Bezoek aan een Japansch Theehui De Geisha's zijn kunstzinnige figuren, die de oude tradities van Japan in stand houden Een oudere geisha speelt op de Samise, een instrument dat aan onze luit doet denken. Japan is ons in vele opzichten nog vreemd, ook na de emancipatie, die veel van de Westersche cultuur overnam. Dat is in de eerste plaats, de snelle vervoermiddelen ten spijt, te wijten aan den grooten afstand, die Japan van ons gescheiden houdt. Bovendien is het zelden het doelwit van ontdekkingsreizigers ge weest. Nog altijd blijft de Japansche mentaliteit voor den Westerling een raadsel. Wij behoeven slechts te herinneren aan de geisha's, van welke kunstzinnige en hoogstaande figuren men in het Westen doorgaans een zeer verkeerde voorstelling heeft. OPBLOEI IN DE ZIJDERUPS CULTUUR» Gelijk men zal weten zijn Frankrijk en Lombardije van oudsher de plaatsen, waar dö zijderups geteeld wordt ten behoeve van de zijdefabricage. Ook elders heeft men pogingen in het werk gesteld om een der gelijke cultuur te stichten. Zoo bijv. on geveer 80 jaar geleden in Jena. Het kli maat bleek voortreffelijk en de rupsen ontwikkelden zich zeer gunstig in het Saa- legebied, maar onverwacht trad een ziek- Bijzonder mooie geisha* uit een yeonuara restaurant in XokJ* kelen. Ons samenzijn is geëindigd en de geisha's moeten nu elders menschen aange naam bezig houden. Wij gaan uiteen. Op den terugweg ver telt mijn Japansche vriend mij, dat in dit huis veertig geisha's zijn ondergebracht, in- tusschen nog maar een klein gedeelte van de 20.000, die men in Tokio telt. Reeds in haar jeugd worden deze meisjes door de ouders verkocht aan het geishahuis en kee- ren eerst daaruit terug, wanneer zij hun vastgestelden tijd uitgediend hebben. Dan komen zij terug in hun geboortestreek en zijn over het algemeen zeer gewilde huwe lijkspartijen. Men heeft hierboven kunnen zien, dat de geisha heel anders is dan zij dikwijls wordt uitgebeeld. Want het woord zelf zegt het reeds: „Gei" beteekent „Kunst" en „Sha" „een persoon". Een geisha is derhal ve iemand, die kunst brengt. En aangezien zich op Nippon de vrouwen niet mengen in het gezelschap der mannen, vertegenwoor digen deze meisjes, met hun onderhouden-* de gezelligheid, het vrouwelijke element. is haar roeping en beroep. Hoe een geisha wordt opgeleid. REEDS op twaalfjarigen leeftijd koopt men de dochter van de ouders voor een periode van drie, vijf, ja zelfs zeven jaar. Het loon voor dat tijdvak wordt den ouders renteloos ineens vooruitbetaald. Zoolang de koopsom niet is afgelost, behoo- ren de meisjes bij het huis. De stap van de ouderlijke woning naar het geishahuis is tevens een van armoede naar werkelijke luxe. Men geeft haar kost bare kimono's, die haar ouders nooit zou den hebben kunnen koopen. De meisjes moeten de geishaschool bezoeken, maar gaan bovendien veel uit. In de schouwbur gen ziet men haar slechts in de beste lo ges; in alle andere gelegenheden is het evenzoo gesteld. Alle crèmes en tallooze poedersoorten staan haar ter beschikking. Vele uren van den dag worden gewijd aan het verzorgen van het vrouwelijk schoon. De houdsters van de geishahuizen behande len de meisjes goed, al was het alleen maar uit de zakelijke overweging, dat geestelijke depressies de schoonheid niet verhoogen. Het is verbijsterend, hoeveel de geisha moet leeren. Dat onderricht omvat bijv.: Japansche zang, geschiedenis en schilder kunst. Verder muziek, dans, litteratuurge schiedenis, tooneeldans, maar bovendien Europeesche muziek, Europeesche dansen, Chineesche calligrafie, conversatie, carica- tuurteekenen, het schikken van bloemen, het befaamde theeceremonieel, en wat al niet meer De lessen duren slechts kort, twintig minuten, sommige hoogstens tien minu ten. Nog daareven hing de landkaart van Korea voor de klas, eerst sedert negen mi nuten werd aardrijkskunde onderwezen., maar in de tiende minuut maakt de aard rijkskundeleraar reeds plaats voor zijn collega, en trekt zich in een nis terug om daar thee te drinken. De andere leer aar De toiletten en het geheele uiterlijk van de geisha's zijn altijd even smaakvol als verzorgd. te op, waartegen men toentertijd niet op gewassen bleek. Thans kent men de le vensomstandigheden van de zijderups veel nauwkeuriger en weet welke kleine, maar kwaadaardige vijanden zij heeft. Het is echter niet alleen voldoende de rupsen te kweeken, men moet eveneens voor hun voeding een zeer belangrijke factor, juist bij deze dieren zorgen. Proe ven, die men genomen heeft, hebben uitge wezen, dat de moerbeiboom in Duitsch- land even goed gedijen wil als in de Zuide lijke zones. Deze boomsoort, van welker blad de zijderups leeft, zijn trouwens de laatste jaren sterk in aantal toegenomen. In Duitschland zijn zij bijv, vertwaalf vou- digd. Hoe vruchtbaar goede moerbeiboo- men kunnen zijn, blijkt uit het feit, dal een goed beplant stuk grond ter opper vlakte van 2500 vierkante meter, 1000 kg. bladeren levert, welke hoeveelheid toerei kend is voor de teelt van 60 tot 80.000 zijde rupsen. Een betrekkelijk klein stukje grond, 25 m. breed en 100 m. lang, beplant met moerbeiboomen, levert ongeveer den grondstof voor 60 tot 80 zijden gewaden, daar voor het vervaardigen van een der gelijk kleed slechts 1000 cocons noodig zijn. De ontwikkelde geisha moet ook de moei lijke Jaoansche iotterteekens kennen. teekent met vaardige hand op de plaats, waar zooeven nog de kaart van Korea heeft gehangen, een bloesemtak. De gei sha's moeten de tak nateekenen. Na 20 minuten komt de geschiedenisleeraar den teekenleeraar weer aflossen en de laatste verdwijnt in de nis om daar eveneens zijn groene thee te slurpen. Zoo worden de geisha's opgeleid voor haar licht en gracieus beroep, dat vele kwa liteiten van haar vergt. En het is geen wonder, dat gelijk reeds werd opgemerkt, meisjes met een dergelijke ontwikkeling als huwelijkspartner zeer gewild zijn. Ve len van deze hoedsters over de Japansche zeden en gewoonten, worden dan ook na hun tijd als geisha te hebben uitgediend, door het huwelijk, dat zij doen, aanzien lijke dames. „SCHOOLSTAKING" IN ENGELAND. De verkeersonzekerheid in Engeland, die hoofdzakelijk in Londen in de laatste ja ren tot protesten in het parlement en in de bladen aanleiding gaf, heeft dezer dagen weer tot twee schoolstakingen geleid. Ouders van tweeduizend schoolkinderen in twee Londensche stadswijken weigerden hun kinderen naar school te sturen, indien de politie geen ingrijpende maatregelen ter beveiliging van den weg naar school zou nemen. Ondanks stroomenden regen de monstreerden de ouders en'hun kinderen tegen de onvoldoende verkeersveiligheid. In spreekkoren werd geëischt, dat auto's in de omgeving van de school niet sneller dan 15 k.m. per uur zouden mogen rijden en dat bovendien het verkeer hier zooveel mogelijk zou worden omgelegd. De stads besturen van de beide voorsteden hebben de verzekering gegeven, dat er met de wenschen van de ouders, voor zoover zulks mogelijk is, rekening zal worden gehouden. WANNEER een Japanner zich ver veelt onverschillig of hij nu woont in een afgelegen dorp, dan wel in de drukste stad is het voor hem geen moeilijke zaak die verveling op een aangename wijze te verdrijven. Hij belt een geishahuis op en „bestelt" een of meer jongedames, om hem door zang, muziek en dans wat op te vroolijken en te amusee ren. Gewoonlijk komen de geisha's in een riksja, een licht rijtuigje op twee wielen, dat door een hardloopenden koeli getrok ken wordt. In het huis van den „klant" aangekomen, stellen zij zich uiterst vrien delijk ter beschikking van den heer des huizes, die haar liet komen. Meestal ge- ichieden dergelijke samenkomsten echter niet thuis, maar in het een of ander restau rant, waar het gezelschap zich dan terug trekt om de overige aanwezigen met hun vroolijkheid, hun muziek en zang niet te storen. En in werkelijkheid is ook dit nog niet de meest gebruikelijke manier. Ge woonte is, dat men de geisha's opzoekt in hun omgeving, d.w.z. in het geishahuis, wat het absolute voordeel heeft, dat men haar ti het echte geisha-milieu meemaakt. Na een eindelooze rit door nauwe straat jes, die gevormd worden door houten hui ten, die met hun kleurige uithangborden en vele bloemen op elkaar gelijken als twee droppels water, houden wij tenslotte stil voor een houten huis, dat uit drie ver diepingen bestaat. Uit elk dezer verdiepin gen komen vroolijke geluiden naar boven. Ter begroeting is de houdster van het huis reeds met meerdere leden van het perso neel naar voren gekomen, want wy hadden ons bezoek reeds twee dagen van tevoren aangekondigd. De goede geishahuizen la ten zonder een uitstekende aanbeveling en vroegtijdige opgave, zelden vreemdelingen toe. Bij de geisha's op bezoek. NADAT wij verscheidene malen diepe buigingen voor elkaar gemaakt heb- ben, trekken wij onze schoenen uit en steken onze voeten in gereedstaande zachte pantoffels en volgen de houdster van het geishahuis door een lange gang, totdat wij eindelijk worden binnengelaten in een zeldzaam kaal vertrek. De eenige versie ring is een mand met bloemen, welke in een nis staat. De vloer is bedekt met zwa re matten, waarin onze voeten wegzinken. In het midden van de kamer staat een fraai gelakt tafeltje met porceleinen kop jes, schoteltjes en fleschjes. Op een teeken van de houdster van het geishahuis serveeren gedienstig kellnerin- nen spijs en dranken, bestaande uit water soep met kippebout, gebakken karpers in een bruine saus, schotels met rijst en daar bij rijstwijn, die uit kleine kopjes gedron ken wordt. Rondom de tafeltjes gaan wij zitten op kussens en visschen met een etensstaafje het eene stuk na het andere uit onze scho tels en koppen op. Alleen de kippebout wordt in de handen genomen en afge- Een jonge geisha in haar kamer. kloven; als nagerecht krijgt men suiker koek, waar groene erwten in gebakken zijn. Hoe de geisha's zijn. EINDELIJK verschijnen twee geisha's in de deuropening en zij maken een buiging tot op den grond. Het zijn welhaast schepsels uit een andere wereld, met hun amandelvormige oogen, en hun witte gepoederde gezichten, hun kleine slanke figuur, gehuld in kleurige kimono's Westersche motieven hooren in dit wijsje, dat in deze dagen door heel Japan gezon gen wordt. Het refrein zingen wij onder handgeklap mede: „Okorunowa, okorunowa, a'tarimae- desho." Na een lange rustpoos staat de ander op om te gaan dansen. Langzaam en welover wogen beweegt zij zich heen en weer op de zangerige melodie van het instrument, de waaier wordt bij dezen dans gracieus op en neer bewogen. Nu eens legt zij haar hoofd op den eenen schouder, dan weer op den anderen. Met langzame draaiende be wegingen zakt zij diep in haar knieën door, om het volgend oogenblik in een spiraal beweging zich hoog op te richten en op haar witte sokjes geruischloos over de mat te dansen. Nu laat zij de waaier zakken, en maakt de bewegingen van een naaister, waarbij zij naald en draad, die de toeschou wer door haar expressievolle uitbeelding als het ware ziet, vele malen door haar haardos steekt, volgens een oude traditie, om daardoor de draad sterker te maken. „Wil je ook voor mij niet zoo'n kimono maken?" vraag ik schertsend. „Waarom niet? Hier is zij reeds." En terwijl zij dit zegt, heeft zij in een oog wenk een servet zoo kunstig gevouwen, dat het inderdaad veel overeenkomst met een kleine kimono vertoont. Dat zijn de kunststukjes van geisha's. Zij onderhouden de bezoekers met hun zang, dans, en kin derlijken scherts. Men doet al heel ver keerd te meenen, dat de geisha's gelijk te stellen zijn met prostitué's. Deze laatsten worden Schogis of wel Joros genoemd en vormen een heel andere kaste. Maar ter wijl onze vreugde een toppunt heeft be reikt, en ook de geisha's met onze scherts vermaakt schijnen, klinkt op de deur een zeer zakelijk geklop, waarmede aangekon digd wordt, dat onze tijd is verstreken. De twee geisha's antwoorden met stemmen, die men eerder zou verwachten uit vogel en de voetjes in witte sokken gestoken. En boven dit wit gepoederde gezicht onveran derlijk de zwarte haardos, met tallooze gol ven en krullen, die door camelia was bij eengehouden wordt. Haar gezichten zijn star en onbewegelijk, zooals de traditie van verscheidene eeuwen dat voorschrijft. Als mechanische poppen staan zij voor ons, de beide geisha's, de eene met een gouden waaier, de andere met een driesnarig in strument, dat aan een banjo doet denken. Dit instrument behoort in ieder geval tot de uitrusting van de geisha. De laaste hurkt neer op een kussen en terwijl zij zich zelf op het snaarinstrument begeleidt, zingt zij een weemoedig lied van de lente, die komen gaat, wanneer de prui- mebloesems beginnen te bloeien. Dit lied is eeuwenlang niet in notenschrift vastge legd, maar steeds van moeder op dochter overgeleverd. Op mijn verzoek volgt daar na een modern lied. Duidelijk kan men de Onderricht in den oud-Japanschen dans. De geisha moet zoowel de klassieke als de moderne dansen beheerschen. L

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4