Uitgegeven door: RADÏO-CENTRALE „SOESTDIJK", JULIANALAAN 94. Tel. 2862. SOESTDIJK
Pan BEL-, DAT REGClKATI C EVEH-
roEEi-F" FOUTEr-i OF NAPERJnCEM
Rgféi^TRjcÉRX.
wrr Pi srt^i Bon£)yet bataat
(Van onzen specialen medewerker.)
De algemeene indruk, dien de vakkundige toe
schouwer verkrijgt is: dat geen ingrijpende nieuwe
ideeën in de tentoongestelde apparaten zijn aan
gebracht.
Wij spraken korten tijd geleden de meening uit,
dat op deze tentoonstelling wel apparaten zou
den verschijnen welke meer lampen telden dan
het vorige jaar en onze meening is juist gebleken.
Er waren verschillende apparaten met 8, 9, 10 en
zelfs 11 Jampen en dat alles om de weergave te
verbeteren. Het meubelwerk was weer af; daar
aan werd de hoogste zorg besteed.
De prijzen vielen ons niet mee, eerder meenden
wij een prijsverhooging te moeten constateeren.
Een uitzondering dient gemaakt voor den specialen
Duitschen „klein"-ontvanger, een kastje van plm.
25 cm in het vierkant met 2 lampen en ingebouw-
den kleinen electro-dynamischen luidspreker. Hier
mede hoopt men het ontbrekende millioen luiste
raars bij het ruim 5.000.000 groote luistercorps in
te lijven. De prijs is RM. 35 en alle groote fabrie
ken vervaardigen deze apparaten. Het stroom
verbruik is gering en het was merkwaardig, dat
speciaal dit jaar overal kaarten hingen met het
opschrift: „Het stroomverbruik spreekt
ook een woordje me e".
Dit woog schijnbaar zoo zwaar, dat vele groote
firma's in haar reclame vergaten te vermelden wélk
stroomverbruik en hoeveel lampen haar apparaten
hadden. Anderen daarentegen wezen speciaal op
het zuinig stroomverbruik, waaruit blijkt, dat de
stelling van de Radio-centrales, dat het stroom
verbruik van een toestel absoluut mede moet wor
den berekend, bij den aankoop van een toestel,
eerst thans in Duitschland opgang maakt, omdat
langzamerhand het aantal lampen zoo groot
wordt, dat het stroomverbruik aanzienlijk zal toe
nemen. In Amerika zijn reeds apparöten met
1524 lampen en meerdere luidsprekers.
Waar moet dat heen, zal men zeggen? Ook in
Duitschland ziet men dit schijnbaar in en heeft
daarom den verbeterden volksontvanger gepro
pageerd. Wij mochten een demonstratie mede
maken en zijn ervan overtuigd, dat als men zoo
iets in Holland bracht, er toch geen groote ver
koop mede te bereiken zou zijn. De weergave
viel ons niet mee. Over het aantal stations konden
wij niet oordeelen, daar de plaats van opstelling
voor ontvangst van andere programma's dan van
den Berlijnschen zender, zeer ongunstig was.
De doorsnee Hollander zal met zulk een toe
stel geen genoegen nemen. Die heeft liever een
apparaat waarop 80 stationsnamen voorkomen
(ook al kan hij er niet meer dan een stuk of 10
ongestoord ontvangen). De volksonfvanger is
feitelijk technisch voor den particulier een appa
raat zooals wij dat van 1927 kennen (behalve den
electr-dyn. luidspreker dan), want er zitten 1 draai-
condensator in en een z.g. terugkoppeling. Alleen
reeds door deze toepassing is dit apparaat in
Nederland verboden, daar het hinder voor ande
ren kan veroorzaken (Mexicaansche hond).
De Televisie was sedert het vorige jaar niet veel
vooruitgegaan en was de organisatie van deze
af deeling ook niet zoo imposant als in 1937. Niet
temin werd er technisch bijzonder knap v/erk ge
leverd door de Duitsche Reichspost en particuliere
maatschappijen. Op geregelde tijden werden z.g.
cabaret- en revue-voorstellingen gegeven en het
viel ons op, dat de medewerkenden ditmaal lang
zoo erg niet geschminkt werden als vroeger, ter
wijl het weergegeven beeld toch buitengewoon
goed was.
Zulk een uitzending zal nogal wat kosten. Alleen
voor het zichtbare uiizendgedeelte waren noodig:
1 orkest van 12 man,
1 microphoon operator(s),
6 opneem,
3 lampen
Voorts nog 2 vaste microphoons. De belichting be
stond uit een stellage hoog boven het podium met
40 lampen van plm. 1000 kaars, terv/ijl op het po
dium gericht werden 3 groote zoeklichten, waar
door de sterkte van het licht wel in de 100.000-den
kaars liep.
Afzonderlijk dan nog een staf van technici, welke
de uitzendapparatuur moest bedienen.
Al met al een interessant gedoe, hetwelk echter
nog niet voor het groote publiek gereed is. Er zal
nog wel wat tijd gemoeid gaan met het experi
menteeren, alvorens de „de kat uit den boom
kijkende Hollander" zijn Televisie heeft.
Voorts was een aardige technische attractie aan
wezig en wel: Het telefoneeren met iemand uit
de stad (men kon iemand oproepen, maar omdat
wij geen bekenden in Berlijn hadden, kregen wij
van Rijkszijde iemand toegewezen).
Toen de verbinding tot stand was gekomen, moes
ten wij plaats nemen in een fauteuil in een tele
fooncel. Wij namen den haak van het toestel en
jawel, de dame begon ons de vraag te stellen,
wat wij wenschten, met de mededeeïing dat wij
iets achteruit moesten gaan zitten, omdat onze
houding niet juist was. Er ontspon zich een geani
meerd gesprek. Wij van onzen kant verzochten de
dame zich eens en profil te vertoonen om te
zien of ook eenige vervorming in het weergege
ven beeld plaats vond. De weergave geschiedde
met de z.g. Nipkische schijf met 25 beelden per
seconde en was buitengewoon goed. Men kan
dus voortaan gemakkelijk constateeren of de
andere partij het wel goed met U meent, want
deze behoeft geen lang gezicht te trekken bij het
aanhooren of uitspreken van mededeelingen
welke niet O.K. zijn. Het gesprek duurde 3 minu
ten en kostte 50 pfennig (plm. 35 cent). Het was
tevens mogelijk een gesprek te voe-en met Leip-
zig, München of Nürnberg; c'e kosten varieeren
van RM. 3.50 tot 4.50. Moest de andere partij eerst
opgeroepen worden, dan verhoogde dit den prijs
met R.M. 0.50 (voor Berlijn R.M. 0.40). Men kon dan
uit de 4.5 millioen Berlijners 1 thuis laten waar
schuwen en voor het apparaat laten komen voor
de somma van RM. 0.90, d.i. ongeveer 60 cent.
Verder bestond er gelegenheid om een photo of
beeld over te laten seinen over geheel Duitsch
land voor slechts RM. 1.50. Ook bij andere bijzon
dere gelegenheden is dit mogelijk.
Uit alles blijkt wel, dat de Duitsche Rijkspost alles
doet om haar Dienst populair te maken, door het
publiek technische nieuwigheden voor te leggen,
welke min of meer verband houder, met Radio of
Televisie.
Op Radio-centralegebied was nimmer iets bijzon
ders te zien. Deze afdeeling der Radio schijnt
alleen voor. Nederland gereserveerd te zijn. Het is
nog altijd niet doorgedrongen, dat de Radio
centrale de groote massa (ook den beter gesitueer
den) goede diensten bewijst. Wel begint men nu
weer met een goedkoop toestel te lanceeren,
maar dat komt omdat men nog niet klaar is voor
algeheele Radiodistributie. Men is reeds jaren
bezig om via telephoonlijnen den bewoners onge
stoorde ontvangst te verstrekken. Reeds in 1935
waren er speciale toestellen voor dit doel in den
handel en ook het goedkoope 2-lampsontvangertje
v/il men er schijnbaar voor gebruiken, want op de
achterzijde staat n.l. vermeld, dat dit apparaat
ook mag worden gebruikt voor de weergave van
draadprogramma's. Deze draadprogramma's laten
echter nog steeds op zich wachten.
Dan is men in Holland beter af: Reeds 400.000
gezinnen beluisteren de belangrijkste program
ma's langs den draad en elk Radio-seizoen wordt
het aantal grooter.
J. V.
ZOO ZIET U DAM HIER, HET ZOO- üiTÖAAN. VOOS^HETGrEVAL DaT
GeNAAHDE ^HAK^LBORp, AAM h'ET DISTRIBUTIE-
vAN WAAR ALEC lyMEM HAARDE MET HAPERTKAM DIT CfCOMTR?
UIT <H-OWETER£l-ANGE* LOOD -
KA8EL?,WELKE" LAnG<p DEHülZEh
AANG£&RACHT,OOK OW WohihG
METDrRADfO-CTNTRALf VEI^-
3'NDTN. £LE~CHT£ ££H PNKfL
DUN ZCOD KA BEITJEWAA Rpp N
pRpÜRAMAM KIEZER
TEFRD BRENGT DEZF Md£lU/-
TinG in uw woninG' tot %tanD.