg zullen moeten ruimen
voor den luchtband, zooals eens het pe
troleumlicht voor het gaslicht en dat op
zijn beurt voor het electrisch licht is
moeten wijken. Maar voor het zoover is,
zullen nog millioenen door de belasting
betalers moeten worden opgebracht om
noodlijdende en tot ondergang gedoem
de bedrijven te steunen.
dadelijk, dat van een gewapend conflict
tusschen Moskou en Rome moeilijk spra
ke kan zijn. De landen grenzen niet aan
een, de zeeën, die Rusland en Italië be
heerschen (of begeeren te beheerschen,
zijn niet dezelfde. Bolsjewisme en Fas
cisme behoeven dus in Rusland en
Italië niets van elkaar te vreezen. Hóóg
en vèr boven ieder politiek belang van
het verdrag staat de economische belan
gensfeer van beide landen.
Italië is nu eenmaal een land arm aan
grondstoffen. Voor den komenden oor
log, die Genève ten spijt onver
mijdelijk te eeniger tijd zal uitbarsten,
heeft Italië voor de vloot dringend be-
hoefte aan petroleum, benzine en alle
bijproducten daarvan. Bij een gewapend
conflict van Italië met b.v, Frankrijk,
met b.v. Engeland, met noem maar welk
land men mocht begeeren, zijn de toe
gangswezen naar Italië gemakkelijk af
te sluiten. Rusland kan dan blijven leve
ren, hetgeen voor Italië onontbeerlijk is:
benzine, stookolie voor de Italiaansche
vloot!
Bij dat voordeel zinken de handels
betrekkingen tusschen Rusland en Italië
volkomen in het niet, want in de maan-
Het grootste vlot ter wereld, dat meer dan 300 meter lang is en bestaat uit
reusachtige, door kettingen verbonden boomstammen, werd langs de Columbia-
rivier in Amerika vervoerd.
B' 'tenlandsch Overzicht.
Mussolini en Potemkin fee ken
den te Rome het Russisch-Itali-
aansch vriendschapsverdrag.
Wat is van dit verdrag de betee-
kenis? Petroleum, benzine en
stookolie voor de Italiaansche
vloot! Bolsjewisme en Fascis
me hebben elkaar wonden.
Jann consolideert de in het Verre
Oosten behaalde voordeelen.
Nieuwe alleen strategisch belang
rijke spoorwegen in Mantsjoekwo
op komst. Bandieten doorkrui
st Noord-China. Japan zal de
orde wel herstellen. De mach-
t loosheid van den Volken* -d
gedemonstreerd.
Zaterdag, 2 September 1933, kon wel
eens een dag van groote geschiedkun
dige beteekenis worden in de boekjes
voor de Russische en Italiaansche scho
len, waaruit den jongen Russen en Ita
lianen zal worden geleerd op welke data
groote gebeurtenissen, van ontzettend
gewicht voor de Russische en Italiaan
sche geschiedenis, hebben plaats gevon
den. Want op dien dag teekenden te
Rome de almachtige „Duce", Mussolini,
en de ambassadeur voor Rusland bij het
Quirinaal, Potemkin, het verdrag van
vriendschap, non-agressie en onzijdigheid
tusschen het imperialistische Italië en het
communistische Rusland.
Wat is van dit verdrag de beteekenis?
Na een bevestiging van de bestaande
vriendschappelijke betrekking tusschen
Rusland en Italië, de bevordering van
den algemeenen vrede, het waarborgen
van het recht voor eigen binnenlandsche
aangelegenheden te mogen zorgen, be
vat het verdrag de verplichting van
ieder der beide contracteerende partijen
in geen enkel geschil, dat tusschen par
tijen mocht ontstaan, tot oorlog, ter op
lossing van dat geschil, te zullen over
gaan. Bij mogelijke conflicten van een
der landen met een derde mogendheid,
zal het andere land de onzijdigheid blij
ven bewaren. Is een der landen door een
derde mogendheid aangevallen, dan zal
het andere land het nu te Rome onder-
teekende verdrag handhaven. Maar valt,
hetzij Rusland, hetzij Italië een derde
mogendheid aan, dan is, óf Italië, óf
Rusland, dadelijk bevoegd het verdrag
op te zeggen. In de laatste artikelen
waarborgen de beide landen elkaar
iedere economische achterstelling bij an
dere staten. Dat is, in gewone mensche-
lijk begrijpelijke taal overgezet, de fei
telijke inhoud van het mans geteebeade
verdrag.
Maar de eigenlijke beteekenis gaat
vèr boven dit alles uit. Want de geheele
Russische en Italiaansche pers is het
over één ding tenminste roerend eens,
dat tot den dag van Zaterdag, 2 Sep
tember 1933, Rusland met geen enkel
Eurroeeschen staat een dergelijk vér
strekkend verdrag heeft willen (of kun
nen?) sluiten.
Het is onze persoonlijke meening, dat
politiek belang aan dit verdrag niet ten
grondslag ligt. Want wie de kaart van
Europa zich even indenkt, begrijpt al
den Januari, Februari en Maart van dit
jaar voerde Rusland naar Italië uit voor
niet meer dan ruim 11 millioen Roebel,
exporteerde Italië slechts voor ruim 9
millioen Roebel naar Rusland.
Bolsjewisme en Fascisme hebben el
kaar gevonden, omdat beide zijn loten
van één stam: de Staat alles; het .indi
vidu niets!
Of men nu eens eindelijk op het rlein
te 's-Gravenhage wakker zal worden en
beginnen te begrijpen, dat Nederland
met zijn niet-erkenning van Sovjet-Rus
land ten slotte achter het net zal vis-
schen? De bestaande en algemeene er
kende mentaliteit en tegenzin van Jhr
van Karnebeek en Jhr. Beelaerts van
Blokland deed het ergste vreezen. Maar
zal nu eindelijk eens Jhr. de Graeff
waarachtig staatsmansinzicht toonen en
domme eigenzinnige koppigheid laten
varen?
In het Verre Oosten consolideert Ja
pan verder rustig de behaalde voordee
len in Mantsjoerijë.
Twee dagen lang hebben te Dairen
400 leidende Japansche en Mantjoerij-
sche zakenlieden geheime onderhandelin
gen gevoerd, die nu hun beslag hebben
gekregen, met als resultaat een Japansch-
Mantsjoerijsche handelsovereenkomst,
waardoor de economische samenwerking
tusschen Japan en Mantsjoerijë, gelijk
tusschen Japan en Mantsjoekwo, is be
krachtigd. Mocht nu de Volkenbond nog
eens een nieuwe nota aan Japan willen
sturen, dan zal men dat „vodje papier'
wel naast de andere nota's, die uit Ge
nève naar Tokio zijn verzonden, neer
leggen. Het kan een aardig dossier wor
den, waaruit de feitelijke machteloosheid
van de Geneefsche heeren - bedenkelijk
om den hoek komt gluren.
Japan heeft nu steun toegezegd voor
de uitbreiding van de katoen- en wol
nijverheid in Mantsjoerijë, evenals
Mantsjoerijë nu verzekerd is van den
uitvoer van tal van grondstoffen, zooals
ijzer, hout en steenkool naar Japan.
Tegelijkertijd heeft de Japansche re
geering met de Mantsjoerijsche regee
ring onderhandeld over het aanleggen
van nieuwe spoorwegen in Mantsjoek
wo. Japan verkrijgt het recht nieuwe lij
nen aan te leggen, die naar de Mongool-
sche en Russische grenzen voeren, waar
van natuurlijk het strategisch belang
voorloopig heel wat grooter zal zijn dan
het mogelijke handelsbelang, dat deze
spoorwegen in een nog onzekere toe
komst zullen kunnen dienen. Binnen niet
te langen tijd zal de nieuw te benoemen
Japansche gezant bij de regeering van
Mantsjoekwo het concept-verdrag ko
men onderteekenen en Rusland zal dan
in het Verre Oosten het nakijken hebben.
De gele broeders hebben elkaar gevon
den Moskou ten spijt!
Nog een ander bericht uit het Verre
Oosten is voor Japan van het allergroot
ste belang. Bij het wapenstilstandsver
drag tusschen Japan en China was een
breede strook grondgebied gedemilitari
seerd. Op dat gebied mochten geen Ja
pansche en geen Chineesche troepen
voor de handhaving van de orde zorg
dragen. Nu hebben benden ontslagen
soldaten en totaal verarmde boeren uit
dat gebied Zich tot groepen bandieten
verzameld, die het gebied ten Zuiden
van den Grooten Chineeschen Muur
doorkruisen en al plunderend en roo-
vend, moordend en brandend, de bevol
king tot wanhoop voeren, zoodat het
geheele uitgestrekte gebied ten Westen
van de rivier Loean met algeheelen on
dergang wordt bedreigd.
Voor Japan is dit een klontje uit de
pap. Want wie kan straks daar beter
de orde herstellen dan Japan, dat eigen
leger goed in de hand heeft, wat van
de Chineesche legers allerminst kan
gezegd?
Met een beetje succes moet dan de
Volkenbond aar Japan nog gaan vragen
zoo goed te willen zijn voor de hand
having van de orde in dat gebied ten
Zuiden van den Grooten Chineeschen
Muur te willen zorg dragen, waarop
Tapan wel zoo vriendelijk zal zijn aan
dat verzoek gevolg te geven. En mocht
Genève er voor passen zich zoover voor
Japan te vernederen, och, dan is dat ook
al niet zoo heel erg. Want dan neemt
Tapan de zaak zelf in handen en regelt
ordent naar het goedvinden van
Tokio. Maar dan uiteraard in zuiver
Tapanschen geest.
Waarop Japan wel zal verklaren, dat
het in het welbeqrepen eigen belang van
dat gebied is, dat Japan er zich blijvend
vestigt. Waarop de Volkenbond een
commissie en een nota stuurt; de com
missie ontvangt Japan met allen voor
den Volkenbond verschuldigden eerbied
de nota verzinkt in het stof der ar
chieven van Buitenlandsche Zaken te
Tokio.
Voor Japan een nieuw succes en voor
den Volkenbond een goede gelegenheid
zich wederom belachelijk te maken en
eigen onmacht voor de geheele wereld
ten toon te spreiden!
WEEKPRAATJE.
GOEDHEID.
Als iemand, die ons zeer na staat,
sterft, als we zelf ernstig ziek worden,
als wij tegenslag in zaken ondervinder,
of op andere wijze materieele verliezen
lijden, dan gevoelen wij ons verongelijkt
onrechtmatig door het noodlot behan
deld. Voelen wij ons eenzaam, zijn wij
met onze positie of ons beroep niet te
vreden, moeten wij zonder vooruitzicht
op betere omstandigheden verder wer
ken, dan komt wel eens de gedachte aan
onze ziel knagen, wat toch eigenlijk wei
de zin van ons bestaan is.
Als wij ons zorgen maken over ons
levensonderhoud, als wij ons niet altijd
vermaak kunnen gunnen, als wij tever
geefs wachten op erkenning van ons
werk, dan hebben wij de neiging tegen
de bestaande eeuwige wetten op te tor
nen. Niet in de eerste plaats beginnen
wij met ons zelf te onderzoeken, de fou
ten, die van deze tegenslagen de oor
zaak zijn bij ons zelf te zoeken. Wie
houdt zichzelf niet voor veel beter en
waardevoller dan duizend anderen, maar
ondanks dat gaat het hem juist bijzonder
slecht.
Men heeft er natuurlijk niets tegen,
dat de boozen lijden, maar juist diege
nen, die men daartoe rekent, wordt het
geluk als het ware in den schoot gewor
pen. Wie kan deze onrechtvaardigheid
verdragen!
Ja, zoo zijn we. Als wij de menschen
in goede en booze schepselen indeelen,
rekenen we ons zelf steeds tot de goeden
en verwachten dienovereenkomstig ook
een bijzondere belooning van het leven.
Het komt niet in onze kraam te pas, dat
de zon zonder uitzondering alle men
schen vriendelijk beschijnt en wij doen
al het mogelijke deze overdreven onpar
tijdigheid zooveel mogelijk te niet te
doen. Wie wij eenmaal tot de boozen
meenen te moeten rekenen, hebben wij
voor altijd geschrapt uit de lijst van hen,
die op eenige waardeering mogen reke
nen. Wij kennen slechts zeer boozen en
zeer goeden.
Maar kan een mensch wel werkelijk
zéér goed zijn? Is het niet een verschrik
kelijk© aanmatiging, hoog op te geven
over eigen goedheid? Onderscheiden wij
ons van diegenen, waarop wij minach
tend neerkijken, niet alleen daardoor, dat
wij onze fouten beter weten te verber
gen? Dan hebben wij ook geen recht
ons over anderen, die niet zoo goed hun
slechte eigenschappen kunnen verbloe
men, te beklagen.
Ja, wel hebben we zoo nu en dan het
gevoel, dat wij blij moeten zijn, dat an
dere menschen ons, ondanks onze onvol
komenheid, graag mogen lijden. Soms
voelen we ons verlegen onder deze, in
al te goed vertrouwen geschonken ge
negenheid. Maar het beste kunnen we ei
misschien van leeren, dat het niet aan
de menschen staat goed en kwaad in
anderen te beoordeelen. Laten we be
ginnen eerst onze eigen fouten te ver
beteren, ook als we in eerlijke overtui
ging meenen, dat we al het goede be
trachten en nooit deze zelf-wetenschap
uit te bazuinen. Want dan zou er weer
wat aan die goedheid ontbreken...
W.
Binnenlandsch Overzicht.
Het 35-jarig regeeringsjubileum
van onze Koningin. De 29ste
jaarbeurs onder optimistische ver
wachtingen geopend. -Twee
revolverdrama's. Nog steeds
valsche munterij. Hoe de Ne-
derlandsche regeering over den
boycot van Duitsche goederen
denkt.
De hoofdstad van ons land geniet het
voorrecht de Koningin als gast in haar
midden te mogen ontvangen. En de oude
koopmanstad aan het ij heeft onze
Vorstin op een waarlijk bijzonder har
telijke wijze ontvangen. Het bezoek had
dit jaar dan ook een buitengewoon ka
rakter. 6 September was het 35 jaar
geleden, dat Koningin Wilhelmina de
regeering aanvaardde ook in de hoofd
stad des lands. Wij willen op deze
plaats niet nogmaals de beteekenis van
het huis van Oranje uiteenzetten, doch
enkel melding maken van de aardige at
tentie, waarmee de Amsterdamsche be
volking onze Koningin heeft verrast. Op
den dag van Haar aankomst, was het
paleis op den Dam als het ware in een
bloemententoonstelling herschapen. Tot
avonds toe werden niet minder dan
1800 bloemstukken bezorgd, bloemstuk
ken afkomstig uit alle lagen der bevol
king. Er waren prachtig opgemaakte
kunstwerken, door bloemenmagazijnen
van reputatie verzorgd, maar er waren
ook heel eenvoudige ruikers, afkomstig
van kleine stadstuintjes, doch met een
groote liefde voor de Koningin gerang
schikt, er waren bloemen van rijk en
arm.
Men zegt wel eens, dat het Neder-
landsche volk een koel volk is, maar
legt deze bloemenhulde geen getuigenis
af van een warme aanhankelijkheidsbe
tuiging, die méér indruk maakt dan het
luidruchtigste hoera-geroep! Zoo weet
het Nederlandsche volk een vijf en der
tigjarige herinnering bloeiend te laten
herleven!
ONZE PORTRETTENGALERIJ
Eduard Herriot, de vroegere Fran-
sche minister-president, vertoeft op
het oogenblik te Moskou voor hef
houden van politieke besprekingen.
ons economisch leven, wat wij thans om
ons heen zien, geen beeld van zwakte,
geen beeld van een uitgeputte maat
schappij geeft, maar ons een bedrijfs
leven toont, dat bezig is zich te her
stellen.
Hopen we slechts, dat de optimistische
verwachtingen van den heer Graadt van
Roggen door de werkelijkheid beant
woord worden.
Wij hebben al eens eerder opgemerkt,
dat het hanteeren van schietwapens met
de bedoeling iemand van het leven te
berooven ook in Nederland helaas ge
makkelijker schijnt te gaan dan vroeger,
toen niet iedereen in het bezit van een
revolver kon zijn. Ondanks scherper toe
zicht op het verboden dragen van wa
penen, blijken nog steeds talloozen met I
zulk een moordtuig in den zak te loopen,
z.g. om zich tegen aanvallen van po-
litiek-vijandigen te kunnen verweren.
Deze week zijn er twee van die schiet-
drama's binnen onze grenzen gebeurd,
een met doodelijken afloop en een, waar
bij een viertal ernstige gewonden zijn
te betreuren.
Het eerste drama speelde zich te
Woerden af. Daar schoot een bedrijfs
leider zijn directeur dood. De dessous
van deze zaak zijn uitermate ontstellend
en werpen een schril beeld op de zeden
van de moderne samenleving. Zonder
op de bijzonderheden van deze onver
kwikkelijke geschiedenis in te gaan en
een staaltje van schandaaljournalisiiek te
geven, waartoe ook in Nederland kran
ten bereid zij-n die te leveren," willen wij
wel zeggen, dat het betrof een uiting
van jalouzie jegens iemand van het
vrouwelijke dienstpersoneel van den ver
moorde. De moordenaar was lid van een
nationaal-socialistische partij en droeg
uit dien hoofde een scherp geladen re
volver bij zich.
Een gebeurtenis in de Nederlandsche
zakenwereld blijven de halfjaarlijks te-
rugkeerende jaarbeurzen. Dinsdag is de
najaarsbeurs geopend, de 29ste Konink- j Het tweede revolverdrama geschiedde
lijke Nederlandsche jaarbeurs. De als I Dinsdag in de raadszaal van Muiden.
altijd volijverige secretaris van deze in
stelling, de heer W. Graadt van Rog
gen heeft in zijn gebruikelijke inleiding
voor de pers verklaard, dat het nog
lang geen ideaal weer en vaarwater
voor de negendaagsche jaarbeursreis is.
De deelnemers en bezoekers zullen flink
de handen uit de mouwen moeten steken
en met intelligent zeemanschap tegen
den wind op hebben te navigeeren.
Maar in het aanpakken en aanpassen
heeft ons bedrijfsleven in de laatste ja
ren de hoogere zeevaartschool door-
loopen!
De 29ste jaarbeurs kan met goeden
moed uitvaren. Volgens de heer Graadt
van Roggen heerscht er onder de zaken-
menschen, waarmee hij te doen kreeg,
een betere stemming er is meer hoop.
welke verschijnselen hun verklaring vin
den in zakelijke factoren, die op verbete
ring van den economischen toestand wij
zen en in hoofdzaak tot twee factoren
herleid kunnen worden: een iets grootere
activiteit en iets grootere stabiliteit.
Aan het slot van zijn uiteenzetting
aan de pers zei de heer Graadt van
Roggen, dat ondanks het lage peil van
,V.
Wat ons In een komenden oorlog te wachten staal. Het Amerikaansche vliegtuig
moederschip „Lexington" met 70 legervliegtuigen aan boord op manoeuvre aan
de kust bij San Francfeco»
Na afloop van de raadszitting, waarin
besprekingen waren gehouden over het
Muiderstrand verliet ook o.a. de foto
graaf Ibelinks uit Muiderberg, een alf
weerbarstig bekend staand mensch dc
publieke tribune. Plotseling, zondet
eenige aanleiding, schoot Ibelinks op
den voor hem de trap afloopenden heer
Vet, die de zitting als bezoeker had bij
gewoond. Na dezen aanslag -en de de
fotograaf naar de raadszaal, waar hij
een drietal schoten loste, tengevolge
waarvan Burgemeester De Raad, Wet
houder Hottentot en de bezoeker De
Beus ernstig gewond werden. Na een
hevige worsteling gelukte het aan het
toegeschoten publiek den fotograaf te
overmeesteren. De man, die den aanslag
pleegde en klaarblijkelijk tot deze daad
gekomen is, omdat hij zich door B. en W.
al jarenlang achteruit gesteld voelde,
werd door het publiek aan de mare
chaussee overgegeven, die hem heeft
overgebracht naar de Marechaussee-ka
zerne te Amsterdam.
De valsche' munters blijven aan het
werk! Mag de politie er al in slagen
valsche munterijen te ontdekken en on
schadelijk te maken, krijgen de gesnapte
valsche munters hooge straffen, dit alles
schijnt niet te beletten, dat er steeds
weer nieuwe lieden aan den slag gaan
om valsche guldens of rijksdaalders te
vervaardigen. Nu weer heeft de ge
meentepolitie te Alblasserdam in samen
werking met de marechaussee te Papen-
drecht een 34-jarigen metselaar gearres
teerd, die er van verdacht weed valsche
rijksdaalders te hebben vervaardigd en
uitgegeven. De man heeft een volledige
bekentenis afgelegd. De valsche rijks
daalders werden te Alblasserdam en in
de gemeente Nieuw Lekkerland in om
loop gebracht.
Hoe onze regeering over de boycot
beweging tegen Duitschland dénkt, is
duidelijk gebleken uit de beantwoording
van door den heer Lovink over dit on
derwerp gestelde vragen. Zij keurt de
boycot vat» Duitsche goederen af, omdat
daardoor zoowel economische belangen
van Nederland als de goede betrekking
tot een bevriende natie zouden kunnen
worden geschaad. Rechtstreeksche maat
regelen tegen boycot van vreemde goe
deren liggen echter buiten het vermogen
der regeering.