Het fokken van pelsdieren De zilvervos kan uitste kend in gevangenschap worden gefokt WINTER güü in het Berner Oberland In Amerika heeft men farms, waar men zich uitsluitend met het fokken van pelsdieren bezig houdt Meer dan een vijfde deel der bontvellen op de wereldmarkt is van dergelijke fokkerijen afkomstig bij onze oosterburen, de Duitschers, geno men. Vooral in Oost-Pruisen vindt men fokkerijen, die voorbeeldig mogen worden genoemd. Reeds dekt Duitschland een vijf de van zijn behoefte aan pelzen op eigen markt. Zoover is men by ons echter nog niet. Als wij nog in de donkere dagen om streeks Kerstmis zitten, en het iederen dag regent of mist, dan is het in het Berner Oberland reeds volop winter. De echte winter natuurlijk, met zijn glinsterend witte sneeuwvlakten, die de heele toover- wereld van de dalen tot de toppen der reusachtig bergen bedekt. Want reeds lang is de noodige sneeuw gevallen en stralend, zonlicht, dat vele uren per dag de lucht droogt, glanst over het Jungfraugebied, het Simmental en het Saonenland, terwijl slechts hier en daar een blauwige schaduw de witte velden onderbreekt. En wat een mogelijkheden tot avontuur biedt dit ge zegende land niet, waar de hoogopgetaste ijsmassa's bij iedere kromming van den weg een ander panorama toonen. Jong en oud stroomt daarom hierheen. Meer dan een dozijn winterbadplaatsen en sportcen tra wedijveren met elkaar om alle moge lijke takken van sport te oefenen en het gebruik van de oneindig verschillende ski tochten door tallooze tandradbanen en wegwijzers veiliger te maken. Ook wed strijden in skispringen, skijöring en slalom worden allerwege gehouden en de overal zorgvuldig in goeden toestand gehouden ijsvlakten, meestal in de onmiddellijke na bijheid der hotels, lokken de schaatsenrij ders uit de heele wereld op de zonnige, spiegelgladde vlakten hun kringen te be schrijven. Demonstraties in de kunstrijden en ijshoc key wedstrijden, die voldoen aan de hoog ste sportieve eischen, zorgen voor de noo dige afwisseling. Vergeet ook niet het Curlingsspel dat in de laatste tien jaren zoo populair is geworden. Overigens is dit spel met de zware werpschijven, wier glij den over de ijsvlakte zoo noodig nog door een snel vegen van de baan verbeterd wordt, geenszins slechts een spel van hee- ren op leeftijd. Voor al deze druk bezochte sportplaatsen waarvan de grootste, zooals Wengen, tot de mondainste badplaatsen van Zwit serland behooren en de kleinste zooals BIJ DE ILLUSTRATIES: Links boven: Nerts of moerasotters in tammen staat. Daaronder: Twee waschbeertjes. De snuitjes drukken zoowel slimheid als humor uit. Door het fokken der dieren in een afgesloten ruimte heeft men de beertjes bijna tot huisdieren kunnen temmen. Rechts boven: Een .moerasbever-familie. Men .ziet .de kleine schuilhuisjes in de onderaardsche gangen, die ze zelf gegraven hebben. Midden: Een jonge zilvervos is geen diertje om zonder handschoenen aan te pakken en men moet dan ook terdege met hem weten om te gaan. Hiernaast: Ook ons land heeft sinds eenige jaren zijn zilvervos-farms. Een collectie van dit jonge Nedetdandscbe produet op weg naar de veiling. Wat verstaat men eigenlijk onder „edel- bont"? Dat is de huid van zilver- en blauw vossen, moerasotters of nerts, oorenrobben (sealskin), marter, sabeldier, bunzing, Blcunks (Am. stinkdier), beverrat (nutria), opossum, bisamrat, mol, fret, waschbeer enz. enz. De zilver- en blauwvossen, moerasotters en waschberen zijn echter voor het fokken wel het meest geschikt. Van de andere bontsoorten willen wij alleen nog noemen de hermelijn, die men tegenwoordig niet veel meer ziet dragen, terwijl het bont van den Siberischen eek hoorn zeer zeldzaam is. Van de gewone bontsoorten is het konijn wel het goedkoopst en meest gebruikt. Be halve de verschillende kortharige konij nensoorten heeft men o.a. het Chinchilla konijn, marterkonijn, Castorrexkonijn, blauw- en wit Weensch konijn enz. De laatste jaren is er ook zeer veel vraag naar het bont van het karakoel- schaap en het bocharavetstuitschaap (as trakan). Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat men begon met het fokken van pelsdieren en vooral Canada is bekend om zijn fokke rijen van zilver- en blauwvossen. In het het water is, zoo goed als niet nat wordt.1 Het fokken van bevers als pelsdier is alleen dan aan te bevelen als men beschikt over uitgestrekte water- en boomrijke ge bieden. Het voedsel voor den bever bestaat uit planten, boomschors, bladeren en mal- sche twijgen. Hij graaft onderaardsche gan gen, die met het water in verbinding staan en hij bouwt bovendien van takken en aarde de zgn. beverkasteelen of beverhut ten, die dikwijls hoog boven het water uitsteken, een enkele maal wel 2 meter. Hij gebruikt deze hutten slechts bij hoog water. Het wijfje werpt een per jaar twee a drie blinde jongen. In Karakoel, rondom het zoutwatermeer in de woestijnen van Pamir (midden Azië) op een hoogte van ongeveer 4000 meter leeft het karakoelschaap, dat het zoo ge wilde astrakanbont oplevert. Dit bont heeft een fijne, gekroesde, glan zend bruine wol terwijl het karakoel schaap het zgn. persianerbont levert wat nog duurder is dan het astrakan van het astrakan- of vetstaartschaap, dat voorna melijk in de Boecharasteppe leeft. Het fok ken van deze schapen, die met zeer weinig tevreden zijn en hun kostje zelf opscharre len is tamelijk loonend, terwijl het vleesch van het dier eetbaar is. dier en stinkdier. De otter komt zoowel voor in Europa, Azië en Noord-Afrika en verorbert visschen en waterdieren, waar door de otter zeer gevaarlijk is voor den vischstand. Als hij echter geen visch kan krijgen, eet hij ook ratten en watervogels. De moerasotter, die gemakkelijk te fokken is en betrekkelijk geringe onkosten vraagt, heeft alleen een behoorlijke badgelegen heid noodig. Daarom moeten de fokkers steeds hiervoor een speciaal waterbassin laten aanleggen. Het wijfje werpt van drie tot negen jongen. Griesalp of Grimmialp slechts over een flink hotel beschikken, is natuurlijk een net van spoorwegen en tandradbanen dal ze voor de heele wereld toegankelijk maakt, onmisbaar. Inderdaad zijn het dl wegen die hun stempel op het Berner Ober land drukken. Hier maakt de Wengeralp- bahn het mogelijk Grindelwald aan de voel van zijn beroemden gletscher zonder eeni ge moeite te bereiken of ook over Wen- gen, waar in dit jaar de skiwedstrijden om het kampioenschap van Zwitserland plaati vinden, en over Wengenalp Klein-Schei- degg te bereiken waar de Jungfraubahn begint, het geweldigste wat de Zwitsersche techniek tot nog toe gepresteerd heeft om haar bergreuzen te bedwingen. Door de granietrotsen van de Eiger en de Mönch, langs het Eismeer en langs gletschervelden, gaat de spoorbaan naar het eindstation, Jungfraujoch, dat niet ver verwijderd is van dien onbeschrijfelijk mooien top, die het heele gebied beheerscht. Laat ons ook in dit verband de hoogst gelegen plaats van het Berner Oberland, Müren, niet vergeten, dat zich in de laatste jaren tot een sport centrum van de eerste orde heeft ontwik keld en waar in dit jaar de Engelsche ski kampioenschappen gehouden zullen wor den. Ook deze plaats is zonder moeite door een bergbaan van de Wengeralpspoorweg te bereiken, die begint in het liefelijke Lauterbrunnen. Overigens is ook St. Bea- tenburg aan dén Noordoever van de Tuner See een plaats die bijzonder door zon en sneeuw begunstigd wordt. Een ander niet minder bekoorlijk winter sportgebied opent de Lötscherbergbahn, die in het Kandertal aan de Lötschenpas de reeds lang bekende badplaats Kandersteg bereikbaar maakt. In een zijdal vinden we dan Adelboden, het hoogst gelegen kerk dorp van het Oberland. Hier is nog een middeleeuwsche kerk die samen met de laatste overblijfselen van vroegere boeren huizen een buitengewoon bekoorlijk con trast vormt met de moderne hotels, die dit oord tot wintersportplaats gemaakt hebben. Maar ook het Westelijk deel van het Berner Oberland, het Simmental en" Sao nenland is niet minder geschikt voor win tersport in al haar mogelyke variaties. Hier is vooral Gstaad, aan den spoorweg van Montreux, te noemen, waar in dit jaar de wereldkampioenschappen om den Jack- son cup gehouden zullen worden; de hoog ste trofee van het Curlingsspel. Maar ook Zweisimmen en Saanenmöser alsmede Gsteig en Lenk hebben een goeden klank in de internationale sportwereld en dragen er toe by het Oberland tot een streek van wintervreugd te maken waaraan men nog lang de aangenaamste herinneringen be waart begin hebben de farmers zeer veel tegen slag gehad en hoewel verschillende fok kers een groot gedeelte van hun kapitaal in deze fokkerij staken, omdat zij er op speculeerden, dat de dieren hun geld wel zouden opbrengen en nog een zoete winst bovendien, kwamen zij al heel spoedig tot de ontdekking, dat de onkosten aan een fokkerij verbonden, wat betreft verzorging, voeding enz. zoo groot waren, dat velen hun geld verloren. Tenslotte begreep men, dat het fokken van edelpelsdierea een mooie bijverdienste is voor den farmer, maar nooit hoofdverdienste kan zijn. Blauw- en zilvervossen behooren tot de kostbaarste en door de dames meest ge wilde bontsoorten, geen wonder dus, dat men zich, vooral in Noord-Amerika, op het fokken van deze dieren ging toeleggen. Vooral de dieren afkomstig uit Labrador en Archangel waren zeer in tel. Het be zwaar van het fokken is vooral de omge ving en de temperatuur. Haalt men de dieren uit de streken waar zij thuis hoo- ren, dan wordt onmiddellijk het bont van mindere kwaliteit. Men moet er diis op be dacht zijn" zoo weinig mogelijk hun levens gewoonten te veranderen Voor een mooie, kostbare huid speelt namelijk vooral de temperatuur en de neerslag, alsmede de soort van neerslag een groote rol. Heeft men de dieren eenmaal laten acclimatisee- ren, dan zijn 'ie jongen hiervan geheel aan de hoogere of lagere temperaturen gewend. De kosten verbonden aan het fokken der blauw- en zilvervossen zijn zeer groot. Niet alleen, dat men er een uitgestrekte oppervlakte voor moet hebben, (men heeft voor elk dier ongeveer honderd vierkante meter grond noodig), doch het voedsel is ook tamelijk prijzig. Per jaar kost een vos aan voedsel aleeen reeds ongeveer vijf en twintig gulden; dat is ruw geschat onge veer de helft van hetgeen zijn huid op brengt. Daarbij moeten de vossen regel matig door den veearts worden onderzocht. Het wijfje werpt ééns per jaar van twee tot zeven jongen. De bever, een groot knaagdier, dat voor al in Canada en de Hudsonbaai voorkomt heeft een kastanjebruine huid, op den rug donkerder dan aan de buikzijde.' Het bo venhaar is zeer lang en het onderhaar dicht, zijdeachtig en lichtgrijs van kleur, daarbij zoo fijn, dat het dier, dat veel In De waschbeer, die in heel Amerika voor komt voedt zich met eieren, vogels en zoogdieren. In Zuid-Amerika leeft een soort waschberen die zich hoofdzakelijk met kreeften en krabben voeden. Wordt het dier echter gefokt, dan is het zeer gemak kelijk en eet alles wat maar eenigszins eetbaar is, terwijl het ook geen last heeft van temperatuursverschillen. De hoeveel heid eten die het dier verorbert, is echter zoo groot, dat hij niet veel minder kost per jaar dan een blauwvos, terwijl de huid lang niet zoo'n hoog bedrag opbrengt. Het vleesch van den waschbeer is niet oneet baar, doch zoo vet, dat men het hoofdzake lijk gebruikt voor het fabriceeren van zeep. Een van de gemakkelijkst te fokken die ren, waarvan de huid echter veel waard is, is de moerasotter of nerts. Het dier, dat tot de marterachtigen behoort, is dus familie van den boom- of edelmarter, van den we zel, den hermelijn, van bunzing, fret, sabel- i De nerts behoort ot de kostbaarste bont soorten ter wereld. In tegenstelling echter met andere dieren is van de nerts niet de rug, maar speciaal de buik het waarde volste. Bij het prepareeren van het bont worden de langere haren uitgetrokken en zoo houdt men dan met de onderwol de fluweelige, glanzende pels over. Tot nu toe was het fokken van de moerasotter daar om ook voordeelig, omdat dit bont niet aan mode onderhevig schijnt te zijn. Het vleesch van het dier kan evenmin als dat van de vossen gegeten worden wegens het trichinegevaar; de beverrat daarentegen moet zeer smakelijk vleesch leveren. Het fokken van pelsdieren is en blijft echter steeds een speculatief bedrijf want niemand kan te voren weten, welke grillen Madame Mode het volgende seizoen zal hebben, waardoor misschien een soort bont, waarvan groote voorraad is, niet meer ge vraagd zal worden en dan zitten de fok kers met de pelzen, waar zij litm geld in hebben gestoken, terwijl zij daarenboven de dieren een goede verzorging hebben moeten geven, wat natuurlijk ook in de papieren loopt. Een veel grooter vlucht dan in ons land heeft de fokkerij van pelsdieren intusschen

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 8