PORTRET
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
IN NEDERLAND
VAN DE WEEK
Oorlogsgeruchten waren in de
afgeloopen week niet van de
lucht. Verschillende berichten,
die in de Fransche en Engelsche
pers gepubliceerd zijn over mili
taire maatregelen, die op het
oogenblik in Duitschland geno
men worden, zijn daar de oorzaak
van. Sommigen beweren nu zells
met stelligheid, dat Duitschland
nog deze maand of ten laatste in
September tot den aanval op
Tsjecho-Slowakije zou overgaan.
Wij moeten eerlijk bekennen niet zoo
goed ingelicht te zijn en ons over deze oor
logsgeruchten ook niet zoo bar ongerust
te maken. Dat men thans in alle landen
rekening houdt met de mogelijkheid van
een grooten oorlog is een feit en dat ook
Duitschland onder die omstandigheden
maatregelen neemt, is zeker niet bijzonder
verontrustend. Dat doet men immers in de
andere landen ook. Daar komt nog bij, dat
bepaalde geruchten over de Duitsche mili
taire maatregelen stammen van „drie
sociaal-democraten uit Oost-Duitschiand
via Praag", zooals b.v. de „Manchester
Guardian" zelf mededeelt. Het „document"
is daarna door Havas als „Engelsche" in
formatie aan de burgerlijke pers doorge
geven, wat natuurlijk geenszins juist is.
Het is immers zeer waarschijnlijk, dat het
ding te Praag of in een ander emigranten
centrum gemaakt is.
Anderzijds is het waar, dat ook het
D.N.B. berichten over uitbreiding van
entrepötruimte geeft, zulks in verband
„met den recordoogst van het jaar". De
oogst is dit keer inderdaad goed, maar is
hij inderdaad zoo groot, dat er nu plotse
ling ruimte te kort is? In het buitenland
meent men nu, dat deze uitbreiding een
militair karakter heeft.
De vraag is thans denkt men in Duitsch
land werkelijk aan een offensieven oorlog?
Wij kunnen het niet weten. Maar wel
weten wij, dat er voor iederen verstan-
digen Duitscher vele goede redenen zijn
om geen oorlog te wenschen. Van natio-
naal-socialistische zijde in Duitschland
wordt er trouwens telkens op gewezen,
dat het uitlokken van een oorlog in strijd
zou zijn met de politiek der rassenverbete-
ring. Van veel meer belang lijkt ons in-
tusschen de houding van Berlijn inzake
het Russisch-Japansche conflict. Duitsch
land en Italië schijnen te Tokio werkelijk
op matiging te hebben aangedrongen. Als
men binnenkort een Europeeschen oorlog
zou wenschen te ontketenen, zou men in
Tokio wel anders opgetreden zijn, want
zooals de zaken in het Verre Oosten thans
staan, houdt Rusland immers de handen in
Europa vrij, wat een Berlijn en Rome mei
booze bedoelingen geenszins naar den zin
zou kunnen zijn.
Zondagochtend in New-York genomen, Zondagmiddag al per „Condor" in Berlijn
de directeur van de New-Yorksche vlieghaven, McKenzie, begroet voor de micro-
phoon van de Amerikaansche radio de bemanning van de „Condor".
Wij blijven dan ook gelooven, dat vele
militaire maatregelen slechts genomen
worden, om daaruit diplomatiek zooveel
mogelijk munt te slaan en dat in geen der
Europeesche hoofdsteden ernstig aan een
offensieven oorlog wordt gedacht.
Wapenstilstand bij Tsjang Koefeng.
Aan de Russisch-Koreaansche grens
zwijgen thans de wapens, dit als gevolg
van de overeenkomst tusschen Litwinow
en Sjigemitsoe. De grondslag van dezen
wapenstilstand is, dat de troepen de posi
ties zullen blijven innemen, waar zij zich
op 10 Augustus, 12 uur plaatselijken tijd
bevonden. Het grensgeschil zal nu worden
onderzocht door een commissie bestaande
uit twee Russen, een Japanner en een
Mantsjoe.
In verschillende hoofdsteden is men oye-
rigens nog geenszins gerust gesteld. En
dit niet ten onrechte. Zoolang het werk
van de commissie voor de wederafbake-
ning der grenzen zonder eenigen vasten
grondslag is, alsmede de commissie zelf
zonder eenig onpartijdig lid, zweeft deze
geheel in de ruimte en zijn nog allerlei
complicaties te verwachten. Men doet dan
ook goed, niet te hard te juichen; eenige
reserve is zeker niet misplaatst.
De strijd in China.
Voor de Chineezen is de voorloopige
overeenstemming tusschen Rusland en
Japan ongetwijfeld een tegenslag. Een
eventueele Russisch-Japansche oorlog toch
had aan China zeker ontlasting kunnen
brengen. Maar de troepen van Tsjiang
Kai-sjek laten zich door de jongste ont
wikkeling aan de grenzen van Siberië,
Mantsjoekwo en Korea niet ontmoedigen.
Taai vechten zij aan de Jangtse door en
het ziet er geenszins naar uit, dat de Ja
panners nog deze maand, zooals in hun
bedoeling lag, Hankau, de Chineesche oor
logshoofdstad, zullen bereiken.
Vlieger-generaals bezoeken Berlijn.
Italo Balbo, de Italiaansche luchtmaar-
schalk heeft dezer dagen een bezoek aan
Berlijn gebracht, waarover in de inter
nationale pers nogal wat te doen is ge
weest. Intusschen weet niemand, wat de
Italiaan in de Duitsche hoofdstad met
Goering besproken heeft en het heeft ook
geen nut, daarnaar te raden. Nieuwsgieri
gen kunnen overigens gerust zijn, want
madame Tabouis heeft in de „Oeuvre"
aangekondigd, dat zij er wel achter zal
komen. Maar de vraag is, of haar lezing
dan de juiste zal zijn, want ook de Rus
sische diplomatieke dienst kan zich wel
eens vergissen.
Overigens bezoekt ook de Fransche
vlieger-generaal Vuillemin Duitschland.
Groote beteekenis behoeft men echter aan
dit bezoek niet toe te kennen.
Het Tsjechische vraagstuk.
Lord Runciman is te Praag op het
oogenblik hard aan het werk. Hij confe
reert met vele lieden, maar over het resul
taat van deze besprekingen wordt zoogoed
als niets bekend gemaakt. En dat is ten
slotte ook zeer juist, want zoo'n delicate
zending als aan Runciman is opgedragen
kan geen publiciteit verdragen. Intusschen
wacht Europa met spanning, hoe de toe
stand zich tenslotte in Tjsecho-Siowakije
zal ontwikkelen, want daarvan zal voor
een groot deel afhangen, of Europa de toe
komst al dan piet met optimisme tegemoet
zal kunnen zien.
Noodweer over Nederland.
Het mooie weer, waarnaar wij dezen
zomer zoo lang reikhalzend hebben uitge
zien en dat, juist toen wij er al nauwelijks
meer op durfden te rekenen, onverwachts
met stralenden overdaad van zon en
warmte inzette, moet wel duur betaald
worden dit jaar. Het gaat gepaard met een
schier eindelooze reeks onweders, die ach
tereenvolgens vrijwel alle deelen van ons
land hebben bezocht. Ook in de afgeloopen
week hadden vele streken het weer hard
te verantwoorden. Tot driemaal toe werd
het Brabantsche Maaskantgebied door
hevige onweders bezoöht, waarbij op tal
van plaatsen brand ontstond en door den
tegelijkertijd optredenden hagel groote
schade aan de te velde staande gewassen
werd toegebracht. Ook in Friesland en in
den Achterhoek werden enkele boerderijen
door het hemelvuur getroffen en brandden
tot den grond af. Ernstige schade werd
ook aangericht te Zevenhuizen en te Hin-
deloopen, welke beide plaatsen door een
hevigen hagelslag werden geteisterd, die
den nog niet binnengehaalden oogst geheel
vernielde en ware verwoestingen aan
richtte in de bebouwde kommen. Vooral te
Hindeloopen heeft de slaghagel, die ge
paard ging met een ware waterhoos danig
huisgehouden en letterlijk alle op het Oos
ten gelegen ruiten ingeslagen. Een wonder
mag het nog heeten, dat van dit noodweer
geen menschen het slachtoffer zijn gewor
den. Eenige malen heeft ook het spoorweg
verkeer vertraging ondervonden door het
geweld van de elementen. Zoo werd op de
N,
NIEUWE GLASTECHNIEKEN.
De techniek der glasbewerking
heeft in onzen tijd niet alleen de oude
bekende procédé's van blazen, slij
pen en etsen tot den hoogsten trap
van volmaaktheid gebracht, doch
nieuwe bewerkingen zijn er in de
laaste jaren aan toegevoegd. De
„harde metalen", die wij tegenwoor
dig kennen, maken het mogelijk,
glas te draaien, te boren, te schaven
en te freezen. Zelfs kan glas tegen
woordig met behulp van een spe
ciaal instrument, dat er uitziet als
de slijpschijf van den tandarts, als
hout besneden worden. Te Stuttgart
bestaat voor deze nieuwste kunst
nijverheidstechniek een speciale
school, welke onder leiding staat
van prof. W. V. Eiff. Er zijn met dit
artistieke glassnijwerk reeds zeer
fraaie resultaten verkregen.
Ook het versmelten van glas met
porselein, wat langen tijd een zeer
bezwaarlijk probleem was, levert
thans geen moeilijkheden meer op.
En aan al deze uitvindingen en
nieuwe technieken tezamen is het te
danken, dat in onze dagen de oude
werkstof glas zich zulke nieuwe, tot
voor kort nog onvermoede mogelijk
heden heeft veroverd.
lijn Utrecht's-Hertogenbosch de stroom
draad van de electrische leiding vernield
dbor een neervallende heistelling, welke
door den bliksem was getroffen met het
gevolg, dat op dit traject Dieselmateriaal
moest worden ingezet.
Huize „Schoonoord" geopend.
Een zeer belangrijkè cultureele en sociale
instelling, de stichting „Nationaal Cen
trum", opende Vrijdagmorgen haar zetel
op de fraaie buitenplaats „Schoonoord"
aan den Driebergschen weg te Zeist. Deze
stichting beoogt, de nationale gedachte in
ons volk aan te kweeken, teneinde de natie
innerlijk sterk en bestand te maken tegen
de vele schadelijke invloeden, welke tegen
woordig van buitenaf op ons volk inwer
ken. Organisaties die in dezen zin reeds
werkzaam zijn, zullen door de Stichting
worden gesteund en tot samenwerking
worden gebracht. Dit werk zal gecombi
neerd worden met het verleenen van daad
werkelijken steun aan jonge en oudere
werkloozen. De practische uitvoering van
een en ander heeft men zich als volgt ge
dacht. In verschillende deelen van het land
zullen oude, leegstaande kasteelen, daartoe
door de eigenaars beschikbaar gesteld,
zooveel mogelijk door werkloozen worden
opgeknapt en ingericht tot steunpunt voor
de stichting. In deze steunpunten, waar
van er voorloopig drie beschikbaar zijn,
namelijk, slot Hardenbroek, kasteel Rens-
woude en kasteel Nijenhuis, maar die op
den duur over het geheele land zullen
worden ingericht, zullen voordrachten en
aanschouwelijk onderwijs worden gegeven
op het gebied van luchtvaart, defensie,
enz. voor scholen, jeugdorganisaties, af dee
lingen van het leger, reisgezelschappen en
allen, die de Stichting verder met haar
opvoedend werk maar kan bereiken.
Op deze wijze hoopt men het besef, welk
een kostbaar goed wij bezitten in onzen
staatsvorm en ons Vorstenhuis, in ruimen
kring te versterken of wakker te maken,
hetgeen de kracht van onze natie als ge
heel in dezen woeligen en veelbewogen
tijd ongetwijfeld ten goede zal komen. Het
streven der Stichting heeft begrijpelijker
wijs de volle belangstelling en medewer
king van het Koninklijk Huis en de regee
ring, waarvan reeds bij de opening ge
tuigde de aanwezigheid van Z.K.H. Prins
Bernhard en Z.Exc. Minister Romme.
Incident in de Spaansche wateren.
Van tijd tot tijd blijkt het kruisen van
Nederlandsche oorlogsbodems in de Spaan
sche wateren ter beveiliging van onze han
delsschepen wel degelijk reden van be
staan te hebben. Het oorlogsschip, dat er
thans voor dit doel dienst doet, de „Johan
Maurits van Nassau", heeft in de afgeloo
pen week hulp kunnen verleenen aan een
Nederlandsch vrachtschip, dat door een
gewapende Spaansdie treiler werd aange
houden. Door de tusschenkomst van de
„Johan Maurits van Nassau" zag het schip
van Franco van verdere bemoeiingen af
en kon het Nederlandsche schip ongestoord
zijn weg vervolgen. Geruchten gingen, dat
ook een Britsch vrachtschip zou zijn be
schermd, doch deze werden, nadat het
Departement van Defensie dienaangaande
om inlichtingen had getelegrafeerd, van
officieele zijde tegengesproken.
Pessimisme rondom de „Karimata".
Optimisme kan snel in zijn tegendeel
verkeeren. Dat heeft het moeizame werk
op de Terschellinger gronden deze week
weer geleerd. Was men enkele lagen ge
leden nog zeer hoopvol gestemd, daar men
er van overtuigd was zich boven de goede
plek te bevinden, thans, nu deze plek vol
komen is afgebaggerd en niets heeft opge
leverd, is de stemming danig gezakt op
Terschelling en geeft men er de „Kari-
mata" bitter weinig kans meer, ooit iets
anders dan zand en schelpen naar boven
te brengen. De leiding echter laat den
moed niet zoo gauw zinken en heeft al
weer een nieuw plan de campagne ontwor
pen: de molen 75 m. terughalen in Zuide
lijke en Zuidwestelijke richting, omdat de
mogelijkheid bestaat, dat het zwaardere
achterschip, waar zich de goudstaven be
vonden, onmiddellijk is gezonken en de
rest van het schip, dat licht was, verder is
afgedreven in de richting van Terschel
ling. Een nieuwe baggertaak staat de
„Karimata" dus te wachten. Of het meer
resultaat zal opleveren
KOUSEN IN TWAALF KLEUREN.
De Engelsche firma's, die de zijden kou
sen voor de Engelsche vrouw verven
en de Engelsche vrouw geeft jaarlijks on
geveer 30 millioen pond sterling (ca. 270
millioen gulden) aan zijden kousen uit
hebben besloten, in het vervolg slechts een
kleurengamma van 12 tinten per jaar te
leveren. De veeleischende dames, die hier
uit nog geen keus kunnen maken, kunnen
evenals vroeger de tint die zij wenschen,
geleverd krijgen, maar zij zullen er stevig
voor moeten betalen. In den kousenhandel
is men met dit besluit van de ververijen
bijzonder ingenomen.
Deze plioto is genomen bij de groote oefe
ningen van de Fransche Apendivisies de
Chef van den Generalen Staf, Generaal
Gaznelin, bekijkt de St. Bernhards van de
Fransche Alpenjagers.
FINLAND NEEMT MAATREGELEN.
Veel zal er in Finland nog geregeld, ge
organiseerd en uitgebreid moeten worden,
om het land gereed te maken voor de ont
vangst van de Olympische gasten. Zoo is
er o.a. ook voor de spoorwegen nog heel
wat te doen. Reeds is een commissie inge
steld die heeft te onderzoeken, welke
eischen de Olympische Spelen aan het
spoorwegverkeer van het land zullen stel
len. Deze heeft al medegedeeld, dat de be
staande inventaris ontoereikend is, om de
te verwachten drukte het hoofd te kunnen
bieden. Vooral op de lijn Helsinki-Toerkoe
zal het verkeer sterk toenemen, zoodat
nieuwe locomotieven en wagons zullen
moeten worden aangeschaft.
REPUBLIKEIN SCH OFFENSIEF
BIJ BALAGUER.
De nieuwe republikeinsche actie bij
Balaguer, waar de republikeinen over de
Segre zijn getroken, heeft waarschijnlijk
ten doel om ten Zuiden van Balaguer om
deze stad heen te trekken en de nationalis
ten te dwingen hun versterkte stellingen
aan den rechteroever der rivier, die de be
scherming vormen van het bruggehoofd
van Balaguer, op te geven. Republikeinsche
stoottroepen zijn erin geslaagd den straat
weg van Balaguer naar Lerida af te snij
den en trekken nu in Noordelijke richting
op naar Menarguens, ongeveer zes km. ten
Zuidwesten van Balaguer. Kleine artillerie-
immuita Waarecoaatu
IfltLLA
ONSËCH
DUWt%,
BALAGUER
CERVER^O*
duels hebben er plaats gehad, maar in
hoofdzaak is er in dezen sector met
machinegeweren gevochten. De activiteit
der luchtmacht was gering en wat er werd
verricht geschiedde in hoofdzaak door re
publikeinsche vliegtuigen, die hier in groo-
ter aantal aanwezig zijn dan die derrecht-
schen. Wel hebben de rechtschen Villa
nova, het uitgangspunt van het republi
keinsche offensief, gebombardeerd.
VOLKSCOMMISSARIS MAXIM
LITWINOW.
In verband met den wapenstil
stand, gesloten tusschen Rusland en
Japan, wordt de algemeene aandacht
weer eens gevestigd op den Russi-
schen volkscommissaris Litwinow.
Deze Rus is geen kind van het prole
tariaat. Zijn ouders te Blialestok wa
ren Joodsche kooplieden. Zij zonden
hun zoon naar een universiteit, waar
zich in hem de revolutionnaire geest
ontwikkelde. Toen hij 22 jaar was
sloot hij zich aan bij de illegale
sociaal-democratische partij, hetgeen
zijn ongeluk werd, want snel volg
den op elkaar: in hechtenisneming,
vlucht, gevangenis, opnieuw vlucht,
emigratie en geheime achtervolging
van eenigen zijner politieke vijanden.
In 1903 keerde Litwinow naar Rus
land terug, nadat hij zich bij de
splitsing der sociaal-democratie bij
den bolsjewistischen vleugel had
aangesloten. Drie jaar werkte hij in
Rusland en nam deel aan de voor
bereidingen van de revolutie van
1905. Na de mislukking hiervan
vluchtte hij weer naar het buiten
land.
In dien tijd dook Litwinow overal op:
in Londen en Berlijn, zoowel als in
Warschau en Zürich. Litwinow reisde
onder den naam Papasja. In Londen
was het centraal bureau zijner partij
gevestigd. Lenin had hem meermalen
met een vertrouwenspost naar Lon
den gezonden, waar hij op zekeren
dag in hechtenis werd genomen. Weer
gelukte het hem te vluchten, thans
regelrecht naar Moskou. Hier werd
hij benoemd tot volkscommissaris
van buitenlandsche zaken. In deze
functie volgde Litwinow den thans
gestorven Tsjitsjerin op.
De toetreding van Sovjet-Rusland
in den Geneefschen Volkenbond was
voor Litwinow het grootste succes,
dat hij ooit gedurende zijn politieke
VLAMINGEN TREKKEN OP NAAR
DIKSMUIDE.
Op 21 Augustus begeven de Vlamingen
zich weer ter Ijzerbedevaart, naar het
stadje Diksmuide, waar zich de vijftig
meter hooge „Toren van Heldenhulde" be
vindt. Ook dit jaar zullen talloozen, uit
alle deelen van het Vlaamsche land, aan
deze bedevaart deelnemen.
Er is één dag in het jaar, dat in het
strijdende Vlaanderen de klaroenen van
den aanval zwijgen en al de Vlamingen,
uit hun partijverband tredend, elkaar vin
den in spontane eensgezindheid. Dat is op
den dag van de plechtige Ijzerbedevaart,
wanneer duizenden menschen tezamen
komen om aan de boorden van de IJzer,
aan den voet van het machtige, imposante
monument van „Heldenhulde" te gedenken
de tienduizenden Vlamingen, de broeders,
die in den wereldoorlog het leven lieten.
De Ijzerbedevaart der Vlamingen is een
jaarlijks terugkeerende betooging van
zuivere Vlaamsch-gezindheid, een demon
stratie tegen een eenzijdig Fransch-ge-
oriënteerde politiek.
Dat de Vlamingen in den wereldoorlog
moesten en wilden strijden, is op zichzelf
al een hulde waard, indien men weet hoe
zij hebben gevochten, doch dat de Vlamin
gen hebben gestreden voor niets en moes
ten sterven voor vreemde meesters, dat
weten droeg niet weinig bij tot de ellende
en het verdriet van den oprechten
Vlaamsch-gezinden mensch.
Toen in 1914 de Duitschers België bin
nenrukten, gordden ook de Vlamingen het
zwaard omplechtige beloften van ge
lijkheid in feite en in rechten met de
Walen, later, na den oorlog, deden hen tot
den Godsvrede besluiten. Doch spoedig
bleek, hoe vreeselijk hun vergissing is ge
weest. Om hun Nederlandsche bewustzijn
moesten de getrouwen vernedering en spot
ondervinden; Nederlandsch-onkundige en
Nederlandsch-vijandige officieren voerden
hen aan. Later is gebleken, dat de legerlei
ding, die anti-Vlaamsch was, de aan haar
toevertrouwde troepen zoodanig plaatste,
dat er op ieder honderdtal dooden en ge
wonden 84 Vlamingen te betreuren waren!
Vlaamsche priesters en intellectueelen
werden om de nietigste redenen vervolgd
en naar Cézembre of de Ornebosschen ver
bannen, het dragen van Vlaamsche insignes
was reeds voldoende voor de toepassing
der strengste straffen. En toen een gene
raal Bernheim, een Mahieu, hun vijandig
heid openlijk en op onbeschaamde wijze
lieten blijken, toen de koning niet anders
wist te troosten dan door den Vlamingen
toe te voegen: „zwijgt en vecht", toen
groeide het bewustzijn van de daad. In het
bezette België vormde zich het activisme,
aan het front verzamelden de Vlaamsche
voormannen hun stamgenooten in de
Vlaamsche frontpartij. Zij kwamen op voor
Nederlandsche taal en rechten en velen
dezer voormannen hebben door hun prach
tig voorbeeld duizenden Vlaamsche jongens
weer gaaf aan Vlaanderen teruggegeven,
toen de ooi-log ten einde was.
Er is geen nieuws onder de zon.
Weer stroomt het levende, Dietschbe-
wuste Vlaanderen onder het IJzerkruis
samen, ten negentienden male nu, en weer
dienen de Vlamingen in het aanschijn hun
ner dooden te erkennen, dat
België politieke amnestie verknoeit,
militaire amnestie weigert, bestuurlijke
amnestie doet afwijzen door den hoogsten
gezagdrager;
België taalwetten niet naleeft, de me*-
laatschheid der tweetaligheid voortplanl
en de Vlamingen met schoone beloften in
slaap tracht te wiegen;
België een buitenlandsche politiek voert,
die louter schijn is, daar de militaire oriën
teering eenzijdig pro-Fransch blijft.
Een nieuw geslacht is aangetreden, sinds
een koning eens gelijkheid beloofde en die
belofte historisch werd; twee decennia
lang heeft men beloften en nog eens be
loften ter verzoening van Vlaanderens
bloedoffer gedaan. Doch elke belofte bleel
een belofte; weer kunnen de Vlamingen,
onze stamgenooten, hun dooden niet op
zoeken zonder verbittering in het hart om
het bedrog, aan hun dood begaan, om de
werkelijkheid, die een aanfluiting is van
het oorlogsdeuntje: een vrij Vlaanderen in
een vrij België.
Maar dit zal niet zoo blijven. Het trot*-
sche Vlaanderenland is wakker geschud.
Duizenden jonge menschen, Nederlandsch-
gezinden, hebben hun bloed vergoten. Maar
de oorlog in Vlaanderen is niet voor niets
geweest. Vlaanderen heeft eruit geleerd.
Het heeft zich opgericht en tot de geheele
wereld gezegd: Dat niet weer
De jaarlijks terugkeerende betoogingen
aan den voet van het IJzermonument zijn
hier het duidelijkste bewijs van. Elk jaar
wordt deze Nederlandsche demonstratie
tegen het verfranschte België omvangrijke»-
en krachtiger.
VOLK VAN 60 MILLIOEN GEZINNEN.
Volgens een onlangs te Parijs versche
nen studie van den Franschen geleerde
dr. Legendre, die jaren lang in China ge
woond en een speciale studie van den
loop der bevolking aldaar heeft gemaakt,
is het bevolkingscijfer van China, dat ge
woonlijk op 400 millioen wordt gesteld,
veel te hoog getaxeerd. Want voor het
vaststellen van het bevolkingscijfer is men
in China hoofdzakelijk op schattingen
aangewezen. Betrouwbai-e statistieken kenl
men er zoo goed als niet, daar zelfs de ge
boorten en sterfgevallen niet volledig
worden geregistreerd. De officieele statis
tieken die er op dit gebied nog bestaan,
kunnen dan ook nauwelijks aanspraak op
dezen naam maken.
Hoe is men nu tot het veelal aange
nomen cijfer van 400 millioen inwoners
gekomen? Als basis hiervoor heeft men
de gezinstellingen gebruikt en wel het
oude, nog uit het Keizerrijk dateerende
cijfer van 60 millioen gezinnen, dat ook
thans nog wel een min of meer betrouw
baren grondslag biedt. Nu doet zich echter
de vraag voor, op hoeveel personen men
een gezin in doorsnee mag taxeeren. Hier
omtrent loopen de meeningen zeer uiteen.
Terwijl vele statistici het gezin op 6 tot 8
personen stellen, is dr. Legendre op grond
van veeljarige onderzoekingen in verschil
lende Chineesche provincies tot een veel
lager gemiddelde gekomen, namelijk
slechts 4.7. Het geboorte-overschot is lang
niet zoo groot, als wordt aangenomen,
want men vergeet gewoonlijk de enorme
zuigelingensterfte, die hier en daar zelfs
60 bedraagt. Van het overblijvende
aantal kinderen sterft nog een groot per
centage op jeugdigen leeftijd, ''.oodat men
hoogstens 2.7 kind per echtpaar kan reke-
n?n* .?n ^en Etsten tijd moet de oorlog
dit cijfer bovendien nog verlaagd hebben.
Dit alles in aanmerking genomen, komt dr.
Legendre tot de slotsom, dat China's be
volking tusschen de 250 en 280 millioen
zielen moet bedragen, maar toch zeker niet
meer dan 300 millioen.