Een der brandende vraagstukken van dezen tijd e verdeeling der koloniën Hoeveel koloniën bezitten de verschillende staten 7 Koloniën beteekenenvoordeel voor de industrie Neerlands grootste zee kasteel loopt van stapel waarvan D Sinds den 23sten Januari 1919, toen te Versailles werd besloten dat de Duitsche koloniale gebieden als mandaten onder het toezicht van andere staten zouden komen te staan, zijn er, met uitzondering van de verovering van Abessinië door Italië, geen groote veranderingen voorgekomen in de verdeeling van het koloniale gebied onder de verschillende staten. Zooals men weet kregen voornamelijk Engeland, Frankrijk en de Vereenigde Sta ten eenige mandaatgebieden, waarover zy het bewind zouden moeten voeren, onder toezicht van een commissaris van den Vol kenbond. De meeste dezer mandaten heb ben echter een betrekkelijk groote zelf standigheid gekregen, zooals bijvoorbeeld een der mandaatgebieden der Staten van Noord-Amerika, de Philippij- nen, die thans, zooaia men weet, na een proeftijd van tien jaar waarschijnlijk hun volledige zelfstandigheid zullen verkrijgen. Vanzelfsprekend is het bezit van kolo niën voor vele landen van groot belang. Eerstens leveren de meeste koloniën een of meer grondstoffen op en tweedens kunnen zij een goed afzetgebied vormen voor het land, dat de heerschappij uitoefent. Dit wil intusschen al weer niet zeggen, dat het landen met koloniën zooveel beter gaat, dan landen zonder koloniën. Den Zweden gaat het bijvoorbeeld even goed als den Nederlanders. En Nederland bezit in Ne- derlandsch-Indië een rijke kolonie, terwijl Zweden geen enkele kolonie heeft. De verdeeling van het kolo niale gebied. Slaan de Winkler Prins er eens op na, dan is het wel eens interessant om na te gaan, hoe het koloniale bezit der gansche wereld over de verschillende staten is ver deeld. Zooals men weet beslaat het geza menlijke koloniale gebied der aarde een oppervlakte van 60.600.000 vierkante kilo meter. Hiervan bezit Engeland verreweg 't grootste deel: de Engelsche koloniën, man daatgebieden, dominions en protectoraten beslaan totaal een oppervlakte van niet minder dan 39.527.000 vierkante kilometer. Tweede in de ry van kolonie-bezittende landen is Frankrijk, met een gebied van 10.900.000 vierkante kilometers. Italië, dat vroeger tot de „laagst geklasseerden" in dit rangschikking anders neemt, en wel naar de verhouding van de grootte van het moederland tot de koloniën, dan blijkt Ne derland op de derde plaats te komen. Op de eerste plaats staat ook hier Engeland, de verhouding van moederland tot koloniaal gebied gelijk is aan 1:162. Tweede is België, met een-verhouding van 1:80 en derde is Nederland, met een ver houding van 1:60. Vervolgens komt Dene marken met de verhouding 1:51, en dan nog enkele andere landen, die allen iets kleiner zijn dan het koloniaal gebied. De Vereenigde Staten echter zijn vier maal zoo groot als het koloniaal bezit, en ook in Spanje en Japan is het moederland groo- ter dan de koloniën. Hoe de Duitsche koloniën ver deeld werden. In verband met de eischen, welke Duitsch- land op het oogenblik stelt, om de vroegere Duitsche koloniën weer in haar bezit terug lijstje behoorde, neemt thans na de annexa tie van Abessinië, de derde plaats in, en wel met 3.237.000 vierkante kilometers. Vierde in de reeks is België, dat 2.439.000 vierkante kilometers bezit, gevolgd door Denemarken, met een gebied van 2.175.000 vierkante kilometers, waarbij men echter in aanmerking moet nemen, dat het over- groote deel van deze koloniën Groenland beslaat, dat uiteraard, met het oog op het klimaat, als producent van van weinig beteekenis is. Als zesde komt Portuga1 mét een bezit van 2.091.000 vier kante kliometers, gevolgd door ons land, met ruim 2.030.000 vierkante kilometers Vervolgens komt Spanje, met 340.000 vier kante kilometers, en dan de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, die (de Phi- lippijnen niet meegerekend) 307.600 vier kante kilometers hebben. Japan sluit als tiende de rij met 298.000 vierkante kilome ters koloniaal bezit. te krijgen, wordt in den laatsten tijd meer en meer aandacht geschonken aan de wij ze, waarop indertijd de Geallieerden het gebied hebben verdeeld: Engeland verkreeg Oost-Afrika, en de ten Zuiden van den evenaar liggende eilan den in de Stille Zuidzee, benevens het eiland Maoeroe, en voorts een deel van To- van deze gebieden een deel, en bovendien nog eenige kleine gebieden. Japan kreeg Kiautsjou, dat het echter aan China terug gaf, en de Carolinen, de Mariannen, en de Marshall-eilanden in den Stillen Oceaen. Duitsch-Zuidwest-Afrika verviel aan de Unie van Zuid-Afrika, het oostelijk deel van Nieuw-Guinea kwam aan Australië en ten slotte West Samoa aan Nieuw-Zeeland. Ook de bezittingen van Turkije werden als mandaten onder de Geallieerden verdeeld; gebieden hebben echter een vrijwel volkomen zelfbestuur. met Nederlandsche voortvarendheid wordt aangepakt, vordert snel en in dit speciale geVal wel bijzonder, want het betreft hier een werkverschaffingsobject van den eer sten rang. Immers heeft een leger van 4 tot 5000 arbeiders werk gevonden bij den bouw van dit nieuwe mailschip. Zooals men zich herinneren zal, werd het besluit van den ministerraad van 15 Oef. '35, waarbij goedkeuring werd gehecht aan het voorstel van den minister van han del, nijverheid en scheepvaart, om den bouw van het nieuwe vlaggeschip van de Holland-Amerikalijn geheel in Nederland te doen uitvoeren, overal in den lande met instemming begroet. Want terwijl van den voorganger van de „Nieuw-Amsterdam", de Statendam, de romp nog in Engeland werd gebouwd, komen thans alle voordee- len, welke aan den bouw van een dergelijk zeekasteel zijn verbonden, geheel aan ons land ten goede. Dat het bij de „Nieuw Amsterdam" in derdaad niet overdreven is, om van een :-„kasteel" te spreken, moge blijken uit de volgende cijfers, welke die van de „Sta tendam' nog overtreffen. Van voor- tot ach tersteven meet de nieuwe zeereus 229 me ter, terwijl de breedte iets minder dan 27 meter bedraagt. Het meet 36 duizend ton en de Statendam „slechts" 29.5 duizend ton. Het schip heeft niet minder dan 10 dek ken. Hier komen de passagiers verblijven, die er nu nog maar als kale, gelijkvormige bokken uitzien, maar die straks als het schip zijn ligplaats in de dokhaven heeft gekregen, waar het verder zal worden af gewerkt, in meer of minder luxueuse sa lons en hutten zullen worden omgetooverd. Buitensporige luxe zal op de „Nieuw- Amsterdam" niet te vinden zijn, maar wel wordt alles in het werk gesteld, om het schip van alle mogelijke comfort en van de BIJ DE ILLUSTRATIES: Hierboven: Een opslagplaats in Afrika, waarheen tU inboorlingen hun oogst brengen. Link s boven: Molukkenpark te Bandoeng. Daaronder: Koffie-plantage in Oost-Afrika. Links beneden: Aanplant van jonge rijst in de nabijhek van Bandoeng. modernste uitvindingen, die een zeerei", kunnen veraangenamen, te voorzien. Zoo is er b.v. bij de verdeeling der hutten eei op practische ervaring gegronde nieuwig heid ingevoerd. Loopen namelijk gewoon lijk de eetsalons van boord tot boord, op de „Nieuw-Amsterdam" zijn zij ingebouw en omgeven door een rij hutten. Men heeft hierdoor bereikt, dat het aantal hutten met buitenramen aanmerkelijk is vergroo* De passagiersruimte krijgt de gebruike lijke indeeling in drie klassen, waarvan de eerste en de toeristenklasse elk plaats bie den aan ruim 500 en de derde klasse aar een kleine 300 passagiers. Tegenover dezt 1300 passagiers bij volle bezetting staat een bemanning van 640 koppen. Een punt, waaraan de ontwerpers van de „Nieuw-Amsterdam" de grootste aan dacht hebben besteed, is de beveiliging te gen brandgevaar. Dat dit, vooral bij ee.-. drijvende stad als het nieuwe mailschip be looft te worden, geen kwestie van onder geschikt belang is, bewijzen de nog telke' s weer voorkomende scheepsbranden. In alle. verblijven worden brandvrije schotten er* brandbluschapparaten aangebracht, zooda'. bij een eventueele brand het vuur direc, kan worden gelocaliseerd. Nóg ligt het machtige bouwwerk Ne derlands grootste zeekasteel in wording als een reusachtig, weerloos insect inge sponnen in het warnet van balken, ladders en steigers, machteloos overgeleverd aan de duizenden nijvere handen, die het beklop pen en betimmeren met oorverdoovend ge weld. Maar terwijl het Ingekapselde insect in het web van de spin een beeld waar aan het in steigers en balken gehulde scheepslichaam ons onwillekeurig deed denken aan de bloeddorst van zijn over weldiger is overgeleverd, die aanstonds de levenssappen aan het weerlooze lichaam zal onttrekken, wordt hier integendeel dag aan dag gewerkt en gezwoegd om het thans nog doode, machtelooze monster tot leven te wekken. En dit werk vordert, het vordert snel! Zóó snel zelfs, dat het bericht, dat eenige weken in de pers circuleerde, dat de „Nieuw Amsterdam" midden April te wa ter zal worden gelaten, haast als een ver rassing aandeed. Hè, zeiden we, en wreven ons de oogen uit en keken eens op de ka lender is 't nu al zóó ver?! Ja, zeker, le zer, zoo ver is 't al! Wat, met Nederland sche bedachtzaamheid^pverwo^en. eenmaal. Het nieuwe vlaggeschip van de Holland-Amerika-Iijn, de „Nieuw-Amsterdam" (d officieele benaming staat nog niet vast), in zijn beginstadium. Onze foto toont duid", lijk de plaats, waar de ketelralmten en de machinekamers komen te liggen. Een andere rangschikking. Men ziet dus dat Nederland als in de rij der mogendheden Staat, wat be treft het aantal vierkante kilometers bezit in de koloniën. Wanneer men echter

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 12