V
HOLLAND'S ROEM 1
Guus Betlem Jr,
Een Nederlandsche ambulance staat op
het punt naar Abessinië te vertrekken.
Zoo trekt een groepe wakk're Nederlandsche mannen
Er weer opuit, direct, naar ver en vreemd gebied,
Om er het leed zooveel als mog'lijk is te bannen.
Om er te lenigen, het menschelijk verdriet.
Ook ónze Staat heeft z'n partijdigheid bewezen,
Maar en is 't noodig dat ik 't nóg eens weer herhaal?
Wanneer het gaat om médemenschen te genezen,
Dan.dan is Holland nooit partijdig, maar.neutraal!
Dan staan we klaar, direct om dadelijk te helpen,
En 't maakt geen sikkepitje uit, aan welken grens.
Dan staan we klaar om bloed, en ander leed te stelpen.
Dan zien wij enkel maar.het lijden van den mènsch?
Dan zijn wij Hollanders bij allen in de gratie,
Want 't is een welbekend en tevens dankbaar feit,
Géén land geniet gelijk het onze 'n reputatie,
Géén ambulanc' is zoo gewild, in oorlogstijd.
Nauw' was de kreet dan ook in Afrika weerklonken.
Of in een oogwenk stond ons landje weer gereed,
Het geld, dat noodig was 't werd grif, spontaan geschonken
Wijl het moest dienen tot verzachten van het leed.
En als wij straks weer in de kranten zullen lezen.
Van een gevècht, een luchtaanval, of wat het zij
Dan zal direct ons allereerste denken wezen:
Is daar wellicht ons wakker groepje mannen bij?
En in gedachten, als we stil de oogen sluiten,
Dan zien we voor ons, heel de wreede oorlogshel,
Die niemand, niemand nog bij machte was te stuiten,
En die ontstaan is uit een roekeloos bevel....
We zién de mannen steunenwankelen en vallen,
We zien de wanhoop in hun oogen, in hun hart,
We hóóren bijna de geweren ginder knallen.
De rauwe kreten, vol van pijn en vol van smart
Ook ónze Staat heeft zijn partijdigheid bewezen,
Maar en is 't noodig dat ik 't nog en nóg eens zeg?
Wanneer het gaat om medemenschen te genezen,
Weet élke Nederlander steeds den juisten weg
Straks gaat een groepje van die wakk're, fiere menschen
Er weer opuit de ambulance, staat al klaar,
En mét hen gaat ons hart, vol wèlgemeende wenschen,
Naar 't wreed gebied, van oorlog en gevaar....
&EIEN WAARDEVERMINDERING
VAN DEN GULDEN.
De bond voor bloembollenHan-
'delaren heeft een vergadering
gehouden te Lisse. Dit Is niet van
zoo bijzonder belang, hoewel wij
als Nederlanders veel belang aan
dan dag plegen te leggen voor
loipen, narcissen en wat dies
Meer zij. Wat echter in dit geval
van meer belang is: de heeren
hebben een motie aangenomen,
waarin wordt uitgesproken, dat
de verlating van het tegenwoor
dige goudpeil noodzakelijk is
roor de handhaving en de ont
wikkeling van het bloembollen-
redrijf. M.a.w- dat de waarde van
den gulden moet worden vermin
derd.
Devaluatie dus; al is het dan
maar alleen, om te zorgen dat de
bollen en narcissen, tulpen enz
weer in voldoende hoeveelheid
naar het buitenland kunnen wor
den uitgevoerd.
Zoover gaat onze belangstel
ling voor dit nationale product
Intusschen nü niet, dat wij er al
de narigheid van waardevermin-
verhooging van 10 pet., doch in
dien tusschentijd was het index
cijfer alweer met 5 punten geste
gen. De regeering zal dan ook
wel genoodzaakt zijn, tot deze
aanpassing over te gaan, waar
mede een bedrag van 250 milll-
oen francs is gemoeid waar
mede bij het indienen van de be
grooting geen rekening is gehou
den. Er moeten dus middelen ge
vonden worden om dit tekort te
dekken.
De korte economische opleving
die men in alle landen ziet, waar
devaluatie wordt toegepast, ls
reeds geremd. Minister van Zee
land geeft verder zelf toe, in zijn
regeeringsverklaring, dat de be
lastingen niet meer opleveren,
hetgeen er van verwacht werd.
In sommige kringen in Neder
land hoort men beweren, dat de
valuatie een middel zou zijn, om
de werkeloosheid te beteugelen.
Men zie naar België: het aantal
werkloozen neemt er toe met 2000
per week! Ditzelfde staat ons te
wachten, als wij overgaan tot het
in waarde, verminderen van den
goeden Nederlandschen gulden.
het paleis en het daarin vestigen
van de kern van het gemeente
bestuur en lèlVs millioen voorde
eventueel noodige constructieve
verbeteringen, zonder nog te
spreken van de eveneens zeei
aanzienlijke kosten voor stofiee-
ring, meubileering, centrale ver
warming, enz.
Op grond van dit alles geeft
men den raad, het aanbod van de
regeering aan te nemen en aldus
de kwestie voorgoed uit de we
reld te helpen.
Dr. Henrï Polak is iemand, die
vee! schrijft en gemakkelijk
schrijft en zich door die veelheid
en gemakkelijkheid vaak laat ver
leiden om vrat t e veel te schrij
ven vooral wanneer het aaat
tegen een partij, die niet de zijne
is, of tegen menschen, die niet tot
zün richting behooren.
Zoo heeft Mr. van Vessem bij
de justitie te Amsterda& een
klacht ingediend naar aanleidinq
van een kroniek in ,,Het Volk",
geschreven door Dr. Henri Polak.
Deze klacht berustte op „aanzet
ting tot moord".
De heer Polak werd door den
officier gedagvaard wegens op
ruiing tot geweld met vereende
krachten. Tegen deze dagvaar
ding kwam de schrijver in verzet.
De Amsterdamsche rechtbank ver
wees echter de behandeling naar
de openbare zitting en verwierp
dus het verzet tegen de dagvaar
ding. Bedoeld stuk werd echter
gewijzigd in dien zin, dat zij den
opzet van dPn heer Polak niet
aannam echter wel een „voor-
waardelijken opzet". Van deze
beslissing appeleerde de officier
en het gerechtshof behandelde
het verzet in raadkamer.
Het einde van het lied is, dat
de rechtbank hierop thans een
beslissing gaf en den heer Polak
buiten vervolging stelde, aange
zien naar het oordeel van dit col
lege „geen strafbare handeling
plaats had" en ook de „voor
waardelijke opzet" ontbrak.
Vrijheid van het woord en pers
vrijheid zijn zeer schoone begrip
pen doch het is toch te vree
zen, wanneer dit begrip zoo rek
baar wordt gemaakt als dit blijk
baar het geval is voor aanhan
gers van het marxistische begin
sel, Dr. Polak en anderen met hem
dit zullen gaan beschouwen als
een vrijbrief tot straffelooze op
hitsing tegen andere partijen, wat
toch een minder gewenschte ioev
stand lijkt, zelfs in ons vrije Ne
derland.
De Joodsche Invalide is een
joodsche stichting, die als zoo
danig dan ook gretig gebruik
maakt van alle middelen, welke
Nederland biedt, om propaganda
te maken voor haar op zichzelf
zeer loffelijk streven. Het is haar
zelfs gelukt, daaraan den Neder
landschen radio-omroep en Ne
derlandsche ministers dienstbaar
te maken, wat voor christelijke
vereenigingen van dien aard wel
tot de onmogelijkheden moet wor
den gerekend.
Om den afzet van haar loten te
vegrooten, heeft zij nu haar toe
vlucht genomen tot het niet on
gebruikelijke cadeau-stelsel: elke
kooper van een lot krijgt er een
blik biscuits bij.
Men stelle zich nu echter het
gezicht van den kooper voor, als
hij zijn cadeau in handen krijgt
en dit blijkt te zijn van een Bel
gische fabriek
Het maakt wel een zeer zonder
lingen indruk dat een Nederland
sche instelling, die van Neder-
lande rijksdaalders en ministers
en radio-omroep profiteert en al
dus oog blijkt te hebben voor Ne-
derlandsch fabrikaat, er de voor
keur aan geeft om haar toegift
uit het buitenland te betrekken.
Het zal toch aan het bestuur van
de Joodsche Invalide niet onbe
kend zijn, dat Nederland voldoen
de biscuitfabrieken binnen zijn
grenzen telt, die voor deze order
in aanmerkina hadden kunnen
komen. Dezelfde voorvallen ma
ken een hoogst onpleizierigen in
druk.
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Weinig nieuws van het Afri-
kaansc'he oorlogsterrein.
Rond het embargo op petro
leum. Dreigementen in de
ruimte. Spoedig einde van
den oorlog? De houding
van Italië wijst op het tegen
deel.
Op het Afrikaansch oorlogster
rein schijnt het den Italianen niet
in alle opzichten naar den vleeze
te gaan. Met overgroote zekerheid
valt hier weliswaar niets te zeg
gen, want overwinningen worden
nog steeds als nederlagen en ne
derlagen als overwinningen voor
gesteld, al naar de zijde, vanwaar
de desbetreffende berichten af
komstig zijn. Maar één ding staat
wel vast, n.I. dat de Italianen in
het zuiden, waar generaal Grazi-
ani in den beginne zoo verbluf
fend snel was opgerukt, al hun
winst, in hoofdzaak door de
weersomstandigheden en ook ten
deele door den heftigen Abessyn-
schen tegenstand weer te niet
hebben zien gaan.
Het grootste gevaar aan het
noordelijk front bestaat voor de
Italianen in het feit, dat in den rug
van hun linies de Abessynen nog
sterke stellingen bezet schijnen te
houden. Hier staat thans aan het
hoofd van de Italiaansche troepen
maarschalk Badoglio, maar het is
nog steeds niet duidelijk, welke
verandering hij in de Italiaansche
strategie wil brengen. Wil hij het
tempo opvoeren, wat in verband
met den korten tijd, die den Ita
lianen bij hun veldtocht ter be
schikking staat, niet tot de on
waarschijnlijkheden zou behoo
ren, of is het zijn taak de door
de Italianen veroverde gebieden,
thans geheel voor een Abessyn-
bche invasie te behoeden, iets dat
zijn voorganger De Bono ver
zuimd heeft? Ook spreekt men er
over, dat hij de politiek van de
vreedzame penetratie zal voort
zetten. Van Italiaansche zijde
wordt in dit verband gewezen op
het allernieuwste succes, n.1. hel
overloopen van den sultan van
Aoessa. Dit bericht moet echter
nog steeds met een korreltje zout
genoten worden, want uit Addis
Abeba is er nog steeds geen be
vestiging van te verkrijgen.
Intusschen blijft de oorlog in
Abessinië van kleinen omvang
groote veldslagen vinden er niet
plaats, wat zijn hoofdoorzaak wel
in het moeilijke terrein vindt. Het
oorlogstooneel heeft dan ook bij
het groote publiek veel van de
belangstelling verloren. Alle aan
dacht is thans geconcentreerd op
de afgekondigde verscherping van
den sanctiestrijd: het embargo op
de petroleum- Door het treuzelen
van Laval, die tot eiken prijs nog
wat uitstel wilde, zal over de
desbetreffende maatregel niel
eerder dan 12 December door de
Volkenbondscommissie van acht
tien onderhandeld kunnen wor
den. Dat men het initiatief tot deze
maatregel heeft kunnen nemen is
in hoofdzaak aan de regeering
van de Vereenigde Staten te dan
ken, die door middel van een
druk op de Amerikaansche
scheepvaartmaatschappijen een
dergelijk embargo krachtdadig
zal ondersteunen.
Alvorens echter nog tot de wer
kelijke verscherping van den
strijd wordt overgegaan, smijt
men links en rechts met dreige
menten. Om een paar voorbeel
den te noemen: Mussolini zal een
embargo op petroleum als een
„vijandelijken daad" beschou
wen, wat gelukkig nog iets anders
is dan een casus belli, een feit,
dat in ieder geval tot oorlog leidt,
terwijl hij tevens dreigt zijn troe
pen langs de Soedangrens te
laten oprukken, dus in een En-
gelsche belangensfeer (het Tana-
meer 1). Londen dreigt op een
herziening van het Volkenbonds
handvest te,zullen aansturen, ken
nelijk met het doel Laval wat
vlotter te maken en ten slotte zin
speelt Laval, die zijn vriend Mus
solini gaarne wat inschrikkelijker
wil zien, op een uit den weg rui
men van alle moeilijkheden tus-
schen Duitschland en Frankrijk,
waardoor alle behoeften aan een
vriendschap met Italië zou komen
te vervallen.
In al deze dreigementen steekt
naast een grond van waarheid
een aanzienlijk portie bluf. Zoo
valt b.v. niet in te zien, hoe Mus
solini, dio na een embargo op
petroleum ternauwernood vol
doende olie voor zijn troepen in
Afrika zal hebben, de Europee-
sche mogendheden een militaire
kool zou kunnen stoven. En al
evenmin is vooralsnog duidelijk
hoe Laval met Duitschland tot de
voor de geheele wereld zoozeer
gewenschte overeenstemming zou
kunnen komen. Men kent den
Duitschen prijs te dien aanzien:
Frankrijk zal dan moeten afzien
van het militair verdrag met Rus
land, dat nog door de Fransche
Kamer geratificeerd moet worden-
Hoe Laval tegen den wensch van
de linkerzijde is deze ratificatie
zou willen voorkomen, blijft een
raadsel. Desondanks schijnen op
het oogenblik onderhandelingen
van informatorisch karakter tus-
schen Berlijn en Parijs plaats te
vinden. Laat ons hopen, dat deze
nog iets goeds zullen afwerpen.
Tenslotte kan men moeilijk ge-
looven, dat Engeland het met zijn
dreigement tot verandering van
het Volkenbondshandvest, waai
het thans in het Abessynsche con
flict zoo'n steun van ondervindt,
werkelijk meent. Al deze woor
den in de ruimte moeten er
slechts toe medewerken, de ver
schillende partijen soepeler en in
schrikkelijker te maken. In dit
verband verdienen de onderhan
delingen, die op het oogenblik
tusschen Mussolini en den Engel-
schen gezant te Rome, sir Eric
Drumond, worden gevoerd, de
grootste belangstelling. Ook in
MET SCHILD EN TRAANGAS.
De Amerikaansche politie heeft een nieuw
onderdeel aan haar toch al zoo omvang-'
rijke uitrusting toegevoegd gekregen: een
opvouwbaar schild, waarachter zij zich
bij stakingsrelletjes tegen den gebruiken
lijken steenenregen kan beschermen. Men
ziet hier een politieagent in volle „wa
penrusting" op het punt een fraangasbom
weg te slingeren.
Londen begrijpt men zeer goed,
dat als Mussolini voor het dreige
ment van het olie-embargo opzij
zou wilen gaan, men toch min
stens een gouden brug zou moe
ten slaan, waarover hij den teruq-
tocht zou kunnen aanvaarden.
Achter de schermen is men dan
ook ongetwijfeld in de weer, om
te trachten een dergelijk bouwsel
in eikair te krijgen. Mocht men
hierin alsnog slagen, dan zou de
oorlog in Afrika spoedig tot het
verleden behooren. En ditzelfde
zou het geval zijn, indien men
niet slaagde tenminste volgens
de militaire deskundigen, die
voorspellen, dat Italië niet lancrer
dan zes a acht weken aan het em
bargo op petroleum weerstand
zou kunnen bieden-
Al te hoopvol mag men intus
schen nog niet zijn. Het feit, dat
in Italië het benzineverbruik zoo
veel mogelijk ingekrompen wordt
een groot deel van het auto
verkeer is stopgezet is een
veeg teeken en wijst erop, dat
Mussolini bij spaarzaamheid den
oorlog, ondanks een olie-embargo
nog wel langer denkt voort te
kunnen zetten dan slechts luttele
weken tijds. Afwachten tot 12 De
cember is intusschen de bood-
schap.
DE KOMENDE PRESIDENTWISSELING EN TSJECHO-SLOWAKIJE.
Hef thans 86-jarige staatshoofd van Tsjecho-Slowakije, Dr. Thomas Masaryk
(links), die na wekenlange besprekingen met de leiders der coalitiepartijen den
tegenwoordigen minister van buitenlandsche zaken, Dr. Eduard Benesj (rechts)
als zijn aanstaanden opvolger heeft aangewezen.
dering van den gulden, dus de
valuatie voor over zouden heb
ben. Wat toch beteekent devalu
atie? Niets minder dan misère
hêTTf y'eivallen van kwaad tot
erger.
aan een ander zich spie
gelt, spiegelt zich zacht, zegt het
spreekwoord; en niet ten onrech
te. Laten wij ons dus speigelen
aan het meest recente voorbeeld
van de gevolgen van devaluatie
en nog wel vlak naast onze
'deur: in België.
Het index-cijfer voor de kosten
van levensonderhoud, gepubli
ceerd op 15 November, geeft aan,
dat dit cijfer sinds 15 October we
der met 5 punten is gestegen. Het
staat nu op 689. Hoeveel bedroeg
het op den 15en Maart, juist vóór
de devaluatie van den Belgischen
franc? Niet meer dan 621; dit wil
dus zeggen, dat de kosten van
het levensonderhoud na de deva
luatie zijn gestegen met niet min
der dan 68 puntenl
Voor verschillende steden af
zonderlijk is de stijging zelfs nog
hooger; in Brussel bijvoorbeeld
bedraagt zij 87 punten.
Buitendien moet men er nog
ïekening mede houden, dat dit
officieele indexcijfer is gebaseerd
©p den prijs van 55 artikelen, die
patuurlijk lang niet van evenveel
ibelang zijn in een gemiddelde
huishouding. De prijs van een pet,
een overhemd of een doos kaar-
«en b.v. doet zijn invloed gelden
t>p het indexcijfer in dezelfde
rerbouding als de prijs van
brood, boter, kaas, vleesch, enz.
Jn werkelijkheid zijn de kosten
(ran levensonderhoud dus nog
booger, dan het officieele index
cijfer aangeeft.
Dit zijn derhalve de zegeningen
ran devaluatie, waarop verschil
lende belanghebbenden hier te
Jande eveneens aansturen. Wan-
feeer wij spreken van belangheb
benden, bedoelen wij daarmede,
dat zij er alleen persoonlijke be
langen bij hebben, zooals in bo-
benstaand geval de bloembollen-
handelaren, waarbij zij meenen
het algemeen belang te moe
ten achterstellen.
O.i. zeer terecht verzet de re
geering zich ten sterkste tegen
het toegeven aan dergelijke ver
langens, die ons land alleen nog
dieper in de moeilijkheden zou
den kunnen storten.
Moet onze begrooting nog ho-
pelcozer worden? Zie wat in
België gebeurt. De broosheid van
het begrootingsevenwicht is ge
bleken bij de behandeling (in de
Belgische Kamer van het vraag
stuk der aanpassing van de sala
rissen, loonen, pensioenen en ver
goeding aan het indexcijfer. De
vakvereenigingen eischten een
BINNENLANDSCH OVERZICHT.
De Amsterdamsche Raadhuis
kwestie eindelijk van de
baan? Tien millioen is be
ter. Gevaarlijke vrijbrief
aan Dr. Henri Polak c.s.
De Joodsche invalide en Ne-
derlandsch fabrikaat.
De stadhuiskwestie te Amster
dam schijnt nu werkelijk op het
punt te staan, haar beslag te krij
gen en men zou zoo zeggen,
dat het langzamerhand tijd werd.
B. en W. van de hoofdstad heb
ben n.1. den Raad voorgesteld,
het aanbod van het Rijk om tien
millioen gulden beschikbaar te
stellen voor een nieuw stadhuis,
te aanvaarden. Het nieuwe stad
huis zou dan verrijzen op de
plaats, waar het afgebrande Pa
leis voor Volksvlijt heeft gestaan.
Niet minder gaarne dan wie
ook, zouden B. en W. van Amster
dam aan de grootsche schepping
van Jacob van Campen de oor
spronkelijke bestemming hebben
zien teruggegeven, luidt de toe
lichting tot het voorstel o.a. Ook
zij beseffen volkomen de waarde
van dit bij uitstek Amsterdamsch
monument voor de stad Amster
dam. Maar noch de bewondering
voor 't kunstwerk, noch de waar
deering van de zeer groote ide-
eele waarden, die, naar ook zij
levendig gevoelen, bij de Paleis-
Ra adhuis-kwestie op het spel
stcVn, mag de oogen doen sluiten
voor andere, niet minder ideëele
belangen van Amsterdam.
Andere tijden, andere zeden
en ook andere eischen voor een
raadhuis, dan in den tijd, toen
Jacob van Campen het monumen
tale gebouw aan den Dam schiep.
Een commissie van onderzoek,
reeds in 1931 door het stadsbe
stuur benoemd, is ten slotte tot
de conclusie gekomen, dat aan
de in gebruikneming van het te
genwoordige paleis als stadhuis
zooveel bezwaren verbonden zijn,
dat het in onzen tijd niet dan
zeer gebrekkig aan zijn bestem
ming zou voldoen.
Het zou alleen dan voor admi
nistratief raadhuis kunnen worden
gebezigd, indien men zich bui
tengewoon groote administratieve
bezwaren zou willen getroosten.
Buitendien zou men nog rekening
moeten houden met later even
tueel noodig blijkende uitbrei
ding van het personeel en het
aantal stedelijke diensten, met 't
oog op den voortdurenden groei
van de gemeente.
Volgens een zeer globale schat
ting van de Technische Sub-com
missie zou de gemeente moeten
beginnen met 4 millioen ten koste
te leggen aan de verbouwing van
ABESSIJNSCHE OORLOGSTROPHEEËN TE ADDIS ABEBA.
De Negus stelt alles in het werk om het moreel onder zijn bevolking op peil
te houden. Zoo liet hij in een galerij van het Keizerlijk Paleis te Addis Abeba
de kanonnen tentoonstellen, die de Abessijnsche troepen bij Adoea op de Italianen
hebben buitgemaakt*