De eenzaamste plek der aarde
Het avontuur van een eiland
150 menschen leiden een Robinson Crusoë-leven
leder jaar komt er slechts eenmaal een schip naar
Tristan da Cunha
De geschiedenis
van een huis
De oudste vrouw van het eenzame eiland
met haar zoon.
het Parlement te bladeren. Men staai
verbaasd, wanneer men bemerkt, dat het
aantal der afgevaardigden, dat sedert 14
Mei 1907 516 bedroeg, als volgt verdeeld
was over de verschillende nationaliteiten:
232 Duitschers, 108 Tsjechen, 82 Polen, 37
Joego-Slaven, 30 Oekrainers, 20 Italianen, 5
Roemenen en 2 Zionisten. Men ziet,, dat. de
meerderheid der Duitschers zeer groot is;
deze cijfers weerspiegelden namelijk zeer
juist de verhouding tusschen de verschil
lende volken van het oude Oostenrijk.
In het jaar 1911 werd het Huis opnieuw
gekozen; het was de Rijksdag, die den we
reldoorlog zou beleven. In de geschiedenis
van de overheerschende partij van Oosten
rijk, n.1. de Christelijk-Sociale partij, leeft
deze verkiezing nog altijd voort als een
dag der verschrikking, omdat hij haar een
ontzettende nderlaag bracht. Wanneer
men de lijsten der afgevaardigden inziet,
die in 1911 het huis op de „Franzensring"
(zoo heette destijds de tegenwoordige Dr.
Ignaz Seipel-Ring) binnentrokken, dan
vindt men daarop namen, die later zeer
bekend zijn geworden.
Het oude Habsburgsche Oostenrijk
woonde 25 jaar lang aan den Franzensring.
Op 12 November 1918, te midden van het
verval van het oude Oostenrijk, deelde de
President van het Huis van Afgevaardigden
mede, da hij bij gebrek aan een nog gel
dende grondwet, geen datum van de vol
gende zitting kon vaststellen. Dat was het
einde. In een gesloten optocht verlieten op
dien dag 200 Duitsche parlementsleden het
gebouw, dat tot dat moment het gemeen
schappelijk bezit was geweest van de ver
schillende volken van het rijk, om de
wereld te toonen, dat elke samenwerking
geëindigd was. De democratische republiek
had vijftien en een half jaar en 10 dagen
tot'den lsten Mei 1934 haar zetel in 't Par
lementsgebouw. In Nov. 1934 nam een
volksvertegenwoordiging de medezeggen
schap aan de wetgeving op zich voor
het eerst sinds de oudste tijden een ver
tegenwoordiging, die niet was gevormd op
grond van kieswetten van welken aard ook.
De wol van de weinige schapen wordt op
dit spinnewiel gesponnen en daaruit wet»
den kleedingstukken gemaakt.
Tot het Britsche wereldrijk behooren vele
eilanden. Men kan ze nauwelijks allemaal
tellen. Ze "(gen over de geheele aarde
verspreid, door de natuur gezegend
en door de menschen gezocht, of bestaan
uit zand of rotsen en kunnen slechts wei
nigen bekoren. Maar zoo goed als alle zijn
ze besloten in het over de geheele wereld
gespannen net der scheepvaart. Tot die
eilanden behoort ook het eiland Tristan da
Cunha in den Zuidelijken Atlantischen
Oceaan.
Onder de eigenaardige eilanden is dit
een van de merkwaardigste. Het ligt 2700
K.M. van Kaapstad verwijderd en even
ver van St. Helena en draagt niet ten on
rechte den naam van „De eenzaamste plek
der aarde". Doordat het niet aan een van
de gewone scheepvaartroutes gelegen is,
hebben de 150 menschen, die op Tristan da
Cunha leven, een echt Robinson Crusoë-
bestaan. Slechts alle paar jaar komt er een
stoomschip in de nabijheid of een Engelsch
oorlogsschip, dat zijn rechten handhaaft en
verschillende werktuigen en andere be-
noodigdheden naar het eiland brengt.
Het eiland is in-de wereld rauwelijks
bekend. 150 jaar geleden v/as dit anders.
Toen werd een van de merkwaardigste kei
zerrijken der wereld gegrondvest, dat
steeds contant geld had, over drie onder
danen in het geheel beschikte, slechts vijf
jaar bestond en toen niet meer dan één
onderdaan telde. Dit keizerrijk lag op
Tristan da Cunha. Het was in het jaar 1506,
dat de Portugeesche zeevaarders, het
.eiland der eenzaamheid" ontdekten. Twee
duizend sneter verhief zich toen reeds de
vulkaan als herkenningsteeken. Eeuwen
bleef het eiland vergeten tot op zekeren
dag in het jaar 1810 van een voorbijvarend
schip drie mannen met pak en zak op het
eiland landden.. Zij waren van plan zich
hier te vestigen. Het trio bestond uit een
oude zeeroover Lambert genaamd, en twee
varensgezellen, die ook hetzelfde handwerk
bedreven hadden.
Een zilvervloot aan te vallen was in die
dagen een winstgevend handwerk zoolang
men er in slaagde de dreigende strop te
ontloopen. En zoo brachten de drie man
nen een groote voorraad goud en edel-
steenen mee. Zij dreven een gedwongen
handel met voorbij zeilende schepen en
stonden er voor bekend, dat zij alles met
baar geld en zonder veel gemarchandeer
betaalden. De kolonisten bewerkten het
land, plantten koffie en hadden een rustig
leven kunnen leiden. Maar Lambert was
eerzuchtig. Reeds in 1811 riep hij zich
krachtens zijn eigen rechten tot Keizer
van Tritstan da Cunha uit en liet over de
geheele wereld bekendmaken, dat hij be
reid was met de andere landen in vrede
en vriendschap te leven en met hen han
delsbetrekkingen aan te knoopen. Maar met
de stichting van het nieuwe keizerrijk
kwamen ook de eerste binnenlandsche po
litieke verwikkelingen, waarvan de ge
schiedenis niet bekend is. In ieder geval
voerden zij afwisselend strijd, de drie in
woners, waarvan de een keizer was en het
geluk was afwisselend dan met den kei
zer. dan weer met het volk.
Toen Napoleon gevangen genomen en
door de Engelschen naar St. Helena ver
bannen werd, vreesden zijn bewakers, dat
Tritstan da Cunha door zijn aanhangers
als basis voor zijn bevrijding zou worden
misbruikt. Zoo bekommerde Engeland zich
om het eiland en het vreemdsoortige kei
zerrijk. Soldaten werden ingescheept om
naar den Zuidelijkeq Atlantischen Oceaan
te zeilen en het eiland in bezit te nemen.
Toen zij in 1816 landden, vonden ze er nog
slechts een der drie menschen van het
keizerrijk, n.1. den Italiaan Corrio. Van hem
vernamen de nieuwe heeren, dat de Keizer
en een onderdaan bij een bootongeluk ver
dronken waren. Mocht ook zijn vroeger
beroep niet voor de volkomen geloofwaar
digheid van zijn berichten pleiten, zoo
staat het toch vast, dat dit wonderlijkste
keizerrijk van alle tijden was ondergegaan.
Corrio mocht op het eiland blijven wonen.
Ook de latere geschiedenis van het eiland
vertelt eigenaardige dingen. Na den dood
van Napoleon werd het garnizoen opgehe
ven en er bleven slechts twee soldaten der
marine op hun eigen verzoek achter op dit
troostelooze eiland. Er sloten zich in den
loop der jaren eenige schipbreukelingen
bij hen aan, zij hadden genoeg van de we-
-°ld en wilden hier als Robinson Crusoë
en. Doch spoedig voelden zij zich een-
-> en ze verlangden naar een vrouw eai
ners van Tristar da Cunha van gedachten
te wisselen; zij leven voor zichzelf, die vier
families met totaal 150 menschen.
In de vorige eeuw bleef de een of andere
zeeman op het eiland achter. Later werd
de bevolking niet vermeerderd door immi
gratie. Als eenig emigrant is sinds langen
tijd een Engelsch geestelijke in het jaar
1922 met zijn vrouw daar aangekomen, hij
moest daar drie jaar lang als zieleherder,
dokter, hoofd-ambtenaar, schoolmeester en
meisje-voor-alles zijn. Voordat de geeste
lijke kwam, had een oudere man, Glass
genaamd, alle huwelijken voltrokken. Na
tuurlijk moest nu de re verend alle gefloten
huwelijken opnieuw sluiten en ook op an
dere wijze toonde de bevolking, dat zij de
goede gelegenheid wist te benutten. Soms
werden er niet minder dan vier godsdienst
oefeningen per dag gehouden. Daarbij
hield men er bijzonder van vast te stellen,
wie het hardst kon zingen.
De menschen op Tristan Cunha zyn
volgens de begrippen van de gecultiveerde
en geciviliseerde wereld arm. In vroege-
ren tijd konden zij voordéelig den akker
bouw beoefenen en de handel met versche
groenten aan de voorbijvarende zeilsche
pen was zeer winstgevend. Tot op zekeren
dag een schip bij de kust schipbreuk leed.
Niemand van de bemanning kon zich red
den; maar van de scheepsratten, kwamen
er wel eenige aan land. Sinds dien tijd heb
ben zij zich in zulk een mate vermeerderd,
dat het niet alleen onmogelijk werd om
groenten te verbouwen, doch de heele
houtvegetatie viel aan de knagers ten of
fer. Thans zijn de kusten kaal en boomloos,
met moeite gelukte het eenige aardappe
len te oogsten en de dieren van de kleine
kudden, runderen en schapen, zijn kostbaar
zoodat slechts bij de grootste feesten
daartoe worden op het eiland vooral de
huwelijken gerekend vleesch gegeten
wordt. De eens zoo talrijke robben zijn
verdwenen. Daarvoor in de plaats schenkt
de zee een zeldzame vischrijkdom. Visch
met aardappelen en vogeleieren zijn het
hoofdvoedsel. Het verbruik van pinguin-
eieren moest ook reeds worden ingekrom
pen, omdat de dieren, de voor verlichting
benoodigde olie leveren.
Verlaten, soms langer dan een jaar van de
gansche wereld, ligt dit eiland in de wereld
zee.
'T WEENSCHE PARLEMENTSGEBOUW.
Van 1883 tot 1934.
Aan de masten voor het statige, in
Grieksch-klassicistischen stijl opgetrokken
parlementsgebouw op den „Dr. Ignaz
Seipel-Ring" te Weenen wapperen weer de
rood-wit-roode vlaggen en verkondigen aan
het nogal onverschillig voorbijtrekkende
volk, dat zijn „vertegenwoordigers" byeen-
gekomen zijn om te beraadslagen. Hun
besprekingen zullen niet zoo stormachtig
zijn als die van hun voorgangers voor 50
jaren, want zij zijn door de regeering met
veel zorg uitgekozen als betrouwbare en
beproefde aanhangers van het huidige ré
gime.
Het Weensche parlementsgebouw, door
Theophil von Hansen gebouwd, werd den
4den December 1883 in gebruik genomen.
Tot aan de eerste verkiezingen overeen
komstig het algemeene gelijke kiesrecht
vonden 2340 zittingen van het Huis der
Afgevaardigden en 415 zittingen van het
Heerenhuis plaats. Op 14 Mei 1907, den
dag van de eerste verkiezing volgens het
algemeen kiesrecht, wijzigde zich het uiter
lijk van het gebouw volkomen. Het te in-
in flfl Qudfi, Qf.tftn HU.
kinderen. Dat was ongeveer tezelfdertijd,
dat vanuit Engeland heele scheepsladingen
vrouwen, niet bepaald voorzien van de
beste en meest waardevolle eigenschappen,
naar Australië gingen, om de levensgezel
lin te worden van aldaar vrijgelaten mis
dadigers. Maar Engeland bekommerde zich
niet om den roep van Tristan da Cunha.
Zoo grepen de weinige mannen de zaak
zelf aan. Zij haalden den kapitein van een
walvischvangersschip over vrouwen voor
graven liggen. In ieder geval was al het
zoeken na zijn dood tevergeefs.
Tristan da Cunha is de vorige eeuw uit
zijn isolement verlost geworden, want de
zeilschepen naar Indië, Australië en zelfs
naar Afrika zetten alle koers naar het
eiland. Deels om hier nauwkeurige metin
gen te doen en hun Chronometers te stel
len, deels om de belangrijk ingekrompen
voorraad van versch proviand en frisch
water aan te vullen.
hen te halen. Daar de mannen hem voor
zijn moeite een rijke belooning in uitzicht
stelden, zeilde hij naar St. Helena. Toen
hij terugkwam had hij negen vrouwen aan
boord, allen zoogenaamde Helena-vrouwen,
d.w.z. een menging van blanken en negers,
maar in ieder geval vrouwen. Zij grond
vestten de eigenaardige bevolking van
De runderen gelijken op trekossen, de
wagens zijn even primitief als de van rots
blokken gebouwde huizen.
Rechts:
Het voorgebergte van het eiland bij
zonsondergang.
Onder:
Eindelijk is het schip gekomen met balen
en kisten beladen. Deze worden als kost
baarheden behoed.
Tristan da Cunha, in wier aderen van
vaderszijde Engelsch, Hollandsch en Ita-
liaansch bloed vloeit.
De voortschrijdende ontwikkeling van 't
vroegere keizerrijk heeft de oude Corrio
nog beleefd. Intusschen was hij vroom
geworden en stelde zich voor de jeugd als
voorbeeld van een rein en godvruchtig
leven.
Als een schip het eiland aandeed, ver
dween hy vlug naar het bosch en keerde
met geld terug. Dan legde hy een bezoek
op het schip af. Nooit keerde hij terug
zonder een stevigen roes. t
Corrio is gestorven zonder zijn medebe
woners te verraden waar hy zijn vermogen
verborgen had. Nog altijd moet de schat
van den ouden piraat oo hei eiland be-
Indien tijd gezien het verleden
vloeiden voor de bevolking van het eiland
melk en honing. Toen vedrongen de
stoomschepen de zeilbooten, de stoomsche
pen voeren langs de kortste route en langs
vaste wegen, het verkeer naar den Indi-
schen en Stillen Oceaan ging door liet
Suezkanaal, Tristan da Cunha werd weer
de eenzaamste plek der aarde en dit is het
tot op den huidigen dag gebleven.
Over het algemeen zendt het Zuid-Afri-
kaansche Marinestation ieder jaar een
schip met post naar het eiland. Dat is een
dure postvaart want nog nooit werd het
aantal van twee dozijn bereikt. De 150
menschen hebben geen behoefte met de
wereld in verbinding te treden, noch heeft
de wereld er behoefte aan met de bewo-