BABY"- Opnamen Zijden Kousen NOUVEAUTÉ waarin opgenomen „De Nieuwe Soester", „De Soester Poat", „Huls aan Huls" en Soester Advertentieblad". Uitgave t DRUKKERIJ SMIT N.V., SOESTDIJK, Van Weedestraat 35, Telefoon 2566. 16e JAARGANG VRIJDAG 15 OCTOBER. Fotograaf DROST TEL. 2468 Taak en beteekenis van den Gemeenteraad. Schriftoverdeoking. ,0Vektfoep olteiAj Uit de Schepping. Dc Spin, WOL Hei Modehuis" Winterhulp. Een droef figuur. D. F' VOIGT Burgeca. Grothestraat 30 Telefoon 363 - Soest SOtm TW6BMD van 1—5 rea ADVERTENTIEPRIJS; i 0.75. Elke regel meer 15 cent. Advertentie's tusschen de tekst dubbel tarief. Bij contract belangrijke korting. Advertentie'» worden in beide bladen opgenomen. UITGAVE van „DE SOESTER COURANT". Algemeen Weekblad en „SOESTER NIEUWSBLAD", Algemee» Christelijk Weekblad. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 60 ct„ franco per post 65 ct.. 20 ct. per maand. No. 41 kt Ons atelier is dagelijks lekker verwarmd. TIebben we enkele weken geleden in het koit uiteengezet de verhouding tusschen de Staten-Generaal en de Regeering, het kan zijn nut hebben ditmaal eens met elkander te praten over de taak en beteekenis van den Gemeenteraad. De zaak ligt hier weer heel anders dan bij de Staten-Generaal. Een gemeente is een zelfstandige levens kring, een historisch gevormd zichzelf behee- rend deel des rijks. Zij heeft dus een met zelfstandige regeeringsmacht bekleed bestuur, of met andere woorden: de Gemeenteraad is een Overheids-college dat regeert. Volgens de Grondwet staat aan het hoofd der gemeente de Raad. Niet de Burgemeester, maar de Raad is het hoofd, het bestuur der gemeente. Art. i van de Gemeentewet zegt: het be stuur van elke gemeente bestaat uit een Raad, een Burgemeester en Wethouders. De Bur gemeester staal dus niet boven den Raad. Burgemeester en Wethouders, vormend het dagclijksch bestuur, zijn uitvoerders van den wil van den Raad, gebonden aan zijn veror deningen en beslissingen. De Gemeenteraad is een College, dat heel Öicht staal bij de burgerij, dat alle noodenj en behoeften behoort te kennen en geen ge oorloofd middel onbeproefd mag laten om de gemeente tot ontwikkeling en bloei te bren- In den regel is in de kleinere gemeen- j schappen de belangstelling voor de publieke zaak vrij groot; in meer dan een constitutio-: I meel geregeerd land is de actieve medewer- king van het volk aan de landszaken begon nen op gemeentelijk terrein. Het spreekt vanzelf, dat de belangstelling zich niet uitsluitend mag richten op de groeps belangen, vóórop moet staan het welzijn van 'de gemeente! Dus geen eenzijdige vertegen woordiging van een bepaalde sociale groep in den Raad, maar wel personen uit alle krin gen der burgerij, die zich boven het enge groepsbelang weten te verheffen. Bij het stellen van candidaten voor den ge meenteraad mogen de Kiesvereenigingen wel goed bedenken, dat de Raad uit zijn midden de Wethouders moet benoemen, zoodat het zeer gewenscht is, dat in het bijzonder op bekwaamheid gelet wordt. i Er bestaat een gemeentelijke au'onomie, d.w-z- dat het gemeentebestuur bevoegd is tot regeling en bestuur van de gemeentelijke huis houding. Natuurlijk is die autonomie niet on- j beperkt. De gemeenten staan niet op zichzelf, maar vormen met elkander de Nederlandsche Staatsgemeenschap. Daaruit vloeien vanzelf beperkingen voort. Toezicht en controle zijn reeds uit dien hoofde volstrekt onmisbaar. Het Rijk kan niet onverschillig zijn voor de financieele positie der gemeenten. Een debac le hier, zou ook voor den Staat bedenkelijke gevolgen kunnen hebben. Het is dan ook maar goed, dat de Gedeputeerde Staten de begrootirgen der gemeenten moeten goedkeu ren. Het gemeentebestuur heeft beschikking over eigendommen, het recht tot vaststelling van belastingen, het maken van verordeningen, hoewel deze bevoegdheden aan beperkende bepalingen onderworpen zijn. De autonomie staat of valt met de moge lijkheid om in eigen behoeften te voorzien. Wie zich niet zelf kan redden, wie hulp van anderen behoeft, moet zich zekere curateele laten welgevallen. De gemeentebesturen hebben hun medewer king te verleenen aan de uitvoering van de rijkswetten, algemeene maatregelen van be stuur en of provinciale verordeningen. In de laatste jaren is de taak der gemeen te zeer uitgebreid. Vooral wordt groote aan- dadit gewijd aan de Sociale taak der ge meen aan den arbeid der gemeente ter ver betering van de Sociale toestanden, tot betere huisvesting (bei woningvraagstuk), betere hy giëne (keuring van voedingsmiddelen, water leiding, slachthuizen etc.), betere verlichting (gas en electriciteit). Waterleiding, gas- en electriciteitsbedrijff zijn z.g monopolistische bedrijven* Zij moeten in één hand zijn, anders gaat het niet. Vroe ger werden maatschappijen opgericht, die de ze zaken dreven en daarvoor concessie van den Raad ontvingen. Thans meent men alge meen, dat de Raad niet kan toestaan, dat par ticulieren in 'l bezit van zulk een monopolis- Jkooh btdrjit omdat de R,aad zoodoende, machtige colleges naast zich krijgt, die de beschikking hebben over groote, algemeene gemeentebelangen. Daarom wil men, dat het gemeentebestuur die bedrijven aan zich zal trekken en dus aan de gemeentenaren gas zal leveren en water enz. We zullen het hierbij laten. Deze schet9 is natuurlijk verre van volledig. Maar toch kan men zich eenigermate voorstellen welke de taak en de beteekenis zijn van den Ge meenteraad. Eigenwillige godsdienst. t,Toen ontstak de toorn des Heeren over Uzza, en Hij sloeg hem". i Kron. 13 10a. David en heel Israël zijn verblijd, nu de Arlce des Heeren wordt opgebracht naar de tent, op Sions heuvel, door David gespannen. Maar cle vreugde verkeert aanstonds in bit tere droefheid, want een vreeseljjke gebeur tenis grijpt plaats. Bij het afdalen van den. heuvel, waarop Abinadabs huis lag, struikel den de runderen. Was dit bij geval? Neen, God .de Heere regeert! Ook hiérl De runderen moeten in hun struikelen den Raad Gods dienen. Meermalen heeft God dieren gebruikt om den menschen hun overtredingen te leer en. Wij denken hierbij aan den ezel van Bileam, en aan den kraaienden haan, in den nacht toen Jezus verraden werd. Zoo nu ook wil God de struikelende run deren bezigen, om David en Israël aan hun zondigen, weg tc ontdekken. Het gaat ten koste van Uzza, maar, niet buiten zijn schuld om. Want wat gebeurt er? „Toen zij aan den dorschvloer van Kidon gekomen waren, zoo strekte Uzza zijne hand uit om de Ark te houden, want de runderen struikelden". Het gevaar van struikelen was groot, om dat de wagen van boven naar beneden af daalde. De Ark liep daardoor gevaar van den wagen te vallen. Als Uzza dat ziet, snelt hij ijlings te hulp en strekt zijne hand uit om de Arke Gods te steunen, opdat erger worde voorkomen. Dót is zijn zonde. Door zulks te doen,, worclt de Ark hem „een reuke des doods ten doode". Want; „toen ontstak de toorn des Heeren over Uzza, en Hij sloeg hem, omdat hij zijne hand had uitgestrekt naar de Ark, en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods". Wat Uzza deed was een eigenwillige daad in strijd met het uitdrukkelijk gebod Gods. Hij had in zijn onvoorzichtig ijveren voor1 den Heere, het Heilige aangeraakt. Diti nu was den Levieten ten strengste verboden. Wel mochten zij de handboomen aanraken; om cle Ark te dragen, maar aan de Ark zelve aiochten zij geen hand uitsteken. De heilige vaten aanraken was alleen aan de Priesters vergund. In zijn wel te begrijpen, maar toch zondi ge onbedachtzaamheid, had Uzza het bevel Gods verontachtzaamd. Hij vergreep zich aan de Ark, en daarmee aan de Majesteit Gods. Immers, de Ark was het onderpand van Gods tegenwoordigheid in het midden van! Zijn volk. Eens per jaar mocht de Hooge- priester tot haar naderen in het Pleilige der Heilige, maar, nooit zoifder bloed. Daarmee was uitgesproken, dat geen zon daar, zoo maar, tot God kan naderen. En dat deed Uzza- Onbedacht trad hij in de gemeenschap Gods, en ontheiligt daarmee den Naam des Heeren. Daarom zal God Zich aan hem heiligen, naar Zijn woord: „in degenen die tot Mij na deren zal Ik geheiligd worden". Evenals Nadab en Abibu voorheeen, sterft ook Uzza een plotselingen dood. God slingert hem van Zich af, en werpt, door zijn aangrijpend sterven, David en heel Israël toe: „Ik de Heere uw God ben een ijverig heilig God". Nu de Heere door het opbrengen van de Ark weer zichtbaar komt wonen in het mid den van Zijn volk, moet Israël wel bedenken: Wie de Heere is, en wie zij van zichzelven zijn, „van de Hemelsche Majesteit Gods niet aardschelijk zullen gedenken". Die geroepen zijn tot den dienst van God, en dat zijn al Gods kinderen, hebben in hun godsdienst Hem als heilig te erkennen door te handelen en 'te doen naar al Zijne geboden. Daarom bezondigde Saul zich toen hij' Amelek spaarde, en dat tegen het uitdruk kelijk bevel des Heeren in. En halen allen over zich den toorn Gods, die zich schuldig maken aan eigenwilligen godsdienst. links geweven fl. 20 Van Weedestraat 28 Tel. 2804 In de gebeurtenis met Uzza zien wij, dat „het doel nóóit de middelen heiligt". Nooit mogen wij het kwade doen, opdat het goede daaruit kome. Van hen die oordeelen dat zulks wél mag, zegt Paulus in Rom. 3:8: „Welker verdoe, menis rechtvaardig is". Het aangrijpend sterven van Uzza wekitt algemeene ontroering. Niet het minst bij David. Hij gevoelt, dat God door die daad een scheur maakt, een breuk, tusschen Zich en Zijn volk. Maar ook verstaat hij, dat God, met wat gebeurd is, hem iets heeft te zeggen. Waartoe dat vreeselijk gebeuren, als open baring van den toorn Gods? zoo vraagt hij zichzelven af. Sta ook ik, David, hier schuldig? En ook mijn volk? 's Heeren goedheid kent geen palen; God is recht, dus zal Hij door Onderwijzing hen die dwalen, Brengen in het rechte spoor. PI ij zal leiden 't zacht gemoed In het effen recht des Heeren, Wie Hem needrig valt te voet, Zal van Hem Zijn wegen leeren. David zal het ervaren. j 't Is wellicht een waagstuic iets over een spin mee te deelen. De meeste onzer lezeressen staan met alleen op voet van oor log met dit „lieve" beest, maar bovendien hebben velen er zoo'n hartgrondigen afkeer van, dat men ze met zoo'n dier door de sloot kan jagen. Laat ik daarom beginnen met een niet griezelige legende van de oude, heidensche Grieken te vertellen, waarmee dat volk de kunstvaardigheid van zoo'n dier trachtte te verklaren. Arachne, de beeldschoone dochter van Id- mon, een purperwever, had van de godin Pai- Ia9-Athene de kunst van het weven geleerd. En 't moet gezegd Arachne verstond deze kunst al spoedig in de perfectie. Toen ging het haar, zooals het meer leer lingen gaat: ze gevoelde zich spoedig boven haar leermeesteres verheven en gaf daaraan uiting door een werkstuk te vervaardigen, waarin ze den spot dreef met de ondeugden van de gaden op den Olympus. Pallas-Athene was hierover ten hoogste verstoord, bezocht Arachne in de gedaante van een oude vrouw, en gaf haar den raad het ergerniswekkende weefsel te vernietigen. Toen Arachne dat woedend weigerde, 9cheurde Pallas-Athene het zelf stuk. Arachne maakte zich hierov"er zoo boos, dat ze door ophanging een eind aan haar leven maakte. Pallas-Athene riep haar echter in 't leven terug, maar in de gedaante van een spin. Nu kon ze spinnen en weven en hangen. Voor ons is de spin, de Kruisspin, die te genwoordig nog haar webbe weeft in onzen tuin, tuin, een schepsel Gods en, naar 't woord van een ouden spreukendichter een toonbeeld van wijsheid. Wonderlijk beest met z'n acht pooten en een lichaam, bestaande uit kop, borst en ach terlijf. Met groote behendigheid weeft de spin haar web uit draden, waarvan er 10-000 gaan in de dikte van een haar. Bij de vervaardiging van haar vangtoestel Iaat ze eerst een draad uitwaaien, totdat ze met het eene einde ergens blijft haken. Soms lukt dit spoedig, sooms ook wiordt haar geduld erg op de proef gesteld. Deze draad vormt het looptouw en van. daar uit wordt een onregelmatige veelhoek geconstrueerd. In dat raam komt het web 't Wordt radvormig. Eerst komen daartoe de spaken van het wiel, die verstevigd wor- Onze schitterende sorteering is weer met de laatste Nou- veauté's aangevuld. PATROON GRATIS. Telefoon 2132 93 Steenhoffstraat 15 den door een grooten stiraaldraad. Binnca deze spiraal komen de vangdraden, ook weer in spiraalvormige windingen. Ze zijn bezet met uiterst kleine vochtdroppels, die kleve rig zijn en den a.s buit vasthouden. Als „madam" in 't midden van haar web gezeten, een huwelijksaanzoek ontvangt vaa een aanmerkelijk kleinere spin, die met groota voorzichtigheid het territorium van z'n aan gebedene betreedt, dan wordt de toestand voor hem gevaarlijk. Niet steeds is de komst van „meneer" in 't boudoir van de dame haar aangenaam. En als „hij" voetje voor voetjö haar gebied betreedt, dan weet hij niet of z'n komst zoeten vrede of hevigen oorlog zal veroorzaken. De vree9 voor „haar" is niet gering; immers z'n leven staat op het speL De mogelijkheid bestaat, dat z'n dulcinea hem veerslindt met huid en haar. Allerlei schadelijke insecten worden door haar uitgezogen en 't uitwendig skelet bui-' tenboord geworpen. Dus de spin kan bijten en of! Maak u evenwel niet ongerust, geachte le zeres! Haar kaken zullen, kreeg ze al da gelegenheid, uw zachte, teere huid niet kun nen doorboren. Van leed doen dus geen spra« ke. De schrik maakt u overstuur. f Maar de Taratula dan? Och, mevrouw.- maak u niet ongerust over het oudervvetsche geleuter betreffende de Italiaansche Tarantula, een spin, waarvan zooveel leelijks verteld dat men er van zou griezelen. Gelukkig zijn hier geen Tarantula'S: we leven in 't vrijge vochten Nederland! En dan die dikke, geweldige langpootiga spinnen, hardloopers, die de huizen binnen-, dringen door ieder openstaand venster, ea schrik en ontsteltenis teweeg brengen bif onze huismoeders! De dieren trachten zachter oorden op te zoeken tegen den naderenden winter. Een veger is tegenover deze gevaarlijke dieren een goed verdedigingsmiddel. Stralo dringt de winter weer de huizen binnen Waar men niet op zijn komst is voorbereid, Dan heerscht er nood in vele huisgezinnen, Die zijn bezocht door 't leed der [werk loo sh eid Daar wordt de winter met zijn vele plagen Door velen weer met angst en zorg verbeid, Daar vallen onmeeedoogend harde slagen Op zwak'kren, 1een ongclijkcn strijd. Doch Neerlands volk zal zeker niet gedoogen Dat landgenooten vallen in dien strijd, Ons volk heeft immers altijd open oogen Voor dingen van de harde werk'lijkheid. Het zal elkeen de hand tot redding reiken Wie deze hulp en steun van noode heeft; Ook deze winter zal weer duid'lijk blijken, Dat het saamhoorigheidsgevoel [nog in ons leef tl. Reeds hoorden wij de oproep der Regcering, Die sprak tot ieders menschelijk gevoel: „Voorkomt het leed van koude en ontbering, Strijdt mee voor dit verheven, [schoone doel'*. Het Koninklijke voorbeeld is gegeven. Dra komen andre milde giften in! Wie naar z'n krachten geeft, verrijkt z'n [lever En geeft een blijk van ware menschenmi; Zoo ooit, dan mag bovenstaand opschrift zeker wel gebruikt worden met betrekking; tot de raadsvergadering van October 1.1^ Niet over de vergadering als zoodanig, want deze hield zich, trotsch alles, binnen de perken van een behoorlijke raadsverga- dering, maar het is volledig van toepassing op, de vijf heeren, die deze vergadering had den aangevraagd. Als men nog aanvaarden wol, dat men vol komen ter goeder trouw was (en wij willeaf aannemen, dat dit bij enkelen het geval was)] dan nog geldt voor allen, dat zij van hun taak als raadslid niet het flauwste begrip hebben. Inzonderheid door den voorzitter, maaï toch ook door de raadsleden van elke richting, werd dit duidelijk aangetoond. Verblijdend was het, dat geconstateerd mocht worden, dat hier geen politiek in het spel was, want het was echt een uitspraak over de verantwoordelijkheid en de taak van een lid van den raad, en het bleek, dat na genoeg bij elke groep daarvoor een lans ge broken werd. Het resultaat was dan ook, dat het vijftal niets bereikte, er was zelfs geen gelegen heid voor hen een jx>ging daartoe te doen, en een vraag, wat zij eigenlijk bedoelden, kon niet eens duidelijk beantwoord worden, zoodat zij hopeloos met ledige handen naar huis konden gaan, verloren hebbende een groot deel van hun prestige en in den raad en daarbuiten. Laat ons hopen, dat zij geleerd hebben, zooals door den voorzitter opgemerkt werd: „Als belangstellenden een bezoek brengen; bij leden van den raad, dat dan de stormbal geheschen wordt met het: Weest op Uw hoede!" GEDIPL. OPTICIEN. Voor het maken vaa Uw BRIL, ook volgens recept van H.H. Oogartsen, een vertrouwd adres 1

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 1