Oerkrachten in 't binnenste der aarde Seismografische instituten aan het werk Bergen verplaatsen zich* Zakt de bodem der zee? Resultaten van het aardbevingsonderzoek „Onze aarde kraakt in al haar voegen", dat is een uitdrukking, die wy in overdrachtelijken zin gebruiken, om de verwar ring in de wereldpolitiek aan te geven. Maar ook in letterlijken zin is onze pla neet voortdurend in on rust, alleen dringt dit ge- ophysische verschijnsel meestal niet tot ons door, tenzij de couranten gewag maken van een vreeselijke aardbeving in Japan of I11- dië, op een der Zuidzee- «ilanden of in het Andes- gebied. In werkelijkheid gaat er ieder uur een klei ne schok door onze aarde. Dit feit is vastgesteld door de seismografische institu ten, waarvan er verschil lende een wereldreputatie genieten. Aan deze insti tuten danken wij onze kennis omtrent „het in wendige leven" der aarde. De in laboratoria met seis- mographen geregistreerde aardschokken bewijzen, dat er oerkrachten in het binnenste der aarde aan het werk zijn, zooals eens millioenen jaren geleden. Wij weten thans, dat de aarde steeds aan de oppervlakte verandert. Men behoeft in het geheel niet naar ver re landen te reizen om de veranderingen in de aardoppervlakte te bestudeeren; ook in onze streken kan men deze verschijnse len zij het in minder uitgesproken vorm waarnemen. Ook hier bevindt zich de bodem waarop wij leven in eeuwigduren de beweging. De afstand MünchenZugspit- ze wordt kleiner. Iedere mijnwerker in de onderaardsche schachten weet, dat de „berg aan het werk is," maar wist U reeds, dat München en de Zugspitze elkaar naderen? De Duitsche geologen hebben uitgerekend, dat de af stand tusschen den hoogsten berg van Duitschland en München steeds kleiner wordt. Zooals in de oudheid zijn ook thans nog de krachten werkzaam, die verande ringen in de aardoppervlakte teweegbren gen. De Zwabisch-Beiersche hoogvlakte ver schuift naar het Westen, al bedraagt deze verschuiving in 85 jaar ook slechts drie me ter. Het Rijnlandsche leisteengebergte is sinds het begin van den ijstijd ongeveer 200 meter omhoog geheven en dit proces duurt ook nu nog voort. Bij de Duitsche boschgebieden van het Odenwoud, het Zwarte Woud en in de Palts heeft men soortgelijke waarnemingen kun nen doen. Doch er is meer. Het geologisch onder zoek heeft aangetoond, dat langs vele kus ten het land geleidelijk wegzinkt. Uit me tingen en vondsten onder den Noordzee spiegel is gebleken, dat de bodemverzak king van de Noordzee op vele plaatsen in een eeuw ongeveer 15 c.M. bedraagt. Zoo vermoedt men thans, dat het Kanaal, tus schen Dover en Caleis door een dergelijke landverzakking is ontstaan. Als dit ver moeden juist is, dan zou de Rijn in een vroeger tijdperk van de ontwikkelingsge schiedenis der aarde, waarschijnlijk in het Diluvium, bij Doggersbank in de Noordzee zijn uitgemond en zou de Theems een lin ker zijrivier van de Rijn zijn geweest. Ook voor de Oostzee heeft men dergelijke theo- riën opgesteld, die voor vele onderzoekers reeds zekerheid geworden zijn. Dit zijn geen bloote fantasiën, doch ge volgtrekkingen gegrond op de resultaten van ernstig wetenschappelijk onderzoek. Dat deze onderzoekingen en metingen ook voor het practische leven waarde hebben, is meer dan eens gebleken. Door nauwkeu rige aardmetingen in het Roergebied heeft men reeds meermalen aard-en dijkver- schuivingen weten te voor komen. Verder bewijst de geodesie onschatbare dien sten aan den mijnbouw. Het spreekt wel vanzelf, dat een uiterst nauwkeu rige registratie van de haast onmerkbare, doch aanhoudend plaatsgrijpen de veranderingen in de buitenste aardlagen voor dezen tak van bedrijf van het grootste belang is. Al wonen we ook in een ge bied, waar weinig of geen aardbevingen voorkomen, toch is het geologisch on derzoek van buitengewoon gewicht, want niet alleen de groote aardbevingen bewijzen, dat onze aarde onrustig is, de seismografen van 250 aard bevingsstations, die de wereld telt, regis- treeren ieder uur een aardschok! Over het algemeen zijn dit tektonische aardbevingen, die ontstaan door verschuiving van twee gedeelten van de aardkorst ten opzichte van elkaar. Zoo'n verschuiving ontstaat in de diepte en kan zich bij uitzondering tot aan de aardoppervlakte voortplanten; in die gevallen treden behalve de bodemtril lingen de eigenlijke aardbeving ook aardverschuivingen op. Doch gewoonlijk speelt de verschuiving van twee gedeelten van de aardkorst zich in de diepte af en worden slechts de daarmede gepaard gaan de trillingen door mensch en dier gevoeld en door de seismografen geregistreerd. Naast de tektonische aardbeving onder scheidt men de vulcanische uitbarstingen eü de bergstorting, waarbij onderaardsche holle ruimten instorten. Jaarlijks worden rond 10.000 aardbevingen opgeteekend, waarvan er meestal slechts honderd een vernielende uitwerking hebben, doch die dan ook een gemiddelde j aarlij ksche scha de veroorzaken van meer dan tien millioen gulden en waarbij ongeveer 30.000 men- schen om het leven komen. Voor de jaren, waarin een aardbevingsramp plaats vindt, zijn deze cijfers uiteraard veel hooger. Zoo vernietigde de aardbeving in Messina 1908 83.000 menschenlevens, de catastro- phe in Tokio van 1923 kostte 200.000 men- schen het leven. Volgens de statistieken hebben de gemiddelde aardbevingen een sterkte van 150 billioen paardekrachten! Een getal, waarbij het menschelijk voor stellingsvermogen verre te kort schiet. Kunnen aardbevingen beperkt worden? Is het mogelijk van te voren een aardbe ving aan te kondigen en zoo de vernieti gende uitwerking te beperken? De weten schap geeft op deze vraag ten antwoord, dat een voor de practijk bruikbare voor spelling niet mogelijk is. Een mijningenieur heeft echter jaren ge leden op grond van meerjarige waarne mingen in de Cordilleras de los Andes in Zuid-Amerika de mogelijkheid geopperd, dat bepaalde verschijnselen, die aan de aardoppervlakte tot aardbeving en mijn- slinger, waarvan het uiteinde bij de onre gelmatige bewegingen van de aardkorst in langzame, doch volkomen regelmatige slingering komt. In de groote seismogra- phen-instituten wordt met twee slingers gewerkt, die zoowel in oost-west als in zuid-noord richting kunnen bewegen. Deze constructie maakt 't mogelijk, de richting te bepalen, vanwaar de aardbeving kwam. Daar de slingers verbonden zijn met een registratie-apparaat wordt iedere waarge nomen beweging in beeld gebracht, terwijl door middel van een uurwerk om de mi nuut een tijdteeken op den band van het registratie-apparaat wordt vastgelegd. Daardoor kan men op de minuut af het begin van een aardbeving vaststellen. Door een zoo zwaar mogelijke slingermassa be reikt men, dat ook de kleinste bodembewe gingen nog zichtbaar worden. De band, waarop door een fijne naald de waargeno men bewegingen worden weergegeven, loopt over een trommel, die door een uur werk iedere minuut zestig milimeter voor waarts wordt bewogen. Bevindt de aardbo dem zich in rust, dan graveert de naald slechts rechte lijnen op den band. Beeft de aarde ergens ter wereld, dan wordt de slingermassa aangestooten en de naald geeft de bodembeweging in de bekende, ka rakteristieke curven weer. Uit deze curven kan men dan den afstand van de aardbe- vingshaard en zijn richting vaststellen. Maar niet slechts het aflezen en het re- gistreeren van een aardbeving behoort tot de taak van een aardbevingsstation. Zij hebben meer te doen, dan zich slechts met de eigenlijke aardbevingsgebieden dus de bergketenen, welke den Pacific omslui ten, Indië, Tibet, Voor-Azië en de landen rondom de Middellandsche Zee bezig te houden. De resultaten van het geologisch onderzoek, waarbij natuurlijk ook alle bo dembewegingen van natuurlijken en kunst- matigen oorsprong in het eigen land wor den geobserveerd, interesseeren de groote industrieën en v^'r^er^nd^rnemingen, Links boven: In de instituten voor aardbevingsonder zoek wordt de uitwerking van de aardbe vingen op verschillende modellen gepro beerd. Aan een model, dat juist gereed is, worden de meetinstrumenten aangesloten. Hierboven: Na een zware aardbeving is er niet meei dan een ruïne over. verstand van hypnose? Wel, dan zou ik toch wel willen weten, hoe hij het gedaan krijgt, dat hij de eenige boekhandelaar in geheel Londen is, die mijn boeken ver koopt!" Een Amerikaansch uitgever stormt op Shaw af, die diep aan het peinzen is over het een of ander probleem. ,Ik heb er graag een dollar voor over, Mr. Shaw, als U mij zoudt willen vertellen, waaraan U zoo juist dacht!" „Kom mijn waarde, dat is heusch geen dollar waard!" „Wel! Waaraan hebt U gedacht?" „Och, aan u!" zeide Shaw met een beleefd glimlach je. Shaw ontving eens een aanslagbiljet van de belasting en vulde dit consciëntieus in In de kolom: Wie heeft nog meer deel aan de zaak?" schreef hij: „Het Belastingkan toor." BIJ DE ILLUSTRATIES: Boven: De schade aan het model toegebracht door een lichte beving. Hiernaast: Een aardbevingsmeter, die de bewegingen van den bodem tweeduizend maal versterkt weergeeft. Links onder: Een overzicht van de ont zettende verwoestingen, welke een aardbeving in Californië heeft aange richt. rampen leiden, zich van te voren in de at mosfeer aankondigen. Zoo berichtte hij, dat in de hooge streken van den Andes vóór iedere aardbeving een eigenaardige flikkering van de lucht merkbaar was. On middellijk daarop volgde een sterke tem peratuurdaling. Als deze atmosferische storingen optreden, verlaten de in de mij nen werkende Indianen met den kreet „Terremoto"! (aardbeving) de gangen en vluchten naar de hooger gelegen streken. Nauwelijks een uur later begint de aard beving, waardoor de mijnen vaak instorten, en de arbeiders, die zich niet bijtijds in veiligheid hebben weten te brengen, bedol ven worden. De wetenschap is er echter nog niet ten volle van overtuigd, dat dit verband tusschen atmospherische storingen en tektonische aardbevingen dat men ook in Mexico en Japan meent te hebben opgemerkt, inderdaad bestaat. Hoe worden de aardbevingen eigenlijk geregistreerd? In de aardbevingsstations zijn de seimografen opgesteld, die iedere trilling van den bodem noteeren. De grond vorm van het meetinstrument is een lange vooral ook de mijnbouwmaatschappijcn. Het werk der geologen kan dergelijke be drijven dikwijls enorme schade besparen. De voornaamste taak van deze geleerden is dan ook, de menschen te helpen in hun strijd tegen de geheimzinnige machten der natuur. UIT HET LEVEN VAN BERNARD G. SHAW. Bernard G. Shaw was nog zoo goed als onbekend. Conan Doyle sprak eens met hem over hypnose. „Ik ken niemand", zei Shaw, „die over zooveel hypnotische kracht beschikt als de boekhandelaar Evans in de Queenstreet." Eenigen tijd later ontmoetten Doyle en Shaw elkaar weer. Doyle vertelt, dat hij bij Frederick Evans is geweest, maar die had, eenigszins verwonderd, over de op merking van den schrijver, verklaard, dat hy in het geheel geen verstand had van hypnose. _Zoo". roeDt Shaw uit, „Mr. Evans geen PETER I EN AUGUST H. Het is een algemeen bekend feit, dat Pe ter de Groote en zijn landgenoot Koning Augustus van Polen, Keurvorst van Saksen beide een buitengewone en bijna boven- menschelijke kracht bezaten. Op zekeren avond was de eerste, in een den vorst Rad- ziwell behoorende vesting, aan de grenzen van Koerland, bij Augustus van Polen uit- genoodigd. Augustus bemerkte gedurende het diner, dat een zilveren bord, dat men hem had voorgezet, vuil was. Met zijn sterke han den verboog hij het bord, zoodat er een rol uitgevormd werd en legde het naast zich neer. Peter meende dat de koning zijn kracht wilde vertoonen aan zijn gast en omdat hij niet achter wilde blijven, nam hij eveneens zijn bord op en roide de zilveren plaat tot een klomp. August kon niet ver kroppen, dat Peter even sterk bleek als hij. Hij nam een zwaren zilveren schotel en verbrijzelde dien tusschen de vlakke han den. Peter gaf hem ook hierin niet toe, maar nam een anderen schotel en verbrij zelde hem eveneens! De beide sterke po tentaten waren dus goed op weg om het geheele tafelservies te vernielen, wanneer Tsaar Peter niet door de volgende woor den aan dezen eigenaardigen strijd een einde had gemaakt: „Broeder August", zoo sprak hij, „wij kneden en verbuigen zilver, dat het werkelijk een vermaak is om aan te zien. Het zou echter een grooter daad van ons zijn, als wij het Zweedsche ijzer konden buigen." Toen op een andere keer de beide vors ten in Thorn vertoefden, en zij een stieren gevecht bijwoonden, wilde August den Tsaar bewijzen, dat hij bij zijn kracht ook heldenmoed kon voegen. Hij vatte een der woedende beesten bij de hoorns, hield het dier met den eenen arm ver van zich af en hief met een slag van zijn sabel den kop van den stier af. „Waarde broeder, dat kan ik toch ook", riep Peter hem lachend toe, „laat een van u w dienaren een rol lijnwaad brengen". De rol werd ge bracht. Peter wierp haar in de lucht, trok met de snelheid van den bliksem zijn pal- las en gaf tegen de rol, nog vóór deze den grond raakte, zulk een krachtigen slag, dat hy ze in tweeën hiew. Koning Augustus, die Tsaar Peter ook in dit kunststukje niet toe wilde geven, wendde al zijn krachten en behendigheid aan om iets dergelijks te presteeren. Wel beschadigde hij menige rol, maar het mocht hem niet gelukken het lijnwaad in tweeën te houwen, nog voor het den bodem beroerde

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 4