De wacht bij „The Old Lady
24 soldaten bewaken de Bank
van Engeland
De helden in den
Tower
Roode ridders trekken
door het land
150 jaren Harrow-stroo-
hoeden-traditie in
Engeland
Een kostbare
archeologische vondst
Rechts:
Toen de grenzen van
de Kerkgemeente St.
Duns tan in Oost-Lon-
den werden vastgesteld
geschiedde dit in een
plechtige optocht; een
merkwaardig stukje En-
gelsche traditie.
Hierboven:
Sinds den dag, dat 'n
kruitaanslag op het par
lementsgebouw werd
verijdeld, wordt tel-
kenjare vóór de ope
ning van het parle
ment het geheele ge
bouw van onder tot
boven doorzocht.
pracht en praal plaats; door heel Engeland
wordt deze ommegang gehouden om de
verschillende destricten, naar oud gebruik,
te bezoeken.
Sinds het midden der 12e eeuw kent
Engeland deze processie: een galakoets ge
volgd door de koetsen met bedienden, een
maarschalk, een kok, een butler en een
klerk.
Daar er ten tijde van Henry den Ilen
die dit gebruik invoerde, geen hotels in
den eigenlijken zin bestonden, nemen deze
processies ook thans nog bij particulieren
hun intrek; dezen ontruimen hun woning
en worden dan door den rechter als gast
in hun eigen huis genoodigd.
Deze processies zijn een kostbare lief
hebberij, want de Engelsche schatkist trekt
voor reiskosten dagelijks zeven pond 10
shilling uit. Maar geld speelt geen rol voor
de Engelsche belastingbetalers, als het om
het behoud van een oud gebruik gaat.
Ook de burgemeesters nemen een bijzon
dere plaats in de geschiedenis van Enge
land in, althans die van de z.g. vrije ste
den, zooals de City van Engeland, die te
genwoordig nog „pro forma" onafhankelijk
van den koning is. Deze moet namelijk
eveneens „pro forma" door een koerier
vergunning bij den „Lord Mayor of Lon-
don" laten vragen, telkens als hij de stad
door wil rijden.
Niet minder interessante gebruiken be
rustende op eeuwenoude tradities ziet men
in het najaar bij de opening van het En
gelsche parlement door den koning.
Vóórdat de gouden statiekoets met het
koningspaar de poort van het Buckingham-
paleis verlaat en de vaandels het eeresa-
luut brengen, marcheert een speciale af-
deeling „The Yeomen of the Guard", die
veel gelijkenis met de Towermanschappen
vertoont, naar het paleis van het Lagerhuis,
om, de hellebaarden tot den aanval ge
reed, in het doolhof van keldergewelven af
te dalen.
Waarom?
In de zeventiende eeuw gelukte het den
Ierschen rebel Guy Fawkes, gedurende
den nacht in het parlementsgebouw binnen
te dringen en brand te stichten.
De schade was niet groot, maar men had
er desniettemin de les uit getrokken, dat
het noodig was de parlementsgebouwen
speciaal te laten bewaken, wat naderhand
heel verstandig is gebleken.
Thans worden alle ingangeil doof „hoo
rnen van agenten", „bobbies", -bewaakt, die
iederen bezoeker nauwkeurig naar het
doel van zijn bezoek ondervragen en nie
mand toelaten, die er niets te maken heeft.
Eigenlijk is daardoor de oude garde over
bodig geworden maar traditie is nu
eenmaal traditie!
Boven:
Ieder jaar trekken de rechters van Londen
gekleed in Middeleeuwschp dracht, in
plechtigen stoet naar het Hoogste
Gerechtshof.
Midden links:
Volgens oud gebruik kondigt de „Speaker"
van het bordes van de Beurs de sluiting
van het Parlement af.
Links:
Een jongere traditie in Londen: Ieder jaar
vinden op de markt wedstrijden in het
mandendragen plaats. Wie tien of meer
manden het verst en het snelst op het
hoofd kan draeen is winnaar.
De „Public Schools", de Engelsche uni
versiteiten, waarvan sommige reeds meer
dan 600 jaar oud zijn, hebben hun eigen
traditie's, die door de tegenwoordige stu
denten met even groote ernst worden na
geleefd als door hun overgrootvaders. In
Harrow, een der duurste en voornaamste
universiteiten, waar de studenten, als op 'n
kostschool intern zijn, kwam een bijzonder
vlijtige student 150 jaar geleden op het
denkbeeld, een heel nieuw model stróo-
hoed te laten maken. Resultaatr iédere
Harrowstudent moet thans bij het jaarlijk-
sche stichtingsfeest dezen merkwaardigen
hoed ter eere van den uitvinder dragen.
De Britsche archeologische expeditie on
der leiding van Sir Mac Carmon is in En
geland teruggekeerd en heeft een vondst
medegebracht, die daar te lande op het
oogenblik in vakkringen groote sensatie
heeft verwekt. By haar opgravingen in
Egypte stiet de expeditie op het goed on
derhouden graf van een prinses, die onge
veer 1000 jaar voor Christus geleefd heeft;
in dit graf vond men naast de mummie een
ryk geillustreerd doodenboek, dat zoo on
geveer als een „paspoort" voor het hierna
maals is te beschouwen en dat tevens een
volledig programma van het leven der
prinses aan gene zijde van het graf in
houdt.
Deze prinses droeg tijdens haar aardsche
leven den naam van Entiuny; zij was een
dochter van den slechts weinig bekenden
pharao Paynoedjem. Reeds in haar tijd wa
ren de Egyptenaren ertoe overgegaan, hun
dooden in plaats van kostbare sieraden en
andere „aardsche" voorwerpen een soort
geestelijke wegwijzer voor hun toekomstig
leven in het graf mede te geven. En zoo
zou dan ook Prinses Entiuny met haar
zorgvuldig samengesteld doodenboek voor
het aangezicht en den rechterstoel van den
god Osiris moeten verschijnen.
In de „Hal van de beide Waar
heden.
Wij hebben hier met een kostbare vondst
te doen, die een diep cultuur-historisch in
zicht geeft in het leven van de oude Egyp
tenaren, een inzicht, zooals het ons in de
zen vorm nog niet eerder vergund was te
krijgen! Het lange, opgerolde papyrusma
nuscript was in een houten koker gesto
ken, die gesneden was in den vorm van het
beeld van de godheid, die het doodenrijk
volgens het geloof der toenmalige Egypte
naren beheerschte. Geheel ontrold, heeft
het manuscript een lengte van meer dar.
vijf meter.
Allereerst vindt men hier opgeteekend
en uitgebeeld, hoe de prinses voor haar op
perste rechters verschijnt, Entiuny draagt
bloemen in het haar, houdt een soort harp
in de eene hand en draagt in de andere
een groot wierookvat voor zich uit. Aldus
toegerust moet zij de „Hal der beide Waar
heden" betreden en voor 42 doodenrechiers
verschijnen.
Elke dezer rechters belichaam* een be
paald zedelijk en religieus gebod en elk
dezer rechters moet de prinses bij zijn
naam aanspreken en hem verzekeren, dat
zij tegen geen dezer geboden gezondigd
heeft. Kan zij dit volgens eer en geweten
doën, dan wordt over haar het oordeel uit
gesproken, dat zij een rein en waardig le
ven achter zich heeft.
„Haar hart is rein!"
Een ander hoofdstuk van dit dooden
boek verhaalt, hoe Entiuny in de hal van
Osiris binnentreedt en hoe daar haar
hart, haar oogen en haar mond aan een
gestreng oordeel worden onderworpen. Dat
was de gewichtigste uitspraak van het gan-
sche doodengericht!
Men ziet op de afbeelding het hart van
de pharao's dochter op een weegschaal, ziet
in de andere schaal een veer, het symbool
van de waarheid. Kan het hart deze proei
niet doorstaan, slaat zijn schaal door tegen
het gewicht van de veer, dan heeft het zijn
aardsche beproevingen niet weten te door
staan; de ziel wordt daarom tot eeuwige
aflossing veroordeeldDe prinses echter
treedt, naar het doodenboek als vanzelf
sprekend aanneemt, rein en onbevlekt uit
dit doodengericht te voorschijn men ziet
het beeld van Osiris en daaronder de woor
den, door de godheid gesproken: „Haar
hart is rein!"
Genoegens van het leven aan
gene zijde.
Heeft de prinses echter eenmaal alle be
proevingen van
de onderwereld
achter den rug,
dan wachten haar
ook allerlei genoe
gens. Wij zien in
beeld gebracht,
hoe zij een paar
bont getooide os
sen voor 'n ploeg
spant en vroolijk
de zweep laai
knallen hoe zij
met den sikkel in
'n tarweveld aan
het werk is, waar
van de halmen
boven haar hoofd
uitsteken hoe
zij in een groene
kano over de
meren van het
hiernamaals ped
delt hoe zij
ten slotte een
bundel groene hal
men aan haar god
Osiris offert.
Dit alles mag
ons misschien
meer plicht dan
aangenaam ver
maak toeschijnen,
doch zulke plich
ten waren ook
voor de „aller
hoogste perso-
nagiën" in het
oude Egypte
voorgeschreven traditie. En het loon voor
een dergelijke plichtsbetrachting tijdens 't
aardsche leven blijft dan ook in het leven
na den dood niet uit.
Prinses Entiuny, zoo laat ons een laat
ste afbeelding van dit ongemeen interes
sante en kostbare doodenboek zien, doet
tenslotte haar intrede aan het hof van de
onderaardsche goden en wordt daar met
titels en waardigheid bekleed. Zij heet nu
voor alle eeuwigheid in het hiernamaals:
„Geprezen Dochter van de Dynastie van
Tribes, Meesteres des Huizes, Zangeres van
den Goden-Koning Amon-Ra."
Iederen middag om zes uur marcheert
een af deeling. Engelsche Gardesoldaten
onder leiding van een officier en twee
sergeanten door de drukste straten van
de Londensche City.'Ze dftigên als eeni-
ge „weermacht" in het hartje van Londen
bajonetten op het geweer een bijzonder
privilege. De reusachtige kerels met de
hooge berenmutsen gaan „the Old Lady"
bezoeken
Waarmede bèdoeld wordt, dat de solda
ten de wacht in de Bank van Engeland,
Londens „Old Lady" gaan betrekken. De
Bank van Engeland heeft reusachtige en
volkomen veilige kluizen. Een heel leger
van inbrekers zou een half jaar moeten
werken, eer zij bij de eigenlijke schatten
zouden komen! Wat zouden als het eens
ernst werd, 24 soldaten kunnen uitrichten?
Op deze bewaking komt het ook niet aan!
In dezen opmarsch moeten wij veeleer een
van die typische Engelsche gebruiken zien,
die bewijzen, dat de Engelschman er van
houdt, zich door herhaling van historische
handelingen de geschiedenis van zijn land
steeds weer voor oogen te stellen. Met één
woord: Traditie!
In het jaar 1778, dat een van de rumoe
rigste uit de Engelsche geschiedenis was,
kwam het na meerdere kleine schermutse
lingen tot een openlijke opstand onder een
cekeren Gordon, wiens aanhangers zich
echter meer voor het goud dan voor de
vrijheid van het land interesseerden en
plotseling in groote, gewapende benden
naar de Bank van Engeland stormden.
De burgemeester der City had dit voor
zien en om gewapende hulp verzocht, die
juist op tijd verscheen en de benden uit
een joeg. Sinds dien bloedigen dag besloot
men de Bank 's nachts te laten bewaken,
welke wacht ook thans nog dagelijks zijn
post betrekt.
Voor de bewaking ontvangt ieder soldaat
iedere wacht een shilling, de sergeant 2
shilling en de officier (een luitenant) een
pond, (dat voor liefdadige doeleinden be
steed wordt).
hebben, op hun mon
sterrol mogen geen mi
litaire straffen voorko
men meestal hebben
zij langer dan dertig
jaar in het Engelsche
leger gediend en onder
alle breedtegraden hun
leven voor de „Union
Jack" zeil gehad. Daar
om is dan ook voor hun
ouden dag gezorgd, zij
hebben een woning in
de bekoorlijke oude
huizen onder den ouden
vestingmuur en mogen
in de vestingkapel hun
dochters naar het al
taar leiden.
Bovendien bezit de officier het privilege
en gast bij zijn avondmaaltijd, die hem
wordt verstrekt, uit te noodigen.
raadsel van de nachtelijke be-
n „The Old Lady",
troon van Henry VII begon te
men zelfs met een openlijke
het ontevreden leger rekening
bereidde de koning zich op
en zocht uit de regimenten,
gezworen hadden, bijzon-
eerlijke mannen uit. wien
Het is een mooi, in
drukwekkend gezicht,
deze oud-stryders ir
hun 16e eeuwsche uni
formen te zien aantre
den, het scharlaken
rood van hun lange
jassen fel afstekend te
gen het wit van de mu
ren, de manshooge hel
lebaarden blinkend in
den zonneschijn.
Vele traditioneele gebruiken hangen met
het ambt der hoogere Engelsche rechters
samen.
Na de lange zomervacantie is het een
heilig gebruik, dat alle rechters in het
Opperste Gerechtshof samenkomen en in
pruik en met goudband afgezette toga zich
naar de eeuwenoude Westminster Abbey
ter godstdienstoefening begeven.
De jaarlijksche processie van de hoogste
Engelsche justitie-ambtenaren (de roode
rechters genaamd) heeft steeds met groote
hij een nieuw uniform gaf en die hij voor
den dienst in den Tower, de meer dan 700
jaar oude gevangenis ih het hartje van
Londen bestemde.
De tijden werden vreedzamer, het volk
werd weer rustig maar de oude Tower-
wacht, genaamd „The Yeomen of the To
wer" bleef. Thans bestaat haar hoofddienst
in het begeleiden van vreemdelingen door
de vele beruchte gebouwen der vesting.
Het zijn geen „ambtenaren", deze mannen
van de Towerwacht, doch soldaten, die in
actieven dienst zijn geweest en het als een
hooge eer beschouwen, naar den Tower te
worden opgeroepen. Zij moeten een smet-
teloozen levenswandel