De Internationale toestand
IN DE AFGELOOPEN WEEK
Deze week
IN NEDERLAND
v.
Het Portret
VAN DE WEEK
De Wereld
IN KAART
Ondanks de groote gebeurtenissen,
die zich in de voorafgaande dagen
afspeelden, heeft er tijdens de Pink
sterdagen een opmerkelijke stilte ge-
heerscht, zelfs in de zaak Danzig,
indien men afziet van de dagelijk-
sche berichten over lastig gevallen
personen en ingegooide ruiten. Bij
een van deze incidenten moest bij
vergissing ook de woning van onzen
Nederlandschen consul het ontgel
den. Toch blijft deze kwestie nog
steeds een der middelpunten der
Europcesche politiek en juist in de
dagen voor Pinksteren hebben zich
eenige feiten voorgedaan, die het
noodig maken zie*, weer wat nader
met deze aangelegenheden bezig te
houden.
Dat de Duitschers zullen afzien van hun
wenschen inzake Danzig is welhaast on
denkbaar. Men krijgt echter den indruk,
dat Berlijn thans gaarne een vreedzame
oplossing van dit vraagstuk zou zien. Het
was de Fransche „Temps", die er dezer
dagen op wees, dat het eenige moeite zal
kosten, toe te geven, dat de kwestie Dan
zig niet met vreedzame middelen op be
hoorlijke wijze zou kunnen worden opge
lost. Het vooraanstaande blad gaf daarbij
te kennen, dat het echter Polen is, dat be
oordeelt welke gedachten zijn levensbelan-
Onze handel met België en Luxemburg.
In het ministerie van Buitenlandsche
Zaken en Buitenlandschen Handel te Brus
sel is dezer dagen een nieuwe contingen-
teeringsovereenkomst tusschen Nederland
en de Belgisch-Luxemburgsche Economi
sche Unie geparafeerd. De nieuwe over
eenkomst, die in de plaats komt van de op
5 Mei j.1. getroffen tijdelijke regeling, regelt
de handelsbetrekkingen tusschen de beide
landen gedurende de periode van 1 Mei
1939 tot 30 April 1940, en is in hoofdzaak
gelijk aan de per 1 Mei j.1. geëindigde
regeling van 13 Augustus 1938. Wat den
Uitvoer van Nederlandsche groenten en
fruit naar België betreft, werden bepalin
gen overeengekomen, waardoor ernstige
prijsstoringen op de Belgische markt zullen
worden voorkomen. Daartoe zijn in de
overeenkomst minimumprijzen vastgesteld,
beneden welke de in België gecontingen-
teerde tuinbouwproducten door de expor-
leurs op de veilingen in Nederland niet
mogen worden gekocht.
De wilde bussen.
Nu de wilde-busondernemers na de uit
spraak van den Hoogen Raad, waarvan wij
in ons vorig overzicht melding maakten,
nog slechts veroordeelende vonnissen kun
nen verwachten, hebben velen het bedrijf
gestaakt. Enkele echter gaven den strijd
nog niet op. Nog twee Haagsche onder
nemingen bleven op Rotterdam rijden, met
het gevolg, dat de politie tegen hen proces
verbaal opmaakte. Het schijnt echter in
de bedoeling van verschillende onderne
mers te liggen, met ingang van 15 Augustus
weer te gaan rijden. Op dien datum treedt
nl. de Wet Autovervoer Personen (W.A.P.)
in werking en naar verluidt, zouden de ad
vocaten der busexploitanten reeds thans
een leemte in deze wet hebben gevonden,
waardoor het mogelijk zou zijn, dat de
wilde bussen na 15 Augustus weer onge
hinderd gaan rijden.
ITALIË MARMEREXPORTEUR
NR. 1.
Uit de jongste statistieken, gepu
bliceerd in Italië, blijkt, dat dit land
gedurende het jaar 1939 meer dan
200.000 ton marmer en andere steen
soorten ter waarde van 135 millioen
lira heeft uitgevoerd. Italië neemt
met deze productie de eerste plaats
in den internationalen marmerhan-
del in.
De Italiaansche marmersoorten be
zitten een buitengewone verscheiden
heid aan kleuren en teekening; niet
minder dan 92 soorten marmer vindt
men in Italië. Het beroemde witte
marmer van Carrara is echter voor
beeldhouwwerk nog altijd het meest
gevraagd; in Italië zelf wordt meer
kleurig marmer gebruikt, vooral
voor* groote decoratieve ontwerpen.
Buiten marmer produceert Italië
nog vele andere gesteenten. In 2300
ondernemingen op dit gebied zijn
40.000 arbeiders werkzaam.
gen beheerschen. De regeering te Berlijn
zou zich bereid moeten toonen tot een fat
soenlijke regeling en zich niet door de
mystiek van den Duitschen „Drang nach
Osten" laten meesleepen.
Het Duitsche Nieuwsbureau leverde op
deze beschouwing van de „Temps" com
mentaar en het verklaarde daarin, dat het
vanzelf spreekt, dat de Danzigsche kwestie
bij eenigen goeden wil langs vreedzamen
weg kan worden opgelost.
In verband met de mogelijkheid op een
oplossing trekt het de aandacht, dat de
landen, welke zijn vertegenwoordigd in de
Volkenbondscommissie voor de Vrije Stad,
aan den Hoogen Commissaris Burckhardt
het verzoek hebben gericht naar zijn stand
plaats terug te keeren. Burckhardt is daar
reeds lang afwezig. Reeds begin Maart,
kort voor de bezetting van Bohemen, had
hij zijn post verlaten om er sindsdien niet
meer terug te keeren. Dit geschiedde na
tuurlijk op aanwijzing van het comité van
drie (Engeland, Frankrijk, Zweden). Of dit
nu geschiedde uit vrees, dat Danzig wel
licht tegelijk met Bohemen bezet zou wor
den, of wel dat men de indertijd gevoerde
Duitsch-Poolsche besprekingen niet wilde
bemoeilijken door de aanwezigheid van een
Volkenbondsvertegenwoordiger, is niet be
kend. Maar zeker is het feit, dat men
thans besloten is Burckhardt te doen terug-
keeren, in deze omstandigheden een zeer
belangrijke beslissing. Het ligt vrijwel in
de lijn der dingen, dat men nu eens wil
pogen ter plaatse een compromis té vinden,
nadat alle pogingen om in grooter verband
te bemiddelen zijn mislukt.
Intusschen hebben de honderden chauf
feurs en ander personeel van de gedu
peerde ondernemingen zich niet zonder
protest in hun plotselinge werkloosheid
geschikt. Eerst gaven zij uiting aan hun
ontevredenheid door een demonstratierit
door de Haagsche binnenstad, welke tocht
later werd uitgestrekt tot de woningen van
minister-president Colijn en minister Gose-
ling, waar het tot een formeel relletje
kwam, waaraan door de motorpolitie een
einde werd gemaakt. Den volgenden dag
hadden de busexploitanten weer wat anders
bedacht. Een vijftiental bussen, bezet met
vaste klanten, vertrok in optocht naar den
Leidschenstrataweg, waar zich een vijftal
Amsterdamsche bussen bij hen voegde. Met
deze 20 bussen werd de drukke verkeers
weg geheel geblokkeerd, doordat zij door
elkaar op den weg gingen staan, zoodat het
verkeer volkomen werd gestremd. Ook nu
moest de politie ingrijpen en de demon
stranten uiteen drijven. Verscheidenen
hunner hadden zich overigens al uit eigen
beweging teruggetrokken, inziende, dat zij
toch voor een hopelooze zaak vochten.
Generaal Snijders heengegaan.
Nog vóór het blijde Pinksterfeest kwam
aan het lange en werkzame leven van een
groot Nederlander een einde. Generaal
Snijders op 86-jarigen leeftijdzacht en
kalm overleden het bericht kwam niet
onverwacht. Op te sommen wat ons land
in generaal Snijders verliest, zou meer
plaatsruimte vereischen dan het bestek van
dit overzicht toelaat. Volstaan wij hier
slechts met in hem te herdenken den man,
die in de hachelijke mobilisatiejaren van
1914-'18 ons land onschatbare diensten
heeft bewezen en wiens bewonderenswaar
dige kennis en inzicht, gepaard aan een
onvergelijkelijke geestkracht en werk
kracht ons land voor groote rampen heb
ben behoed.
De tuinbomvexport verder beperkt.
Het Duitsche voorbeeld om maatregelen
te nemen tegen het gevaar van besmetting
met den Coloradokever heeft in Engeland
navolging gevonden. Ook dit land vaar
digde in verband met het voorkomen van
dezen gevreesden kever in verschillende
Europeesche tuinbouwexportlanden, maat
regelen uit, waardoor ook de Nederlandsche
tuinbouw wordt getroffen. Gelukkig even
wel zijn de Engelsche maatregelen minder
streng dan de Duitsche, want terwijl
Duitschland de grens van het verboden
gebied op 50 km van de vindplaatsen trekt,
bepaalt Engeland, dat zekere producten
(ardappelen, sla, bospeen en bloemkool)
niet mogen worden ingevoerd, indien zij
afkomstig zijn van den vollen grond en uit
streken, gelegen ten Zuiden van een lijn
te trekken op 50 km afstands van de Noor
delijkste haarden. Van deze haarden had
de Plantenziektekundigen Dienst reeds een
lijst aangelegd, zoodat men alreeds heeft
nagegaan, dat de bedoelde grens ongeveer
overeen zal komen met de groote rivieren.
Derhalve is het door Engeland verboden
gebied van uitvoer aanmerkelijk kleiner
dan het gebied dat door de Duitsche ver
bodsbepalingen wordt getroffen. En wat
vooral van belang is, men verwacht, dat
het belangrijke tuinbouwcentrum van het
Westland er buiten zal vallen. Verder ken
nen de Engelsche maatregelen nog een ver
zachtende bepaling, namelijk dat bloem
kool en peen, mits ontdaan van blad en
loof. buiten het verbod vallen.
Het Engelsch-Russische verdrag.
Het algemeene bijstandpact tusschen
Engeland, Frankrijk en de Sovjet-Unie is
thans eindelijk in kannen en kruiken. Lon
den heeft al zijn bezwaren tegen een der
gelijk algemeen pact tenslotte moeten laten
varen en in alle opzichten aan de eischen
van Moskou tegemoet moeten komen. Het
pact zal voorzien in wederzijdschen steun
bij een aanval op een der pacteerenden of
op een der gegarandeerde staten. In alle
andere gevallen zal onmiddellijk overleg
gepleegd worden. Dat het pact van enorme
beteekenis is, behoeft wel nauwelijks een
nader betoog. Welhaast elke daad van
agressie in Europa zal thans op het on
middellijk verzet van een uiterst krachtig
bloc stuiten. Hoe dit verzet er uit zal zien,
is nog niet bekend. Het verdrag moet na
tuurlijk nog op een practische basis wor
den gesteld, waartoe de medewerking van
de militaire deskundigen noodig is.
Aldus is Europa weer verdeeld in twee
groote blokken en een groep neutrale sta
ten, die onder deze omstandigheden de
grootste moeite zullen hebben, hun neu
traliteit te handhaven. Reeds werden er te
Genève pogingen ondernomen, de neutrale
leden van den Volkenbond in de pactpoli-
tiek te verwikkelen. Ook voor Nederland
zal het noodig zijn, zich tegen al dergelijke
pogingen, die in de toekomst zeker nog
zullen worden ondernomen, te verzetten.
Want zoowel de entente als de spil zullen
de neutrale staten als een dankbaar jacht
terrein beschouwen.
De kwestie der Aalandseilanden.
Een der weinige belangrijke kwesties, die
de Volkenbondsraad te behandelen heeft,
is het vraagstuk van de versterking der
Aalandseilanden, Finlands z.g. neutrale
provincie. Zooals bekend zijn deze strate
gisch zoo belangrijke eilanden in de Oostzee
bij den ingang van de Botnische Golf na
den wereldoorlog aan Finland toegewezen,
hoewel de bevolking te kennen had ge
geven bij Zweden te willen komen. Jaren
lang vormden zij dan ook een twistappel
tusschen deze beide staten, maar in den
laatsten tijd zijn de betrekkingen aanzien
lijk hartelijker geworden, zoo hartelijk, dat
Stockholm zelfs zijn bezwaren tegen een
militaire versterking van de eilanden heeft
laten varen. Dit geschiedde intusschen niet
zonder eigenbelang. Om de neutraliteit der
Scandinavische landen met succes te kun
nen verdedigen, is een versterking van
deze strategisch zoo gunstig gelegen eilan
den een eerste vereischte. Zou een vijan
dige mogendheid er zich van meester
maken, dan worden zij tot een pistool op
den borst van Zweden en Finland gericht.
Intusschen hangt het vraagstuk van de
versterking der eilanden niet slechts van
Finland en Zweden af. De op de eilanden
betrekking hebbende conventie is door vele
mogendheden onderteekend. Deze hebben
intusschen tot deze versterking reeds hun
toestemming gegeven, ook Duitschland, dat
in de Oostzee zoo groote belangen heeft,
Slechts Rusland maakt nog bepaalde be
zwaren. De Russen willen precies weten,
wat er op de eilanden gebeurt en daarmede
raken zij natuurlijk aan de Finsche mili
taire geheimen, die Helsinki uit den aard
van de zaak niet prijs wil geven. Men heeft
zich thans te Genève genoodzaakt gezien
de kwestie voor korten tijd te verdagen.
Maar men mag wel aannemen, dat de ver
sterking der Aalandseilanden nog slechts
kort op zich zal laten wachten.
Het nut der maatregelen illusoir
Ten slotte heeft ook Noorwegen een
soortgelijke verbodsbepaling als Duitsch
land en Engeland uitgevaardigd.
Overigens is er van de zijde van tuin-
bouwdeskundigen reeds op gewezen, dat
het nut van maatregelen tegen groenten
als overbrengers van den Coloradokever
eigenlijk maar heel illusoir is. De kever
kan gemakkelijk een afstand van 25 km
per dag afleggen en het is dan ook lang
niet gezegd, dat hij uitsluitennd wordt
overgebracht door de groenten, waarvoor
thans verbodsbepalingen zijn uitgevaar
digd. Zou men dus werkelijk een doelma-
tigen afweer van den Coloradokever willen
verkrijgen, dan zou men aldus deze des
kundigen feitelijk alle verkeer, ook met
treinen, auto's enz. moeten stopzetten.
Geven de door Duitschland, Engeland en
Noorwegen genomen mataregelen eener-
zijds geen voldoenden waarborg tegen be
smetting met den Coloradokever, ander
zijds gaan zij volgens het oordeel der des
kundigen te ver en zijn op geheel wille
keurige wijze genomen.
Men acht het althans onbegrijpe
lijk, waarom sla als overbrenger van den
Coloradokever wordt aangemerkt, terwijl
het toch bekend is, dat de kever uitslui
tend aardappeloof vreet. De door Engeland
genomen maatregelen gaan op 1 Juni in
en daarmede is ons land dan onderworpen
aan dezelfde verbodsbepalingen, die sinds
1930 reeds voor Frankrijk en later ook
voor België en Zwitserland golden. Hier
van hadden wij overigens indirect reeds
den weerslag ondervonden. Want in de ge
noemde landen ging men, toen de afzet
mogelijkheden op de Engelsche markt wer
den beperkt, meer voor de eigen markt
werken, met het gevolg dat de Nederland
sche tuinbouwexport voor de betreffende
producten weer minder kans kreeg in deze
landen.
OORLOGSSTOF UIT CHINA.
Een Londensch oogarts heeft een onder
zoek ingesteld naar de herkomst van het
stof, dat ons nu en dan merkbaar, doch
den meesten tijd zonder dat wij er iets van
bespeuren, in de oogen waait en hij is
daarbij tot interessante ontdekkingen ge
komen. Met behulp van gevoelige appara
ten en zeer sterke microscopen slaagde hij
er in te constateeren, dat zich onder het
stof deeltjes bevinden, die deels niet van
aardschen oorsprong zijn, dus afkomstig
zijn van meteoren, deels echter een che
mische samenstelling bezitten, die het zeer
waarschijnlijk maakt, dat zij van een of
ander oorlogstooneel afkomstig zijn. Het
is volgens zijn meening zoo goed als zeker,
dat de in Spanje enkele maanden geleden
en in China op het oogenblik nog steeds
afgeschoten granaten en andere projectie
len stof verwekken, dat door de lucht-
stroomingen op zeer groote hoogten wordt
meegevoerd, om in ver verwijderde landen,
in casu in Europa, neer te komen.
PANIEK OM EEN EILAND.
In Amerika deden sinds eenigen tijd ver
ontrustende berichten de ronde over het
eiland Verde, op 100 mijl ten Zuiden van
Manilla gelegen. Geologen hebben thans een
onderzoek ingesteld naar de juistheid van
deze geruchten en zijn daarbij tot de con
clusie gekomen, dat het eiland in het ge
heel geen kenteekenen van geologische
veranderingen, van welken aard ook, ver
toont.
De Fransche Minister van Bnitenlandsche Zaken Bonnet, de Sovjet-ambassadeur
Maisky en Engelands minister van Buitenlandsche Zaken, die te Genève het pact
van drie hebben voorbereid.
ONZE KAASEXPORT IN GEVAAR.
Eigenlijk hadden wij boven dit artikel
moeten plaatsen: onze kaasexport in nog
grooter gevaar; want de gevaren, waardoor
de uitvoer van dit product zich reeds be
dreigd ziet, zijn op dit oogenblik niet
weinige. Scherpe contingenteeringen in
landen, welke vroeger tot onze grootste
afnemers behoorden, samengaande met de
fabricage van namaak-Nederlandsche kaas
in die landen, zijn wel de grootste hinder
palen op den weg naar den eertijds zoo
belangrijken uitvoer van dit bij uitstek
Nederlandsche product.
Men kent de nieuwe ramp, welke kort
geleden onze kaasexport heeft getroffen:
Amerika heeft besloten tot het heffen van
compensatierechten op onze zuivelproduc
ten, omdat men in de Vereenigde Staten de
meening is toegedaan dat wij ons schuldig
maken aan „dumping", dit wil zeggen dat
wij bij voorbeeld de kaas in Amerika ver-
koopen tegen een prijs, liggende beneden
den eigen kosterijs in Nederland, hetgeen
natuurlijk alleen mogelijk is, wanneer de
regeering de kaasfabrikanten steunt.
Wij hebben gewezen op de noodzaak om
tegen dezen maatregel te protesteeren, daar
deze geacht kan worden inbreuk te maken
op vroeger te dien aanzien met Amerika
gesloten overeenkomsten. Tot een derge
lijk protest is onze regeering dan ook in
derdaad overgegaan. Zij heeft daarmede in
zekeren zin een matig succes behaald, in
den vorm van een kleine, door de Ver
eenigde Staten gedane concessie.
Deze concessie bestaat hierin, dat be
doeld compensatierecht niet meer zal wor
den geheven van zuivelproducten, die
rechtstreeks uit Nederland worden inge
voerd en waarbij een verklaring wordt
overlegd, dat de Nederlandsche regeering
geen premie verstrekt op den uitvoer van
zuivelproducten naar Amerika.
Wij vreezen echter, dat er op die wijze
weinig is bereikt en dat onze uitvoer er
weinig of in het geheel geen gunstigen
terugslag van zal ondervinden. Er zijn zelfs
zakenlieden die voorspellen dat de uitvoer
er eer nadeel dan voordeel bij zal hebben.
Zij verdedigen hun meening met er op
te wijzen dat men tot dusvere op indirecte
wijze onze producten in Amerika jcon in
voeren, door dit bij voorbeeld via Enge
land te doen. Zoodoende verviel de ver
plichting om er het compensatierecht op te
betalen. Daaraan zai nu echter wel een
einde komen door strenger toezicht.
Welke landen blijven er dus nu nog over,
die voor vrijwel ongehinderden invoer van
Nederlandsche kaas in belangrijke hoeveel
heden in aanmerking komen? Niet anders
dan Engeland en België. En wat dit laatste
land betreft, ziet de toesand er ook niet
zoo rooskleurig uit, want in het begin van
dit jaar heeft men daar bepaalde maat
regelen getroffen, waardoor een soort stel
sel van invoervergunningen is ontstaan,
naar het heet om een einde te maken aan
ongewenschte toestanden bij den invoer
en den verkoop.
Het bestaan van zekere wantoestanden
op dat gebied kan inderdaad niet worden
ontkend, doch het is de vraag, of men
daaraan niet op andere wijze den kop had
kunnen indrukken dan door het kiezen van
den thans ingeslagen weg, die de vrees
wettigt dat de invoer er den beperkenden
invloed van zal gaan ondervinden. Dit te
meer, daar men tegelijkertijd in België de
binnenlandsche productie van kaas aan
moedigt. Dit laatste is trouwens ook in En-
brekende levensmiddelen komen uit
Mantsjoekwo.
In Formosa, Kwantoeng en Korea ging
Japan reeds voor den wereldoorlog over
tot de exploitatie van kolen- en ijzermij
nen. Na den wereldoorlog stelde de hoog
ontwikkelde industrie nieuwe enorme
eischen. De verovering van Mantsjoekwo
bracht Japan nieuwe kolen- en ijzervoor-
raden, die overigens niet groot genoeg zijn
om de behoeften van het moederland to
dekken. De kolonisatie van Mantsjoekwo
is een mislukking gebleken; de Japanners
konden aan het klimaat niet wennen.
De huidige strijd in China gaat om af
zetgebieden en grondstoffen. Ruimte voot
zijn bevolkingsoverschot kan Japan in hel
dichtbevolkte China (450 millioen inwo
ners) echter niet vinden. Men maakt er in
Japan geen geheim van, dat men bij hel
zoeken naar koloniale gebieden naar hel
zuiden kijkt, waar de Japanner gemakke
lijk kan aarden. Bovendien lokken ooh
daar vele grondstoffen: de Philippijnen mei
hun vele ertsen, ons Indië met zijn petro
leum en tin.
Als groot kolonisatiegebied lokt dt
Japanners verder het groote Australië, dal
bovendien Japans grootste wolleveran
cier is
Het Japansche gevaar is op het oogen
blik veel reëeler dan eenige jaren geleden
Reeds staan de Japs in Zuid-China, steeds
meer schuiven zij hun bases in de richting
van onze koloniën. Onder deze omstandig
heden is inderdaad geen offer voor de de
fensie te groot
PICCARD IN EEN GLAZEN KOGEL
Professor Piccard, die nog steeds zijn
tocht naar de diepte van den oceaan, waar
voor veel belangstelling bestaat, aan '1
voorbereiden is, heeft thans besloten eet
glazen kogel te construeeren. Volgens zijt
berekeningen kan het glas een druk vat
1500 atmosfeeren weerstaan, hetgeen be-
teekent, dat de kogel een diepte van 15.00C
meter kan bereiken.
Dit bericht mag misschien verwonderen,
doch een feit is het, dat de moderne tech
niek de weerstand van het glas zoodanig
heeft weten te verhoogen, dat men het vooi
de meest uiteenloopende doeleinden kat
gebruiken. Zoo b.v. fabriceert Amerika
glas. dat „kogelproof" is en men kent zelfs
„veiligheidsglas", dat voor autobanden
wordt gebruikt. In elk geval zijn volgens
den heer Piccard de waarnemingsmogelijk
heden in de diepzee in een glazen kogel
gunstiger dan in een stalen kogel mei
vensters.
„MISS EIFELTOREN" GEZOCHT.
Zooals bekend viert de Fransche hoofd
stad dit jaar het gouden jubileum van dei
Eifeltoren. Reeds lang is een feestcommis
sie gevormd en deze commissie heeft ei
zich het hoofd over gebroken hoe men d«
Parijzenaars en de vreemdelingen, die de
hoofdstad des lands bij die gelegenheid
zullen bezoeken, het best amuseeren kan.
Tenslotte kreeg een der commissieleden
een lumineus idee dat algemeen bijval
vond. Men zal te Parijs een „Miss Eifel
toren" benoemen een variatie dus op d*
verkiezing van een schoonheidskoningin,
welke nog altijd elk jaar in Frankrijk
plaats vindt. De dames, die willen dingen
naar den titel van „Mademoiselle Tour
Eifel" zullen een lengte van minstens 1.80
moeten hebben. Dit waarschijnlijk om de
lengte van den toren een beetje nabij t<
komen.
CORDELL HULL.
In Amerika woedt op het oogen
blik een strijd om de z.g. neutrali-
teitswet. Men wil en maakt daar
ook geen geheim van deze aan
passen aan de behoeften van de
Europeesche democratiën. Zoo juist
heeft Huil nu een aantal wijzigingen
voorgesteld, waarvan de belangrijk
ste voorziet in een afschaffing van
het wapenembargo. Het blijft intus
schen nog de vraag, of het Congres
zich met deze wijzigingen zal ver
eenigen. Wel is de groep der isola-
tionisten in de laatste jaren afge
brokkeld, maar zij is toch nog zeer
machtig. Anderzijds zullen de leiders
van het land alles in het werk stellen
om de door hen gewenschte herzie
ning van de neutraliteitswet tot stand
te brengen. Want Roosevelt en Huil
meenen, dat het voor Amerika op
den duur toch niet mogelijk zal zijn,
terzijde van de groote conflicten te
staan. Huil, op het oogenblik een
rustige twee-en-zestiger, die de ge-
heele buitenlandsche politiek van de
V.S. in handen houdt, noemde nog
dezer dagen in een redevoering te
Chicago de isolatiepolitiek voot de
Vereenigde staten een rampspoedige
illusie. Huil waarschuwde er de
Amerikanen voor, dat, als men de
isolatie tot haar uiterste consequen
tie zou willen voeren, dit een wijzi
ging van het nationale leven zou
noodig maken op een dergelijke
schaal, dat op vrijwel ieder gebied
reglementeering onvermijdelijk zou
zijn. Intusschen winnen de inzichten
van Roosevelt en Huil. naar men uit
de Amerikaansche bladen kan op
maken, dagelijks veld. En zoo wordt
Amerika tot een factor, waarmede
men in Europa terdege rekening zal
moeten houden.
geland het geval.
Neen bemoedigend zijn de vooruit
zichten niet voor onzen kaasexport.
WAAROP NEDERLAND IN HET VERRE
OOSTEN BEDACHT MOET ZIJN.
Terwijl men in Nederland nog beraad
slaagt of men al dan niet tot den bouw
van slagkruisers zal overgaan, schijnt men
daaromtrent in Engeland reeds zekerheid
te hebben. Kondigde niet dezer dagen een
der grootste Londensche bladen als een
vaststaand feit den bouw van drie of vier
groote oorlogsbodems door Nederland aan?
caHivfcn /ut (ic.
JA P KEIZERRIJK 150 MIL
Men is aan de overzijde van de Noordzee
wel eens wat voorbarig. Maar zooals al
gezegd, inderdaad houdt onze regeenng zich
bezig met een uitbreiding van onze vloot,
die, gezien de omstandigheden in het Verre
Oosten, ook hoog noodig is. Zeker, de bouw
van slagschepen is een kostbare aange
legenheid en voor vele kleine volken zelfs
een onmogelijk iets. Maar een ieder, die
weet, wat er in Indië op het spel staat, zal
moeten toegeven, dat hier niet voor offers
mag worden teruggedeinsd.
Beschouwen wij de situatie in het Verre
Oosten eens wat nader Japans minister-
preident Hiranoema heeft als Japans
doeleinden in den strijd om China genoemd
de vestiging van Japansche ondernemingen
in het Hemelsche Rijk en de versterking
van het imperium. Daarnaast gelooft Japan
dan nog een „Aziatische zending" te heb
ben. „Azië voor de Aziaten" is de leuze
van Tokio en men denkt daarbij natuurlijk:
onder Japansche leiding. Wil het zijn „zen
ding" vervullen, dan moet het zijn impe
rium vergrooten. Het moet koloniale ge
bieden veroveren en voor zijn industrie
grondstoffen en markten ontsluiten. Japan
gaat gebukt onder een enorme overbevol
king (1167 menschen op een vierkanten
kilometer), terwijl de bodem van het
Japansche moederland arm is. Grondstof
fen ontbreken zoo goed als geheel en on
danks de enorm ontwikkelde visscherij kan
hot inr-a rieh ik i o«r}«n De ont-