Het vliegend regiment van Duitschland
rvrVpT verwarring stichten achter het vijandelijk front
en hei vernielen van de vitale centra
Zal men op deze wijze de moraal van
de civiele bevolking ondermijnen
-:ü;
V
De leerling in het „hangapparaat". Van
geringe hoogte leert hij hoe neer
te komen.
De moderne oorlog zal in vele opzichten
van den Wereldoorlog verschillen. De
strijdmiddelen zullen ongetwijfeld meer
geperfectionneerd zijn en de uitwerking zal
eveneens verschrikkelijker en van grooter
omvang zijn. Al reeds enkele jaren geleden
kregen wij sporadische berichten uit de
Sovjet, dat men daar proeven nam met
zoogenaamde vliegende legers. Deze troe
pen bestonden uit soldaten, die door enor
me monstervliegtuigen naar, of liever bo
ven hun plaats van bestemming werden ge
bracht, om dan met behulp van parachutes
af te dalen en achter de vijandelijke linies
hun destructief werk te beginnen. Want dit
stond van te voren vast. Om een aanzien
lijke troepenmacht op deze wijze te ver
plaatsen, zou een te groot aantal vliegtui
gen noodig zijn, dan dat men daaraan voor-
loopig kon denken. Het zijn dus betrekke
lijk kleine afdeelingen, die op deze wijze
naar het tooneel van den strijd, meestal
daar onmiddellijk achter, vervoerd worden
om het achterland te brandschatten, onrust
te stoken en een paniek te veroorzaken.
Voor deze menschen bestaat geen „weg te
rug". Eenmaal op vijandelijken bodem,
noeten zij den strijd aanbinden op leven
en dood en aangezien zij een minderheid
vormen, zal het laatste meestal het geval
zijn. Maar ondanks dit weinig aanlokkelij
ke idee, een vrijwel zekeren dood te vin
den, of althans in het beste geval krijgsge
vangenschap, melden zich vrijwilligers aan
voor dezen tak van dienst.
In Rusland, waar men alles in het groot
pleegt te doen, schenen deze proeven ge
nomen te v/orden met bijzonder groote toe
stellen, die plaats boden aan meer dan
honderd soldaten. Deze gedachte is overge
nomen door het Duitsche luchtwapen, dat
kortgeleden een regiment „valschermja
gers" instelde. Dit regiment bestaat
zooals gezegd uitsluitend uit vrijwilli
gers. Voor men er toe overgaat van hun
diensten gebruik te maken, moeten zij
bewezen hebben aan drie vereischten te
voldoen: persoonlijke moed, lichamelijk
kerngezond te zijn en bovendien pschycho-
logische geschiktheid te bezitten. Eerst
wanneer zij als gewoon recruut den dienst
plicht hebbèn vervuld, begint hun oplei
ding aan de valschermschool. De cursus
duurt acht weken en wie als volwaardige
kracht toegelaten wordt tot het regiment,
heeft al heel wat oefeningen op den be-
ganen grond gemaakt en ten minste zes
parachutesprongen uitgevoerd.
Waarom valschermregiment?
Wij wezen hierboven reeds terloops op
de bijzondere functie, die een dergelijk re
giment van parachutisten te vervullen
heeft. Door een hoogvliegend vliegtuig
worden zij over de vijandelijke linies heen,
In de militaire wereld, zoowel in Frankrijk, in Engeland, als
in ons land, heeft men niet zonder eenige verbazing vernomen, dat
het Duitsche leger sinds korten tijd de beschikking heeft gekregen
over een regiment valschermjagers. Verbaasd was men over de
doortastende wijze waarop deze afdeeling van het Duitsche lucht
wapen tot stand is gekomen. Van verrassing kan geen sprake zijn,
want de idéé was niet nieuw. Over oorsprong en toepassing van
deze gevechtsmethode kan men hieronder meer lezen.
vervoerd naar een dunbevolkt en militair
weinig belangrijk gebied, waarboven deze
levende projectielen worden losgelaten.
Met de menschen dalen de wapens en de
ammunitie neer. Hun uitrusting bestaat uit
de zoogenaamde „Knochensack" Eenmaal
op den grond neergekomen, maken de
springers zich vliegensvlug gevechtsklaar
in formatie om daarna verwarring te stich
ten onder de burgerbevolking en teere
punten, industriecentra en dergelijke te
bestoken, zoo mogelijk buiten werking te
stellen.
In de eerste plaats dient gewezen te wor
den op een groot verschil met den gewo
nen parachutespringer, die meestal een pi
loot is, wiens toestel in het ongereede is
geraakt en die nu zijn leven redt door mid
del van de parachute. Deze man kan dik
gekleed zijn en zijn eenige doel is, veilig
op den grond te komen en daarmede afge-
loopen. Maar de valschermspringer in den
zin, zooals wij dien hierboven schetsten,
moet aan andere dingen denken. Is hij
eenmaal op den beganen grond aangeland,
dan begint zijn werk eigenlijk eerst recht.
Hij mag niet te dik gekleed zijn, want dan
zou hij als soldaat slecht voldoen, hij dient
bij zich te hebben een zware uitrusting, mi
trailleurgeweer, patronen en meer van dien
aard. Deze luchtsoldaten springen dan ook
niet, gekleed in het gebruikelijke uniform,
maar hebben slechts een overall, den dun
nen „Knochensack" aan. Hierdoor beschik
ken zij direct over een maximum aan be
wegingsvrijheid. Slechts de knieën zijn ex
tra beschermd door lichte bandage's zooals
athleten en voetballers die gebruiken.
Het zal afhangen van de windsterkte en
snelheid waarmede het vliegtuig zich van
zijn levende lading kan ontdoen, of de for
matie in het vijandelijk gebied spoedig tot
stand komt. Want daarvan hangt veel af.
Het kwetstbaarste zijn deze parachutisten
tenslotte tijdens hun sprong. Dan kan één
mitrailleur voldoende zijn om hen tijdens
het omlaagkomen onschadelijk te maken.
Hierin schuilt voor de valscherfnsoldaten
een groot gevaar. Te meer daar het moei
lijk zal zijn voor het vliegtuig om geheel
ongemerkt over het vijandelijke front heen
te komen. Ingeval een dergelijk toestel
achtervolgd wordt door snelle jagers is de
toestand voor de springers bepaald hache
lijk.
Zorgvuldige opleiding eerste
vereischte.
Het eerste regiment valschermjagers van
de Duitsche weermacht bestaat geheel uit
vrijwilligers. Deze jongemannen zijn met
zorg uitgekozen, want de wildebras voldoet
evenmin als de jongen, die niet over vol
doende tegenwoordigheid van geest be
schikt in kritieke gevallen. Voor hun op
leiding eerst doen zij gewoon dienst als
recruut is een speciale valschermschool
in het leven geroepen. Laten wij aan dit
instituut, dat te Stendal gevestigd is, eens
een bezoek brengen en toezien hoe men
hier de toekomstige valschermjagers vormt.
Wij staan op een vlakte, die bestaat uit
zand, zand en nog eens zand. Hier en daar
ziet men slechts een struik of een denne-
boom, die niet uit heeft kunnen groeien.
Dat is het ideale oefenterrein. Het heeft den
afgeloopen nacht licht gevroren en daar
door is het zand bedekt met een verharde
korst, die kraakt, wanneer men er op trapt.
Van een vliegveld in de omgeving stijgt
een groot Junkertoestel op en vliegt in
een wijden boog om het terrein heen, elke
seconde stijgt het hooger. Onderwijl neemt
de marconist aan boord van het meteoro
logisch instituut de laatste berichten op
over windrichting en windsterkte. Want
deze factoren bepalen uit welke richting
de piloot de zandvlakte moet naderen. Na
eenige minuten heeft het toestel een hoog
te bereikt van 250 meter en nadert nu snel
het terrein. Wij zien hoe de deur in den
romp van het vliegtuig geopend wordt. De
„Ju 52" vliegt boven het oefen veld.
Onze oogen zijn strak gericht op de ma
chine. Men moet denken aan een visch die
door het water zwemt. Nu verliest de
romp een donker punt. De visch schiet kuit.
Een zwarte stip, nog een stip, een derde,
een vierde.
Met gelijke tusschenpoozen van slechts
enkele seconden, vliegt de eene bundel na
den anderen uit den romp van het toestel.
ander dertig keer. Men hoort er van op,
wanneer de manschappen trotsch verkla
ren: „Eerst springt altijd de aanvoerder van
de troep." Dan was er de militaire arts, die
reeds 25 sprongen gemaakt had. Waar
schijnlijk is hij eenig in zijn soort, maar
ook onmisbaar.
Neen wij hebben de overtuiging gekre
gen dat de dienst bij het eerste Duitsche
valschermregiment wel avontuurlijk en
ook romantisch is, maar geenszins gevaar
lijk. Ongelukken kunnen natuurlijk wel
eens voorkomen, maar men kan ook op
straat, door eenvoudig uit te glijden, ge
dood worden.
En dat geringe risico is alleen toe te
schrijven aan de oefeningen, die vooraf in
de school zijn gemaakt. Daarover ten slot
te nog een enkel woord. De snelheid, waar
mede de parachutist omlaag komt is vrij
aanzienlijk, en staat zoo ongeveer gelijk
Afmarsch naar de vliegtuigen. De groep op weg naar de startplaats.
W—fflT
Een sprong in
groepsverband
Gelijkmatig
heid en zoo
groot mogelijke
snelheid is eer
ste vereischte.
Met naar voren gestrekte armen springt de
valschermjager uit het vliegtuig. De in-
structeur slaat van den grond af den sprong
gade.
het geschikte oogenblik gekomen, dan
wordt de cabinedeur geopend, de soldaat
krijgt een lichten tik op den schouder en
duikt uit het vliegtuig de wijde wereld in.
Een krachtige ruk waarschuwt den soldaat
dat zijn parachute zich heeft ontplooid; nu
is eigenlijk geen gevaar meer te duchten.
Beneden wacht een tweede instructeur hem
op, die hem toeroept: „Beenen bij elkaar!
Let op den wind!" En dan komt hij neer,
rolt en buitelt over den grond, maar her
stelt zich onmiddellijk.
Tot dusverre kan men over het voor en
tegen van dit nieuwe luchtstrijdwapen in
den breede discussieeren en theoretiseeren.
Slechts de droevige practijk kan ons door
de feiten zelf toonen in hoeverre deze nieu
we gevechtsmethode van waarde zal blij
ken te zijn.
DE WIENER SANGERKNABEN.
Wanneer in de bladen telkenjare de ad
vertentie verschijnt: „Jongens met begaaf
de stemmen gevraagdspreekt het van
zelf dat ontelbare ouderparen zich reet
hun achtjarige zoons in het repetitielo
kaal van de Hofburgkapelle komen aanmel
den. Uit deze honderden aanbiedingen kiest
een jury, bestaande uit kapelmeesters en
professoren in de muziekgeschiedenis, de
begaafdste zangertjes uit, die dan hun eer
ste opleiding ontvangen op den tweejarigen
cursus van voorbereiding. Dan moeten zij
leeren noten lezen, van blad zingen, het
oefenen van motetten en koren behoort tot
de dagelijksche weerkeerende taak.
De jonge, natuurlijke stem moet kunst
zinnig gevormd worden, zoodat de jongen
ook in staat is elke solopartij zuiver en
foutloos te zingen. Wanneer hij dan met
succes dezen tweejarigen proeftijd heeft
doorgemaakt, volgt eerst zijn opneming in
het koor, waarin de zangertjes over het al
gemeen blijven tot het begin van de stem
wisseling.
Het koor van de „Wiener Sangerknaben"
kan bogen op een oude gescheidenis en tra
ditie. Keizer Maximiliaan liet den zeven
den Juli 1498 afkondigen, dat voor de Hof
kapel in Weenen jonge zangers gezocht
moesten worden en dat zij dagelijks een
bepaalden tijd moesten oefenen. Dat was
de oorsprong van het Weensche zangkna
penkoor. Het heeft eeuwen bestaan en be
staat nog. Het ontbrak op geen enkel groot
tien, elf, twaalf. Het twaalfde komt nog
maar nauwelijks naar beneden, als de eer
ste steeds grooter wordende stip zich ver
deelt; het tweede deel ontplooit zich sier
lijk en snel, een parachute. Twee., drie,.,
vier.., twaalf hagelwitte schermen hebben
zich ontplooid., twee., drie., twaalf sol
daten hangen veilig en wel aan het eind
van de vanglijnen in den draaggordel, tus-
schen hemel en aarde. Zij naderen snel
den grond.
Deze sprong werd met een bewonderens
waardige nauwgezetheid uitgevoerd. De
leider van het springen in het vliegtuig zal
tevreden zijn. Wanneer de eerste springer
nog slechts 50 meter boven den grond is,
zweeft de laatste parachutist slechts 100 m.
hooger.
Twaalf soldaten zijn uit den hemel ko
men vallen! Twaalf parachutes brachten
hen veilig en zeker omlaag. Nu zijn zij al
len bijeen. De aanvoerder, die het eerste
uit het toestel is gesprongen, is in een oog
wenk gereed. Snel heeft hij uit den „Kno
chensack" zijn veldmuts gehaald, trekt de
ritssluiting open en haalt gordel met wa
pens en gasmasker te voorschijn. Die kun
nen de manschappen benutten om zich te
dekken. In marschtempo gaat het daar
heen. Een ieder meldt zich bij zijn com
mandant en gaat vervolgens in het gelid
staansoldaten, van top tot teen gewa
pend, gereed voor den strijd.
Is het gevaar groot?
Wij konden niet nalaten enkele vragen
te stellen aan deze manschappen. En na
tuurlijk informeert de leek in de eerste
plaats naar het gevaar dat deze moderne
van Schaffelaars zouden loopen. Maar de
valschermjagers ontkennen dat er werke
lijk een groot risico aan het springen ver
bonden zou zijn, mits men de voorschriften
maar nauwkeurig opvolgt. Hoe zou het an
ders mogelijk zijn, dat de meesten van hen
reeds zooveel malen gesprongen hebben en
dat nog nooit iemand eenig letsel opliep?
Deze is 22 maal omlaag gesprongen, een
Vele oefenin
gen op den be
ganen grond
moeten wor
den gedaan
•net oog op V
veilig neerko
men van de
springers.
met een gewonen sprong van geringe hoog
te. Het gaat er dus om dat hij elastisch
neerkomt. Wanneer de soldaat den grond
nadert, keert hij zich tegen den wind in,
om te voorkomen dat bij het neerkomen de
geopende parachute hem over den grond
zou voortsleuren.
Dan het opvouwen van het valscherm.
Dit geschiedt met bijna plechtigen ernst,
want hiervan hangt af of de parachute zich
goed zal ontplooien. Met het al of niet goed
opvouwen is het leven van den parachutist
gemoeid.
Eerst wanneer alle oefeningen op den be
ganen grond aan de speciale toestellen tot
tevredenheid van den instructeur zijn uit
gevoerd, kan de eerste sprong gewaagd
worden. Voor deze gelegenheid stappen de
instructeur en zijn leerlingen in een ge
woon vliegtuig. Dergelijke eerste sprongen
worden uit principe slechts alleen uitge
voerd, hetgeen begrijpelijk is, want de in
structeur op wiens schouders een zware
verantwoordelijkheid rust, moet zijn pupil
goed kunnen volgen tijdens den sprong. Is
Weensch feest en de beste musici werden
als dirigent aangezocht.
Terwijl den eersten tijd de opleiding van
de „Sangerknaben" beperkt bleef tot het
muzikale, kwam deze sedert de achttiende
eeuw op breeder basis en werd meer aan
gepast aan den tijd.
Uit getuigenissen en berichten weten wij
dat dit onderwijs zeer grondig en veelom
vattend was.
Zelfs in het moeilijke jaar 1918 heeft men
het koor kunnen redden. De „Hofsanger-
knaben" werden de „Wiener Sangerkna
ben".
Het gevolg was dat het koor nu overal
voorstellingen gaf, het volk kon voor het
eerst luisteren naar dezen kostelijken zang.
Reeds heeft het koor een tournée ge
maakt door alle werelddeelen en het heeft
de menschen in verrukking gebracht. Da
ongereptheid en de eenvoudige, onweer
staanbare taal van het kindergezang, ba-
woog de menschen in het diepst van tuui
gemoed.