vijvertje heeft een aansluiting op de wa
terleiding. Met een heel dun straaltje
laat men, als men in den tuin zit, dit fon
teintje loopen. Natuurlijk zal, omdat de
vijver geen afvoer heeft, het water op
den duur over den rand heen vloeien en
in den tuin loopen. Daarom doen wij
goed langs den rand planten te plaatsen,
die veel schaduw en vochtigen grond
noodig hebben, dus mooie varens en der
gelijke.
Hebt u visschen in den vijver, zorg dan
tevens, dat u een flink aquarium hebt eu
breng dan tegen den tijd, dat het des
nachts gaat kunnen vriezen, uw visschen
over naar het aquarium, dat binnenshuis
een lichte plaats krijgt tot de visschen.
in het voorjaar weer in het vijvertje)
kunnen worden overgebracht.
EEN KEURIG JAPONNETJE.
No. 584 is een keurig japonnetje van
tweestof. Het middelstuk is geheel glad
met een V-vormige halsafwerking, dat
met een smal schuin biesje is afgewerkt.
De mouw bestaat uit twee deelen, n.1,
een langen aansluitende en een korte
iets wijdere mouw, die tot halverwege
den elleboog komt. Beide mouwen wor
den tegelijk in het armsgat gezet en val
len daardoor mooi glad over elkaar
heen.
Naar de pols toe loopt de mouw nauw
sluitend toe en is daar, evenals bij den
hals, met een smalle schuine bies afge
werkt.
De rok bestaat uit een heupstuk, dat
alleen aan den voorkant is aangebracht
en van den eenen zijnaad vanuit het
middel met een schuine lijn naar den
onderkant der heup loopt, dan een rech
te lijn vormt, waarvan de vier diepe
plooien van den rok zijn gezet en ver
volgens weer een oploopende schuine
lijn vertoont, uitkomende in den zijnaad
links bij het middel. De beide voor-zij
naden zijn eveneens schuin oploopend
geknipt, terwijl de achterkant van den
rok evenals van de blouse geheel glad
is. De voldoende ruimte van den rok
moet dan ook uitsluitend worden aange
bracht door de vier diepe plooien en het
iets schuin naar beneden uitloopende van
de zijnaden.
Een niet te smaiüe ceintuur wordt om
IJbt middel gedragen en sluit met een
aardige fantasiegesp.
Wil men deze japon op straat dragen
zonder mantel, dan is er van zwart zijde
fluweel een fraaie sjaal op aangebracht,
of men kan deze maken van zijde in de
donkere tint van de tweed-stof. Midden
voor heeft de sjaal een punt, evenals
midden achter, waarop van de tweedstof
der japon een klein motiefje is aange
bracht. De slippen van de sjaal worden
over den schouder gedragen, terwijl de
voorslippen door de opening van de ach
terslippen worden gehaaSi, zooals de tee
kening* duidelijk te zien geeft.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerder voort 45, Den Haag).
huidskleur het goed moet doen. Zooals
u ziet is deze japon geheel versierd met
dezelfde kleur en dezelfde zijde als de
japon.
Het middel is glad aangesloten en
heeft als halsafwerking een schuin ge-
iknipte sjaalkraag, welke kruislings over
de buste tot even boven de ceintuur valt
jen daar met een drietal aardige knoop
jes is versierd. Het V-vormige gedeelte
[van den hals wordt aangevuld met een
[vestje van dezelfde zijde der japon,
voorzien van een breeden, opengewerk-
ten zoom.
De mouw, die boven niet te nauw mag
zijn, loopt naar den pols nauwsluitend
toe en heeft een zevental knoopjes als
versiJè'fng, die op een loos trensje of
knoopsgaatje zijn aangebracht. Alleen de
twee onderste knoopjes sluiten werkelijk
met knoopsgaten.
Het heupstuk is mooi van lijn. Aan de
rechterzijde loopt het tot den onderkant
der heup toe en links, een plooi voor den
zijnaad komt de hoogste punt er van.
Een klein idee van den achterkant geeft
u de afbeelding er naast, daar ziet u te
vens, dat de sjaalkraag van achteren
puntig toeloopt, en dat op de punt een
zelfde knoopje is aangebracht, als die
men voor aan het middel aantreft.
De rokbanen zijn aan de rechterzijde
geheel glad en de ruimte wordt gevon
den bij de drie diepe stolpplooien, die
'links bij het oploopende heupstuk zit-
jten. Zooals u op de teekening duidelijk
jkunt zien, zijn de plooien aan beide kan
ten voor een gedeelte ingestikt.
Een smalle ceintuur wordt om het
middel gedragen en sluit met een aardi
ge gesp, geheel in den geest gehouden
van de knoopjes, die men gebruikt. U
ziet, echt een gekleede japon.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45, Den Haag).
's AVONDS ALS WIJ SLAPEN GAAN.
vanaf gewoon wit katoen tot de mooiste
en duurste crêpe de chine of flanel.
Patroon- verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45, Den Haag).
Het tweede voorbeeld No. 586 is van
twee verschillende, stoffen gemaakt, n.1.
een bedrukt bovenstuk en een dito inge
zet middenstuk, terwijl de rest effen
materiaal is.
De verschillende stukken worden glad
aan elkaar gezet en daarna wordt het
model er pas ingeknipt, zoodat het net
is of u het patroon uit één lap goed
knipt. De mouw is prettig ruim en loopt
naar den pols iets gauwer uit, doch niet
veeL De V-vormige hals is rondom met
een grove zijden draad omhaakt, even
als dit het geval is met den onderkant
van de mouw. Door de gaatjes van het
haakwerk langs den hals wordt een
lintje geregen, dat van voren met een
klein strikje sluit.
De nachtjapon wordt ook hier naar
onderen toe wijder geknipt. Japansche
crêpe is voor dit soort nachtjaponnen
heel aardig; u neemt dan het effen van
een bepaalde kleur crêpe en de rest van
bedrukte of geborduurde crêpe, dat zeer
billijk verkrijgbaar is.
Patroon verkrijgbaar a 58 ets. (L. v.
Meerdervoort 45, Den Haag).
DE HOEDEN.
Nu in Augustus de verschillende hoe
denwinkels „groote opruiming" en „uit
verkoop" houden, begint, hoewel wij nog
midden in den zomer zitten, de tijd al
weer aan te breken, dat in de etalages
de herfsthoeden worden tentoongesteld,
en daaraan zien'wij dan al weer, dat de
zomerdagen spoedig voorbij zullen zijn
en de winter weer voor de deur staat.
En ach, wat lijkt de zomer kort als wij
er zoo aan terugdenken en wat zien wij
weer tegen den langen winter op! Maar
als deze er eenmaal weer is, dan hebben
wij ons ook weer geschikt en vinden
ons vermaak weer meer in huis, in-
plaats van, zooals des zomers, buiten de
deur of in den tuin.
Onze teekening geeft u een zomer
hoedje te zien ^^^twee herfsthoedjes,
want nietwaar, dJ^Wóde moet altijd een
beetje vooruit laten zien, wat zij van
plan is in het volgend seizoen te willen
laten dragen.
Het bovenste modelletje is van bruin
stroo, waarvan de binnenste rand nog
maals gevlochten is en de buitenste rand
zijn strepen dwars heeft. Als eenige gar
neering is er een liritversiering op aan
gebracht, het origineele van dezen hoed
zit dan ook uitsluitend in de manier,
IMITATIES.
In paarlen zoowel als „diamanten"
halskettingen heeft men allerlei soorten
van imitaties. Men heeft b.v. de parel
ketting van Japansche parels, welke/
kunstmatig worden gekweekt, maar wer
kelijk uit de schelp van een oester ko
men en men heeft de parels van gebla
zen glas, die natuurlijk niets waard zijn
en waarvan men voor weinig geld een
lang snoer kan koopen.
De schitterende halskettingen ziet men
veel van straas, dat is het geslepen berg
kristal, terwijl men zeer exotische ket
tingen ziet van allerlei stukken steen er
aan verwerkt, waarvan sommige ver
dacht veel op kiezelsteenen lijken! Na
tuurlijk hebben zij even wondérlijke na-
men, welke bijna niet uit te spreken zijn.
En toch zijn er vrouwen, die in staat
zijn dergelijke kettingen te dragen zon
der dat deze haar ordinair maken. Onze
teekening laat u een parelketting zien
met vijf snoeren, die tezamen zijn ge
bracht bij het slot. Daaronder zijn een
tweetal halskettingen van verschillende
soorten steenen en verschillend slijpsel,
die echter uitsluitend bij lamplicht moe
ten worden gedragen en liefst bij een
lichte avondjapon.
Bovenaan ziet u een tweetal ringen
van aardig bewerkt metaal met half-
edelsteenen bezet, terwijl in het midden
het vliegmachinetje een klip is, dat men
b.v. bij de halsopening aan de japon kan
vastknijpen.
Deze klipjes hebben voor, dat zij geen
gaatjes in het goed maken zooals de
broches wel doen. Dit klipje is van
chroom en voorzien van kleine stukjes
bergkristal. Het effect is werkelijk aar
dig.
Bij de ringen en kettingen heeft men
ook bijpassende oorbellen, maar wij
moeten er steeds aan denken ons vooral
niet met te veel sieraden op te tooien;
een enkel stuk, maar mooi en sierlijk
van vorm en goed van kleur, voldoet
over het algemeen het meest!
Bij het bovenste prentje zijn de op
staande hoeksteenen bedoeld om daar
potten met hangplanten op te zetten, ter
wijl zooals u ziet in het water een paar
lissen en een waterlelie een plaatsje heb
ben gekregen. Het vijvertje heeft een
opstaanden rand en daaromheen zijn van
plavuizen een onregelmatig bordertje ge
metseld, waartusschen men rots- en vet-
plantjes kan laten groeien. Het onderste
heel uit te kunnen rusten is het noodza
kelijk, dat wij nachtkleeren hebben, die
nergens knellen of door banden of elas
tiek onze bloedsomloop belemmeren.
U ziet daarom een tweetal nachtjapon
netjes afgebeeld, waarvan No. 585 een
tamelijk wijd model is. De geheele ruim
te is echter van boven verwerkt tusschen
de schouderpas, die natuurlijk dubbel
wordt genomen om de afwerking in eens
te hebben. Een mooi in model geknipt
kraagje wordt rondom afgezet met een
aardig kantje. De mouw, die eveneens
ruim mag zijn, wordt bij den pols met
een klein manchetje afgewerkt, waaruit
dan weer een strookje komt, afgezet met
hetzelfde kantje als langs den kraag is
gebruikt. De nachtpon sluit van voren
met een viertal knoopjes. De voorbaan
zoowel als de achterbaan loopen naar
onderen toe wijder uit. Als materiaal
l kan men van aüérlei stoffen gebruiken.
ONZE GOEDKOOPE PATRONEN.
Patronen (ïn de maten 4290 5 98
ets.) kunnen per postwissel, per giro
(125025) of per brief met bijgesloten
postzegels worden besteld bij de redac
trice Damesrubriek, Laan van Meerder
voort 45a, Den Haag. Maat en nummer
yan het gewenschte model s.v.p. duide
lijk vermelden! De gevraagde patronen
worden binnen drie a zes dagen aan de
aanvraagsters toegezonden.
DE GEKLEEDE JAPON.
Als wij eindelijk onze langs dagtaak
achter den rug hebben als huisvrouw en
moeder, dan ^%n wij blij als wij ons ter
ruste kunnen begeven. Om werkelijk ge-
No. 583 is een gekleede japon van era-
fquelé-zijde in een mooie donkere tint
b.v. tabaksbruin, tomaatrood of een an
dere mooie kleur, die vooral bij onze
1 geheel gestikt. Echt een hoedje om flp.
t i dragen in den tijd van herfststormen!;
Van voren wordt de rand neergeslagen^
en van achteren opgeslagen, terwijl <fcj
geheele hoed een wemig schuin op ons1
hoofd komt te staan.
De onderste hoed, eveneens van vöt,"
maar van een stijve kwaliteit, is geheel-i
ki den vorm van de fabriek gemaaki/
Momenteel zijn de lichte vilthoeden nog
een aangegeven herst-mode, wat men
echter in dien tijd zal dragen, is nog niet
bekend. De rand van dezen hoed is
r-echts zeer diep neergeslagen en vew
bergt bijna ons geheele gezicht. Links is
de rand ook neergeslagen, doch de lijn.
van den rand zelf is oploopend. De hoed
staat eenigszins schuin op het hoofd. Als
garneering is er een serélint om den bol
gelegd, van voren versierd met een klip
van chroommetaal.
waarop het stroo is gevlochten en ver
werkt.
Het middelste hoedje is van zacht, soe
pel Engelsch vilt, geheel met rolnaadjes
gestikt. Zelfs het sierlijke strikje, dat
middenvoor tegen den bol wordt gedra
gen, is van hetzelfde vilt en eveneens
HET VIJVERTJE IN ONZEN TUIN.
De stadsmenschen, die achter hun huis
een miniatuurtuinje hebben, willen daar
meestal allerlei experimenten mee uit
halen en vaak is het resultaat verras
send. En al is het tuintje nog zoo klein,
bij voldoende verzorging is er altijd wel
iets origineels en aardigs van te maken.
Vele menschen hebben nu een speciaal
zwak veor een vijvertje in den tuin,]
waarin liefst wat waterplanten groeien
en wat goudvischjes rondzwemmen. Het
bezwaar van een kleine vijver met vis
schen is meestal, dat de visschen het in
de felle zon niet uithouden, het water1
wordt te warm en de visschen sterven,
terwijl aan den anderen kant 's winters
het water soms tot op den bodem toe be
vroren kan zijn en de visschen dan weer
van de koude sterven.
Men heeft dus bij een vijvertje met
verschillende factoren rekening te hou
den. Ten eerste moeten wij een tuintje
hebben, dat een beschaduwd hoekje
heeft, dat is wel een allereerste vereisch-
te. De beide vijvertjes op de teekening
zijn voor iets grootere tuinen bedoeld,
maar kunnen in een kleinen tuin ook
zeer goed worden aangebracht. Het aar
digste is zoo'n metselwerkje zelf te doen
Misschien zal het u niet dadelijk lukken
en zal de bodem niet waterdicht zijn*
maar als de vijver, die wij natuurlijk
eerst een paar weken controleeren alvo
rens er planten en visschen in worden
gedaan, leegloopt, dan smeren wij weer
een laagje cement op den bodem en pro-
beeren het nogmaals.