t &vqeA dan eert f<CucM ÏSinnentandlcA 4 BuUenlancUcA OxMAfricfit De nieuwe Japansche oorlog tegen China begon in Juli. Op 3 October was de Vol kenbond zoover, dit geval van een „ongé- provoceerden aanval" van zich af gewim- peld te hebben. Dit geschiedde op deze wijze: Het Geneefsche instituut beval den onderteekenaars van het zoogenaamde negen-mogendhedenverdrag van 1922 (dat de onschendbaarheid van China garan deert) aan, de zaak maar eens onder el kaar te bespreken. In werkelijkheid heb ben echter niet slechts negen, maar twin tig staten dit verdrag in den loop van den tijd onderteekend. Deze twintig landen werden dus naar Brussel geroepen. Intus- schen wees, zooals wel te voorzien was, juist de mogendheid, op wie het het meest aankwam, Japan, bij een nota van 27 October de uitnoodiging van de hand. Zoo waren er, toen de conferentie op 3 November geopend werd, negentien landen vertegenwoordigd en men was bijeen onder omstandigheden, welke men reeds van tevoren verwacht had. Dat Japan naar alle waarschijnlijkheid niet zou verschij nen, stond al lang vast. Hoe was men van plan in dit geval te handelen? Een plan moest men immers toch hebben! Want waartoe een conferentie plechtig bijeen te roepen en te openen, wanneer men niet eens voor het geval van een welhaast zekere obstructie een voortzetting in petto heeft? Nu, de voortzetting, waartoe men na eenige dagen van weinigzeggende rede voeringen op 6 November besloot, bestond hierin, dat men Japan nog eens uitnoo- digde. Het antwoord werd op 12 Novem ber gegeven: voor de tweede maal wei gerde echter Tokio. Dat was dus eindelijk het moment, waarop men zou moeten toonen, wat men in petto had en waarop, om het juist uit te drukken, de conferentie Vondel in voordracht en vertoog herdacht. Als hoogtepunt in de herdenking van den 350sten geboortedag van onzen nationalen dichter heeft Donderdag en Vrijdag in de Gemeente-Universiteit te Amsterdam het tweedaagsche Vondelcongres plaats gevon den, dat een groot succes genoemd mag worden. De belangstelling uit binnen- en buitenland voor dit congres was overwel digend. Er waren niet minder dan plus minus 600 deelnemers, onder wie de pas gegradueerde eere-doctors natuurlijk een eereplaats innamen. Twee dezer, prof. Mol- kenboer en dr. Jan .Romein, hielden den eersten congresdag na de openingsrede van prof. Slotemaker de Bruine een zeer belangwekkende voordracht over hem, te wiens eere deze honderden mannen van kunst en wetenschappen tn de hoofdstad bijeen waren. Prof. Molkenboer belichtte het dichterlijke in Vondel, daarbij wijzende op Vondels wijsgeerige, soms profetische houding, zijn peinzenden geest en zijn zie nersblik, zijn ongeëvenaarde woordenkeus en tevens op het hooge levenspeil van den kunstenaar, die geen egocentrisch, indivi dualistisch artist was, doch een sociaal voelend, humaan denkend mensch. De tweede eere-doctor, dr. Jan Romein, behandelde Vondels plaats in de Europee- sche cultuur. Dr. Romein toonde zich in zgn voordracht een meer critisch bewonde raar van den dichter en noemde als een van de dingen, die men in Vondels werk mist, de humor. Vondels grootste waarde ook voor onzen tijd zag deze spreker in zijn geloof aan rede en redelijkheid, waar door hij het ons mogelijk maakt, aan de uiteindelijke overwinning van deze beide waarden te blijven gelooven. met haar eigenlijke werkzaamheden moest aanvangen. In de plaats daarvan beleefde men, dat de negentien mogendheden te Brussel de conferentie voor geëindigd ver klaarden en uit elkaar gingen. Zij gaven daarmede te kennen, dat hun idee, hun plan, hun diplomatieke concept voor deze conferentie letterlijk niet verder gereikt had dan tot de uitnoodiging. Zij gaven te kennen, dat zij deze internationale bijeen komst hadden georganiseerd, zonder te weten, wat men daar eigenlijk zou kunnen doen, en dat een klucht te noemen, is zeker niet te overdreven. Maar was het slechts een klucht? Was het niet erger dan dat? Het was erger, wijl voor de eerste maal aan een dergelijke conferentie een con ferentie over verdragsbreuk en oorlog ook de Vereenigde Staten deelnamen. Dat was niet zoo in het geval Abessinië, niet zoo in het geval Locarno, en de af wezigheid van Amerika in deze gevallen liet tenminste het Amerikaansche prestige als laatste reserve onverminderd op den achtergrond staan. Steeds nog konden vriend en vijand zeggen: dit gebrek aan wil en ideeën is een gevolg van het feit, dat Amerika nog niet meedoet. Wanneer de Vereenigde Staten maar eerst besluiten, hun plaats aan het front in te nemen, en op Zekeren dag zullen zij dit doen dan zal er op een andere toon gesproken worden. Nu, voor de eerste maal, hebben de Vereenigde Staten medegedaan en weer heerschte tegenover den vastbes Loten aanvaller dezelfde radeloosheid en on macht. Voor de eerste maal is daarmede ook Amerika in de zone van het wegsmel tende prestige aanbeland; voor de eerste maal heeft men ook dit reserve-kapitaal aangesproken; en daarbij houdt de klucht op. De reden van zijn impopulariteit. De tweede congresdag stond in het tee- ken van den dramaturg en klassicus Von del, achtereenvolgens toegelicht door den directeur van de Amsterdamsche Tooneel- school, de heer Baithazar Verhagen, en dr. C. R. de Klerk. Tot besluit sprak in de middagvergadering van den tweeden dag dr. W. A. P. Smit nog over „De waardee ring van Vondel". Als reden van Vondels impopulariteit bij het groote publiek, waar aan wij m ons vorig overzicht reeds her innerden, noemde deze spreker het feit, dat Vondel zich steeds verhult in beelden en symbolen en dientengevolge niet ineens ontdekt, maar sléchts veroverd kan wor den. Velen schrikt dit af om nader met den Prins der dichters kennis te maken. Het spreekt wel vanzelf, dat de wel eens wat zwaarwichtige vertoogen, waarin de verschillende kanten va-n Vondels persoon lijkheid op dit tweedaagsch congres wer den belicht, ook afgewisseld dienden te worden door voordrachten uit zijn werk. Als zoodanig en als illustratie van het op het congres behandelde was de feestelijke bijeenkomst in het Concertgebouw, waar uit Vondels werk werd gedeclameerd en gezongen, een zeer geslaagd onderdeel van de Vondelherdenkingen in ons land. Begrootingen und kein Ende. Minder verheven, maar daarom nog niet altijd minder welsprekende taal, klonk er dezer dagen in ons parlement. De belang stelling ging vooral uit naar het eerste op treden van twee nieuwe ministers, prof. Romme van Sociale Zaken en minister van Boeyen van Binnenlandsche Zaken. In bei den blijkt ons parlement, dat naar den landsaard zijner leden zich niet op over maat van redenaarstalent kan beroemen, een Qaar goede sprekers te hebben gewon nen. Eerstgenoemde ontpopte zich zelfs als een slagvaardig, om niet te zeggen vinnig debater, doch ook de heer van Boeyen, of schoon minder een echt redenaar, toonde zich een vlot en gemakkelijk spreker, naar wiens rustig en zakelijk betoog, vooral in dien de neiging tot ai te groote uitvoerig heid, die de aandacht noodzakelijkerwijs moet doen verslappen, wordt bedwongen, het een genoegen is te luisteren. Overigens hebben beide ministers zich met hun eerste regeeringsdaad reeds aanstonds heel wat strijd op den hals gehaald: minister Romme met zijn befaamde kwartje voor de werk- loozen en minister van Boeyen met zijn Zondagswet. Deze laatste was ook nu weer bij de begrootingsdebatten de steen des aanstoots voor veie leden, doch de minister zette onvervaard zijn eenmaal ingenomen standpunt uiteen en toonde weinig neiging daarvan at te wijken. Na Binnenlandsche Zaken kwamen in de afgeloopen week nog de begrooting van Financiën en die van Justitie aan de beurt. De eerste, die ook een meuwen verdediger had, ofschoon geen onbekende vooi de Kamer, werd ten slotte, zij het nadat de noodige klachten over te hooge belastingen waren te berde gebracht, De negenmogendheden-conferentie. Op de conferenntie te Brussel is reeds in het begin van deze week een resolutie op gesteld, als antwoord op de Japansche nota na de tweede uitnoodiging ter confe rentie. De resolutie had in hoofdzaak de volgende inhoud: De conferentie verklaar de dat, hoewel Japan van meening was dat de kwestie alleen de beide landen Japan en China aanging, de andere landen blijven bij de meening dat ook andere landen er be lang bij hebben; de conferentie oordeelt dat door dit conflict het negenmogendheden- verdrag en het Kellogg-pact zijn geschon den, waarbij komt dat Japan weigert met eenig ander land te confereeren, terwijl China de bespreking met de andere onder teekenaars van het pact aanvaardt; de con ferentie vindt geen reden om te gelooven, dat Japan én China samen binnen afzien- baren tijd tot een oplossing zullen komen, zij spreekt daarom de hoop uit, dat Japan niet zal volharden in zijn weigering, maar verklaart dat de staten, te Brussel ver gaderd, hun houding zullen moeten vast stellen tegenover een staat die tegen de meening van alle andere partijen van het verdrag blijft ingaan. Deze resolutie werd door 15 delegaties goedgekeurd, terwijl één delegatie, n.1. Italië, tegenstemde. De Scandinavische staten onthielden zich van stemming. Vol gens de Italiaansche verklaring wenscht dit land niet de verantwoordelijkheid te dragen voor een resolutie die niet is ge richt naar een regeling, maar eerder naar een ernstige verwarring. De woordvoerder van de Japansche am bassade te Brussel heeft als antwoord van Japan verklaard, dat Japan het betreurde dat de conferentie geen gebruik had ge maakt van de passages in het Japansche antwoord, die den weg openden voor haar goede diensten. De Japanners voelen een bedreiging in de resolutie, waardoor de kansen op het gebruik van die diensten nog wordt verminderd. In sommige kringen veronderstelt men dat misschien de negenmogendheden-con- ferentie de zaak in handen zal stellen van den Volkenbond, waarvoor dan de com missie van 23 weer bijeen geroepen zou worden. De Japansche dagbladen hebben fel ge ageerd tegen de tekst van de resolutie; ze schrijven weer in anti-Engelsche geest en verklaren o.a. dat de eenige oplossing hier in kan bestaan, dat van Engeland een poli tiek van afzijdigheid tegen China wordt geëischt. Een ander Japansch blad is van meening dat er voor Japan geen andere weg openstaat dan een energieke opmarsch naar Nankinf aangenomen. Die van Justitie is, op het oogenblik dat wij dit schrijven, nog in be handeling. Twee zittingen werden er reeds aan gewijd en deze stonden in het teeken van de meer of minder gewenschte vreem delingen. Veel nieuws is hieromtrent voor- loopig niet te verwachten, want de regee ring heeft haar standpunt ten aanzien van het door een commissie van onderzoek in gediende voorstel tot wijziging van de vreemdelingenwet nog niet bepaald. Verscheen ten slotte nog de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de Tweede Kamer inzake de begrooting van Defensie, waarin de verschillende voor de legeruitbreiding uitgetrokken posten nader worden verdedigd. Werk voor de werven Besluiten wij ons overzicht met het ver melden van de voor de Nederlandsche werfindustrie zoo verblijdende order van de Koninklijke-Shell, die opnieuw haar tankvloot gaat uitbreiden, ditmaal met een achttal groote schepen, welke alle op Nederlandsche werven zullen worden ge bouwd. Deze order, die zooals men weet een totale waarde heeft van 18 millioen gulden, zal weer heel wat handen ge durende geruimen tijd werk kunnen geven. De strijd in China. Inmiddels wordt Nanking inderdaad reeds bedreigd, daar de Japanners na den val van Sjanghai den opmarsch naar Nan king dadelijk hebben doorgezet. Wel onder vonden zij bij Soestjau grooten tegenstand van de Chineezen, waar een sterke Chi- neesche linie stand hield, de nationale de fensielinie, van Foetsjang over Soetsjau naar Kasjing, maar na een zwaren strijd die eemge dagen heeft geduurd, zijn de Chineesche linies thans doorbroken. Nan king, dat nu open ligt voor den aanval, wordt reeds gedurende deze heeie week ontruimd. De Chineesche regeering heeft Nanking verlaten, de ministeries zijn naar verschillende plaatsen overgebracht, de meeste naar Tsjoengking, eenige naar Tsjang Sja en het departement van oorlog naar Woetsjang. Groote scharen vluchte lingen trekken de laatste dagen de stad uit, verschillende ambassaden zijn geheel ontruimd, in andere blijven slechts waar nemers achter. Wel hebben de Chineezen het plan te kennen gegeven om Nanking tot het uiterste te blijven verdedigen, al zou deze verdediging onder de grootste moeiüjkheden moeten plaats vinden, doch reeds gaan er geruchten dat ze op dit be sluit zouden terugkomen, daar de stad toch met behouden kon worden en deze dan voor vernietiging gespaard zou blij ven. Door de zware bewolking en de aan houdende regens was het tot nog toe on mogelijk voor de Japanners met bombar dementen uit de lucht te beginnen, maar wanneer hiermee een begin is gemaakt, zullen waarschijnlijk ook de laatste stel lingen der Chineezen wel ontruimd moeten worden. Lord Halifax in Duitscbland. Het bezoek van Lord Halifax in Duitsch- land heeft deze week plaats gehad. Ver- wacht werd dat tusschen Hitier en Lord Haüfax verschillende belangrijke onder werpen zouden besproken worden, zooals het. anti-kominternverdrag, de Duitsche politiek in Centraal Europa, en de kolo niale kwestie. Maar deze besprekingen, zoo werd ook verwacht, zouden zich beperken tot een gedachtenwisseling. Veel is er ge schreven in de Engelsche en Duitsche bladen nog voor het vertrek van Lord Halifax, pogingen werden zelfs gedaan om het bezoek te verhinderen, via Italiaansche zijde naar men beweert, maar toch is Dinsdagmiddag Lord Halifax uit Londen vertrokken naar Berlijn. In de Britsche politiek zijn twee partijen waar te nemen, waarvan de eene een directe verzoening met Duitschland voorstaat en de andere, het Foreign Office en de bijbehoorende kringen, den tijd voor een verzoening nog niet gekomen acht. Engeland's oudste vrouw plantte op haar 107en verjaardag een boom te North Surry, haar woonplaats. Over de besprekingen die Lord Halifax te Londen heeft gevoerd, is inderdaad tot nog toe weinig bekend, daar het bezoek zijn „particuliere karakter" blijft behou den. Na de bezichtiging van de jachtten- toonstelling en een bezoek aan Goering, ia de Lord President of the Council in gezel schap van Von Neurath vertrokken naar Berchtesgaden om Hitier te bezoeken op zijn buitenverblijf. Bij het onderhoud, dat de drie mannen Vrijdag hebben gehad, waren geen andere personen aanwezig. Naar men zegt hebben de besprekingen niet tot een eigenlijk resultaat geleid, doch men zou willen beweren, dat Halifax vol komen ingelicht zou zijn over de verlan gens van Duitschland op koloniaal gebied. Van officieele zijde wordt echter geen enkele uitlating losgelaten. Ook het ge rucht, dat Halifax Von Neurath zou heb ben uitgenoodigd naar Londen te komen ten einde de besprekingen voort te zetten, is al weer tegengesproken. De non-interventiecommissie, De sub-commissie van de niet-inmen- gingscommissie heeft deze week haai werkzaamheden voortgezet. Het antwoord van de Spaansche partijen, dat men ge hoopt had te ontvangen voor de bijeen komst van de subcommissie, was nog niet ingekomen, zoodat de commissies nog niet kunnen worden uitgezonden. De technische besprekingen echter worden voorgezet. Op de bijeenkomst van de subcommissie heeft de Russische vertegenwoordiger Maisky verklaard, dat de Sowjet-regeering de re solutie van 4 November zonder meer aan vaardt, waardoor dus thans de gevraagde unanimiteit is bereikt. De weg tot een op lossing wordt hierdoor dus weer een klein stukje geëffend, want laüë en Duitsch land zullen nu geen reden meer hebben -m het Britsche plan niet te aanvaarden. Het wachten is nu vooreerst op de antwoorden uit Valencia en Burgos. Handelsbesprekingen tusschen Britannië en Amerika. In het Lagerhuis te Londen is thans of ficieel bekend gemaakt, dat tusschen Wash ington en Londen onderhandelingen inzake een handelsverdrag overwogen worden. Ook in Washington heeft de minister van Buitenlandsche zaken, Huil, een soortge- lijke publicatie gedaan. Met de Dominions zullen afzonderlijke verdragen worden ge sloten, zoodat het verdrag niet het karakter van een uniforme regeling voor het ge- heele Britsche rijk zal hebben. In Engeland spreekt de pers zijn vreugde uit over het slagen van de voorbereidende besprekingen, temeer daar van dit handels verdrag naast de economische voordeelen ook politieke belangen worden verwacht. Volgens de opvatting in Amerika zullen er nog wel eenige maanden overheen gaan, zoo geen half jaar, voordat de overeen komst gereed kan zijn. Op 25 November werd de 150en ge boortedag herdacht van Frans Xaver Gruber, de componist vcrn het wereld beroemde „Stille Nacht, Heilige Nacht". Dit kerstlied werd voor het eerst ge zongen in den kerstnacht van het iaar 1818. Op de zandheuvels te Bilthoven werden door de Nederlandsche Ringver- eeniging, afdeeling Utrecht, gymnastische ski-oefeningen gehouden. De deelnemers zetten de eerste wankele schreden ot> de ski's. Lord Halifax (links) bij zijn bezoek aan Berlijn op de Jachttentoonstelling. Naast hem rechts de Britsche gezant te Berlijn, Sir Henderson.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 6