PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK IN NEDERLAND VAN DE WEEK DUITSCH LAN O'S VOORMALIGE KOLONIËN IN AFRIKA In de afgeloopen week heeft het groote enthousiasme, verwekt door het redden van den zoozeer bedreig den vrede, plaats gemaakt voor een ietwat rustiger beoordeeling der din gen. In alle landen geeft men blijk, het reeds bereikte op hoogen prijs te stellen, maar anderzijds ziet men in, dat er nog enorm veel werk moet worden verzet, voordat men zoover zal zijn, dat Europa een werelddeel vormt, waarin een algemeene vrede zal heersclien en alle staten vriend schappelijke betrekkingen onderhou den, gegrondvest op wederzijdsch vertrouwen. Hoopgevend is op het oogenblik de snelle liquidatie van het Tsjechische probleem. Nadat de vier daarvoor bij het accoord van München aangegeven zones op ordelijke wijze door de Duitschers waren bezet, waarbij Hitier de gelegenheid had zich als bevrijder in het Sudetenland te laten toe juichen, en Polen in het bezit is gesteld van het gebied van Tesjen, heeft de inter nationale commissie ook de vijfde zone aangewezen, die op het oogenblik reeds door Duitschland bezet is. Dit gebied om vat zoo ongeveer alle deelen van Tsjecho- Slowakije met een Duitsche bevolking van 51 en meer. Men vraagt zich op het oogenblik dan ook af, waarvoor er eigen lijk nog een volksstemming noodig zou zijn. Klaarblijkelijk is deze toch nog voor enkele kleine districten van noode, want de Brit- sche vrijwilligers voor den bewakings dienst in de plebiscietgebieden in Tsjecho- Slowakije zijn reeds beëedigd en hebben zich op weg naar Midden-Europa begeven. De nieuwe koers in Praag. Opvallend is de groote medewerking, die Praag bij dit alles verleent. Aan alle Duit sche eischen komt men zoo vér mogelijk tegemoet. Kennelijk wil men in de toe komst op vriendschappelijken voet met het Derde Rijk komen te staan en dat is er ook wel de reden van, dat president Benesj, die in Berlijn nu eenmaal geen persona grata was, zoo spoedig is afge treden, nadat Syrovy reeds een nieuw kabinet gevormd had, waaruit Krofta, de minister van buitenlandsche zaken en per soonlijk exponent van dr. Benesj, ver dwenen was. Inderdaad blijft er voor Tsjecho-Slowakije in de toekomst geen andere mogelijkheid over dan zoowel politiek als economisch zoo nauw moge lijke toenadering tot Duitschland te zoeken. Overigens is de Praagsche regeering ook met bekwamen spoed overgegaan tot de regeling van het meest brandende binnen- landsche probleem. Aan Tsjechen, Slowa- ken en Roethenen is thans gelijkheid ge schonken en Slowakije en Karpatho-Rus- land hebben reeds hun eigen ministerie. Tsjechoslowakije wordt dus een federatieve staat. Onzekerheid over de grenzen. Omtrent de grenzen van dezen nieuwen staat heerscht nog onzekerheid, zulks hoofdzakelijk tengevolge van den Poolsch- Hongaarschen eisch inzake een gemeen schappelijke grens. Boedapest en Warschau verlangen niet slechts, dat Tsjecho-Slowa kije het zuiver Hongaarsche deel aan Hon garije afstaat, iets wat zeker zal gebeuren, maar ook Karpatho-Rusland, waarbij men overigens niet vraagt naar de meening der Roethenen, die te kennen hebben gegeven in het Tsjechoslowaaksche staatsverband te willen verblijven. Intusschen heeft En geland reeds'in Warschau laten weten, dat het zich tegen een dergelijken eisch verzet Na de verheffing van het Duitsche gezantschap in Brussel tot ambassade is de eerste Duitsche ambassadeur, Von Bülow-Schwante, met zijn familie in Brussel aan gekomen. Men ziet hem hier na aankomst op het station te Brussel. en ook de Duitsche pers verwerpt deze, zoodat Praag nog mag hopen, dat Kar patho-Rusland voor den Tsjechoslowaak- scnen staat blijft behouden. Rust voor Chamberlain en Daladier. Chamberlain en Daladier hebben voor hun parlementen hun buitenlandsche poli tiek der laatste weken verdedigd en daar bij de goedkeuring van de overgroote meerderheid der volksvertegenwoordigin gen gekregen. In Frankrijk bleek daarbij, dat het Volksfront geheel uit elkaar is gespat. De beide staatslieden kunnen nu eenige dagen van een welverdiende rust genieten, voordat zij hun aandacht weer besteden aan de overige problemen, die Europa bezig houden, voornamelijk de Spaansche kwestie en ook wel het koloniale probleem. De Spaansche kwestie. De oplossing van de Spaansche kWestie is zooals men weet een van de voorwaar den voor het in werking treden van het Britsch-Italiaansche accoord. Het staat vast, dat zoowel Londen als Rome een spoedige oplossing wenschen, maar over den aard van deze oplossing bestaan nog wel eenige meeningsverschillen, die nu op het oogenblik door lord Perth, den Britschen ambassadeur te Rome en graaf Ciano uit de wereld schijnen te worden geholpen. Over hun onderhandelingen is nog weinig bekend geworden, maar reeds heeft Fran co aangekondigd, dat hij ongeveer 30 der vrijwilligers wil laten gaan. Men zal er goed aan doen het vervolg der onderhan delingen met aandacht te volgen. Het koloniale vraagstuk. Minder actueel is op het oogenblik nog het koloniale vraagstuk, dat door Duitsch land weer ter sprake zal worden gebracht. Voor Nederland heeft dit probleem in zoo verre een onaangenaam bijsmaakje, dat in het Engelsche parlement en de Engelsche pers gesproken is over gebiedsafstand van derden aan Duitschland, waarbij zelfs ge zinspeeld werd op Nederlandsche bezit tingen en den Belgischen Congo. Dit zou den indruk kunnen wekken, dat Londen gebieden wil behouden, waar het geen recht op heeft, dóór koloniën af te staan, die het niet eens in zijn bezit heeft, of, populair uitgedrukt, riemen wil snijden van andermans leer. Dergelijke uit latingen hebben niet slechts in ons land, maar ook in Duitschland de verontwaardi ging opgewekt. Men heeft daar te kennen gegeven, dat men slechts aanspraak maakt op datgene, waar men recht op heeft, en niet op gebieden, die eerst onrechtmatig aan derden zouden moeten worden ont nomen. Verdere Duitsche versterkingen. Ter gelegenheid van de opening van een theater in Saarbrücken heeft Hitier een rede gehouden, die in internationaal op zicht in zooverre belangrijk is, dat daarbij een verdere versterking van Duitschlands westgrens is aangekondigd. Hij gaf toe, dat de huidige staatslieden ongetwijfeld den vrede willen, maar verklaarde, dat b.v. een Chamberlain wel eens zou kunnen worden opgevolgd door een Churchill, een Eden of een Duff Cooper en dat dan de wereldvrede niet langer gegarandeerd zou zijn. Derhalve achtte Hitier het noodig het systeem van versterkingen uit te breiden tot de gebieden van Alten en Saarbrücken Het bezoek van Koning Leopold. Het staat thans vast, dat het officieele bezoek van den Koning der Belgen aan onze Koningin de volgende maand zal plaats hebben. De Koning komt Maandag 21 November des middags per trein te Amsterdam aan, waar hij aan het Cen traal Station zal worden ontvangen en zich in een plechtigen stoet naar het Paleis op den Dam zal begeven. De straten, waar langs de stoet zal trekken, zullen worden versierd, waarvoor B. en W. van Amster dam reeds een bescheiden crediet hebben aangevraagd. Een deel van den aanleg, welke bij het jubileum van H.M. de Konin gin heeft dienst gedaan, zal hiervoor nog kunnen worden gebruikt. In Amsterdam blijft Koning Leopold twee dagen; Woens dag den 23sten vertrekt de hooge gast naar Den Haag, vanwaar hij waarschijnlijk nog denzelfden dag weer naar Brusset terug keert. Voor de haven vergaan. De week in Nederland zette in met de ./el zeer tragische ramp van de „Sth. 102", de Scheveningsche motorlogger, die na enkele weken op zee gezwalkt en de zwaarste stormen te hebben doorstaan, in het zicht van de veilige haven op klaar lichten dag voor de kust van Scheveningen verging. Een onverwacht hevige golfslag Wierp het schip tegen een der havenhoof den, waarop het onmiddellijk begon te zin ken. Van de 14 opvarenden konden dank zij het kranige werk van de te hulp ge snelde reddingsboot „Zeemanshoop" 11 worden gered; drie leden van de beman ning echter, die toen het schip begon te zinken, overboord gesprongen waren, ZWEVENDE TRAM. Een Duitsch ingenieur heeft een soort zweefbaan uitgevonden, die niet aan een kabel hangt, maar wrij door de lucht zweeft. Deze zweef baan berust op het principe, dat de zwaartekracht, waarmee de aarde een lichaam aantrekt, door de wer king van electro-magneten wordt op geheven, en dat dit lichaam dus wer kelijk blijft zweven. De trams van deze baan moeten op dak en beide zijden voorzien zijn van electx-o- magneten, en de rails moeten be staan uit drie ijzeren rails ertegen over. In het gunstigste geval kan de afstand tusschen de magneten en de rails 10 tot 15 meter zijn. De gang van deze zweefbaan is geheel ge- ruisehloos en 'men kan er gemakke lijk 5Q0 tot 1000 kilometer per uur mee bereiken. Het verkeer met dit soort trams zou moeten plaats vinden in cndergrondsche buizen, die bijna luchtledig gemaakt zijn. Natuurlijk zijn de onkosten van het aanleggen van dergelijke verkeersmiddelen erg hoog en daarom wil ir. Kemper de doorsnee van de buizen zoo klein mogelijk houden. De bedrijfskosten zijn echter vooral bij zeer hooge snelheden zeer gering. moesten deze poging om de vei/ige kust te bereiken, met den dood bekoop^en. De graancommissie geïnstalleerd. In een land als het onze, waar de land bouw de voornaamste pijler van het volks bestaan is, komt aan de graanpolitiek, die een der belangrijkste onderdeelen der landbouwpolitiek uitmaakt, uiteraard een niet geringe beteekenis toe. Niet alleen van landbouwtechnischen, doch vooral ook van economische zijde moet het vraagstuk der door ons land te voeren graanpolitiek wor den beschouwd. Voor de bestudeering van dit alleszins belangrijke vraagstuk heeft de minister van Economische Zaken een commissie van onderzoek in het leven ge roepen, welke onder voorzitterschap van ir. S. L. Louwes .staat en Dinsdagmiddag door den minister werd geïnstalleerd. Naast haar taak, de meest wenschelijke richtlijnen voor den Nederlandschen graanbouw aan te geven, zal de commissie zich tevens bezig hebben te houden met de vraag, of de x'egeeringssteun aan den graanbouw afgewenteld moet worden op den consument, resp. den handel of de verwerkende industrieën. De saneering in de boomkweekerij. Ook op ander gebied kan de overheids bemoeiing nog niet gemist worden; in tegendeel, telkens weer moeten nieuwe bedrijfsgroepen hierin betrokken worden. Toch streeft de regeering er anderzijds ook naar, haar bemoeiingen waar mogelijk te beperken of geheel te staken. Zoo zal thans een uit 12 leden bestaande commis sie uit de boomkweekerswereld worden ingesteld, die zal hebben te onderzoeken, of en in hoeverre de saneering in de boom kweekerij door de kweekers zelf kan wor den ter hand genomen. De tot dusverre aan deze bedx-ijfsgroep verstrekte hulp be stond in een vier jaar geleden verstrekt crediet van 3.5 millioen gulden, waarvan inmiddels nog geen millioen is gebruikt; verder in het registreeren der beteelde op pervlakten, het verstrekken van teeltver gunningen en het opkoopen van het kweekoverschot. Deze laatste maatregel viel echter niet in goede aarde, want de regeering schonk deze opgekochte planten aan gemeentebesturen en officieele instel lingen en de kweekers zagen hierin een vermindering van hun afzetgebied. De Afsluitdijk versterkt. De hevige Zuiderstorm, die begin der vorige week in geheel West-Europa min of meer ernstige schade heeft aangericht, heeft aan het licht gebracht, dat de Af sluitdijk van het IJselmeer nog niet onder alle omstandigheden aan zijn doel beant woordt. Meende men aanvankelijk, dat defensiemaatregelen den abnormaal hoo gen waterstand en daarmede de gevaar lijke bedreiging van den dijk aan de Zuid zijde ten gevolge hadden gehad, thans blijkt dit niet de oorzaak van de aange richte vernieling te zijn geweest. Dat de dijk zoo zwaar beschadigd is, moet ver klaard worden uit de omstandigheid, dat de storm ditmaal uit het Zuiden kwam, terwijl hij gewoonlijk in het Zuidwesten opkomt en dan naar het Noordwesten draait. Nu stond daardoor de geweldige windkracht pal op den dijk, zoodat de watei-massa's van het meer er met onge kende hevigheid tegen gebeukt wei-den. In de ongeveer tien jaar, dat de dijk nu be staat, is dit nog nooit eerder vooi'gekomen. Op een dergelijken aanval blijkt de dijk nog niet berekend te zijn, waarom hij dan ook op verschillende plaatsen aan de Zuid zijde, vooral wat de steenglooiing betreft, zal worden versterkt. Reorganisatie bij de spoorwegen. De aanstelling van een driehoofdige directie bij de Nederlandsche Spoorwegen blijkt het begin te zijn geweest van een ingrijpende reorganisatie. Eenerzijds zal gestreefd woi-den naar nog grooter effi ciency in den dienst dan thans reeds het geval is, doch anderzijds staan tal van belangrijke bezuinigingen op het pro gramma. Deze bezuinigingen zullen naar verluidt in hoofdzaak worden verkregen door samenvoeging van verschillende dien sten, die thans nog zelfstandig werken, hetgeen ontslag van verschillende hoogere en lagere ambtenaren ten gevolge zal heb ben. Hoe onaangenaam dit voor de betrok kenen ook moge zijn, de blijvend ongun stige uitkomsten van de exploitatie der spoor-wegen schijnen het onvermijdelijk te maken, dat het bezuinigingsmes in de wonde wordt gezet. WEEKOVERZICHT. De Hongaarsche katholieke minder heden in Tjsechoslowakije. Volgens een mededeeling van de Ween- sche Rijkspost ovei-handigden de katho lieke leiders der Hongaren in Tsjecho slowakije den Tsjechoslowaakschen bis schoppen een gedenkschrift, waarin wordt gesproken over de moeilijke positie der Hongaax-sche minderheden, in het bijzon der over het x-eligieuze probleem. De Tsje chische regeering zou reeds lang het ge bruik der Hongaarsche moedertaal in de scholen, in de kerken, enz. bij de Hongaar sche minderheden hebben onderdrukt. Bij de bespi-ekingen over de politieke strubbelingen in Tsjechoslowakije wordt zoo gemakkelijk vergeten, dat er in dit land ook een religieus probleem bestaat; de Tsjechische x-egeering zou grootendeels uit Vrijmetselaars bestaan, die van hun afkeer tegen de katholieke kerk nooit een geheim zouden hebben gemaakt. Van dexi eersten president Masaryk stamt ook de uitspraak: „Rome moet door de Tsjechen vex-oordeeld worden!" Het is dus niet te verwonderen, dat de Hongaarsche katholieken in Tsje choslowakije zich thans roeren. Het katholieke St. Konradsblad te Frei- bux-g-Breisgau vertelt in zijn laatste num mer van de belangrijkste bedevaarten, welke in den laatsten tijd in Duitschland plaats vonden: „Een bedevaart der katho lieke vrouwen van Frankfort en Wies- baden naar Marienthal in Rheingau, waar aan pl.m. 6000 vrouwen en moedex*s deel namen, werd geleid door Mgr. Dr. Hilfrich von Limburg, die de bedevaartgangers toesprak. Verder vond een bedevaart plaats van 6000 pelgrims, meest mannen, naar Liebfrauenheide nabij Klein-Krot- zenburg (Bisdom Mainz, waar Bisschop Ketteler op 25 Juli 1869 zijn beroemd ge worden rede over het sociale vraagstuk hield). Tenslotte vond dit jaar een groote beevaart van oudstrijders naar de Berg- kapel van Zeil aan de Main plaats, maar een waarlijk religieus volksfeest werd dit jaar de px-iesterwijding in den Dom te Speyer; meer dan 10.000 bezoekers uit het dioscees wai-en bij het feest tegenwoordig. Voor eenigen tijd werd in de Albanee- sche hoofdstad Tirana de eerste steen ge legd voor een katholieke kerk. Het zal de eerste groote katholieke kerk in Tirana zijn. De plechtigheid der eerste steenleg ging geschiedde door den Aartsbisschop van Dux-azzo. LOOPEN ONZE KOLONIËN GEVAAR Een Fransch. spi-eekwoord zegt: „Homme averti en vauit deux" hij, die gewaar schuwd i^, kan op zijn hoede zijn! De kleinere mogendheden hebben ongetwij feld uit de gebeurtenissen van de laatste weken de wijze les kunnen trekken, dat de groote mogendheden er niet afkeerig van zijn, om riemen te snijden van ander mans leer, wanneer dit in hun kraam te pas komt. Wij mogen er dus wel dankbaar voor zijn, dat men zich ditmaal, misschien in een onbewaakt oogenblik, heeft laten ont vallen dat er in een nabije toekomst over kolonies zal worden „gepraat". Is het wonder, dat wij ons afvragen wat ons land op die conferentie te maken heeft? Nederland heeft niets, hoegenaamd niets te maken met de koloniale kwesties van andere mogendheden. Wij hebben geen enkel geschil op dat gebied, met niemand. Wij hebben er geen onderdrukte minder heden. Wij hebben nooit den wensch te kennen gegeven, afstand te willen doen van ook maar één vierkanten meter van het gebied, waarover, in welk werelddeel dan ook, de Nederlandsche driekleur wap pert integendeel Het is reeds lang geleden, doch namen als Ceylon, Mauritius en Kaap de Goede Hoop hebben bij ons volk onaangename herinneringen achtergelaten aan dengrijp- gragen John Buil. Het wekt een stil ver moeden, dat Engeland misschien zal trach ten, koloniale aspiraties te bevx-edigen ten koste van derden in casu wellicht van Nederland. Dat Duitschland daai-op zou aansturen is minder waax*schijnlijk; immers, de Duit sche regeering heeft steeds veiklaard, dat het haar bij den eisch tot teruggave van Duitschlands vroegere koloniën alleen te doen is om een kwestie van eer en van rechtsherstel. Zij wil de koloniën terug hebben, welke Duitschland ontnomen zijn. Dit sluit uit, dat het zich met Engelsche machinaties zou inlaten. Het Duitsche standpunt is, dat „het mandatenstelsel berustte op veronderstel lingen, welke onjuist waren en thans eerst goed blijken, onjuist te zijn. Duitschland moet dus in zijn rechtmatig eigendom I wox-den hersteld en verlangt niets wat eerst weder onrechtmatig aan derden zou moe ten worden afgenomen". Dat laatste spreekt toch nogal vanzelf, zouden wij zoo zeggen. Het is natuurlijk niet mogelijk, om reeds bij voorbaat met juistheid te voorspellen, wét op deze conferentie zal worden be handeld; doch het is wél mogelijk, om ons reeds bij voorbaat krachtig te kanten tegen elke poging, welke daarbij zou kunnen worden gedaan om ons, in welken vorm ook, te bewegen tot afstand van een duim- bx-eed van ons gebied. Laten wij een goed gebruik maken van de omstandigheid, dat de groote mogend heden ons althans een wenk hebben ge- gegeven en ons dus niet op het laatste oogenblik hun wil kunnen opleggen, zon der ons den tijd te geven om ons veirweer gereed te maken. Het is zeer goed mogelijk, dat ons een zware strijd te wachten staat, nu wij ge zien hebben, hoe weinig rekening wordt gehouden met de belangen der ldeine sta ten. Gelukkig evenwel is de nieuwe stel regel, dat macht boven recht gaat, nog niet verheven tot een universeele wet; en wij hebben dan ook het vaste vertrou wen, dat Nederlands stem niet zal zijn de stem eens roependen in de woestijn, doch Dr. BÉLA VAN IMRÉDY. Naast Duitschland en Polen heeft zooals bekend ook Hongarije een grensgeschil met Tsjecho-Slowakije te regelen. Dit doet meer dan onder normale omstandigheden de aan dacht vallen op dr. Béla van Imrédy, den tegenwoordigen leider van de Hongaarsche politiek. Béla van Imrédy werd in 1891 te Boedapest geboren. In het jaar 1913 promoveex-de hij in de rechtsweten schappen. Een lange buitenland sche studiereis bracht hem daarna o.a. naar Engeland, Frankrijk, Duitschland en Nederland. Gedurende den geheelen wereld oorlog deed hij dienst in het 5de regiment huzaren. Hij was zeer dap per en kreeg een groot aantal onder scheidingen. Reeds gedurende den oorlog in 1915 wex-d hij bij het ambtenaren corps van het ministerie van finan ciën ingedeeld en in 1920 volgt zijn benoeming tot secretaris-generaal van dit departement. In 1926 werd hij plaatsvervangend directeur van de Hongaarsche Nationale Bank en in 1928 directeur en lid van den raad van beheer van deze instelling. In 1932 nam Gömbös hem.als mi nister van financiën in zijn kabinet op. Deze functie bleef hij tot 1935 bekleeden, om onmiddellijk na zijn heengaan als minister tot president van de Hongaarsche Nationale Bank benoemd te worden. Na den dood van Gömbös werd hij al spoedig door x-ijksbestuux-der Horthy aan het hoofd van de Hon gaarsche regeering geroepen. dat zij bij alle weidenkenden weerklanl zal vinden. Doch dan moeten wij er oo.l niet mede wachten tot het wellicht t laat is. TOGO, KA ME AFRIKA dgom-afrim ti fWifcjini-N UK DUITSCHLANDS KOLONIALE EISCHEN. Het bericht, dat ook de koloniale kwestie binnen afzienbaren tijd het onderwerp van vriendschappelijke onderhandelingen tus schen de mogendheden zal zijn, heeft bij onze Oosterburen groote vreugde verwekt. Met verontwaardiging heeft men intus schen ook in Duitschland kennis genomen van uitlatingen in het Engelsche parle ment en de pers, waarin toespelingen voor komen op de mogelijkheid, dat in den loop van eventueele ondei-handelingen over de teruggave van de vroegere Duitsche kolo niën, een ruilixxg ter sprake zou kunnen komen in dier voege, dat Engeland streken cadeau geeft, die het zelf niet bezit om in ruil daarvoor landen te behouden, waar het geen recht op heeft. Heeft men niet den euvelen moed gehad zelfs op onze koloniën en den Belgischen Congo te zin spelen? Het is derhalve goed, dat de Duit sche regeering verklaard heeft, dat het in zijn rechtmatig bezit moet worden her steld en niets verlangt, wat eerst onrecht matig van derden moet worden afgenomen. Waax-uit bestaan nu de oude Duitsche koloniën, waarop onze Oosterburen aan- spraak kunnen maken? Deze moeten ge zocht worden in Afrika, Oceanië en China. In Afrika waren het Togo (thans Fransch mandaat), Kamer-oen (thans Fransch en ten deele Britsch mandaat), Duitsch Z.W. Afrika (thans mandaat van de Unie van Zuid-Afrika) en Duitsch Oost-Afrika (thans Britsch mandaat); in Oceanië: Kei zer AVilhelmsland (op Nieuw-Guinea) en de Bismarck-archipel (thans mandaat van Australië), de Carolinen (thans Japansch mandaat) en Samoa (thans mandaat van Nieuw-Zeeland; in Azië: het pachtgebied van Kiautsjou (eerst aan Japan, later aan China, thans wéér in bezit van Japan). Zooals men ziet was het Duitsche kolo niale gebied in Afrika en Oceanië zeei uitgestrekt (in totaal ongeveer 2.9 mil lioen km2), zoodat Duitschland in dit op zicht achter Engeland en Frankrijk do derde plaats innam. ENGELAND LAND VAN HUISDIEREN. Geen land ter kereld, waar huisdieren' zoo algemeen zijn als Engeland. En niet altijd zijn het de gangbare huisdieren, die men er aantreft. Het is tegenwoordig al niets bijzonders meer-, als men bij parti culieren een leeuwtje of een slang vindt. Want de Britten, en vooral het opgroeiende geslacht, leggen eensklaps een sterke voor keur voor exotische huisdieren aan de'* dag.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4