5: PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK IN NEDERLAND v VAN DE WEEK - Belangrijke redevoeringen hebben de laatste dagen ons gebracht twee van den Engelschen minister-presi dent Chamberlain en een van den Duilschen rijkskanselier Hitier. Een grooter contrast dan tusschen den toon, inhoud en voordracht van deze redevoeringen der beide staatslieden laat zich nauwelijks denken. Nooit sprak Chamberlain zoo rustig en met zooveel kalme verzekerdheid als in zijn rede in het Lagerhuis. Niets in zijn woorden herinnerde eraan, dat de Duitsche staatsman een dag te voren nog zulke bittere dingen over Engeland en de democratie had ge zegd. Waarlijk, men kan over Cham- berlains politiek denken, zoo men wil, maar nooit zal men kunnen ont kennen, dat zijn geheele streven op verzoening gericht is en dat niets hem van den weg, dien hij voor goed houdt, kan doen afwijken. Bekijken wij nu eerst de rede van den Duitschen rijkskanselier eens wat nader. De algemeene opvatting daarover is, dat ondanks een aantal scherpe punten, het geheel toch niet als verontrustend mag worden beschouwd. De toon was over het algemeen rustiger en minder agressief dan bij vorige gelegenheden en groote voldoe ning heeft het gewekt, dat de Führer ver klaarde tevreden te zijn met de Duitsche grenzen. Dat Hitier uitvoerig stilstond bij de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar, kan niemand verwonderen. Inderdaad is 1938 voor Duitschland een jaar van groote successen geweest, waarin denkbeelden, waarvoor vele generaties gestreden heb ben, in vervulling zijn gegaan. Wel heeft het daarentegen sommigen ver baasd, dat Hitier bepaalde economi sche moeilijkheden in Duitschland zoo openlijk erkende. Hij bracht deze econo mische moeilijkheden in verband met het koloniale vraagstuk, maakte daarbij nog eens Duitschlands aanspraken op een te ruggave der oude bezittingen geldend, maar verklaarde daarbij toch ook, dat deze kwestie nimmer tot een oorlog zou kunnen leiden. Hitier heeft ook gewezen op het belang van vertrouwelijke betrekkingen met En geland en Frankrijk en bovendien ver klaard, dat Duitschland onder bepaalde voorwaarden, ook met de Vereenigde Staten in vriendschap wil leven. Daarop baseerde de Führer ook zijn meening, dat wij een lange periode van vrede tegemoet gaan. Met groote belangstelling werd uitgezien naar Hitiers meening over Italië's eischen tegenover Frankrijk. In het deel van zijn rede, dat over dit onderwerp handelde, bleef de Führer echter ietwat vaag, iets, wat hem in vele buitenlandsche perscom mentaren kwalijk genomen is. Hitier ver klaarde slechts, dat een oorlog tegen Italië ook oorlog tegen Duitschland zou beteeke- nen. Maar op het oogenblik is er onge twijfeld geen land, dat den strijd tegen het JAMMER AAN DE FRANSCH-SPAANSCHE GRENS. Eindeloos is de stroom va Spaansche vluchtelingen, die na den val van Barcelona de Fransche grens tracht te passeeren. Onze foto werd genomen op den Col de Perthus, waar de stroom door de grensbewaking werd gestuit, want elk geval moet afzonderlijk worden onderzocht. land van den ctuce wil beginnen. Hoe ech ter, wanneer Italië zelf overgaat tot een aanval op Fransche bezittingen? Zal het ook dan Duitschland achter zich vinden Op deze vraag heeft de rede van Hitier geen antwoord gegeven. Het oeste, wat men van dit deel van de redevoering dan ook zeggen kan, is, dat hij Mussolini in ieder geval geen verdere aansporing heeft gegeven. Chamberlains redevoeringen. Gaan wij thans over tot de bespreking van Chamberlains redevoeringen. Bij de eerste, gehouden te Birmingham, behoeven wij niet lang stil te staan, wijl vele argu menten in de tweede, in het Lagerhuis ge houden, redevoering, die ongetwijfeld, ge zien de omgeving veel belangrijker was, herhaald werden. Chamberlains tweede rede moet onge twijfeld worden beschouwd als een ant woord op de verklaringen van Hitier. Zoo als al gezegd, is dit antwoord zeer ver zoeningsgezind en waardig geweest. Geen hard woord heeft de Britsche staatsman tot Duitschland of Italië gericht. Maar er was in Chamberlains rede naast de ge bruikelijke verzoeningsgezindheid ook iets anders. Er was een nieuwe /aardigheid, ge baseerd op nieuw zelfvertrouwen, er was zijn opmerking over Engelands economische hulpbronnen, waarvan Hoare nog dezer dagen heeft gezegd, dat zij Engeland on overwinnelijk maken. De belangrijkste passage uit zijn rede komt in het kort hierop neer: Het heeft geen zin, zeide hij, daarbij doelende op de Duitsche en Italiaansche koloniale eischen, over natuurlijke aspiraties en grieven te onderhandelen, voordat er een atmosfeer van wederzij dsch vertrouwen is geschapen en alle onderhandelaars er zeker van zijn, dat er niet met geweld zal worden ge dreigd. Wij zijn bereid aan een algemeene regeling van de nog uitstaande vraagstuk ken mede te werken. Maar eerst moeten de anderen bereid zijn, ook hunnerzijds bewijzen van goeden wil te geven, b.v. door een overeenkomst tot beperking der bewapeningen. De Spaansche burgeroorlog. Onderhandeld zal er intusschen niet kunnen worden voor den afloop van den Spaanschen burgeroorlog. Dat is ook de meening van Chamberlain. Aan een defini tieve overwinning van Franco twijfelt ook in Engeland niemand meer. Maar eerst daarna kan blijken, of Mussolini bereid is, zijn woord gestand te doen en zich geheel uit de Spaansche aangelegenheid terug trekt. Dit moet voor Chamberlain, die een groot vertrouwen in den duce heeft, de proef op de som zijn Zoover zijn wij echter nog niet en op het oogenblik wordt in Spanje en meer in het bijzonder in Catalonië de aatste tegenstand der republikeinen gebroken. De gevolgen daarvan zijn verschrikkelijker dan ooit in dezen bloedigen burgeroorlog. Een groote stroom, geheel vferarmde vluch telingen trekt naar Frankrijk en al doet Parijs voor vrouwen, kinderen en grijs aards wat het kan, het maakt er geen ge heim van, dat het deze algemeene vlucht naar Fransch gebied verontrustend vindt. Daarom is men er ook toe over moeten gaan, vele gedeserteerde soldaten weer over de grens te zetten. Eens zal het daar toch van moeten komen, want Frankrijk kan onmogelijk tienduizenden militairen in wanorde ontvangen. De Koninklijke radiorede. Met groote aandacht heeft het Neder- landsche volk in al zijn geledingen geluis terd naar de diep-ernstige en van een wel dadige geloofszekerheid getuigende toe spraak, die H.M. de Koningin Vrijdagmid dag voor de radio heeft uitgesproken als stimulans coor de in de laatste maanden van het vorige jaar op touw gezette be weging tot geestelijke en moreele herbe wapening. Een keer te meer heeft deze rede ons de zekerheid gegeven, dat ons land geregeerd wordt door een vorstin, die een open oog heeft voor de nooden van haar volk en haar tijd. En dat H.M. ernaar streeft, naar Haar beste kunnen ertoe bij te dragen, dien nood te lenigen, daarvan is Haar moreele en daadwerkelijke steun voor deze zoo hooggestemde ideëele actie een nieuw getuigenis. Verheugend is, dat de ernstige woorden, die door het tech nisch wonder der radio tot in alle deelen van het land en ook van de overzeesche gewesten gebracht, tot ons hebben geklon ken, inmiddels reeds weerklank hebben ge vonden. De koninklijke opwekking de handen ineen te slaan en met vereende krachten middelen te zoeken, om „die velen, die buiten hun schuld slachtoffers zijn ge worden van de huidige economische om standigheden", hulp te bieden, schijnt het gewenschte gevolg te zullen -hebben. Reeds nam de burgemeester van Middelburg in overleg met enkele stadgenooten het initia tief, zich denzelfden dag nog in verbinding te stellen met de regeering, teneinde na te gaan, op welke wijze de woorden van H.M. in daden kunnen worden omgezet. Ook uit het Noorden des lands kwam reeds een reactie op het Koninklijke radiowoord. De ENGELANDS TRANSATLAN TISCHE VLIEGBOOTEN. De drie groote, nieuwe vliegbooten, waarmee Engeland in Juni a.s. het verkeer over den Noordelijken At- lantischen Oceaan gaat openen, wor den op het oogenblik op de lucht- vaartwerf te Rochester van de in wendige aankleeding voorzien. De booten bieden plaats aan tien passa giers en zullen bij gunstigen wind negen uur noodig hebben, om den Atlantischen Oceaan tusschen Ier land en Newfoundland over te ste ken. Op de heenreis in Oost-Weste lijke richting rekent men op krach- tigen tegenwind, waardoor de over tocht langer zal duren, maar toch hoogstens 14 uur, terwijl de booten benzine voor 17Vz uur meenemen. De kruissnelheid bedraagt 280 km per uur, de maximumsnelheid 336 km, d.i. 48 km meer dan de beide vlieger kapiteins Powell en Wilcockson op hun transatlantische vlucht in 1937 maakten. Voor langere trajecten kunnen de hutten der passa giers als slaapcabines worden in gericht. Behalve passagiers zullen de machines ook post vervoeren. Men rekent op 120.000 brieven per vlucht. commissaris der Koningin in de provincie Groningen, mr. J. Linthorst Homan, richtte tot de inwoners van zijn provincie een oproep, waarin plannen tot gezamenlijke uitoefening in provinciaal verband der door H.M. aangewezen plichten worden aangekondigd en ieder wordt opgewekt hieraan zijn steun te verleenen. Ten slotte richtte ook de Haagsche burgemeester een oproep tot zijn burgerij, om deze aan te sporen de woorden van H.M. in daden om te zetten. Hij stelde voor, zich tot een der grootste nooden te bepalen het nij pend tekort aan ledikanten, dekens en beddegoed bij het armste deel der Haag sche bevolking en hierin althans geheel te voorzien. Deze symptomen recht vaardigen de verwachting, dat het door H.M. uitgegeven parool: „Draagt elkanders lasten" geen holle frase zal blijven. Prinses Beatrix één jaar De eerste verjaardag van de kleine Oranjeprinses! Met bijzondere opgewekt heid heeft de Nederlandsche natie den nieuwen feestdag in het Oranjehuis ge vierd. Vooral de jeugd heeft zich tegen over de kleine jarige niet onbetuigd ge laten. Tal van jeugdorganisaties boden hun gelukwenschen aan en gaven uiting aan hun liefde voor en trouw aan ons Vorsten huis. En zoo straalde de Oranjevreugd weer van aller gezicht en blaakten de harten van Oranjegloed, zoodat zelfs de kille, gure Januaridag er niet tegen opge wassen was en geen afbreuk kon doen aan de feeststemming. Feest op Huize Doorn. Een derde vorstelijk persoon vroeg in de achter ons liggende week de algemeene aandacht, zij het niet door zijn^ woorden, doch slechts het feit, dat hij in" het land, dat hem gastvrijheid verleende, zijn tach tigsten verjaardag mocht vieren. Deze feestdag van den ex-Keizer van Duitsch land bracht leven en beroering in het anders zoo stille dorp Doorn. Hooge be zoekers, familieleden en andere belang stellenden, waren in grooten gteale uit Duitschland overgekomen, om den feest dag van den gewezen monarch mee te vie ren. Trouwens de geheele bevolking nam deel in de feestvreugde, welke op Huize Doorn heerschte. Haar verjaarsgeschenk voor den tachtigjarige, een tuinhuisje voor den tuin, waar de vorstelijke balling zoo vele uren doorbrengt, werd door den ex- keizer met groote erkentelijkheid aan vaard. Een galamaaltijd, gevolgd door een luisterrijk avondfeest, besloot den bijzon deren feestdag op Huize Doorn. Coloradokever en tuinbouwexport. Reeds eenigen tijd bestonden er bij de Engelsche regeering plannen een uitvoer verbod voor tuinbouwproducten uit een deel van ons land uit te vaardigen, zulks uit vrees voor besmetting met den Colo radokever. Thans hebben deze plannen vas ten vorm aangenomen. In beginsel is be sloten, allen invoer van tuinbouwproduc ten uit Nederland bezuiden de lijn IJmui- den-Zevenaar te verbieden, voor zoover die producten niet uit de kas komen. De producten die hierdoor vooral getroffen zullen worden, zijn vroege aardappelen, bloemkool, sla en peen. Van Nederland sche zijde wordt nog getracht verzachting van dit invoerverbod te verkrijgen, dat op 15 Mei zal ingaan. Men wil namelijk trach ten gedaan te krijgen, dat het verbod zal worden opgeheven voor bloemkool en peen, die van het blad ontdaan is. Niet al leen voor den Nederlandschen tuinbouw, maar ook voor den Plantenziektenkundigen Dienst is deze aangekondigde maatregel een groote teleurstelling, want men had handen vol geld uitgegeven om de door den Zui denwind uit België en Frankrijk naar ons land overgebrachte kevers te vernietigen, juist om te voorkomen, dat onze afnemers in onze tuinbouwproducten ^en bron van gevaren voor de eigen cultures zouden gaan zien. Een Nederlandsche plechtigheid te Munster. Het noodlottige ongeluk, dat den Neder landschen gezant te Berlijn Jhr. Ridder van Rappard enkele maanden geleden in Duitschland overkwam, heeft dezer dagen een plechtig naspel gevonden in het oude historische Munster, de hoofdstad van Westfalen, waar de huidige Nederlandsche gezant te Berlijn, Jhr. mr. van Haersma de With, een plechtige missie kwam ver vullen. Na het ongeluk hadden namelijk eenige hooggeplaatste Duitsche overheids personen den overleden gezant een eere- geleide tot de Nederlandsche grens ge geven en als dank voor de tijdens en na het ongeval bewezen diensten kwam thans de Nederlandsche gezant dezen Duitschen magistraten eenige hooge onderscheidingen overhandigen, die het H.M. de Koningin behaagd heeft den betceffenden personen toe te kennen. Het was de eerste maal sinds 1648, het jaar dat de vrede van Mun ster werd gesloten, dat in de Westfaalsche hoofdstad een vertegenwoordiger van ons land in officieele zending zijn opwachting maakte. EEN GEZEGEND NAGESLACHT 1 In het Italiaansche plaatsje Cordignano bij Treviso is dezer dagen een oude weduwe, Marie Tomé, gestorven. Zij was in 1836 geboren en bereikte dus den eer- biedwaardigen leeftijd van 102 jaar. Den avond voor haar dood had de oude vrouw nog een bezoek gebracht bij een van haar buren en den volgenden morgen vond men haar dood in bed. Marie Tomé laat niet minder dan 400 kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen na. EEN KONINGIN SPREEKT TOT HAAR VOLK. Als er één ding is, waarin onze tegen woordige tijd zich onderscheidt van vorige tijdperken, dan is het wel door het meer persoonlijke contact tusschen regeerings- hoofdea en volk. Is het niet een heerlijke, verheffende gedachte dat wij, zooals enkele dagen geleden, de stem onzer Koningin kunnen beluisteren, die een persoonlijk woord van diepe beteekenis tot al Haar onderdanen had te richten Welk een gelukkige gedachte was het van onze Vorstin, om tot ons allen te spreken in een rede, die zoo regelrecht tot 'ons aller hart ging Reeds de eerste woor den doen ons beseffen, hoe nauw de aan raking is tusschen Vorstenhuis en volk „Vanzelf zal dit dan tevens een antwoord op enkele van de vele vragen zijn, die wij naar aanleiding daarvan (n.1. de gedachte der geestelijke en moreele herbewapening) langs verschillende zijden bereikten." Dit reeds is ons een verheugend bewijs, dat de Koningin dergelijke vragen wel zeer ernstig opneemt, en ze de eer waardig keurt, daarover haar aandacht te laten gaan. En het moet Haar een bron van voldoening zijn geweest, te kunnen getui gen van den stroom van persoonlijke be tuigingen van instemming, dien Zij mocht ontvangen, zoowel als de gemeenschappe lijke adressen, blijk gevend van den ern- stigen wil, als mensch, en als kring, den schouder onder deze herbewapening te zetten. Zeker, wij moeten, zooals de Vorstin zeide, in dit ernstige tijdgewicht werkelijk eerlijk zijn tegenover ons zelf, ook als volk, en de oogen niet sluiten voor onze tekortkomingen en feilen als mensch en als gemeenschap. Immers, dan verliezen wij het hooge doel, hetwelk wij ons heb ben gesteld, uit het oog. En ook, als wij niet krachtig optieden tegen de verdeeld heid en de voortschrijdende versnippering, waarvan wij om ons heen getuige zijn, zullen wij nooit kunnen hopen datgene te bereiken, wat een Konrngin ons voorhoudt. Er behoort moed toe, een groote moreele moed, om op deze openhartige wijze den vinger te leggen op de wonde plekken in onze hedendaagsche samenleving; doch zouden wij aarzelen te volgen, waar onze Landsvrouwe zelf voorgaat Er zullen weinigen onder ons zijn, die den diepen zin der edele, tot ons volk ge richte woorden, niet hebben overpeinsd en die zich niet in stilte hebben voorgenomen, naar de mate hunner kracht bij te dragen tot de mogelijke verbetering in den be- staanden toestand, en wien de bezielende taal van Koningin Wilhelmina niet een hart onder den riem Jjeeft gestoken. Zij heeft de ware snaren weten te tref fen in de ziel van ons volk; Zij heeft het zoo eenvoudig en toch zoo overtuigend ge zegd: „Alleen de overtuiging van een ge heel volk van de noodzaak van den door Mij bedoelden opbouw, gevolgd door de eendrachtige poging daartoe, kan verval en ineenstorting voorkomen en een be weging in opgaande lijn doen ontstaan." Mogen deze woorden bij het geheele Nederlandsche volk weerklank hebben ge vonden en ons een aansporing zijn, om naar krachten medt te werken aan het tot stand komen van die beweging in op- waartsche lijnLaat ons de geheele wereld het voorbeeld geven van die groote eendracht, welke moet leiden tot de gees- GENERAAL GAMELIN. Frankrijk heeft verklaard, zich voor de Italiaansche eischen, voor zoover deze van territorialen aard zijn, niet te zullen bukken. En hoe wel de positie van het land sinds een aantal jaren in Europa zeker aan zienlijk minder krachtig geworden is (het verloor immers zijn bondge- nooten in Midden- en Oost-Europa), gelooft het zich toch nog sterk ge noeg om dank zij zijn ongetwijfeld uitmuntend verdedigingssysteem, aan elke directe agressie het hoofd te kunnen bieden. Nu schijnt het geens zins waarschijnlijk, dat Italië werke lijk voor eenige gebiedsdeelen, die het gaarne zou bezitten, een oorlog zal ontketenen. Veeleer zal het door „bluf" zoo groot mogelijke voordee- len trachten te behalen. En in hoe verre het daarin zal slagen, hangt weer af van Frankrijks innerlijke kracht en zijn leger. Van Gamelin, die zooals bekend over uitstekende kwaliteiten be schikt, weet men, dat hij steeds een tegenstander is geweest van Fran sche militaire bindingen met het buitenland en alle kracht op de ver dediging van" het imperium gecon centreerd wilde zien. Zijn richting heeft het tenslotte ook in den Fran- schen generalen staf gewonnen. Wel is waar bestaat het militaire verbond met Rusland nog, maar voor den militairen bondgenoot in Midden- Europa, Tsjecho-Slowakije, heeft men, toen het noodig was, geen hand uitgestoken. Frankrijk heeft zich niet in een avontuur gestort en houdt op het oogenblik inderdaad slechts vast aan de verdediging van het eigen imperium. Of het daartoe, na het ver lies van een aantal oude bondgenoo- ten, in staat zal zijn, m.a.w. of de these van Gamelin juist is, zal wel licht de nabije toekomst leeren. telijke en moreele herbewapening, welke die wereld van den ondergang kan redden; dan zal de stem onzer geliefde Vorstin niet zijn geweest de stem eener roepende in de woestijn FlFtrro! r. ITAUAANSCH SJEUHPUMI O FRANSCH ■f ENGELSCh A> Bircttorbr l r 7-,-n totoicü'. TURKIJE CartagenaA jjAl fUpi'jsra MerseiKehe TrniC ^ftrnwi/ AS BERLIJN - RONE <3^ \iYR'Ê zféatN i i MAROKKO TUNIS Port Silo Alexandr/e Dscharabul LIBYÈ FRANSCH ARABIË otst £0YPTi Kufra Mekkt Fessen'jfr Tibestl ïf AFRIKA ANGLO Chartum EGT PT. Massaua SOI DAN Dx> Addis Abeba NIGERIA lint.. ETHIOPIË' ;<UST V- BELG. KONGO OEGANDA De Zweed Hans Hansson, die winnaar werd in de combinatiewedstrÜden voor skiërs, welke te Garmisch-Partenkirchen werden gehouden. EUROPA'S NIEUWSTE GEBIED VAN SPANNING. Hitier heeft gesproken en zich geheel solidair verklaard met Mussolini: „Het kan voor den vrede slechts van nut zijn, wan neer er geen twijfel over bestaat, dat een oorlog tegen het huidige Italië, om welke reden dan ook uitgebroken, Duitschland aan de zijde van zijn vriend zal roepen. Het nationaal-socialistische Duitschland weet, welk lot het beschoren zou zijn, wan neer het ooit een internationale macht zou gelukken, het fascistische Italië op de knieën te dwingen. Wij erkennen de conse quenties, die daaruit zouden voortvloeien en zien die ijskoud onder het oog." Men weet het dus: Duitschland zal de Italiaansche eischen tegenover Frankrijk, die in het bijzonder op Tunis en Corsica gericht zijn, steuner. en derhalve is het mogelijk, ook in kaart, de balans op te maken. Op de hierbij afgedrukte kaart, om vattende de geheele spanningsfeer, zijn alle steunpunten van de beide partijen alsmede de denkbeeldige lijn, die de spil Berlijn- Rome vormt, aangegeven. Van de verhou ding der krachten kan de lezer zich dan wellicht zelf een beeld vormen. Bedacht moet daarbij worden, dat in ieder geval de in- en uitgang van de Middellandsche Zee zich nog steeds in handen van Enge land bevinden. Anderzijds is het duidelijk, dat de verbindingen van Frankrijk met Noord-Afrika in het bijzonder door het verloop van den Spaanschen oorlog ernstig bedreigd worden. Maar daartegenover staat weer, dat Frankrijk zoo noodig de verbinding met Afrika ook over den At lantischen Oceaan kan onderhouden. De weg naar Casablanca is immers nog on bedreigd. Overigens is het te hopen, dat de kracht der beide gigantische militaire systemen nimmer beproefd behoeft te worden. Cham berlain heeft immers terecht verklaard, dat er ten slotte geen probleem zoo ernstig is, of het kan met goeden wil aan beid? zijden opgelost worden. DE KRONING VAN DEN SULTAN VAN SELANGOR. In een van de staten van den Maleischen Statenbond, die onder Engesch opperge zag staan, in Selangor, is onlangs een nieuwe sultan gekroond: Zijne Hoogheid Ala Sjah. Duizenden namen aan de plechtig heid deel, Europeanen, Maleiers, Chine.e- zen, Indiërs, Birmanen, Singaleezen, kort om heel de bonte bevolking, die men ten Noorden van Singapore aantreft. Bij het begin van de plechtigheid, die met Oostersche pracht en praal gepaard ging, bestegen de sultan en zijn sultane de negen treden van hun pyramidevormig paviljoen. Daar werden zij met heilig water en een rijstpasta gezalfd om de booze geesten te weren. Terwijl in de troonzaal van het paleis de kroningsplechtigheid plaatsvond, speelden de hofmuzikanten een melodie, die moet dateeren uit den tijd van den Mace- donischen veroveraar Alexander den Groote, van wien de sultan beweert af te stammen. Na afloop van de plechtigheid werd een groote rondgang gehouden, waar bij de heilige trommels werden geroerd. Achter den sultan liepen de dragers van zijn tabak en zijn betheldoosjes, terwijl dienaren gele zijden parasols boven de hoofden der vorstelijke personen hielden. De sultan van Selangor wordt door de be volking beschouwd als een heerscher bij de gratie Gods. Hij is in zijn staat het hoofd van de Mohammedaansche kerk.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 4