De Internationale toestand Deze week 'V De Wereld Het Portret VJ oa LAND IN DE AFGELOOPEN WEEK De reactie op den onverlioedschen aanval van Italië op Albanië is toch sterker geweest dan zich aanvanke lijk liet aanzien. Scheen het onmid- iellijk voor de Paasclidagen nog, tlsof Londen zich bij het voldongen !cit zou neerleggen Chamberlain taf immers oorspronkelijk te ken- ten, dat hij zijn vacantie in Schot- and niet zou onderbreken Zon- lag echter ontplooiden zoowel Lon- •lcn als Parijs plotseling een gewel dige diplomatieke activiteit en de Britsche premier keerde haastig naar Londen terug om daar op Maandag den kabinetsraad, de eerste sinds vele jaren op Bank Holiday, bij te wonen. Wat was de reden van deze onverwachte nervositeit Het antwoord op deze vraag heeft men ons niet rechtstreeks gegeven, maar uit de /erschillende berichten uit Londen en Parijs kan men wel opmaken, dat het niet zoozeer de toestand in Albanië is, hetwelk reeds lang geheel onder Italiaanschen in vloed stond, zoodat de Italiaansche bezet ting eigenlijk niet zoo'n heel groote ver andering heeft gebracht. Veel meer be vreesd schijnt men terecht of ten onrechte voor de positie van Grieken land te zijn en meer in het bijzonder wat het eiland Korfoe betreft. Korfoe ligt voor IN NEDERLAND Nieuwe plannen inzake de werk loosheid. De bestrijding der werkloosheid heeft nog immer de volle aandacht der regee- ging. Dit blijkt opnieuw uit het wetsont werp, dat zoo juist bij de Tweede Kamer is ingediend en dat beoogt, het crediet voor werkverruiming met 30 millioen te verhoogen. Wordt het aangevraagde be drag toegestaan, dan zal daarmede alleen voor het Werkfonds, met inbegrip van de voor hetAmsterdamsche IJ-tunnelplan en het Amsterdamsche raadhuis beschikbaar gestelde gelden in totaal bijna 212 millioen gulden zijn uitgetrokken. Voor de blijvende werkverruiming hebben deze gelden ech ter slechts zeer geringe beteekenis en juist op het scheppen daarvan moeten de maat regelen tot bestrijding der werkloosheid in de eerste plaats gericht zijn. Het ligt dan ook in de bedoeling de uitgaven voor openbare werken meer en meer te doen plaats maken voor uitgaven, waaruit niet alleen tijdelijke werkverruiming voortvloeit. De regeering meent dit het best te kunnen doen door de ontwikkeling van het bedrijfsleven te bevorderen, o.m. door financieelen steun voor vestiging en ver betering van het industrieele- en verkeers- apparaat te verstrekken. Zij heeft hierbij in het bijzonder op het oog aldus lezen wij in de memorie van toelichting op het genoemde w.o. objecten, welke van groote beteekenis zijn voor de industrieele en verkeersontwikkeling van ons land, doch die wegens de bijzondere moeilijk heden van de periode, waarin en afzet moet worden opgebouwd, zonder financieele te gemoetkomingen van overheidswege niet tot stand komen. Verder wordt gedacht VLIEGSTEUNPUNTEN IN DE KARISCHE ZEE. Een hydrografische expeditie naar - de Karische Zee tusschen Nova Zem- bla en het vasteland van Rusland, welke zee ten gevolge van de daar heerschende koude en het ijs zeer moeilijk toegankelijk en nog ter nauwernood geëxploreerd is, heeft luidens berichten uit Leningrad eenige nog onbekende eilanden ont dekt. In Russische wetenschappelijke kringen hecht men groote waarde aan deze ontdekking, daar men de Nordenskjöld-eilanden tusschen den mond van de Jenissei in Siberië en het Wilkizkanaal tot een belangrijke marine- en luchtvaartbasis wil maken. Het Wilkizkikanaal verbindt de Karische Zee met de Siberisch- arctische Nordenskjöldzee. Het loopt langs Kaap Tsjeljoeskin, de Noorde lijkste kaap van Siberië. Aan den mond van de Jenissei zal het Dick- soneiland eveneens tot militair steun punt worden ingericht. De nieuw ontdekte eilanden kunnen derhalve de verbindingen ter zee en door de lucht weer een stap verder brengen. de Zuidpunt van Italië. Dit eiland is in de Adriatische Zee van de grootste strate gische beteekenis en vandaar, dat de vrees schijnt te zijn gerezen, dat de Italianen bij wijze van voorzorgsmaatregel Korfoe en de bijbehoorende eilanden zouden bezetten. Zooals bekend hebben de Italianen dat reeds eens gedaan, n.1. in 1923, onmiddel lijk na het aan de macht komen van Mus- solini, maar toen was er nog een sterke Volkenbond, die daarvoor een stokje kon steken. Het is niet zeker of Athene Engelands hulp heeft ingeroepen, zooals in sommige bladen wordt beweerd, maar het schijnt wel juist, dat Engeland een waakzaam oog houdt op Korfoe en dat de onverwachte vlootbewegingen in de Middellandsche Zee daarmede verband hielden. Engelsche maatregelen. Dat de huidige enorme spanning in de Middellandsche Zee, nog verhoogd door een anderen factor, waarover wij het dadelijk zullen hebben, niet kan blijven voortbe staan zonder tot een uitbarsting te komen, is duidelijk. Maar hoe deze spanning te verminderen? Daarvoor is volgens Londen in de eerste plaats de garantie noodig, dat de status quo niet opnieuw aan een ge welddadige verandering zal worden onder worpen. Dat is het, wat de Britten tot eiken prijs willen voorkomen en derhalve zijn zij ook bereid naast Polen thans ook de veiligheid van Griekenland en Turkije te garandeeren. Op deze wijze willen zij aan vostiging en verbetering van iudus- trieën in door de werkloosheid sterk ge troffen gebieden en eveneens aan oprich ting van centrale werkplaatsgebouwen voor industrieele kleinbedrijven in de groote steden. u Staatsbedrijf voor werkverruiming. Hieruit blijkt dus, dat de overheidsmaat regelen tot bestrijding der werkloosheid langzamerhand van karakter gaan veran deren. Dit brengt ook veranderingen in de organisatie met zich mede. Wat er nog over is van de oude werkverschaffing en wat gedaan wordt in het kader van het Werkfonds zal in één organisatie worden samengetrokken. Ten einde tot een vlottere werkwijze te komen en tevens een beter inzicht te verwerven in de kosten van beide middelen van werkloosheidsbestrij ding, heeft de regeering besloten, de nieuwe organisatie te ontwerpen als een staatsbe drijf, dat meer dan tot nog toe bij de werkverschaffingsplannen het geval was, volgens een vast plan zal te werk gaan. Hierbij is gedacht aan een jaarplan van naar hun aard gegroepeerde objecten en kosten, dat bij het begrootingsontwerp van het bedrijf telken jare aan de goedkeuring der Staten-Generaal zal worden onder worpen en waardoor een algemeen inzicht in de voorgenomen werkzaamheid van het bedrijf zal worden verkregen. Studenten 'betuigen trouw aan het Huis van Oranje. Op velerlei wijzen is reeds in de meest uiteenloopende kringen van ons volk ge reageerd op den oproep van H.M. de Koningin tot geestelijke en moreele her bewapening. Een zeer krachtige, van ernst en vastberadenheid getuigende uiting is zich daar dezer dagen aan toe komen voegen. De gezamenlijke studenten aan de Nederlandsche universiteiten en hooge- scholen richtten zich in een manifest tot H.M. de Koningin, waarin zij onze vorstin hun „offervaardige aanhankelijkheid en trouw" betuigen en uiting geven aan hun voornemen naar beste krachten mede te werken aan „de verwezenlijking der natio nale bezinning en samenwerking". In de toelichting op het manifest wordt gewezen op de noodzakelijkheid van aller samen werking en groote krachtsinspanning om een standvastig, onwrikbaar Nederland op te bouwen, dat zich in de „worsteling van systemen", welke in onze dagen in Europa gaande is, zal kunnen handhaven. „Een vrij, welvarend Nederland, bestierd door een telg uit het Huis van Oranje", dat is het ideaal dat de Nederlandsche studenten wereld van thans zich stelt en dat zij in samenwerking met bevoegde autoriteiten wil trachten te bereiken. Grensbataljons opgeroepen. Voor de tweede maal binnen een jaar tijd heeft de politieke spanning in Europa onze regeering genoopt den toestand van oorlogsgevaar af te kondigen. Met het oog op den verontrustenden klank die deze term voor oningewijden nog immer heeft, is het misschien niet overbodig er nog eens aan te herinneren, dat dit slechts een wet telijk vereischte formaliteit is, noodig, om bepaalde maatregelen ter beveiliging van het land mogelijk te kunnen maken. Het beteekent geenszins, dat er inderdaad reeds oorlogsgevaar bestaat. Krachtens dit besluit werden tweeden Paaschdag de bataljons voor de grensbeveiliging opge roepen, hetgeen overigens na de vooraf- hun z.g. antr-agressiefront, waarin zij ook Roemenië en eventueel Zuid-Slavië wen- schen op te nemen, uitbreiden. Maar hoe zal daarop Italië reageeren? Rome heeft verklaard, dat het de deelname van Grie kenland en Turkije aan het anti-agressie front als een onvriendelijke daad zal be schouwen. Het meent, dat zijn optreden in Albanië gerechtvaardigd was en dat er geenszins reden tot vrees bij de andere naburige mogendheden behoeft te bestaan. Het heeft zoowel tegenover Belgrado als tegenover Athene geruststellende vrklarin- gen afgelegd. Maar Londen is zoo lang zamerhand door geruststellende verklarin gen niet meer te sussen en het ziet er dan ook niet naar uit, dat het zich daardoor van zijn politiek van den afweer Berlijn en Rome noemen haar: politiek der om singeling zal laten afbrengen. Wat gebeurt er in Spanje Nog dreigender wordt de toestand door hetgeen er in Spanje geschiedt. Daar is de burgeroorlog thans ten einde en volgens het Britsch-Italiaansche accoord zouden thans de Italiaansche vrijwilligers terugge trokken moeten worden. Tot nog toe is dit echter niet gebeurd. Integendeel. Italië heeft nieuwe contingenten in Cadiz aan land gezet. Oorspronkelijk heette het, dat deze troepen zouden moeten deelnemen aan de groote militaire parade, die op 20 April te Madrid zou worden gehouden. Maar deze parade is intusschen weer uitgesteld tot 2 Mei. Tegelijkertijd komt het bericht binnen, dat aan de Spaansch-Fransche grens, in Irun en Pamplona sterke strijd krachten geconcentreerd worden. Op een vraag van maarschalk Pétain, Frankrijk's ambassadeur te Burgos, is geantwoord, dat het hier de vorming van gewone garni zoenen zou betreffen. Maar dit komt de Franschen toch wat te „Spaansch" voor. Pétain heeft Burgos verlaten, een lang durig onderhoud met Daladier gehad en daarop is de militaire bedrijvigheid in Frankrijk nog grooter geworden. Bij dit alles komt nog, dat Italië op het oogenblik een groote troepenmacht onder de wapenen heeft geroepen naar Stefani zelf toegeeft. Ook dit is natuurlijk weinig geschikt om de spanning te verminderen. De positie van Nederland. Onder de huidige, welhaast ondragelijke spanning houdt Nederland vast aan zijn beproefde politiek van neutraliteit, zooals onze minister-president reeds in zijn rede voering uiteenzette. Wij onderhouden uit stekende betrekkingen met alle mogend heden en zoo juist hebben de Duitsche bladen ten aanzien van ons land nog ge ruststellende verklaringen afgelefd. In ant woord op de rede van dr. Colijn schrijft de D.A.Z., dat „de spilmogendheden zeer wel weten te onderscheiden tusschen de noodzakelijke beveiliging van hun levens gebied en het recht op veiligheid en onaf hankelijkheid van andere naties". Ondanks onze goede betrekkingen met alle landen is het onder de huidige om standigheden natuurlijk een eerste ver eischte op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. Dat dit onder een krachtige regee ring inderdaad geschied, is voor ons een reden de toekomst in ieder geval zonder een te groot pessimisme tegemoet te zien. gaande waarschuwing aan de betreffende militairen om zich gereed te houden, niet geheel onverwacht kwam. De genomen en nog te verwachten maatregelen waren aan leiding voor den premier door de radio een kort woord tot de bevolking te richten, waarin hij ieder aanmaande, rustig zijn gang te gaan en het hoofd koel te houden. Prins Bernhard op bezoek. Voor de vele militairen die ten gevolge van de bovenvermelde maatregelen der re geering van Paaschverlof verstoken waren, is het ongetwijfeld een prettige verrassing geweest, dat Prins Bernhard van zijn be langstelling voor de wachters aan de gren zen deed blijken. Beide Paaschdagen kwam de Prins bij de grensbataljons op bezoek en wel in het Zuiden, in Westelijk Noord- Brabant en in Overijsel. Verschillende plaatsen werden bezocht en overal, waar men den Prins herkende, werd hij harte lijk toegejuicht. Met groote belangstelling ■nam de Prins in de verschillende garni zoensplaatsen kennis van de getroffen be veiligingsmaatregelen, terwijl hij ook de kwartieren van de manschappen en onder officieren bezichtigde. DE NIEUWE BEUL VAN FRANKRIJK. Na een ongewoon lange overgangsperiode heeft de directeur voor crimineele zaken thans eindelijk als opvolger van den over leden scherprechter Anatole Deibier, Jules Henri Defourneaux benoemd. Daarmede is het ambt van „Monsieur de Paris" aan een andere familie gekomen, nadat het ge durende 120 jaar in de familie Deibier van vader op zoon was overgegaan. Ook Ana tole Deibier hoopte vroeger, dat zijn zoon hem eenmaal zou opvolgen, doch zijn eenig kind stierf op vijfjarigen leeftijd. Van den nieuwen beul, Jules Henri De fourneaux, is weinig bekend, want het is den scherprechter streng verboden, op welke wijze ook de openbare aandacht op zich te vestigen, interviews toe te staan, zich te laten fotografeeren of wat dan ook. ALBANIË'S HOOFDSTAD TIRANA. Albanië is voor een groot deel Mohamrae- daansch. Op onze foto een oude moskee in de hoofdstad Tirana. NEUTRALITEIÏ IS KRACHT. Opnieuw begint de politieke hemel te betrekken; en sommigen, die den toestand altqd zwarter inzien dan hij i6, zouden ons willen doen gelooven dat "wij aansturen op een crisis, minstens even ernstig als in de achter ons liggende Septemberdagen. Het zou evenwel zeer verkeerd zijn, als men zich door deze sombere voorspellingen in de war liet brengen. In tijden als deze kan er niet genoeg op worden aangedrongen om toch vooral het hoofd koel te houden en zich niet te storen aan opgewonden praatjes en aan geruch ten. En vooral hoede men zich er voor, dergelijke praatjes en geruchten verder te vertellen, want dat kan medewerken tot het verwekken van onrust, van een paniek stemming zelfs. Wat wij noodig hebben in deze tijden van politieke verwikkelingen is nuchterheid, koel overleg en objec tiviteit. Vooral aan die objectiviteit ontbreekt het velen; ook in ons land. En dat is funest, vooral in een land als Nederland, dat het nut van neutraliteit inziet en deze wil handhaven. Neutraliteit is onze kracht. Onze regeering heeft den laatsten tijd herhaaldelijk haar standpunt uiteengezet: strikte neutraliteit is de eenige politiek, die past voor een land als het onze. Deze richtlijn, waarvan ieder denkend Neder lander de juistheid zal erkennen, is niet alleen de richtlijn van onze rogeering doch moet ook die van ieder onzer per soonlijk zijn. Geen partij kiezen in geschil len, die ons niet aangaan. Wie anders han delt en medewerkt tot het maken van stemming in een bepaalde richting, tot het ontketenen van een Hetze, handelt in strijd met het volksbelang en saboteert de wijze politiek onzer regeerders. Wie zich dit goed inprent, zal zich er voor wachten om de klakkeloos verspreide meeningen van bepaalde volksmenners tot de zijne te maken en ze nog verder rond te bazuinen. Een dergelijke handelwijze kan slechts dienen tot het stichten van ver warring in eigen land en het zaaien van wrevel en haat in de aangevallen landen. Wij behoeven geen slot op den mond te nemen; doch wij behooren onze woorden te wikken voordat wij ze uitspreken. Door ons te laten verleiden tot het bezigen van heftige taal en het verspreiden van alar- meerende, dikwijls van allen grond ont- bloote geruchten, spelen wij in de kaart van elementen die op verwarring aanstu ren en verwarring is juist datgene, wat wij in bewogen tijden in de eerste plaats dienen te vermijden. Men kan het eens zijn, of oneens zijn met het optreden van een of meer buiten- landsche mogendheden. Men kan er critiek op uitoefenen; doch dan dient deze critiek binnen betamelijke perken te blijven en niet zoodanige vormen aan te nemen, dat zij geen aanspraak meer kan maken op objectiviteit, op neutraliteit. Wij moeten logisch en bedaard redenen kunnen aan voeren voor hetgeen wij denken en zeggen. Wanneer wij ons laten medesleepen door gevoelens van blinde sympathie of anti pathie vervallen wij tot heftigheid en zeg gen wij vaak onverantwoordelijke dingen. Dit zou nu niet zooveel te beteekenen hebben, als iets dergelijks zich beperkte tot eenlingen; doch voor elke meening zijn aai hangers te vinden en indien deze aai hang een sterke uitbreiding aanneemt, kaï daaruit een groot gevaar voortvloeien voc r ons geheele land en volk. IN KAART ALBANIË. Door de Italiaansche bezetting is het kleine, aan de Adriatische Zee gelegen Albanië in het middelpunt der belangstel ling komen te staan. Groote economische mogelijkheden bezit dit land, dat met zijn bijna 28.000 vierkante kilometer oppervlakte ongeveer zoo groot als België is. Op dit gebied leven echter slechts iets meer dan 1 millioen menschen. Slechts drie steden Tirana, Sjorda en Kortsja bereiken de grootte van Neder landsche provinciesteden met in het gun stigste geval 30.000 inwoners en de spoor weg is slechts vertegenwoordigd door een 37 km lange verbinding tusschen de haven Durazzo en de hoofdstad Tirana. Daaruit blijkt reeds, dat de Albanees vooral boer is. Maar zelfs op het gebied van den landbouw zijn nog zoo primitieve methoden gebruikelijk, dat ook hier een veel grootere opbrengst mogelijk is. Bijna middeleeuwsch aandoende gereedschappen, zooals b.v. de haakploeg, worden nog ge bruikt en bij een moderner-bebouwing kan het land ongetwijfeld veel meer voortbren gen. Het klimaat biedt aan Albanië vele mogelijkheden en wanneer het land een goed irrigatiesysteem geschonken zou wor den, zou men de agrarisch bebouwbare vlakte zeker vijfmaal grooter kunnen maken dan zij op het oogenblik is. Bovendien bezit Albanië een aantal be- VAN DE WEEK KONING ZOGOE VAN ALBANIË. Koning Zog stamt uit een oude rebellendynastie. Hij is de zoon van Dzjellal Zogoe, die een der rijkste Balkanmagnaten was. In het voorjaar van 1914 sloot de jonge Zogoe zich bij den Prins van Wied aan en haalde zich zoo de vijandschap op den hals van zijn oom Essad Pasja, die zich tegen Van Wied gekeerd had. Na de nederlaag der Centrale mogendheden moest hij naar Weenen vluchten, waar hij in zeer gebrekkige omstan digheden leefde. Eerst de moord op Essad Pasja te Parijs maakte hem den terugkeer naar zijn land moge lijk. Hier werd hij op 26-jarigen leeftijd minister van binnen landsche zaken en twee jaren later minister president. In 1924 werd zijn regee ring ten val gebracht en moest hij wederom in verbanning naar Zuid- Slavië gaan. Ditmaal duurde de ver banning echter slechts eenige maan den, toen werd de Albaneesche re publiek uitgeroepen en Zogoe tot president gekozen. Tegelijkertijd was hij zijn eigen minister-president en minister van buitenlandsche zaken. Sindsdien kwam er een algeheele verandering in de Albaneesche poli tiek. Zogoe maakte een einde aan de Zuidslavische voogdij en aanvaardde de bescherming van Mussolini. Op 1 September 1928 liet Achmed Zogoe zich daarop tot koning van zijn land uitroepen. In de volgende jaren wer den de banden tusschen Rome en Tirana nog steviger. Hoewel Albanië in naam een onafhankelijke staat is, slaat het practisch toch reeds vele jaren onder Italiaansche controle. langrijke grondstoffen. De voornaamste is wel de petroleum. Intusschen bevindt zich de petroleum winning nog in een begin stadium. Daarnaast vindt men koper, asfalt en zout. De winning daarvan ligt bijna ge» heel in handen der Italianen, die in d« laatste jaren vrij aanzienlijke kapitalen in Albanië geïnvesteerd hebben. NIEUWE JACHT OP DE KRUGER- MILLIOENEN. Van Bredasdorp uit ondernemen thans de drie gebroeders De Wet een nieuwen speurtocht naar de beroemde Krugermil- lioenen, waarnaar Zuid-Afrika al jaren lang zoekt. De gebroeders De Wet geloo ven thans van hun zaak bijzonder zeker te zijn, omdat zij er in geslaagd zijn hulp te krijgen van een Basoetoneger, die be weert den ossenwagen te hebben geleid, die den schat van Kruger wegvoerde. Vol gens den neger moet de schat, die, zooals bekend tusschen Pretoria en Pietersberg in het noorden van Transvaal verstopt moet zijn, nog heden ten dage te vinden zijn, omdat de plek, waar de millioenen be graven zijn, nog in denzelfden toestand verkeert. Nooit heben de schatzoekers de Krugermillioenen, waarover reeds zooveel te doen is geweest, kunnen ontdekken, dus men zal den schat geheel, ongeschonden kunnen terugvinden. Slechts éénmaal heeft een kleine expeditie van zoekers succes gehad. Toen vond men nabij Boshof een aantal munten uit het Kruger tijdperk, doch de millioenen, die men nu ook spoedig dacht te vinden, schenen niet ln de nabij heid van de plaats, waar de gouden munten waren gevonden, te liggen. DE NIEUWE HAVEN VAN DURAZZO. De haven van Durazzo is in de laatste jaren met Italiaansch kapitaal geheel ge moderniseerd. Hierboven de kade, waar een oceaanstoomer gemeerd ligt. Op den heuvel op den achtergrond het landhuis van koning Zogoe. r> 100

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 4