issi
i
illijker en. be
10 iB
Ed van de Centrale, zooals zijn vrienden
hem noemden, keek verlangend naar de
groote elecfrische klok; nog ruim 3 uur en
hij zou z'n sigaret kunnen opsteken en nog
één minuut en hij zou moeten overschake
len naar National Program, of kortweg
Droitwich.
Hij liet de klanken van een strijkkwartet
langzaam wegsterven en schakelde over.
Het was tien minuten voor negen. Ed luister
de ingespannen. Plots, eerst zacht en daar
na hoe langer hoe luider, kwamen de tonen
van een dansorkest tot hem. De jongeman
glimlachte: keurig op tijd.
„Halloh, ladies and gentlemen, this is Ray
Noble and his Canadian Band, broadcas-
ting for the B.B.C. We'll commence our pro
gram with...." Ed luisterde al niet meer; hij
had nog andere dingen te doen en lang
zaam wendde hij zich af. Het werd reeds
donker buiten en de eerste straatlantaarns
werden ontstoken. Plots rinkelde een bel en
de deur van de afdeeling werd geopend.
Een slanke jongeman trad binnen en groet
te Ed met overdreven hoffelijkheid.
„Dit is toch de Radio-Centrale?" vroeg de
bezoeker.
Ed knikte. „Waarmee kan ik U van dienst
zijn?"
De ander streek peinzend over een klein
snorretje en grinnikte onverwacht. „Ik wilde
je wat vragen", begon hij, „of je namelijk
naar Parijs wilt overschakelen in program
ma 4. Ik moet geen dansmuziek hebben!"
Ed haalde zijn breede schouders op. „On
mogelijk", zei hij, „we werken volgens een
vast programma en..."
Plotseling schrok hij. Zijn onwelkome be
zoeker had een korte beweging gemaakt
en Ed blikte in den loop van een revolver.
„Je schakelt nog vóór 9 uur over naar Pa
rijs", zei de ander, of er gebeuren rare
dingen. Schiet op een beetje, want m'n
vingers kriebelen."
Ed keek vertwijfeld naar de deur; nee,
er was geen redding mogelijk. Hij liep snel
naar het schakelbord en draaide weer aan
eenige schakelaars. De dansmuziek stierf
langzaam weg en zonder iets te zeggen,
wierp hij Parijs in den aether. De tonen van
Beethoven's „Negende" weerklonken in de
studio.
„In orde", zei het slanke jongmensch, „om
5 over negen kun je weer naar Enge
land overschakelen. Ik zal v/el zoolang
wachten."
Ed leunde achterover en beschouwde zijn
bezoeker wat aandachtiger. Wat schuilde
hier in 's hemelsnaam achter? Tenslotte gaf
hij het op en blikte op de klok. De ander
volgde zijn blik en knikte voldaan. „Scha
kel maar weer over", zei hij en een
seconde later was hij verdwenen. Ed
schakelde bliksemsnel weer naar Enge
land over en vloog toen de deur uit. De
straat lag leeg en verlaten en hij zag nog
juist zijn bezoeker een hoek van een andere
straat omslaan. Een agent kwam langzaam
aangekuierd en in zijn wanhoop klampte de
jongeman zich aan dezen vast.
„Agent, zie dien kerel, die juist om dien
hoek ging, te pakken te krijgen; hij heeft
me bedreigd, vlug!"
De agent dacht even na en knikte. Toen
spurtte hij zijn mannetje achterna. Ed liep
weer naar binnen en zijn eerste werk was
naar de telefoon te grijpen. Even later kreeg
hij den commissaris van het wijkbureau aan
de lijn. Aanvankelijk met horten en stooten,
daarna iets vlotter deed hij het verhaal en
tenslotte hing hij den hoorn op in de over
tuiging, dat hij er meer van hooren zou.
Een uur later rinkelde de telefoon. Nerveus
sprong Ed op en greep den hoorn van den
haak.
„Hallo, hier politie. Zoudt U onmiddellijk
op ons bureau willen komen, Wijkstraat 25,
maar zoo snel mogelijk!"
„Ja, maar ik kan de Centrale toch onmoge
lijk in den steek laten", weersputterde Ed.
„Geen zorg", klonk het aan den anderen
kant, „over vijf minuten is er een plaatsver
vangend waarnemer bij U."
Ed wachtte en toen een monteur verscheen
trok hij zijn jas aan en ging op weg naar
het politiebureau. Een dienstdoend agent
bracht hem naar de kamer van den commis
saris en ten tweede male draaide Ed zijn
verhaaltje af.
De commissaris, een breede, zware man,
glimlachte.
„Ik heb U slechts hier laten komen om U de
noodige verklaringen te geven. Of liever,
dat zal de persoon in kwestie wel willen
doen. Ulm, haal onzen arrestant hier."
Ed gromde kwaadaardig, toen het slanke
jongemensch met het kleine snorretje werd
binnengebracht. Deze was een en al glim
lach en groette Ed weer met dezelfde over
dreven hoffelijkheid. „Het was maar een
grap", begon hij zijn verhaal, „ik had met
een vriend gewed, dat ik op Donderdag
12 Augustus precies om 9 uur zou zorgen,
dat programma 4 van de Radio-Centrale
van uw wijk, klassieke muziek zou brengen.
Om 10 vóór 9 hoorde ik, dat er naar Enge
land werd overgeschakeld, en ik wist,
dat alleen Parijs om 9 uur klassieke
muziek had. Wel, de rest weet U en mijn
weddenschap heb ik gewonnen." Hij streek
weer over zijn snorretje en bleef glimlachen.
„Dat is een grap, die U duur te staan komt,
jongeman", sprak de commissaris op een
toon, die echter door zijn glinsterende
oogen gelogenstraft werd. S. P.
>r'.^rrv,r'v