HET MUNTWEZEN VROEGER EN THANS. «s.:ci-' 9 V y. Slllsl In dit artikel willen wij Het hebben over liet muntwezen van voorheen en thans. Dit onderwerp is begrijpelijkerwijze zeer rekbaar, omdat reeds honderden jaren vóór Christus munten als geldstukken en eere penningen in omloop waren. Wij willen ons daarom hoofdzakelijk bepalen tot het Nederlandsch muntwezen, terwijl wij ver der willen aanhalen het buitenlandsch muntwezen, voor zoover wij denken, dat het den lezer belangstelling kan wek ken. Wie de eerste bezitters van het geld zijn geweest, is niet zeker te zeggen, hoe wel velen beweren, dat het de Egypte- naren waren, die aan het muntwezen de waar toekenden, waarop het recht had. In Egyptische papyri, waarvan de oudste tot de Pyramidentijd behooren, komt als waardemeter een eenheiJ „sjet" voor, waarnaar o. a. de waarde werd bepaald van kleeren, granen, geiten, zilver, enz-, welke als arbeidsloon werden uitgekeerd. Wanneer men in het bezit was van een dergelijk papier, kon men bij de kooplie den voor een bepaalde waarde aan goe deren of levensmiddelen krijgen. Waar schijnlijk is de „sjet" oorspronkelijk niet een munt geweest of een „bankbiljet", zooals wij het zouden kunnen poemen, maar een eenheidsbegrip. Het zou voor ons moderne mensehen, al zeer moeilijk zijn met dergelijke papieren te moeten rekenen. Sommige Egyptologen nemen aan, dat de sjet de helft aanduidde van de waarde van den gouden ring, die uit het gewichtstandaard van het Oude Rijk be kend is. In het Nieuwe Rijk ziet men dit goudring-gewicht geleidelijk verdwijnen ttfêpók de sjet wordt zeldzaam meer ge- m^Trtd.- Zij maken plaats voor een stel sel, dat zich meer aan het Babylonische systeem aanpast. Wat evenwel aan de personen hun werkzaamheden niet naar wensch vervulden, ofwel oneerlijk bleken, werd al spoedig de valsche munterij ge boren. Personen, "die door onbetrouwbaar heid waren weggezonden, kenden „de klappen van de zweep" en gaven valsch geld uit, dat vaak zoo kunstig was na gemaakt, dat men, als men geen expert was in het ontdekken van valsche munten, er nauwelijks erg in had. Het Neder landsch muntwezen is eerst sedert 1902 een geheel zuiver overheidsbedrijf gewor den. Vóór het evenwel zoo ver kwam, stroomden het klachten-bij-voorbaat en vooroordeelen tegen een dergelijk bedrijf van overheidswege, welke vooroordeelen meestal niet geheel van wantrouwen en achterdocht waren ontbloot- Doch alle ge opperde technische en financiëele of andere bezwaren ten spijt, is het Muntwezen van staatswege het meest betrouwbaar en het veiligst gebleken. De MununrichEng te Utrecht is van 1647 tot 1911 op dezelf de plaats geweest. In laatstgenoemd jaar werd zij overgebracht naar een nieuw ge bouw met gemoderniseerde inrichting. Hoewel betrekkelijk klein van omvang, is zij toch, wat haar capaciteit betreft, een der grootste in Europa. Grootsche pro ductie, bijna 231 millioen stukken, ver kreeg men in 1923, het recordjaar voor Nederland! Toen volgde een slappe tijd voor het Nederlandsch Muntbedrijf (1923 1925). In deze jaren, waarin men op sommige dagen met een te groot aantal personeel moest werken, kreeg de Neder- landsche Munt herstellingen en opdrach ten vanuit Polen en Danzig. Doch dit gebeurde alleen in den tijd, dat de Neder goede; zij worden in oen tweetal zg. „muntfondsen" gereserveerd. Laten wij thans eens de schaduwzijde van het muntwezen in oogenschouw ne men. Bedriegers en zwendelaars om en -door het geld zijn er door alle eeuwen geweest. Sinds Adam's tijden hebben vele menschen zich er op toegelegd hun even- menschen, waar zij de kans er toe zagen, een poets te bakken. Dr. Alföldy, conser vator van het Hongaarsch Rijksmuseum te Budapest, publiceerde eenige jaren ge leden een opzienbarend werk over het val- sche-niuntu ezen in Europa van omstreeks 1600. Reeds jarenlang viel het den geleer de op, dat in vele der collecties munten valsch Russisch geld aainvezig was- De zaak begon hem belang in te boezemen, en hij maakte er een studie van. Hij sloeg uit boeken en geschriften op, reisde veel en vond het benoodigd materiaal voor zijn opzienbarende publicatie. Volgens den ge leerde moet er omstreeks 300 jaar na Christus een enorme bende valsche mun ters in actie zijn geweest, die niet haar producten het geheele Romeinsche Rijk let terlijk overstroomden. Aan liet optreden dezer vervalschers moet de groots infla tie worden toegeschreven, welke destijds in het Romeinsch geldwezen heerschte. De valsche munters groepeerden zich in geheime clubs en onderwezen, voor zoo ver dit noodig was, elkaar in hun duister beroep. De leiding dezer clubs vormde het middelpunt der internationale valsche mur.tarsbearijven. Men vond afzetgebieden in geheel Europa en daarbuiten. "Afdeelin- gen van de „centrale" der valsche munters vond men overal; in alle groots steden sjet-eenheid bijzonder karakter geeft, is, dat haar waarde door den opdruk van een stempel moet zijn gewaarborgd; anders is de schrijfwijze ervan met het zegeltceken moeilijk te verklaren. Is deze veronderstelling juist, dan zouden, we te, maken hebben met een nieuw geval van een in de Egyptische cultuur niet onge woon verschijnsel; de invoering van een door andere, bij de naburige koopmans volken gebruikelijke ruilmethoden verdron gen tot in de laatste eeuw voor Alexan- der de Grieksche beschaving echte mun ten invoerde. Laten wij thans# eens een kijkje nemen in ons eigen muntbedrijf. Het Rijks Munt bedrijf, dat te Utrecht gevestigd, slaat het benoodigd geld vo^r Nederland en haar Overzeesche Gewesten. In vroeger tijden hebben talrijke plaatsen hier te lande van het z.g. Muntrecht als privilege pro fijt getrokken. De Bisschoppen van Utrecht hebben dit recht eeuwenlang zelfstandig -lUitgböefci.d. Sedert de Unie van Utrecht had ieder der Provincies haar eigen Munthuis, alwaar naar de voorschriften der Generale Staten munten werden ge slagen, natuurlijk ieder in anderen vorm en andere grootte, vandaar ook, dat de oude Nederlahdsche munten een zoo groots verscheidenheid vertoonen. Deze Provinci ale Munthuizen werden eerst in 1806 op geheven, doch die te Utrecht mocht als middelpunt van het land, blijven voort bestaan. Het muntwerk werd aanbesteed aan den muntmeester, die voor zijn eigen rekening personeel in dienst stalde en zich vaak moest verlaten op da betrouwbaar heid van zijn staf personeel. Doordat zulk een muntmeester steeds andar personeel hi dienst kou nemen, wanneer bepaalde landers „hun geluk niet op konden". De kenden de munters hun kameraden. Op Munt hier te lande werkt in hoofdzaak het laatst werd het zelfs zoo erg, dat voor rekening van het Nederlandsch en een geheel dorp of kleine stad kón leven het Indisch munstw ezen. Goud wordt in van het valsche munten slaan. Ook de kin deren werden voor het beroep opgeleid en toonden zich vaak nog geslepener als de vader. Door de vervalsching van gou den munten, welke zij tot dan toe nog niet hadden durven namaken, is het ge heele bedrijf aan het licht gekomen. De Romeinsche regeering zag zich genood zaakt krachtige maatregelen te treffen tegen de bende en honderden menschen werden met den dood gestraft. Zelfs de jeugd onderging dezen drastischen maat regel. Vele valsche munters wisien echte\ uit de handen van het gerecht te ontko men door zich schuil te houden in de Romeinsche hoofdstad. Zij namen het eer ste het beste baantje wat zij konden krij gen en leefden voorloopig als eerzam Reden, echter met' het voornemen in het hart weer spoedig terug te keerén naar de geheime verzamelplaatsen. Velen onder hen, die geen ander beroep uitoefenden dan dat der valsche munterij, kwamen „werkloos" en waren zelfs zoo brutaal zich beschikbaar te- sUFen bij de Romein sche Muntinstellingen'! De regeering, di; hiervan, kennis had gekregen, toonde zich evenwei niet in het minst verrast hierdoor en moedigde de valsche munters zelfs aan in haar dienst te' treden, daar men ii ieder geval verzekerd was met „vaklui te doen te hebbenHoeveel eervoller arbeid verrichtten de valsche munters thans, nu zij zich bezighielden met de fabricage van echt, volwaardig geld! Helaas, ook dit bleef niet van langen duur. De valsche munterij begon weer gaande weg te bloeien en zich in geheel Italië uit te breiden. Kei er Aurelianus was het thans, die zware straffen oplegde op de valsche munterij. Een ware razzia begon op de m untmisdaaigers en het einde van het proces was, dat een goede 7000 mun ters op het Kapitool werden geëxcuteerd!' Velen onder ons zullen wellicht niet weten, wie de uitvinder is geweest van het papieren geld, dat in Europa vooral in den oorlog in zoo groote mate in omloop is gekomen. De uitvinder van het papieren geld is de financier John Law, die, hoewel in Schotland geboren, zich in Frankrijk populair en later berucht heeft De Munt te Patijs slaat dagelijks 1700000 stukken van 5 Fes. tec vec- vanging van oud bankpapier. Éen speciale machine telt steeds i 00 stuks af in een daarvoor bestemd rekje, zoodat men de munten pet 100 stuks tegelijk kan tellen. hoofdzaak voor de Nederlatvdsche Bank geslagen. De Munt van het Nederlandsche Rijk wordt als een zelfstandig staatsbe drijf beheerd, waarbij de muntwerkzaatn- heden tegen vaste tarieven worden uitge voerd. De voordeeleu, aan onedel metaal verbonden, komen niet aan het bedrijf ten weten te maken. Het Ts Haast niet denk baar, dat men vóór twee eeuwen niet an ders dan met „klinkende munt" om sprong. Law kwam op het idee het papie ren geld als betaalmiddel aan te wenden, wat natuurlijk vooral voor den handel van een groot nut was. Het was in den tijd, dat Frankrijk behoefte had aan goud en het papieren geld werd dus een ware uit komst Law werd plotseling beroemd en sfe bankbiljetten in de Öosfcrsclfe lande* werden vervaardigd. Het ontstaan der lederen bankbiljetten zou zijn oorzaak la de volgende verklaring vinden: De Chi- neesche keizer Uti zat eens in geldver legenheid en verzocht daarom zijn be kwaam thesaurier om middelen te bera men, teneinde de schatkist weer wat tc vullen. En deze Minister van Financiëa kwam toen op het volgend idee. Het wat De Munt van Parijs. De munten worden zorgvuldig nagezien op een rollend tapijt voor eventueele fouten. een gezeten man. Men schonk hein het volle vertrouwen, hierin voorgegaan door Philips van Orleans, wiens beuj-s steeds leeg was. Frankrijk kreeg op eenmaal een massa vreemdelingen te herbergen, die van het papieren geld, dat zij dachten gemak kelijk te verdienen, hadden gehoord en nu hun zakken er mee wilden vullen, vóór zij naar huis keerden. Het zielental van Parijs steeg met den dag; men bouwde rijke woningen, kerken, schouwburgen en alles werd met papieren geld betaald. De Fransche burgerij beschouwde Law als de rijkste en machtigste mensch ter wereld en men benoemde hem in 1720 tot Minister van Financiën. Zijn roem zou evenwel al even snel tanen als dat het was gestegen. John Law ontpopte zich in een bedrieger; het vertrouwen, dat zoó- velen hem hadden geschonken, had hij snocdelijk misbruikt. Onder auspiciën van de Fransche regeering had Law een han delsbank gesticht, wier doel het was Ca nada en het MiseLippigebied uit te buiten en de wantoestanden door misdadigers en ander gespuis, die de koloniën bevolk te, kwamen de regeering ter oore. In Mei 1720 barstte de boni: velen verloren hun geld, het papieren geld bleek plotseling Waardeloos te zijn. In October werd het bankpapier aan de circulatie onttrokken en vele vocra'anstaande en rijke lieden waren plotseling straatarm. John Law, angstig geworden door de woede der bevolking, vluchtte naar Brussel en van daaruit naar Venetië, waar hij eenzaam en in bittere armoede overleedMen zegt, dat de eer- Het geld In dienst der liefdadigheid. Het natellen en sorleeren van het Ingezamelde geld ten bate en tot steun van de talloos vele wetkloozen. die door de huidige crlsle getroffen, afhankelijk zijn geworden van hun evenmenseh. toentertijd gewoonte, dat alte prinsen en hoogwaatdigheidsbekleeders slechts in te genwoordigheid van den „Zoon des He mels" (zooals de Chlneesclie keizers wer den betiteld) toegelaten konden worden met een toeren1 masker voor het gelaat. De schatmeester liet een decreet uitvaar digen, waarbij deze maskers alleen moch ten worden vervaardigd van wit herte leder, afkomstig van de keizerlijke domei nen. Er ontstond een groote vraag naar dit leer, de prijs steeg en het geld vloeide in 's keizers kas. Sedert dien had het leder in China een zekere koerswaarde en de eerste banknoten werden van dit leder ver vaardigd. In enkele afgelegen gedeelten van China zijn er zelfs thans nog in ge bruik. Het muntstelsel van alle tijden en alle lauden heeft immer een aantrekkings kracht uitgeoefend op de verzamelaars. Over geheel de wereld vindt men munten- verzamelaars, die hun geheele vermogen over zouden hébben om in het bezit te fcohiën van een speciale munt of oude penning, waar zij hu nzinnen op hébben gezet. Een der meest belangrijke munten verzameling in de wereld bevattend 40-000 verschillende soorten en zich uit- 4strekkend over een periode van 5000 jaar is enkele jaren geleden gekocht door de Ghaso National Bank of Amrica van zekeren Farran Zerbe, die meer dan 40 jaar heeft besteed om deze verzameling bijeen te krijgen. Deze collectie werd on dergebracht in een permanente tentoonstel ling in de bank, onder oppertoezicht van den heer Zerbe. Onder de meest curieuze types van geld noemen wij: Een blok ge perste thee, de sculp van een specht, een stuk tabak, gecoudeseerde melk, graszo den, zout, enz. De collectie, welke vóór den oorlog een waarde bezat van tien millioen pond, begint met een schuldbe kentenis van klei, uitgegeven in Babyion, 5000 jaar geleden en laat verder het eer ste muntstuk zien van ong.. 700 jaar vóór Chr. en het eerste papierengeld, gedrukt door de Chineezen in 1300. Als tegenstel ling bevat de collectie een Rijksmarkbank- biljet, uitgegeven in 1923, van een tri ljoen Mark, nu een waarde hebbend van ongeveer 60 ct. en de speciaal geiee- kend eclièuqe van 3000 pond, aaiigeooden als prijs, aan kolonel Lindbergh mot zijn tocht over den OceaanBij e sclie his torie is vertegenwoordigd door een e .e n- jrtaar van het „penninkske der weduwe" eii den shekel. Men vindt er verder een exemplaar van het.grootste geldstuk, te.» 31 pond' wegend stuk koper, twee v et lang en een voet breed, eens acht daalders in Zweden waart, en een Mein geldstukje van South Indian, in golJd. niet groo.er dan' een speldeknop- Menig geldstuk, dat zich in deze kostbare collectie bevindt, is vaak het eenige, wat van een vroegere beschaving 's overgebleven... De bezich tiging van deze collectie is dan ook voon degene", die hierin belang stoelen, ruin». schootS de moeite waard.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1934 | | pagina 8