l y I 1 A
Co
wV; nm m -
ONZE GOEDKOOPE PATKONEN.
V
Patronen (In de matèn 42* 50 98
fte*) kunnen per giro per post
wissel oi per brief met bijgesloten post
zegels worden besteld baj de Redactrice
-■JDamesrubriek,
Maat en nummer van
bet gewenschte model s^v.p. duidelijk
vermelden! De gevraagde patronen wor
den binnen drie a zes dagen aan és a&a-
vraagsters toegezonden.
EEN KEURIGE JAPON.
Ook voor onze daagsche japonnen zien
wij op de modeshows wel goede model
len, hoewel het toch meest de uiigaans-
japonnen zijn, waar de meeste aandacht
aan wordt besteed. Eigenlijk moest de
modeshow ook een zeer ruime keuze
japonnen voor iederen dag laten zien,
opdat wij dan voor ons zelf kunnen uit
maken, welk model bij ons figuur het
allerbest zou staan.
Zoo is het bijvoorbeeld ook met de
mannequins gesteld. Deze zijn bijna zon
der uitzondering vrouwen, die maat 42
als model hebben en zoo mogelijk nog
lang zijn. Vanzelf sprekend staan bij
slanke figuren bijna alle japonnen goed
en vaak valt het op, dat zelfs de getoon
de japonnen door de mannequins op een
handige manier op zij of van achteren
bijeen worden gehouden, omdat zelfs
maat 42 nog te wijd is.
Voor vele vrouwen is het voorstellen
van dergelijke japonnen, door overslan-
ke vrouwen gedragen, een teleurstelling.
Confectie-magazijnen hebben soms van
eenzelfde soort japon de maten van 40
tot 50 voorhanden. Wij zullen het er toch
Jwel zonJfer eenig bedenken over eens zijn,
dat twee vrouwen, die beiden dezelfde
japon dragen, de eene in de kleinste en
de andere in de grootste maat, toch ieder
een heel ander effect geven, zelfs al
zouden zij beide knappe gezichten heb
ben, goed geonduleerd haar, enfin ver
der ongeveer hetzelfde zijn.
Dat is nu ook het teleurstellende met
het zien van dergelijke mode-shows.
Eigenlijk moesten de directies van groote
confectie-magazijnen het aandurven ook
vrouwen met een figuur in maat 50 ver
schillende japonnen te laten dragen,
opdat de aanstaande koopster precies
jveet hoe zij er dan uit ziet.
Maar inderdaad, de eigenaar houdt
zich nog steeds angstvallig aan de slan
ke modellen vast, omdat die nu eenmaal
/net meer succes alles kunnen dragen.
Zoo zouden wij eigenlijk ook manne
quins moeten kunnen zien, die den mid
delbaren leeftijd hadden bereikt en
zelfs nog ouder waren, het succes van
een dergelijke show zou, volgens mijn
bescheiden meening, niet kunnen uit
blijven. Ik maak zelf zooveel mogelijk
alle modeshows mee, die er worden ge
houden en het is opmerkelijk als men
zoo tusschen het publiek zit, hoeveel
dames tegen elkaar zeggen: „Ja, als ik
nu ook zoo slank was, dan kocht ik die
japon onmiddellijk, want zij is toch hee-
lemaal niet duur en de stof is mooi, de
kleur bevalt mij, enz.", maar dan volgt
altijd weer de verzuchting: „zooiets
staat mij nu toch niet".
Om echter op onze daagsche japon
terug te komen, No. 615 is een practische
japon, die zoowel door slanke als door
zwaardere figuren kan worden gedra
gen en wel alleen daarom, dat een blan
ke vrouw de al te lange lijn breekt door
het dragen van een ceintuur, terwijl een
zwaardere vrouw juist een slankeren
indruk geeft als zij de ceintuur weglaat,
wat met dit model heel goed mogelijk is.
Verdei' bestaat er nog een .andere ma
nier, n.1. om van voren de ceintuur weg
te laten en deze alleen in den rug te
hebben. Veel vrouwen met. een zwaar
der figuur hebben, waaraan het ligt weet
ik niet, een eenigszins hollen rug, waar
door zij eigenlijk zwaarder lijken, dan
zij zijn.
Als nu juist in het midden een halve
ceintuur wordt aangebracht, dan breekt
dat de ruglijn en komt aan het figuur
zeer ten goede.
Deze japon is gemaakt van een licht
bruine, bijna havanakleurige wollen
stof, van een soepele, dunne kwaliteit,
afgezet met smalle geplooide strooken
van donkerder bruin moireeiint, dat
rond den kraag en aan den onderkant
van de mouw is aangebracht Het lijfje
bestaat uit een glad rugpand en twee
voorpanden, in het midden met een op-
loopende baan by elkaar gehouden. De
feals wordt door een aardigen kraag af
gewerkt, die van achteren iets breeder
is en naar voren toe smaller uitloopt in
de punt van het mitldenpandje der blou
se, terwijl op da punt een aardige sier-
knoop, een klipje van chroom of wel een
mooie broche wordt aangebracht, al
naar den smaak van de draagster.
De mouw is geheel glad en loopt naar
den pols toe smaller uit. Er is echter
een aardig, puntig naar boven loopend
belegstuk je op gemaakt, waarlangs de
geplooide strook wordt gezet. Op het be
legstuk je wordt eveneens weer een
knoopje geplaatst, in een verkleinde uit
voering van den knoop der blouse.
Een smalle ceintuur wordt om het
middel gedragen en sluit met een gesp
van celluloid of galalith.
De rok bestaat uit een rechte achter
baan, twee tamelijk wijd klokkende zij-
banen en voorbaan, die pas begint on
der het middenstuk flat van den kraag
tot aan de heup doorloopt en zoowel van
boven als van onaeren puntig toeloopt.
Een aardig vest van donkerbruin moiree-
zijde of van een stukje oude kant wordt
onder den kraag aangebracht.
De rok wordt van onderen afgewerkt,
zooals wij dit met klokrokken reeds va
ker hebben besproken, n.1. eerst wordt
de geheele omtrek, als deze gelijk hangt,
een halve centimeter ingeslagen en pre
cies langs den kant gestikt, de rafel
wordt afgeknipt, het stiksel weer naar
binnen omgeslagen, alles precies langs
den kant en nogmaals doorgestikt, waar
door U de moeilijkheid omzeilt om iets
wat rond is behoorlijk te moeten zoo
men, wat buitengewoon moeilijk is en
waardoor vaak de rok leelijk valt.
Patroon verkrijgbaar a 0.58
EEN EENVOUDIG MANTELPAKJE.
Een eenvoudig mantelpakje toonen wij
U onder No. 616. Het is gemaakt van to-
maatkleurige wollen stof met een klein
ingeweven patroon in dezelfde kleur, dat
dus alleen door het weefsel opvalt. De
rok bestaat uit een opgeknipt heupstuk,
dat midden voor met een diepe punt
naar beneden loopt, terwijl het naar de
heupen toe zoo hoog oploopt, dat op de
zijnaden nog maar enkele centimeters
van het heupstuk is te ontdekken, ter
wijl dan voorbij het middel het heele
heupstuk weer puntig oploopt, doch niet
verder dan den onderkant van het
vestje. De rokbanen zijn allen klokkend
geknipt, terwijl de rok van achteren,
geen apart heupstuk heeft en dus de
achter- en zij banen tevens hét heup
allerlei verschillende modellen en mode
platen zult zien afgebeeld, zijn de ja
ponnen over het algemeen om de heup
glad en wordt de ruimte pas daarna in
de banen aangebracht. Ook hier zoo
men wij den onderkant van den rok als
aangegeven is onder No. 615. Wij moeten
er vooral om denken, dat de wollen
stof niet wordt uitgerekt bij het stik
ken en kunnen zulks voorkomen, door
een krant onder den zoom te leggen en
deze eenvoudig mee te stikken. Van
zelfsprekend kan men een stuk kranten
papier niet uitrekken, dus blijft ook
vanzelf de wollen stof in bedwang. Na
dat de zoom klaar is, kan men het pa
pier precies langs den stiknaad afscheu
ren en verwijderden. Deze manier van
werken kan men ook bij schuine naden
toepassen of bij verschillende soorten
zijde zooals crepe-Georgette, boomschors
en al dergelijke rekbare stoffen.
Het lijfje bestaat uit een recht rug
pand en twee halve voorpanden, omdat
daartusschen in een witzijden vest is
aangebracht, dat doorloopt tot aan de
punt van den rok. Dit vest is eenvou
dig naar binnen afgewerkt of met een
schuin biesje omgezoomd en heeft drie
sierlijke strikjes, die heel goed door drie
knoopjes kunnen worden vervangen, als
U vindt, dat de strikjes te druk zijn.
De mouw van de japon is geheel glad
en wordt naar den pols toe nauwer ge
knipt en afgewerkt met een kleine
schuine bies. Het mantelpakje, dat even
onder het middel komt en precies ein
digt, waar ook op zij het heupstuk op
houdt, is streng aangesloten en hoogst
eenvoudig. Het rugpand is hier eveneens
geheel glad en de voorpanden sluiten
heel weinig over elkaar heen, zoodat
het met een enkelen knoop dicht ge
maakt kan worden. De mouw van het
manteltje is iets wijder dan die der ja
pon, omdat deze laatste anders te veel
in den knel komt. De mouw is afge
werkt met een kleine witzijden man
chet, die in een aardige oploopende punt
is geknipt en met een paar fantasie
knoopjes wordt versierd. De halt van
het manteltje heeft een smallen kraag,
uitloopend in twee smalle revers, die
tot aan den onderkant van het mantel-
tpe doorloopen, doch steeds smaller wor
den.
Het manteltje kan zoowel met als
zonder voering worden gemaakt, met
voering, dan knipt U deze precies vol
gens met model van het manteltje, zet
de voering in elkaar, waarna zoowel den
binnenkant van het manteltje als van
de voering tegen elkaar worden gelegd
en langs den geheelen omtrek worden
worden vastgezoomd. Het allerlaatst
wordt de voeringmouw vastgezet, waar
mede tevens het geheele manteltje is
afgewerkt.
Patroon verkrijgbaar a 0.58
EEN SIERLIJKE AVONDJAPON.
No. 617 is een avondjapon van boom
schors in de nieuwe kleur mür sauvage,
dat is heel donkerrood bij zwart af, om
zoo te zeggen meer zwart dan rood.
Het lijfje is geheel recht, zoowel van
voren als van achteren, terwijl de V-
vormige hals met een schuin biesje is
afgewerkt.
De rok is hier het onderdeel der ja
pon, waar alle aandacht aan is besteed,
zooals de teekening duidelijk laat zien.
Het heupstuk, dat zooals mede, geheel
glad is, heeft van links boven naar rechts
beneden een breede kanten baan, die
in geobgen lijn loopt. Ook deze kanten
baan wordt naar onderen toe klokkend
geknipt, precies als alle rokbanen en
valt met kleine, doch verschillende
plooien weer tot op den voet, of pre
cies tto op den grond, naar verkiezing.
De japon kan gedragen worden met een
gladde mouw of zonder mouw, omdat
het manteltje, dat geheel van kanten
stof gemaakt is, een rechte mouw heeft
tot aan den elleboog waarna een smalle
band als manchet om den pols wordt
vastgemaakt. Daardoor valt de pof mooi
neer. Het manteltje mag vooral niet
nauw zijn, ja het moet zelfs een beetje
wijd wezen. De hals en de voorpanden
worden door een schuine bies afge
werkt, het manteltje heeft geen slui
ting en blijft dus open hangen.
Staal blauw, donker groen, donker
bruin en tomaat-rood zijn buitengewoon
mooie kleuren voor een dergelijke sier-
üik» avondjapon.
ONS DRESSOIR.
In verschillende huisgezinnen ziet
men het ouderwetsche buffet meer en
meer verdwijnen om plaats te maken
voor het moderne dressoir, wat dikwijls
een sieraad in de kamer is. Het buffet
met zijn opstandje en twee aparte plan
ken, waarop allerlei snuisterijen werden
gezet en geslepen spiegeltjes er achter,
was toen dat in de mode was, natuurlijk
ook een pronkstuk in de kamer, maar
daar behooren heele andere meubelen
bij. Het lage breede dressoir, dat zoowel
in eiken, noten, mahonie en notenwor-
telhout kan worden uitgevoerd, geeft niet
meer het zware idee aan de eetkamer
of de huiskamer, als de hooge onver
plaatsbare meubelstukken van vroeger.
Het hierbij afgebeelde dressoir is van
notenhout met paneelen van noten-
wortelhout. Bovenop ziet men een Mdfc
nen opstand, die echter bij vele mg*
dellen weggelaten is. Het meer of nffiv
der bewerkte is natuurlijk ook QG$
kwestie van kostprijs, doch doet aan
den smaak niets af, want soms ziet men
heel eenvoudige dressoirs, die zoo'n
mooie lijn hebben, dat zij voor een duur
stuk niet onder doen.
Er zijn ook hierin verschillende mo
dellen, zoo heeft men ze met een groote
lade over de geheele breedte en een
kastje. Het afgebeelde model heeft twee
kastdeurtjes, terwijl de ruimte onder
in alleen is verdeeld door den balk,
waartegen de beide deurtjes sluiten, dé
ruimte zelf is geheel open. Bij het koo-
pen van een dergelijk soort meubel
stuk kan men dus het beste van te vorea
overleggen, wat voor soort model mea
het liefst wenscht.
NAJAARSGERECHTEN.
Elk jaargetijde brengt op voedings-
gebied zijn eigenaardige mogelijkheden
mee.
De zomer met zijn zoogenaamde „lek
kere zes weken", als we de groenten
maar voor het kiezen hebben, ligt weer
achter ons, en van de peultjes, de dop
erwten, de tuinboonen, de capucijners,
eigenlijk ook van de jonge spinazie, pos
telein en sla moeten we den smaak ont
houden tot aan den volgenden zomer.
Toch biedt ook het najaar ons nog
goede kansen; zelfs opent het ons weer
de gelegenheid tot het genieten van ver
schillende gerechten, die we sinds het
vorige jaar niet hebben geproefd en
waarnaar we reeds verlangend uitzien.
De hutspot het beroemde Leidsche
3 October-gerecht! laat zich, nu de
tuin worteltjes plaats maken voor de
groote Hoornsche wortelen, weer opne
men in de rij der meest gebruikte en
meest geliefde kostjes; de biet en de
koolraap werkelijk niet te versmaden
als ze smakelijk zijn toebereid staan
weer klaar om de huisvrouw op een
drukken dag te helpen aan een weinig
bewerkelijk gerecht; de kool in al haar
soorten, kleuren en vormen heeft haar
intrede gedaan; de andijvie, even goed
rauw als gestoofd te gebruiken, maakt
thans haar besten tijd door van „goud
geel" zijn; de uien, de prei, de selderij
knol zorgen voor de noodige geurigheid
in onze soepen en stampotten, terwijl
tenslotte de nieuw geoogste erwten en
boonen gunstig afsteken bij de tot nu
toe gebruikte „overjarige" soorten.
Reden genoeg, om bij de bereiding
van enkele dezer groenten iets langer
stil te staan.
In de eerste plaats zou ik U dan wil
len vragen, om het dit jaar eens zonder
afkoken te doen. Zelfs de zoogenaamd
sterke groenten (de kool en de rapen)
zullen op die manier beter in den smaak
vallen dan ge U voorstelt.
- Probeer-'b.v. eens de fijngesnipperde
witte of savoyekool op dezelfde wijze te
koken als de roode kool, die ge toch ook
maar met een bodempje water opzet en
waarvan ge later geen kooknat weg-
giet; voeg er dadelijk een klontje boter
of vet bij en wat zout (in dit geval voor
al heel weinig!) en laat dan op een zacht
vuurtje de groente ongeveer 3/4 uur
„smoren" in een goed gesloten pan. Af
en toe omschudden of roeren is natuur
lijk noodzakelijk; en wat water toevoe
gen als de bodem droog dreigt te wor
den is ook iets waar we op hebben te
letten. Is dan binnen het uur de kool
gaar en tegelijkertijd droog, dan heb
ben we ze eenvoudig zoo maar op de
schaal te doen; mocht ze nog wat te
vochtig zijn, dan binden we het overtol
lige nat met wat aangemengde bloem of
wat aardappelmeel.
De smaak van de groente zal boven
verwachting goed zijn, en we hebben
daarbij het geruste gevoel, dat de zou
ten, die door de natuur aan de groen
ten zijn gegeven, geheel tot hun recht
komen voor onze gezondheid.
Beter is het een kleinere portie niet
afgekookte groente klaar te maken en
daarbij een in verhouding grootere hoe
veelheid aardappelen te geven dan b.v.
een rijkelijke schaal afgekookte kool op
te dienen, die eigenlijk niet veel meer
waard is.
Met de koolraap is het al evenzoo; de
beste methode is, de in reepjes gesne
den groente precies te behandelen als
jonge worteltjes en ze dus met een klein
bodempje water, een ietsje zout en een
klontje boter of margarine te smoren
tot ze gaar en droog zyn (gewoonlijk niet
tenger dan 1/1 uur). Een theelepeltje
suiker op het laatst er doorgeroerd en
wat nootmuskaat over het ge
raspt, en het gerecht zal meer naar ieders
smaak zijn dan de op ouderwetsche wijze
afgekookte koolraap.
Een van de smakelijkste najaarsge
rechten wordt gevormd door: andijvie-
sla, gestoofde bieten, aardappelen in
uiensaus, meestal nog aangevuld mei
wat gebakken spek.
Dat een maaltijd, uit deze onderdee-
len samengesteld, niet bewerkelijk is en
geen bepaalde moeilijkheden mee
brengt, zullen de twee hieronder be
schreven recepten U wel bewijzen.
ANDIJYIESLA.
2 a 3 flinke struiken andijvie (mooi
geel)
2 lepels slaolie w
3 lepels azijn
lepeltje mosterd
wat zout
1 theelepel Maggi's Aroma.
Maak de andijviestruiken schoon,
snipper het binnenste gele gedeelte fyn,
wasch het en sla het flink droog uit.
(Bewaar de groenere bladen tot den
volgenden dag en maak er dan met
misschien nog een paar heele struiken
er bij gestoofde andijvie van).
Roer in een kommetje den mosterd
met het zout en de Maggi's Aroma door
elkaar, meng er eerst de olie en dan den
azijn door, giet het sausje over de an
dijvie en werk het er met een slalepel
en -vork goed doorheen. (Voeg er naar
verkiezing ook een fijngesnipperd .uitje
of preitje bij).
UIENSAUS.
1/2 L. water
1/2 afgestreken eetlepel zout
1 groote ui
30 Gr. (3e afgestreken eetlepels)
bloem
20 Gr. (1 afgestreken eetlepel boter
of margarine
3 eetlepels azijn.
Laat de gesnipperde ui in het water
met het zout gaar worden (ongeveer 20
minuten), bind dan de saus met de aan
gemengde bloem, laat ze nog even door
koken en maak ze af met de boter en
den azijn.
Voeg, wanneer ge de saus extra-lek
ker wilt maken, bij het water 2 Maggi's
Bouillonblokjes in plaats van het zout.
GESMOORDE GROENE KOOLTJES.
4 groene kooltjes
40 Gr. (2e afgestreken eetlepels) vet
of margarine
1 theelepeltje zout
1 Maggi's Bouillonblokje.
Ontdoe de kooltjes van de buitenste
stugge bladeren, snijd de overblijvende
„kropjes" in de lengte doormidden en
leg ze met het vet of de boter en een
bodempje water in een breede pan.
Strooi er het zout over, sluit de pan en
laat op een zacht vuur de halve kool
tjes gaar smoren, nu en dan ze omkee-
rende en zoo noodig het bodempje wa
ter wat aanvullende.
Giet, als de kooltjes gaar zijn (na on-
veer 3/4 uur) nog een klein scheutje
water bij de op den bodem gevormde
saus, laat er het bouillonblokje in oplos
sen en breng dan de groente over in een
dekschaal.
Het groentesausje, dat met de kool
tegelijk in de schaal wordt gedaan,
smaakt bizonder lekker bij de gekookte
aardappelen.