Rail contra luchtband. De overheid als rem van den vooruitgang. De overheid, op welke wijze zij zich manifesteert, wat zij doet, of wat zij laat, altijd is zij aan den behoudenden kant. Het zal wel moeilijk anders kunnen, omdat de overheid in zekeren zin de maatschappelijk# stroomingen volgt «a niet voorafgaat, de dingen eerst in zich laat bezinken, alvorens er zich mee in te laten. Dit is geen geringschattend oordeel, het is slechts een feit constatee- ren. De overheid is de uitkomst van de geaardheid van een volk, nooit geeft zij nieuwe wegen aan. Het is ook haar taak niet. Daarom komt het ook, dat de over heid voortdurend in botsing komt met nieuwe ideeën, nieuwe stroomingen, nieuwe uitvindingen. De overheid, die de consolidatie is van alles, wat er in een volk leeft, moet een zekere terughou dendheid in acht nemen, zij moet zorgen voor hechtheid, ervoor waken, dat er ontbinding in het leven van de gemeen schap intreedt. De geschiedenis levert het bewijs voor deze stellingen, die zoowel politieke, als zuiver technische vraagstukken betref fen. In Nederland nu, springt het vooral de laatste jaren in het oog, dat de over heid, staat en gemeente, ouden onder nemingen, die door de voortschrijding van de techniek dreigen ten onder te gaan, de hand boven het hoofd houdt en *e zelfs met overheidsgelden steunt. Dui delijk valt dit op bij het spoor-, meer nog bij het trambedrijf, middelen van vervoer, die voor een groot gedeelte niet meer de behoefte van den modernen mensch, voor wien tijd geld is, kunnen bevredigen. Wat zien wij nu gebeuren? Dat de overheid het gezond groeiend bedrijf als het benzine-motor-verkeer is, alle moge lijke moeite veroorzaakt, de meest zwa re lasten oplegt en in een keurslijf van wetsbepalingen wringt, die den bloei van dit bedrijf zooveel mogelijk moeten te genhouden, En als dit alles nu geschiedde uit een oogpunt van algemeen belang, dan zouden wij ons er tenslotte als re delijke menschen bij neer kunnen leggen. Maar de tegenwerking, die het autover keer. of het nu menschen of goederen vervoert, ondervindt, schijnt alleen ge boren te zijn uit de overweging, dat de spoor- en tramwegen, die langzamerhand veel kapitaal hebben opgeslokt, vóór alles in stand moeten worden gehouden. Er is een tijd geweest, nu al weer vele tientallen jaren geleden, dat ook den spoor- en tramwegen allerlei moeilijkhe den in den weg werden gelegd. Dat was in de dagen, dat particuliere ondernemin gen zonder staatssubsidie spoor- en tram wegen gingen aanleggen en slechts na langdurige en moeizame onderhandelin gen concessies wisten te veroveren. Maar langzamerhand veranderden de particuliere ondernemingen in geheele of halve overheidsinstellingen en bijna ge lijktijdig met dezen overgang wierpen deze bedrijven geen winsten meer af, maar leverden verliezen op, die de Rijks schatkist of de gemeentekas moest dragen On enkele, weinige, uitzonderingen n... s het spc r- en trambedrijf in Ne derland noodlijdend. Ondanks verbete ringen. verhoogde snelheden, in enkele, echter lang niet alle, gevallen, verlaag de tarieven en een uitgebreide reclame blijkt het vervoer met deze ondernemin gen voortdurend achteruit te gaan. Het publiek maakt steeds minder van deze middelen van vervoer gebruik, omdat het gemakkelijker, goedkooper en snel ler van de automobiel gebruik kan ma ken. Ook het vrachtauto-vervoer heeft een groot gedeelte van het vrachtver voer. dat vroeger in handen was van spoor en beurtschipper tot zich weten te trekken. Ook alweer begrijpelijk. Met de. vrachtauto gaan de te vervoeren stukken van plaats van verzending naar plaats van bestemming zonder over lading. Het taxi-bedrijf in Nederland heeft Zich vooral de laatste maanden buiten gewoon snel ontwikkeld. Tot zelfs in de kleinste plaatsen van ons land zijn de taxi-ondernemingen doorgedrongen. Maar wat gebeurt er in de groote ste den? De ondernemingen, die taxi'- in het verkeer willen brengen, lnijvien dit slechts doen onder zeer beperkte om standigheden. Aan slechts enkele onder nemingen in de steden is het toegestaan op straat passagiers op te nemen. Maar het grootste gedeelte der taxi-onderne mingen mag slechts passagiers gaan af halen op telefonische bestellingen. Wie in groote plaatsen in het buitenland is geweest, zal het opgevallen zijn, dat daar de taxi's voortdurend rijden en slechts zelden in garages of op vaste standplaatsen vertoeven. Men behoeft daar over het algemeen slechts een paar seconden aan den weg te staan en een teeken te geven en een voorbijrijdende taxi neemt U gaarne op. Niet zoo is het in Nederland gesteld. Daar moet men of naar een telefoon loopen of naar een standplaats, die dikwijls vele hon derden meters weg is, om een taxi te bemachtigen. De politieverordeningen in vele steden verbieden het „snorren". Is het een al gemeen belang, dat het „snorren" ver boden is? Geenszins. Het is in het be lang van het moderne publiek, dat er zooveel mogelijk taxi's op den weg zijn, taxi's, die goed rijden, die een betrouw baren taxi-meter bezitten en goedkoop zijn. Is daarvoor nu een snorverbod noo- dig? Neen, de schoen wringt ergens ders. De taxi's, die ondanks het snor verbod onze straten bevolken, worden een geduchte concurrent voor de tram, die daarenboven een rlj-in-den-weg in de over het algemeen nauwe straten wordt. In enkele plaatsen in het buiten land heeft men de tram al weggehaald en er autobussen voor in de plaats ge steld. In Nederland denkt men hieraan voorloopig nog niet De tram blijft de despoot van den weg. Voorloopig zal het geschrijf tegen de millioenen verzwelgende verkeersmidde len van de overheid nog geen succes hebben, maar eens, en misschien spoedi ger dan men denkt, zal de tijd komen, dat de rails den weg zullen moeten ruimen voor den luchtband, zooals eens het pe troleumlicht voor het gaslicht en dat op zijn beurt voor het electrisch licht is moeten wijken. Maar voor het zoover is, zullen nog millioenen door de belasting betalers moeten worden opgebracht om noodlijdende en tot ondergang gedoem de bedrijven te steunen. dadelijk, dat van een gewapend conflict tusschen Moskou en Rome moeilijk spra ke kan zijn. De landen grenzen niet aan een, de zeeën, die Rusland en Italië be heerschen (of begeeren te beheerschen, zijn niet dezelfde. Bolsjewisme en Fas cisme behoeven dus in Rusland en Italië niets van elkaar te vreezen. Hóóg en vèr boven ieder politiek belang van het verdrag staat de economische belan gensfeer van beide landen. Italië is nu eenmaal een land arm aan grondstoffen. Voor den komenden oor log, die Genève ten spijt onver mijdelijk te eeniger tijd zal uitbarsten, heeft Italië voor de vloot dringend be- hoefte aan petroleum, benzine en alle bijproducten daarvan. Bij een gewapend conflict van Italië met b.v, Frankrijk, met b.v. Engeland, met noem maar welk land men mocht begeeren, zijn de toe gangswezen naar Italië gemakkelijk af te sluiten. Rusland kan dan blijven leve ren, hetgeen voor Italië onontbeerlijk is: benzine, stookolie voor de Italiaansche vloot! Bij dat voordeel zinken de handels betrekkingen tusschen Rusland en Italië volkomen in het niet, want in de maan- Het grootste vlot ter wereld, dat meer dan 300 meter lang is en bestaat uit reusachtige, door kettingen verbonden boomstammen, werd langs de Columbia- rivier in Amerika vervoerd. B' 'tenlandsch Overzicht. Mussolini en Potemkin fee ken den te Rome het Russisch-Itali- aansch vriendschapsverdrag. Wat is van dit verdrag de betee- kenis? Petroleum, benzine en stookolie voor de Italiaansche vloot! Bolsjewisme en Fascis me hebben elkaar wonden. Jann consolideert de in het Verre Oosten behaalde voordeelen. Nieuwe alleen strategisch belang rijke spoorwegen in Mantsjoekwo op komst. Bandieten doorkrui st Noord-China. Japan zal de orde wel herstellen. De mach- t loosheid van den Volken* -d gedemonstreerd. Zaterdag, 2 September 1933, kon wel eens een dag van groote geschiedkun dige beteekenis worden in de boekjes voor de Russische en Italiaansche scho len, waaruit den jongen Russen en Ita lianen zal worden geleerd op welke data groote gebeurtenissen, van ontzettend gewicht voor de Russische en Italiaan sche geschiedenis, hebben plaats gevon den. Want op dien dag teekenden te Rome de almachtige „Duce", Mussolini, en de ambassadeur voor Rusland bij het Quirinaal, Potemkin, het verdrag van vriendschap, non-agressie en onzijdigheid tusschen het imperialistische Italië en het communistische Rusland. Wat is van dit verdrag de beteekenis? Na een bevestiging van de bestaande vriendschappelijke betrekking tusschen Rusland en Italië, de bevordering van den algemeenen vrede, het waarborgen van het recht voor eigen binnenlandsche aangelegenheden te mogen zorgen, be vat het verdrag de verplichting van ieder der beide contracteerende partijen in geen enkel geschil, dat tusschen par tijen mocht ontstaan, tot oorlog, ter op lossing van dat geschil, te zullen over gaan. Bij mogelijke conflicten van een der landen met een derde mogendheid, zal het andere land de onzijdigheid blij ven bewaren. Is een der landen door een derde mogendheid aangevallen, dan zal het andere land het nu te Rome onder- teekende verdrag handhaven. Maar valt, hetzij Rusland, hetzij Italië een derde mogendheid aan, dan is, óf Italië, óf Rusland, dadelijk bevoegd het verdrag op te zeggen. In de laatste artikelen waarborgen de beide landen elkaar iedere economische achterstelling bij an dere staten. Dat is, in gewone mensche- lijk begrijpelijke taal overgezet, de fei telijke inhoud van het mans geteebeade verdrag. Maar de eigenlijke beteekenis gaat vèr boven dit alles uit. Want de geheele Russische en Italiaansche pers is het over één ding tenminste roerend eens, dat tot den dag van Zaterdag, 2 Sep tember 1933, Rusland met geen enkel Eurroeeschen staat een dergelijk vér strekkend verdrag heeft willen (of kun nen?) sluiten. Het is onze persoonlijke meening, dat politiek belang aan dit verdrag niet ten grondslag ligt. Want wie de kaart van Europa zich even indenkt, begrijpt al den Januari, Februari en Maart van dit jaar voerde Rusland naar Italië uit voor niet meer dan ruim 11 millioen Roebel, exporteerde Italië slechts voor ruim 9 millioen Roebel naar Rusland. Bolsjewisme en Fascisme hebben el kaar gevonden, omdat beide zijn loten van één stam: de Staat alles; het .indi vidu niets! Of men nu eens eindelijk op het rlein te 's-Gravenhage wakker zal worden en beginnen te begrijpen, dat Nederland met zijn niet-erkenning van Sovjet-Rus land ten slotte achter het net zal vis- schen? De bestaande en algemeene er kende mentaliteit en tegenzin van Jhr van Karnebeek en Jhr. Beelaerts van Blokland deed het ergste vreezen. Maar zal nu eindelijk eens Jhr. de Graeff waarachtig staatsmansinzicht toonen en domme eigenzinnige koppigheid laten varen? In het Verre Oosten consolideert Ja pan verder rustig de behaalde voordee len in Mantsjoerijë. Twee dagen lang hebben te Dairen 400 leidende Japansche en Mantjoerij- sche zakenlieden geheime onderhandelin gen gevoerd, die nu hun beslag hebben gekregen, met als resultaat een Japansch- Mantsjoerijsche handelsovereenkomst, waardoor de economische samenwerking tusschen Japan en Mantsjoerijë, gelijk tusschen Japan en Mantsjoekwo, is be krachtigd. Mocht nu de Volkenbond nog eens een nieuwe nota aan Japan willen sturen, dan zal men dat „vodje papier' wel naast de andere nota's, die uit Ge nève naar Tokio zijn verzonden, neer leggen. Het kan een aardig dossier wor den, waaruit de feitelijke machteloosheid van de Geneefsche heeren - bedenkelijk om den hoek komt gluren. Japan heeft nu steun toegezegd voor de uitbreiding van de katoen- en wol nijverheid in Mantsjoerijë, evenals Mantsjoerijë nu verzekerd is van den uitvoer van tal van grondstoffen, zooals ijzer, hout en steenkool naar Japan. Tegelijkertijd heeft de Japansche re geering met de Mantsjoerijsche regee ring onderhandeld over het aanleggen van nieuwe spoorwegen in Mantsjoek wo. Japan verkrijgt het recht nieuwe lij nen aan te leggen, die naar de Mongool- sche en Russische grenzen voeren, waar van natuurlijk het strategisch belang voorloopig heel wat grooter zal zijn dan het mogelijke handelsbelang, dat deze spoorwegen in een nog onzekere toe komst zullen kunnen dienen. Binnen niet te langen tijd zal de nieuw te benoemen Japansche gezant bij de regeering van Mantsjoekwo het concept-verdrag ko men onderteekenen en Rusland zal dan in het Verre Oosten het nakijken hebben. De gele broeders hebben elkaar gevon den Moskou ten spijt! Nog een ander bericht uit het Verre Oosten is voor Japan van het allergroot ste belang. Bij het wapenstilstandsver drag tusschen Japan en China was een breede strook grondgebied gedemilitari seerd. Op dat gebied mochten geen Ja pansche en geen Chineesche troepen voor de handhaving van de orde zorg dragen. Nu hebben benden ontslagen soldaten en totaal verarmde boeren uit dat gebied Zich tot groepen bandieten verzameld, die het gebied ten Zuiden van den Grooten Chineeschen Muur doorkruisen en al plunderend en roo- vend, moordend en brandend, de bevol king tot wanhoop voeren, zoodat het geheele uitgestrekte gebied ten Westen van de rivier Loean met algeheelen on dergang wordt bedreigd. Voor Japan is dit een klontje uit de pap. Want wie kan straks daar beter de orde herstellen dan Japan, dat eigen leger goed in de hand heeft, wat van de Chineesche legers allerminst kan gezegd? Met een beetje succes moet dan de Volkenbond aar Japan nog gaan vragen zoo goed te willen zijn voor de hand having van de orde in dat gebied ten Zuiden van den Grooten Chineeschen Muur te willen zorg dragen, waarop Tapan wel zoo vriendelijk zal zijn aan dat verzoek gevolg te geven. En mocht Genève er voor passen zich zoover voor Japan te vernederen, och, dan is dat ook al niet zoo heel erg. Want dan neemt Tapan de zaak zelf in handen en regelt ordent naar het goedvinden van Tokio. Maar dan uiteraard in zuiver Tapanschen geest. Waarop Japan wel zal verklaren, dat het in het welbeqrepen eigen belang van dat gebied is, dat Japan er zich blijvend vestigt. Waarop de Volkenbond een commissie en een nota stuurt; de com missie ontvangt Japan met allen voor den Volkenbond verschuldigden eerbied de nota verzinkt in het stof der ar chieven van Buitenlandsche Zaken te Tokio. Voor Japan een nieuw succes en voor den Volkenbond een goede gelegenheid zich wederom belachelijk te maken en eigen onmacht voor de geheele wereld ten toon te spreiden! WEEKPRAATJE. GOEDHEID. Als iemand, die ons zeer na staat, sterft, als we zelf ernstig ziek worden, als wij tegenslag in zaken ondervinder, of op andere wijze materieele verliezen lijden, dan gevoelen wij ons verongelijkt onrechtmatig door het noodlot behan deld. Voelen wij ons eenzaam, zijn wij met onze positie of ons beroep niet te vreden, moeten wij zonder vooruitzicht op betere omstandigheden verder wer ken, dan komt wel eens de gedachte aan onze ziel knagen, wat toch eigenlijk wei de zin van ons bestaan is. Als wij ons zorgen maken over ons levensonderhoud, als wij ons niet altijd vermaak kunnen gunnen, als wij tever geefs wachten op erkenning van ons werk, dan hebben wij de neiging tegen de bestaande eeuwige wetten op te tor nen. Niet in de eerste plaats beginnen wij met ons zelf te onderzoeken, de fou ten, die van deze tegenslagen de oor zaak zijn bij ons zelf te zoeken. Wie houdt zichzelf niet voor veel beter en waardevoller dan duizend anderen, maar ondanks dat gaat het hem juist bijzonder slecht. Men heeft er natuurlijk niets tegen, dat de boozen lijden, maar juist diege nen, die men daartoe rekent, wordt het geluk als het ware in den schoot gewor pen. Wie kan deze onrechtvaardigheid verdragen! Ja, zoo zijn we. Als wij de menschen in goede en booze schepselen indeelen, rekenen we ons zelf steeds tot de goeden en verwachten dienovereenkomstig ook een bijzondere belooning van het leven. Het komt niet in onze kraam te pas, dat de zon zonder uitzondering alle men schen vriendelijk beschijnt en wij doen al het mogelijke deze overdreven onpar tijdigheid zooveel mogelijk te niet te doen. Wie wij eenmaal tot de boozen meenen te moeten rekenen, hebben wij voor altijd geschrapt uit de lijst van hen, die op eenige waardeering mogen reke nen. Wij kennen slechts zeer boozen en zeer goeden. Maar kan een mensch wel werkelijk zéér goed zijn? Is het niet een verschrik kelijk© aanmatiging, hoog op te geven over eigen goedheid? Onderscheiden wij ons van diegenen, waarop wij minach tend neerkijken, niet alleen daardoor, dat wij onze fouten beter weten te verber gen? Dan hebben wij ook geen recht ons over anderen, die niet zoo goed hun slechte eigenschappen kunnen verbloe men, te beklagen. Ja, wel hebben we zoo nu en dan het gevoel, dat wij blij moeten zijn, dat an dere menschen ons, ondanks onze onvol komenheid, graag mogen lijden. Soms voelen we ons verlegen onder deze, in al te goed vertrouwen geschonken ge negenheid. Maar het beste kunnen we ei misschien van leeren, dat het niet aan de menschen staat goed en kwaad in anderen te beoordeelen. Laten we be ginnen eerst onze eigen fouten te ver beteren, ook als we in eerlijke overtui ging meenen, dat we al het goede be trachten en nooit deze zelf-wetenschap uit te bazuinen. Want dan zou er weer wat aan die goedheid ontbreken... W. Binnenlandsch Overzicht. Het 35-jarig regeeringsjubileum van onze Koningin. De 29ste jaarbeurs onder optimistische ver wachtingen geopend. -Twee revolverdrama's. Nog steeds valsche munterij. Hoe de Ne- derlandsche regeering over den boycot van Duitsche goederen denkt. De hoofdstad van ons land geniet het voorrecht de Koningin als gast in haar midden te mogen ontvangen. En de oude koopmanstad aan het ij heeft onze Vorstin op een waarlijk bijzonder har telijke wijze ontvangen. Het bezoek had dit jaar dan ook een buitengewoon ka rakter. 6 September was het 35 jaar geleden, dat Koningin Wilhelmina de regeering aanvaardde ook in de hoofd stad des lands. Wij willen op deze plaats niet nogmaals de beteekenis van het huis van Oranje uiteenzetten, doch enkel melding maken van de aardige at tentie, waarmee de Amsterdamsche be volking onze Koningin heeft verrast. Op den dag van Haar aankomst, was het paleis op den Dam als het ware in een bloemententoonstelling herschapen. Tot avonds toe werden niet minder dan 1800 bloemstukken bezorgd, bloemstuk ken afkomstig uit alle lagen der bevol king. Er waren prachtig opgemaakte kunstwerken, door bloemenmagazijnen van reputatie verzorgd, maar er waren ook heel eenvoudige ruikers, afkomstig van kleine stadstuintjes, doch met een groote liefde voor de Koningin gerang schikt, er waren bloemen van rijk en arm. Men zegt wel eens, dat het Neder- landsche volk een koel volk is, maar legt deze bloemenhulde geen getuigenis af van een warme aanhankelijkheidsbe tuiging, die méér indruk maakt dan het luidruchtigste hoera-geroep! Zoo weet het Nederlandsche volk een vijf en der tigjarige herinnering bloeiend te laten herleven! ONZE PORTRETTENGALERIJ Eduard Herriot, de vroegere Fran- sche minister-president, vertoeft op het oogenblik te Moskou voor hef houden van politieke besprekingen. ons economisch leven, wat wij thans om ons heen zien, geen beeld van zwakte, geen beeld van een uitgeputte maat schappij geeft, maar ons een bedrijfs leven toont, dat bezig is zich te her stellen. Hopen we slechts, dat de optimistische verwachtingen van den heer Graadt van Roggen door de werkelijkheid beant woord worden. Wij hebben al eens eerder opgemerkt, dat het hanteeren van schietwapens met de bedoeling iemand van het leven te berooven ook in Nederland helaas ge makkelijker schijnt te gaan dan vroeger, toen niet iedereen in het bezit van een revolver kon zijn. Ondanks scherper toe zicht op het verboden dragen van wa penen, blijken nog steeds talloozen met I zulk een moordtuig in den zak te loopen, z.g. om zich tegen aanvallen van po- litiek-vijandigen te kunnen verweren. Deze week zijn er twee van die schiet- drama's binnen onze grenzen gebeurd, een met doodelijken afloop en een, waar bij een viertal ernstige gewonden zijn te betreuren. Het eerste drama speelde zich te Woerden af. Daar schoot een bedrijfs leider zijn directeur dood. De dessous van deze zaak zijn uitermate ontstellend en werpen een schril beeld op de zeden van de moderne samenleving. Zonder op de bijzonderheden van deze onver kwikkelijke geschiedenis in te gaan en een staaltje van schandaaljournalisiiek te geven, waartoe ook in Nederland kran ten bereid zij-n die te leveren," willen wij wel zeggen, dat het betrof een uiting van jalouzie jegens iemand van het vrouwelijke dienstpersoneel van den ver moorde. De moordenaar was lid van een nationaal-socialistische partij en droeg uit dien hoofde een scherp geladen re volver bij zich. Een gebeurtenis in de Nederlandsche zakenwereld blijven de halfjaarlijks te- rugkeerende jaarbeurzen. Dinsdag is de najaarsbeurs geopend, de 29ste Konink- j Het tweede revolverdrama geschiedde lijke Nederlandsche jaarbeurs. De als I Dinsdag in de raadszaal van Muiden. altijd volijverige secretaris van deze in stelling, de heer W. Graadt van Rog gen heeft in zijn gebruikelijke inleiding voor de pers verklaard, dat het nog lang geen ideaal weer en vaarwater voor de negendaagsche jaarbeursreis is. De deelnemers en bezoekers zullen flink de handen uit de mouwen moeten steken en met intelligent zeemanschap tegen den wind op hebben te navigeeren. Maar in het aanpakken en aanpassen heeft ons bedrijfsleven in de laatste ja ren de hoogere zeevaartschool door- loopen! De 29ste jaarbeurs kan met goeden moed uitvaren. Volgens de heer Graadt van Roggen heerscht er onder de zaken- menschen, waarmee hij te doen kreeg, een betere stemming er is meer hoop. welke verschijnselen hun verklaring vin den in zakelijke factoren, die op verbete ring van den economischen toestand wij zen en in hoofdzaak tot twee factoren herleid kunnen worden: een iets grootere activiteit en iets grootere stabiliteit. Aan het slot van zijn uiteenzetting aan de pers zei de heer Graadt van Roggen, dat ondanks het lage peil van ,V. Wat ons In een komenden oorlog te wachten staal. Het Amerikaansche vliegtuig moederschip „Lexington" met 70 legervliegtuigen aan boord op manoeuvre aan de kust bij San Francfeco» Na afloop van de raadszitting, waarin besprekingen waren gehouden over het Muiderstrand verliet ook o.a. de foto graaf Ibelinks uit Muiderberg, een alf weerbarstig bekend staand mensch dc publieke tribune. Plotseling, zondet eenige aanleiding, schoot Ibelinks op den voor hem de trap afloopenden heer Vet, die de zitting als bezoeker had bij gewoond. Na dezen aanslag -en de de fotograaf naar de raadszaal, waar hij een drietal schoten loste, tengevolge waarvan Burgemeester De Raad, Wet houder Hottentot en de bezoeker De Beus ernstig gewond werden. Na een hevige worsteling gelukte het aan het toegeschoten publiek den fotograaf te overmeesteren. De man, die den aanslag pleegde en klaarblijkelijk tot deze daad gekomen is, omdat hij zich door B. en W. al jarenlang achteruit gesteld voelde, werd door het publiek aan de mare chaussee overgegeven, die hem heeft overgebracht naar de Marechaussee-ka zerne te Amsterdam. De valsche' munters blijven aan het werk! Mag de politie er al in slagen valsche munterijen te ontdekken en on schadelijk te maken, krijgen de gesnapte valsche munters hooge straffen, dit alles schijnt niet te beletten, dat er steeds weer nieuwe lieden aan den slag gaan om valsche guldens of rijksdaalders te vervaardigen. Nu weer heeft de ge meentepolitie te Alblasserdam in samen werking met de marechaussee te Papen- drecht een 34-jarigen metselaar gearres teerd, die er van verdacht weed valsche rijksdaalders te hebben vervaardigd en uitgegeven. De man heeft een volledige bekentenis afgelegd. De valsche rijks daalders werden te Alblasserdam en in de gemeente Nieuw Lekkerland in om loop gebracht. Hoe onze regeering over de boycot beweging tegen Duitschland dénkt, is duidelijk gebleken uit de beantwoording van door den heer Lovink over dit on derwerp gestelde vragen. Zij keurt de boycot vat» Duitsche goederen af, omdat daardoor zoowel economische belangen van Nederland als de goede betrekking tot een bevriende natie zouden kunnen worden geschaad. Rechtstreeksche maat regelen tegen boycot van vreemde goe deren liggen echter buiten het vermogen der regeering.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1933 | | pagina 3