KRUISWOORDRAADSEL
ADonné's van de Radio-Centrale, kunnen hun oplossingen
inzenden aan de Redactie van het blad:
JULIANA VAN STOLBERGLAAN 22, DEN HAAG.
Drie oplossingen, die door de Redactie als de beste
worden aangemerkt, zullen v/orden beloond met een
waardebon van f 2.50. Bij meerdere goede oplossingen be
slist het lot.
De waardebon kan worden ingewisseld bij de Radio-Cen
trale. De juiste oplossing zal in één der volgende nummers
worden bekend gemaakt.
N.B. Over den uitslag kan niet worden gecorrespondeerd.
HORIZONTAAL: VERTICAAL:
1. Van iemand zelf.
5. Snaarinstrument.
8. Bewijs van achting of roem.
9. Boom.
11. Chineesche machtige.
14. Oneffen.
15. Metaalsoort.
16. Reuzenslang.
17. Anker, om drenkelingen of
voorwerpen op te halen.
20. Burcht in 't oude Jeruzalem.
21. Schijnbare rand aan den
horizon.
23. Als men niets meer over
heeft, is men
24. Aanbieding.
25. Afk. Vreemdelingen Verkeer.
26. 'n Oude lap.
28. Afkorting Eng. naair. van
Leger des Heils.
29. Rond dwarshout a. d. mast.
30. Thans.
31. Gouverneur-Generaal.
32. Niet breed.
34. Meisjesnaam.
35. Vaandel.
37. Plaats in Gelderland.
39. Stad in Zuid-Frankrijk.
40. Egyptische vogel.
41. Heeft men in elk bed.
42. Onderaardsche ruimte.
2.
Afk. voor: dat is (Latijn).
3.
Plaats in Italië.
4.
Hier, of daar.
5.
Middelpunt, vanwaar alles
uitgaat.
6.
Overzeesche bezitting van
Nederland.
7.
Eerder.
10.
Binnen.
12.
Angstig, bang uitgevallen.
13.
Ijswafel.
14.
Strafwerktuig.
18.
Het ontvangen.
19.
Plaats in Indië.
22.
Luchtspiegeling.
27.
Trekdier.
28.
Vocht.
29.
'n Uitvinding, die de wereld
stormenderhand veroverd
heeft.
30.
Zich toeëigenen (vorm: ge
biedende wijs).
33.
Grondstof voor het bakken
van brood.
35.
Niet mager.
36.
Holvormige ruimte b.v. in
een muur.
38.
Vader.
De woorden, welke ontstaan in de vijf gearceerde vakken, vormen
te zamen een zin, die U vertelt wat „een wijs besluit" is!
No. 2. DE VERSTEKELING.
De Zeemeermin is in volle zee. De be
manning doet haar werk. Rampif, Pluis-
baard. Bikkel, ze zijn allemaal druk in de weer.
Jacob Muis, de eerste machinist, gaat de ronde
doen en inspecteert ook de bunkers, waar de
steenkool ligtPlots hoort hij de kolen ver
schuiven. „Wa's dat?" denkt-ie, „zullen me de
kolen gaan leven?.... Dat kan nietdaar
steekt iets achter!" En verstoord roept hij: „Wat
heeft dat te beduiden, wie zit er tusschen de
steenkool
Er komt geen antwoord, maar het lawaai van de
vallende kolen wordt sterkerDaar verschijnt
plotseling een jongenshoofd, zwart van kolenstof,
tusschen de zwarte massa. Een kleine jongen werkt
zich omhoog en stamelt: „Ik ik k bbben 't,
meester!"
„Wat voor den duivel voer jij daar uit?...."
vraagt Jacob Muis eerst verrast. „Zeker een gratis
reisje willen maken, hè, baasje?" blaft hij den
jongen toe. „Allezhoe heet jij?...."
„Pimmie, meester, maar ehze noemen me
Pummeltje Ik wou zoo gr
„Niks te wou-en, vort, naar den Kapitein!" En
Jacob Muis pakt het arme Pummeltje bij z'n
kraag en klimt uit de bunkers.
Maar aan dek gekomen, hoort Jacob Muis een
woedende stem achter zich.
„Hé, wat mot dat daar, meester? Laat 's gauw
dat kereltje los, anders
„Hou je snater, Rampit, bemoei je met je eigen",
bijt de machinist terug.
„Niks te snateren, meester. Ik zou je raaien: laat
dat jong los, die is veul te klein voor zoo'n groote
als de meester!"
„Als je nou je
„Maar wacht 's, meester, da's een bekend gezicht
van dat jochwel, alle deksels, meester, da's
het jong van m'n tante zaliger, da's m'n bloed
eigen
„Ah zoo, Rampit, hou jij er zulke familieleden
op na!"
„Nou, meester, laat dat kind maar los; dat staat
van nu af aan onder de bescherming van Rampit
den Zeeman."
„Dan ga jij ook maar mee naar den kapitein,
Rampit.
En zoo kwamen Jacob Muis, Rampit en z'n achter
neefje Pimmie, alias Pummeltje, bij den kapitein.
„Ja, ziet U eens, kappie", begon Rampit, „die
kwajongen wou nu wel als blinde passagier mee
varen, maar eigenlijk is dat toch zoo era niet. We
kunnen 'm net precies gebruiken, ziet U, bij ons
vóór op den bak om de kooien schoon te houden."
„Heel aardig gevonden, maar wie zegt me, dat
dit jouw achterneef is?" vroeg de kapitein.
„Nou, dat zal Pluisbaard u wel vertellen, kappie.
't Is toch goed, dat ie bij ons vóór komt?"
„Nou, vooruit dan maar. Houd 'm goed in de
aten, hoor!"
n Jacob Muis stond stom van verbazing.
De kapitein was anders niet zoo gemakkelijk en
nu ineensDit Rampit kon wel een potje bij 'm
breken, hoor! (Wordt vervolgd.)