\Z&2ken&(&i<l?
diwi&ilaMUclv ai/e&zickt.
Houw
Baitenlandsch overzicht
(nW/OCVMH^ VCMx (Uto
fltë
i gehouden
1 eens wat
i kanten of
abot opge-
pand, ter-
aangeknipt
de ruimte
aouw is in
en wordt
•kt. Twee
ten 40, 42,
VAN 2—4
a.- en ver-
urkje, dat
an uit één
knoopjes
ven als het
naakt, be-
d met het
opgestikt
ïs. Blouse
ichetjes.
>NEN.
ch Mode-
•o 203203.
Men w* ue macht van Genève)
vergrooten. Iedere natie heeft
^ïaar eigen bezwaren tegen den
Bond.
Zooals bekend is op de in den
zomer 1936 gehouden vergadering
\an den Volkenbond te Genève
besloten een referendum uit te
schrijven voor de ledenstaten, tot
wijziging van het statuut en wel
in dien zin, dat de macht en het
gezag van dit lichaam zal worden
verhoogd.
Ettelijke landen reageerden
reeds op dit besluit. Onder de
bereids binnengekomen antwoor
den is dat van Frankrijk, het
welk 't bekende Fransche stand
punt bevestigt, nl. dat het Ver
drag zoodanig behoort te worden
gewijzigd, dat het risico, verbon
den aan verleening van militaire
hulp aan landen, welke zich in
oorlogstoestand bevinden beperkt
blijft tot mogendheden, welke
staatkundig of geografisch recht
streeks bij den oorlog zijn be
trokken.
Frankrijk is het overigens eens
met verscheidene andere landen,
dat er dringende behoefte be
staat om de beginselen inzake
gezamenlijk optreden gemakke
lijker uitvoerbaar te maken.
Verscheidene leden van den
Volkenbond bepleitten uitbrei
ding van den Bond tot alle be
schaafde landen, met dien ver
stande, dat beperkte „regionale"
of continentale groepen worden
georganiseerd, om het gevaar van
te ernstige verwikkelingen 't-
geen volledige uitvoering van de
Bondsvoorschriften tot nu toe
heeft bemoeilijkt overbodig te
maken.
Het is opvallend, dat de Sovjet
Unie, Letland en Litauen liever
geen wijziging in de Volkenbonds
statuut willen zien, ofschoon van
die zijde wordt erkend, dat de
Volkenbond nauwelijks aan zijn
doel beantwoordt, tenzij deze uni
verseel is.
Duitschland, het land, dat op
gehouden heeft lid van den Bond
te zijn, heeft aan den anderen
kant bereids te kennen gegeven,
dat het zich onmogelijk kan aan
sluiten bij een Bond, waaraan
ook Rusland behoort, omdat
laatstgenoemd land zich mengt
in huishoudelijke aangelegenhe
den van medeleden.
De Scandinavische landen blij
ven trouw aan den Volkenbond,
doch zagen zijn machten ook
graag uitgebreid, zulks met het
oog op tusschenkomst in geschil
len, welke aanleiding kunnen ge
ven tot oorlog. De bepaling, vol
gens welke alle besluiten unaniem
moeten zijn, wordt van vele zij
den aangevallen. Vooral de be
staande maatregel, welke het be
schuldigde land eveneens 'n stem
geeft in de beslissingen van den
Bond, wordt afgekeurd.
Voorts wordt gepleit, voor een
meer doeltreffende toepassing
van artikel 19 van het statuut,
hetwelk den Volkenbond opdraagt
zijn aandacht te schenken aan
internationale toestanden, „waar
van de voortduring een bedrei
ging kan zijn voor den wereld
vrede". Noorwegen legt den na
druk op de economische aspecten
van dien wereldvrede en pleit
voor algemeene stabilisatie van
betaalmiddelen en een betere
distributie van grondstoffen als
middel om wrijvingen tusschen
de naties onderling te verminde
ren. Een typisch antwoord is ove
rigens uit Nieuw-Zeeland ingeko
men. Dit land is bereid zijn deel
bij te dragen tot economische en
militaire maatregelen voorge
schreven in artikel 16 tegen
een aanvallend land. Nieuw-Zee
land vreest evenwel, dat derge
lijke sancties in de toekomst nut
teloos zouden zijn, tenzij hun toe
passing automatisch enon
middellijk is. Nieuw-Zeeland is
zelfs vóór instelling van een in
ternationale militaire macht, on
der toezicht van den Bond. Ver
der wil dit land een betere ge
legenheid geschapen zien om in
ternationale geschillen uit den
weg te ruimen, terwijl het ten
slotte de aandacht vestigt op de
kiemen van oorlogsgevaar in de
vredesverdragen, welke kiemen
thans nog voortvloeien uit den
Wereldoorlog van twintig jaar ge
leden.
Nieuw-Zeeland wil den Volken
bond los zien van dergelijke ver
dragen en pleit voor een econo
mische opname van alle landen
als één geheel.
De voornaamste gevolgtrekking-
welke van de internationale ant
woorden kan worden afgeleid, is
wellicht die, dat de leden van den
Bond nog gelooven in 't lichaam
van den Volkenbond, als de
eenigste instelling, welke iets kan
doen om den vrede onder de mo
gendheden te handhaven. En dit
is een feit, waarover men zich
met recht mag verheugen.
Dat het evenwel niet mankeert
aan het algemeen besef van des
Volkenbonds gebreken en dat er
langzaamaan een overtuiging
heeft postgevat, dat de Volken
bond in staat moet zijn krach
tiger op te treden, staat ook vast.
Professor Van Vollenhoven, on
ze bekende geleerde, wijst in zijn
interessant boekwerk over den
Volkenbond, in 1932 verschenen,
op de ondoeltreffendheid van
Artikel 16, welke de toepassing
van sancties behandelt van 't
Volkenbonds-verdrag, doch legt
den nadruk op de belangrijkheid
van artikel 11, waarin wordt ver
klaard, dat elke oorlog of elk ge
vaar van oorlog, een taak geeft
aan den Bond en dat de Bond
dient zorg te dragen tot treffing
van de noodige maatregelen, wel
ke leiden tot herstel en bestendi
ging van den wereldvrede.
„De Volkenbond", zoo schrijft
Dr. van Vollenhoven, „dient ge
wapend te zijn, om den vrede te
handhaven en de eerbiediging
van den vrede te verzekeren, ter
wijl de afzonderlijke landen niet
meer over luchtmachten, oorlogs
bodems en legers mogen beschik
ken, doch zich slechts te bedie
nen hebben van een internatio
naal militair politiewezen". Het
is haast niet denkbaar, dat de
bij den Volkenbond aangesloten
naties met dit laatste zonder
meer genoegen zullen nemen!
Nederlandsche visschers-
dorpen in rouw. Familie
drama in Venlo. Is het
ncodig de dienstplichtwet te
herzien? Verkiezingsstrijd
begonnen. De N.S.B. trekt
ten velde tegen de «Godloo-
zen-beweging. Ontzetten
de ontploffingsramp te Schie
dam. Nederlandsch elftal
speelt te Amsterdam gelijk
tegen Noorwegen.
Uit verklaringen, die visschers
in verschillende visschersdorpen
hebben afgelegd, is wel duidelijk
komen vast te staan, dat de
herfst van 1936 stormen heeft
gebracht, welke in vele vooraf
gaande jaren hun gelijken niet
hebben gekend. Zelden, zoo ver
tellen deze menschen, hebben wij
de zee zoo kokend gezien.
Feitelijk mag het nog wonder
heeten, dat er nog niet meer
schepen zijn vergaan; niet nog
meer slachtoffers zijn te betreu
ren. Alleen Scheveningen heeft
een zwaren slag gehad. Twee
Scheveningsche loggers zijn ver
gaan, de Sch. 68 en de Sch. 179,
die nog steeds wordt vermist en
dus als verloren gegaan moet
v/orden beschouwd. In het geheel
heeft deze visschersplaats negen
tien menschenlevens te betreu
ren. Vijf van de Sch. 68 en veer
tien van de Sch. 179. Dientenge
volge heerscht in Scheveningen,
waar werkeliik nog gevaarlijker
werk wordt gepresteerd, dan in
den zomer gasten aangenaam
bezig te houden, diepe rouw. H.
M. de Koningin heeft reeds aan
de getroffen gezinnen haar deel
neming betuigd, terwijl minister
Deckers zich persoonlijk vaneen
en ander op de hoogte is gaan
stellen. Gebaren, die den Sche-
veningers wellicht weer een hart
onder den riem stekeh.
Evenals in Scheveningen heeft
zich ook in Venlo een drama af
gespeeld, zij het dan van geheel
anderen aard. In deze Limburg-
sche plaats speelde zich een ge
beurtenis af, welke misschien
eenig is in de crimineele geschie
denis van Nederland.
Het begon met de vergiftiging
van de schoonmoeder. Daarna,
waarschijnlijk in een vlaag van
waanzin, vermoordde het gezins
hoofd zijn vrouw en drie kinde
ren en sloeg tenslotte de hand
aan zichzelf. Slechts de schoon
moeder is nog in leven.
Aanvankelijk tastte de politie
van Venlo inzake de aanleiding
van deze tragedie in het duister.
Het gezinshoofd, leeraar aafi de
H.B.S., stond als een ijverig en
vriendelijk mensch bekend, die
in goede harmonie met vrouwen
kinderen leefde. Nooit werd er in
het gezin een wanklank gehoord.
Toch is de politie na ijverig
onderzoek er in geslaagd, eenig
licht in de duisternis te brengen.
Koning Carol van Roemenië nam bij zijn bezoek aan Praag met
den president van Tsjecho-Slowakije dr, Benesch een groote
troepenparade af.
Al spoedig bleek, dat het tus
schen den leeraar en zijn bij hem
inwonende schoonmoeder weinig
boterde. Zoo hoog liepen demee-
ningsverschillen, dat het gezins
hoofd een einde aan de onaan
gename samenleving trachtte te
maken door zijn schoonmoeder
vergif toe te dienen. De vrouw
bleef echter leven, hoewel zij
zwaar ziek werd. Een dokter
moest komen. Het dienstmeisje
werd er op uitgestuurd en toen
zij tien minuten later terugkwam
was het drama geschied, dat op
het oogenblik nog heel Venlo met
schrik vervult.
Wij hebben er in onze over
zichten al meer dan eens op ge
wezen, dat de belangstelling van
ons volk voor de Nederlandsche
weermacht onder den druk der
omstandigheden meer en meer
stijgt. Met bijzondere aandacht
zal men dan ook de woorden
hebben gelezen, die kolonel Al-
ting van Geusau, directeur van
de Hoogere Krijgsschool, dezer
dagen heeft gesproken voor de
Vereeniging ter Beoefening van
de Krijgswetenschappen. Kolonel
Alting behandelde nl. de vraag,
of herziening van onzen dienst
plicht noodzakelijk was. Spreker
vond het onlogisch in deze wet
een geval vast te leggen, dat de
sterkte van het jaarlijksche con
tingent aangeeft. Hij becijferde,
dat het thans bestaande contin-
gen te laag is en dat zal dienen
te worden uitgebreid met 4000
man. Het totale contingent zou
dan moeten worden 32.690 man.
Verder was Kol. Alting van Geu
sau van meening, dat er minder
vrijstelling wegens broeder dienst
moest worden verleend, waardoor
't juiste contingent dus 32.690
man gemakkelijk bij elkaar
kon worden gebracht. Voorts
diende volgens dezen deskundige,
de eerste oefentijd tot 8 en een
halve maand te worden ver
lengd, wat met het oog op den
duur van den dienstplicht in het
buitenland zeker niet als te lang
kan worden beschouwd.
Indien deze maatregelen zijn
doorgevoerd, achtte de kolonel
het van belang om over te gaan
tot invoering van den algemee-
nen dienstplicht, omdat het leger
zal kunnen worden gerecruteerd
uit 12 in plaats van uit 15 lich
tingen.
Volgens dezen kundigen offi
cier is een herziening van de
Dienstplichtwet dus zeer drin
gend en velen in den lande zul
len met kolonel Alting van Geu
sau van dezelfde meening zijn.
Het is intusschen niet waar
schijnlijk, dat een voorstel tot 'n
dergelijke herziening van de
Dienstplichtwet nog door de re
geering aan deze Kamer zal wor
den voorgelegd. De behandeling
van een eventueel voorstel in de
zen zin zal wel worden overgela
ten aan de nieuwe volksverte
genwoordiging, die wij over en
kele maanden zullen moeten kie
zen.
Naar aanleiding dezer verkie
zingen hebben de partijen zich
reeds op het oorlogspad begeven.
Dezer dagen hield b.v. de N.S.B.
in Den Haag een drukbezochte
propagandavergadering, waar
Mussert en ds. van Duyl 't woord
yoerden.
Overigens richt de N.S.B. haar
acties niet slechts op de verkie
zingen. Ook de vereeniging van
Godloozen „De Dageraad" is
thans voor deze beweging een
strijdobject geworden. Graaf
Marchant et d'Ansembourg heeft
in de Eerste Kamer eenige vra
gen aan den Minister van Justi
tie gesteld, die kennelijk op een
verbod van deze vereeniging aan
sturen en Maandagavond beleg
de de N.S.B. te Amsterdam ten
aanzien van deze kwestie een
groote vergadering, waar Van
Geelkerken en Ds. v. Duyl spra
ken.
Nederland en meer in het bij
zonder Schiedam is dezer dagen
getroffen door een ontzettenden
ontploffingsramp. Door nog on
bekende oorzaak explodeerde een
op de werf van Wilton liggende
Grieksche tankboot. Niet minder
dan 14 slachtoffers eischte deze
ramp en onder dezen bevonden
zich naast leden van de beman-
Dultsche frontstrijders bezoeken het graf van (Je manschappen
der tijdens den wereldoorlog neergeschoten Zeppelins te Hannover,
JVilton, 3l-0ctob'er 1938
Guus Beyem Jr.
Nauw' is de stormwind uitgeraasd,
En staan we nog versuft, verdwaasd
Op de gevolgen neer te staren,
Die droevig en ontstellend waren....
Nauw' zijn de huizenhooge golven,
Die al zoovéie graven dolven,
En 4io ook thans onzegbaar wreed,
jVVeer oorzaak waren van het leed
in veler harten fèl geslagen,
En 't gansche land mee, rondgedragen,
.Thans uitgegierd geraasd gekolderd.
Terwijl geen wind meer loeit en boldert
Die 't schuim tot bèrgen op deed rijzen,
En 't noodsein hoog in top liet hijschen.
Nauw' zijn ae golven rustig kabb'lend,
En stoeiend langs de kusten krabb'lend,
•Teruggekeerd o, wreede toover!
Tot 't leutig spel van haasje-over.
Zooals dat ging, zoo menig jaar,
Ofweer een nieuwe ramp stond klaar,.
Onmiddellijk, en snel er achter,
Die plotselinger, onverwachter
Nog dan de najaarsstormwind kwamj
De catastroph' in Rotterdam!
De catastroph', die naar gegevens
.Wéér eischte, veertien menschenlevens.
Die nieuwe rouw in 't land kwam zaaien.
En ginds de vlag halfstok doet waaien.,,.
Die in slechts enkele seconden
Een slagveld maakte van gewonden....
Eén knal, één siddering, éen dreun,
En in een smartelijken kreun,
Zag men de redders, klaar tot helpen,
Bereid om and'rer leed te stelpen,
In wreede smart ten onder gaan,
Hun liefdeplicht nog nauw' gedaan....
Thans heerscht er stilte langs de kusten,
En ginds, waar veertien dooden rusten..,.
En vól van eerbied, rouw en smart,
Heerscht óók de stilte.... in ons hart!
ning van het schip en personeel
van Wilton ook eenige Schie-
damsche brandweerlieden, die
onmiddellijk te hulp waren ge
sneld. Voorwaar, een droeve ge
beurtenis
Rest nog de vermelding, dat 't
Nederlandsch voetbalelftal Zon
dag te Amsterdam tegen de Noo-
ren met een gelijk spel (3—3)
genoegen moest nemen
Tenslotte nog een verheugend
bericht: De Koninklijke Shell
heeft dezer dagen een groote
order van tankschepen bij ver
schillende Nederlandsche
scheepswerven geplaatst. Het
betreft hier e°n order van acht
tankschepen met een gezamen
lijke tonnage van 84.000 tonnen.
Met deze opdracht is gemoeid 'n
bedrag van circa elf a twaalf
millioen gulden!
Het behoeft wel geen betoog,
dat deze order aan duizenden
handen een geruimen tijd werk
zal geven en daarom in de krin
gen van de scheepsbouwers met
groote vreugde is begroet en als
een zegen voor de Nederlandsche
werven en industrie wordt be
schouwd.
Nog steeds weinig hoop op
een nieuw Locarno. Ook
Polen wil zijn grenzen gega
randeerd hebben. Oost-
Europeesche politici op reis.
Praag ontvangt Koning
Karei van Roemenië.
Het schijnt dat de West-Euro-
peesche diplomatie op het oogen
blik wat inactief is. Schijnt
want ondanks het principe van
de openlijke diplomatie weet men
toch nooit, wat er achter de
schermen bekokstoofd wordt.
Kennelijk liggen de plannen
voor 't Nieuwe Locarno de Euro-
peesche politiek wat zwaar op de
maag. De kansen, dat dit ver
drag tot stand komt, worden im
mers nog steeds maar niet groo-
ter. Wel hebben Italië en Duitsch
land er over gesproken en schij
nen tot een zekere, constructieve
overeenstemming te zijn geko
men. Maar nu heeft zich weer
een nieuwe liefhebber aangemeld
die eigenlijk moeilijk van de
hand kan worden gewezen: Po
len. Warschau had er reeds in
1925 bezwaren tegen, buiten Lo
carno te worden gehouden en dit
was een der redenen, dat het zich
langzamerhand van Frankrijk
vervreemde. Thans zijn deze be
zwaren van Polen nog dringen
der geworden. Berlijn maakt er
geen geheim van, dat het West-
Europa van Oost-Europa wil iso-
leeren en misschien zou dit in
derdaad voor West-Europa nog
niet zoo onvoordeelig zijn. Men
kan het Polen echter niet kwa
lijk nemen, dat het er weinig
voor voelt, aan zijn lot te worden
overgelaten. De Polen hebben als
huurlieden in het Westen de
Duitschers en in het Oosten de
Russen. Een conflict tusschen
Moskou en Berlijn hoort werke
lijk niet tot de ondenkbare za
ken. Dat Polen bij een dergelijk
conflict groote risico zou loopen,
behoeft wel geen betoog. De
Poolsche minister van buiten-
landsche zaken Beek wenschtzijn
belangen nu te Londen te beplei
ten. Het zal dan ook wel moeilijk
zijn, Polen dit keer er buiten te
houden. Parijs zal dit in geen ge
val kunnen en willen verhinde
ren, nu het zijn betrekkingen met
Warschau juist weer eenigszins
heeft hersteld. En uit de woor
den, die Mussolini Zondag heeft
gesproken, blijkt ook niet, dat
men in Rome de Polen buiten de
zaak wil laten. Blijft nog de
vraag, of Berlijn zich bij een
deelname van Polen neer zal leg
gen. In elk geval is de situatie
door dit alles weer ingewikkelder
geworden en daarom lijken de
kansen op een spoedig „Locarno
nr. 2" niet al te groot.
Veel levendiger dan in West-
Europa is de politieke bedrijvig
heid op het oogenblik in Midden-
en Zuid-Oost-Europa. Koning
Karei van Roemenië heeft eenige
dagen in Praag doorgebracht.
Voor de Tsjechische zoowel als
voor de Roemeensche pers was
dit weer eens aanleiding om te
wijzen op de groote eensgezind
heid, die er in de Kleine Entente
heerscht. Wij hebben er echter al
-eens eerder op gewezen, dat men
dergelijke berichten over eens
gezindheid met een korreltje zout
moet nemen. Vele symptomen
wijzen er op, dat de betrekkingen
tusschen Praag Belgrado en Boe
karest onzeker en onrustig zijn.
In Praag weet men b.v. zelf niet,
wat men eigenlijk op 't moment
aan Belgrado en Boekarest heeft.
Niet, dat de vriendschap in vij-
andscnap zou zijn verkeerd, maar
de lijnen der buitenlandsche po
litiek van de drie landen loopen
toch zeker niet meer parallel,
daar kan geen entente iets aan
veranderen. Als het er op aan
komt is de vriendschap tusschen
de Scandinavische staten en Ne
derland en België, die geen ver
dragen met elkaar hebben ge
sloten, heel wat hechter. Ten
slotte zijn overeenkomsten tus
schen goede buren ook geheel
overbodig. Dat is in de afgeloo-
pén week weer eens gebleken tij
dens den „Dag van Noorden",
waar de ware eensgezindheid
tusschen de Scandinavische vol
ken wel zeer duidelijk tot uit
drukking werd gebracht.
Het bezoek van Koning Karei
aan Praag valt samen met dat
van den Zuid-Slavischen pre
mier Stojadinowitsj aan Ankara.
Deze samenkomst van Stojadino
witsj met den leider van 't nieuwe
Turkije Kemal Ataturk, legt nog
eens den nadruk op de goede be
trekkingen, weike zich in de laat
ste jaren tusschen Zuid-Slavie en
Turkije ontwikkeld hebben. Voor
al Londen ziet deze vriendschap
met het oog op den toestand in
het Oostelijk deel van de Mid-
dellaniische Zee niet ongaarne.
Toch mag men Turkije's betee-
kenis voor Europa niet overschat
ten. Kemal Ataturk zal zich er
wel voor wachten zijn handen in
het Europeesche wespennest te
steken
tzegelj.
imer van
t te ont-
te alui-
eents)