Iteitin^oAdetl in dienót mm den miede BmneniatuUcfi öweAficiii Buitmlcmdlch 0,u~eA%,LcM De Duitsche politiek houdt klaarblijke lijk rekening met een eventueelen oorlog in Oost-Europa. Wie daarbij de aanvaller zal zijn, doet er voorloopig weinig toe, Zoo'n oorlog kan uitbreken tengevolge van een Russisch-Japansche botsing, wegens Lithauen of wegens Tsjecho-Slowakije. Zooais bekend staat immers Rusland als bondgenoot achter Praag. Duitschland schijnt zich dus voor het geval van oorlog in het Westen op het defensief en in het Oosten op het offen sief voor te bereiden. De directe aanlei ding daartoe is het Fransch-Russische pact geweest, waarbij Frankrijk zich verplichtte, Rusland in geval van een oorlog te hulp te komen. Om het Fransche leger in dit geval tegen te houden, heeft Duitschland aan de overzijde van den Rijn, dus juist tegenover de Maginot-linie, een vesting gordel gebouwd. Een dergelijke Duitsche vestinglinie kan het den Franschen onmogelijk maken Rusland practisch te hulp te komen. Met weinige troepen zou Duitschland zijn ves tingen kunnen verdedigen, terwijl Frank rijk de beste krachten van zijn volk zou moeten opofferen, om de Duitsche ver dedigingslinie te doorbreken, wat wellicht nog mislukken zou ook. Waarschijnlijk zou geen Fransche generaal dit op zijn verant woording willen nemen. De bouw van vestingen in het Westen kondigt een volkomen verandering van de Duitsche militaire plannen aan; men stapt af van de ideeën van Von Schlieffen om terug te keeren tot oude ideeën van Von Moltke. Von Moltke wilde na het einde vap. den oorlog van 1871 in een eventueelen nieu wen oorlog, wélken hij verwachtte, geen offensief tegen Frankrijk ondernemen, wijl volgens zijn opvatting, die ook de opvat ting van Bismarck was, Duitschland in het Westen niets meer te winnen had. Von Moltke wilde het zwaartepunt van den strijd naar Rusland verleggen, toen dui delijk geworden was, dat Russen en Franschen in een komenden oorlog samen zouden gaan. Generaal Von Schlieffen draaide dit plan geheel om. Hij werd beheerscht door de „Cannae-idee". Evenals Hannibal in zijn beroemden veldslag door handige manoeuvres van zijn legervleugel de sterke Romeinsche strijdkrachten geheel vernie tigde, zou het Duitsche leger met een reus achtig versterkten rechtervleugel door België trekken, de Franschen in het Noor den van hun land omvatten en hun een vernietigenden slag toebrengen, terwijl in het Oosten slechts zwakke Duitsche troe pen ter verdediging zouden staan. In den Wereldoorlog heeft het plan van Von Schlieffen niet aan de verwachtingen voldaan. In het Westen ging de slag aan de Marne verloren, wijl Duitschland niet genoeg troepen had, om de reusachtige omsingeiingsmanoeuvre te voleindigen. In het Oosten echter kon het zelfs met be trekkelijk zwakke strijdkrachten een over- winnig op het veel grootere Russische leger behalen. Natuurlijk zou de ontwikkeling geheel anders verloopen zijn, indien het Duitsche leger van een opmarsch door België had afgezien, zich tegenover Frankrijk in het defensief had gehouden en met zijn voor naamste strijdkrachten tegen de Russen was opgerukt. De ineenstorting van het Oostenrijksch-Hongaarsche leger ware dan waarschijnlijk verhinderd, het Russische leger zou misschien reeds in 1915 of 1916 niet meer in staat tot een verderen strijd zijn geweest en Italië zou nauwelijks de mogelijkheid hebben gehad, in den oorlog in te grijpen. Na den oorlog is er in Duitschland veel over deze kwestie ge schreven en ook op het oogenblik is de hartstochtelijke polemiek om het plan-Von Schlieffen nog geenszins tot zwijgen ge bracht. Wanneer het nu juist is, dat Duitschland zich in het Westen op het defensief voor bereidt, dan zal dit bepaalde psycholo gische uitwerkingen hebben. Defensief aan de eene en aan de andere zijde kan en moet het begin van een toenadering zijn. van een Zóö grootscheepsche automobielen- expositie met aan in verband met het feit, dat in 1936 het aantal automobielen in ons land als gevolg van de drukkende fiscale lasten en zeker ook door den algemeenen moeilijken economischen toestand, voor het eerst was afgenomen. Deze daling is in middels gelukkig tot staan gekomen en heeft zelfs plaats gemaakt voor een ge ringe stijging, doch de drukkende lasten zijn gebleven en in verhouding tot de ont wikkeling van het motorverkeer in andere landen 62 in Duitschland, 21 in Engeland en 12 in Frankrijk is de stijging van het aantal motorvoertuigen in ons land nog maar zeer onbevredigend te achten. Dit in aanmerking genomen en met de niet al te gunstige verwachtingen voor 1938 voor oogen, was er zeker eenige durf noodig, om de tentoonstelling dit jaar wel te doen doorgaan. Doch de organisatoren hebben gemeend, dit jaar niet opnieuw te mogen passeeren en brengen ons thans deze altijd even belangwekkende en in zicht gevende expositieals een stimulans voor het motorverkeer in Nederland. Hopen wij, dat zij hun streven beloond zullen zien. De tentoonstelling werd na een inleidende rede van den voorzitter der organiseerende vereeniging, den heer Leo- nard Lang, geopend door den minister van Waterstaat, mr, dr. ir. J. A. M. van Buu- ren. Deze herinnerde als tegenwicht tegen den klaagzang van den heer Lang over de zware fiscale lasten, die naar de minister uitdrukkelijk verklaarde, voor het oogen blik onmogelijk verlicht kunnen worden, aan de sterke verlaging van den benzine prijs in de laatste jaren, alsmede aan de verlaging der vervoerskosten en van de aanschaffingskosten der motorvoertuigen zelf. Hoe waar en verheugend deze feiten voor de automobielbezitters op zichzelf ook zijn, in des te schriller contrast verschij nen daartegen de fiscale lasten.. Immers zijn zij vooral onevenredig hoog voor hen, die juist door de verlaagde aanschaffings- en vervoerskosten in staat zijn gesteld, tot de auto-bezittende klasse toe te treden. Doch de minister laat ons op dit punt geen hoop en onverklaarbaar is dit ook niet, als men denkt aan de vele millioenen die voor wegen verbetering, aanleg van nieuwe wegen en bruggenbouw, alles te bate van het snelverkeer, noodig zijn. derd stadium verkeert. Hier moet onmid dellijk geholpen worden. Verplaatsing vergt uiteraard veel tijd en kan pas na jaren voordeel afwerpen en in dien tijd zou zeker de genadeslag reeds zijn toege bracht. Minister Eomme installeert de advies commissie voor werkloozenzorg. Niet alleen dierentuindirecties, ook mi nisters worstelen met moeilijke problemen. Zoo heeft onze actieve minister van Sociale Zaken van den aanvang van zijn optreden af heel zijn aandacht gewijd aan het vin den van een eenigszins bevredigende op lossing geheel bevredigen zal welke op lossing ook wel nooit voor het nog altijd nijpende probleem der werkloosheid. Na dat deze minister als een zijner eerste re- geeringsdaden zijn bekende steunactie ter leniging van den eersten nood in den win ter had georganiseerd, heeft hij in c'e af- geloopen week een nieuwe steen aan dit belangrijke werk toegevoegd door het in- stalleeren van de staatscommissie cnder leiding van dr. Fockema Andreae, welke de regeering van advies zal dienen ten aanzien van de maatregelen die genomen dienen te worden met betrekking tot hulp verleening aan werkloozen en anderen die steun behoeven. Naar erkenning van de verovering van Abessinië Het initiatief van den Nederlandschen minister van buitenlandsche zaken, mr. J. A. N. Patijn inzake het plegen van overleg met de Oslo-staten, teneinde gezamenlijk stappen te doen bij de groote mogendheden om te komen tot een algemeene erkenning van de verovering van Abessinië, schijnt langzaam aan in het buitenland meer be grip en waardeering te gaan vinden. Mag misschien vooral in een democratisch land ais Zweden de algemeene publieke opinie 2ich nog tegen het denkbeeld van minister Patijn verzetten, in regeeringskringen blijkt men er al meer voor te gevoelen, er althans zeker niet geheel afkeerig tegen over te staan. In een rede voor de Zweed- sche volksvertegenwoordiging heeft de minister van buitenlandsche zaken van dit land, minister Sandler, als zijn meening te kennen gegeven, dat de betrekkingen met Italië, voor zoover deze nog niet nor maal zijn, het best geregeld kunnen wor den in gemeenschappelijk overleg met andere staten, die in dezelfde omstandig heden verkeeren. Ook deze minister is van meening, dat, nu de sanctieparagraaf van den Volkenbond feitelijk buiten werking is getreden, er niets anders overblijft dan de consequenties te aanvaarden en in over leg met de andere staten tot normale be trekkingen met Italië terug te keeren. Ook te Londen, waar men zich overigens offi cieel nog in stilzwijgen hult, schijnt de strooming ten gunste van het initiatief toe te nemen en in bevoegde kringen ver wacht men, dat Engeland in elk geval eventueele stappen der Oslostaten niet zal tegenwerken. Belangrijke beslissing van den Amsterdamschen gemeenteraad. Aan het plan tot vestiging van een regi ment iuchtdoelartillerie te Amsterdam is een begin van uitvoering gegeven. In den Amsterdamschen gemeenteraad werd be sloten, een crediet van 1.200.000 beschik baar te stellen voor het in gereedheid brengen van een oefenterrein in de buurt van Schiphol. Voor het voorstel van B. en W., om dit terrein kosteloos ter beschik king van het Rijk te stellen, bleek de ge meenteraad niet te vinden. Wel heeft Am sterdam er natuurlijk groot belang bij, dat het Rijk een regiment luchtdoelartillerie in de hoofdstad vestigt, zoodat er zeker wei eenige offers voor mogen worden ge bracht, doch de raad was van oordeel, dat niettemin over de kosten en den duur van de beschikbaarstelling van het benoodigde terrein nog nader met het Rijk onderhan deld moet worden. De 26ste R.A.I.-tentoonstelling. Behalve deze belangrijke kwestie van de vestiging van een regiment Iuchtdoelartil lerie, is er nog een tweede gebeurtenis, waarop zich dezer dagen de belangstelling der Amsterdammers en ook van velen bui ten de hoofdstad gericht houdt. Deze ge beurtenis is de glorierijke herleving van de R.A.L, de bekende jaarlijksche automo bielententoonstelling, georganiseerd door de Nederlandsche vereeniging „De Rijwiel en Automobielindustrie". Te belangrijker en heuglijker is deze gebeurtenis, omdat wij haar het vorig jaar hebben moeten missen. In dat jaar toch durfde de organi seerende vereeniging het op touw zetten Dierentuinen in nood. Voor dierentuinen is het tegenwoordig een nog moeilijker tijd. Alle drie, de Am- sterdarnsche, de Rotterdamsche en de tiaagsche, leiden zij een min of meer wan kel bestaan. Het moeilijkst staat op het oogènbhk ongetwijfeld Artis, de grootste en belangrijkste, ervoor, die zich ernstig in zijn voortbestaan bedreigd ziet door dalende inkomsten, gepaard aan druk kende ïinancieele verplichtingen. Gelukkig heeft de .^armkreet, dat Artis ten onder gang gedoemd zou zijn, indien niet tijdig hulp werd geboden, doel getroffen en breede kringen wakker geschud. Een steun comité onder eerevoorzitterschap van burgemeester De Viugt werd gesticht met het doel, deze pas ontwaakte belangstel ling levendig te houden, op groote schaal gelden in te zamelen voor het behoud van den tuin en met die gelden de hoognoodige verbeteringen en vernieuwingen aan te brengen, waarvan dan weer een stijgend ledental en een drukker bezoek het logisch te verwachten gevolg zal zijn. Door het in beweging zetten van een dergehjken cirkelgang hoopt men Artis voor ons land te behouden en het tevens een nieuwer en aantrekelijker gedaante te geven, waar aan door de moeilijke financieele positie van het genootschap begrijpelijkerwijs in de laatste jaren met gedacht kon worden. In Rotterdam heeft men de oplossing van de daar bestaande moeilijkheden gezocht in verplaatsing van den tuin naar Blijdorp, waar op goedkooper grond een loonende exploitatie, naar verwacht wordt, mogelijk zal zijn. Voor Amsterdam komt een derge lijke oplossing niet in aanmerking, omdat daar de crisis reeds in een te ver gevor- Waar Nederlands aandacht zich concentreert. De enorme drukte voor het Paleis Soestdijk. Lange files auto's rijden in traag tempo langs de residentie van het Prinselijk Paar. Fransche horizon nog niet opgeklaard. De onrustige stemming in Frankrijk van de laatste weken heeft plaats gemaakt voor een atmosfeer, die door sommigen als de stilte voor het onweer, door anderen als den vrede van het land dienend wordt gekenschetst. Zeker is, dat de communis ten en de vakvereenigingen, die oorspron kelijk met massa-demonstraties hadden gedreigd, zich tot nog toe opvallend rustig hebben gehouden, maar daartegenover staat, dat naar thans bekend geworden is tot de algemeene staking zou zijn overgegaan, indien buiten het Volksfront staande politici in de regeering waren op genomen. Het gevolg daarvan is geweest, dat Chautemps er van heeft moeten afzien, een breedere basis aan zijn kabinet te geven en dit brengt met zich mede, dat de zullen nauwelijks kunnen beweren, dat de smalle strook gewonnen land daarmede in overeenstemming is. De oorlog wordt tot een vermurwingsoorlog. Kortom: de leer van Teruel is weer eens deze, dat de moderne techniek, indien zij iets veranderd heeft, het defensief tegen over het offensief versterkt heeft. De Spaansche gebeurtenis laat de kansen op een overweldigend succes vollen, allen tegenstand snel onderdrukkenden, in kor ten tijd gewonnen aanvalsoorlog nog meer verbleeken. Achter iederen aanval, ook den militair sterksten, wacht de front-ver starring, die snel het eigenlijke m'li- taire element op den achtergrond en het economische op den voorgrond schuift. Da „Frankfurter Zeitung" noemt dit een de- primeerende leer. Men kan het daarmede Het Engelsche leger i s verrijkt met de modernste mortiers. Deze nieuwe mortiers '-'"non rt 40 qrcmcd^n per afschieten. toekomst van het kabinet-Chautemps in handen van de sociaal-democratische partij ligt. Door een tegenstemmen v?o de socia listische afgevaardigden kan de regeering elk oogenblik ten val gebracht worden. Wil het kabinet-Chautemps dus aan het roer blijven, dan zal ,het aan de eischen, welke Léon Blum stelt, moeten voldoen. Men kan dan ook slechts hopen, dat de socialisten Chautemps in zijn politiek, die hoofdzakelijk op het hoognoodige herstel van den arbeidsvrede en den franc is ge richt, niet al te zeer zullen hinderen. In hoeverre de socialisten hun medewerking zullen verleenen, hangt intusschen weer af van de houding der communistische partij, waaraan Blum en zijn mannen door een al te groote ondersteuning van de plannen van Bonnet, die bij de arbeiders weinig bemind xs, aanhangers vreezen te verliezen. Ondanks het feit, dat de koers van den franc weer iets is opgeloopen en de spaarders in de nieuwe regeering wel vertrouwen hebben, kan dus nog geens- zii. t gezegd worden, dat het kabinet- Chau.unps zeer vast in het zadel zit. De leer van Teruel. Franco's groot tegen-offensief bij Teruel heelt ondanks de vele menschen en het vele materiaal, die men in den strijd ge worpen heeft, nog betrekkelijk weinig suc ces opgeleverd en bewezen, dat de beide partijen in Spanje militair thans ongeveer gelijkwaardig zijn. Maar, naar de militaire medewerker van de „Frankfurter Zeitung" terecht aanvoert, is er een leer van nog veel grooter belang uit deze Spaansche gebeurtenis te trekken: „Voor den toe schouwer leveren deze vier weken van strijd echter nog een geheel andere leer op, die in een algemeen militairen zin als deprimeerend moet worden beschouwd. Ook thans is weer gebleken, hoezeer de Spaansche burgeroorlog de tactici, die van de moderne wapens een snelle beslissing en een terugkeer naar den zuiveren be wegingsoorlog verwacht hadden, in het ongelijk heeft gesteld, iedere slag vertoont hetzelfde beeld, dat in den wereldoorlog maar ai te zeer bekend geworden is: een offensief wordt zorgvuldig voorbereid, groote hoeveelheden geschut en munitie worden op een bepaalde plaats geconcen treerd, de aanval gelukt dan ook in de eerste dagen, maar dan is de verdediger weer paraat, zijn versterkingen komen, bij den aanvaller kunnen de zware wapens en de munitie niet snel genoeg volgen, de troepen verbruiken ook hun kracht, de fronten verstarren opnieuw in een stellings oorlog; en na weinig weken zien wij ais resultaat van een zwaren strijd een land- winst'van tien of vijftien kilometer. De verliezen in dezen strijd zijn hooger geweest dan ooit tevoren in den Spaan- schen burgeroorlog; maar ook de Catalanen niet geheel eens zijn. Want juist dergelijke ervaringen zullen de volkeren van Europa steeds meer voor den oorlog doen terug schrikken. In het Verre Oosten. Van het strijdtooneel in het Verre Oos ten zijn ditmaal geen groote militaire ge beurtenissen te meiden, wat intusschen nog geenszins wil zeggen, dat de krijgsver richtingen tot stilstand zijn gekomen. L)e kwestie is wel, dat de politieke strijd nog altijd op den voorgrond staat. Zooals be kend, erkent Tokio thans de Centrale cin- neesche regeering met meer en werkt het samen, of beter: dicteert het zxjn beve.cn aan de regeering van Peipmg of Peking, zooals de stad thans weer heet. Al te vee) trekt Tsjiang Kax-sjek, die weer herhaalde malen heeft laten verklaren, dat Onna onder de huidige omstandigheden niet r>an een opgeven van den strijd denkt, dn zien echter niet aan. Ook hij is in den poli tieleen strijd een meester en het feit, dat Soen-fo, de zoon van wijlen Soen Jat-sen, op het oogenblik te Moskou vertot-ll, spreekt boekdeelen. Groote aandacht ijok overigens dezer dagen het beiicht, dat de Russen sterke strijdkrachten m Bui ka,- Mongolië aan de grenzen van China cun- centreeren. Verder bracht de afgeloopen weck na tuurlijk weer de gebruikelijke incidenten tusschen Japanners en blanken in China, Het gevaarlijkst schijnt wel een incident te Tientsin te zijn geweest, waar de En gelsche bevelhebber weigerde een in de Britsche concessie wonenden Chinees uit te leveren. De Japanners dreigden toen den man met geweld te zullen halen, waar op de Britsche beveiheber antwoordde, dan tegenstand te moeten bieden. Later maak ten de Japanners echter bekend, dat zij hun eisch niet hadden willen doorzetten. Sovjet-.jdemocratie". In Moskou is de eerste zitting van het SovjetparJement geëindigd. Veel belang rijks is daarin echter niet gebeurd; de ac tiviteit van de door het volk gekozenen heeft zich wel m hoofdzaak beperkt tot tiet applaudiseeren bij de verschillende voor stellen van Molotoff. Van een bloeiend parlementarisme was er dan ook niets te bemerken. Het Politieke Bureau is nog al tijd het machtigste lichaam in het geheele staatsorganisme. Opvalend is, dat Stalin zich niet tot voorzitter van het presidium heeft laten kiezen. Evenals tevoren is ook thans de oude Kalinin het eigenlijke staatshoofd Maar er bestaat geen twijfel aan, dal Stalin in het Politieke Bureau en het Cen trale Comité de teugels strak in handen houdt.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4