Paradesoldaten in Denemarken De Noren sfaan
op hun post aan de Poolzee - Wederom dienst
plicht in Zweden
Het Finsche leger de wachter in het Oosten
D1
Leonardo da Vinei,
mensch en kunstenaar
I tegen de Pruisen en de Oostenrijkers in 1864. Hei
|E Denen leven in 'iet benijdenswaar
dige bewustzijn dat er eigenlijk
iberhaupt geen vijand van hen bestaat;
jcr>n rijk dus, dat over het een of andere
ai "bleem taal met de wapens zou willen
spreken. In hun oogen is oorlog met eenige
nabuurstaat eenvoudig een absurde ge-
iachle. Er zijn geen problemen, die wrij-
og kunnen veroorzal n; een gewapend
'iet wouden de Denen voor uitgesloten.
Jie gedachte wordt in "beren zin nog
•rsteund door het niet-aanvalspact, dat
jmar-ken kort geleden feékendê met
uitschland.
Het is dan ook zeer begrijpelijk dat met
jen dergelyken stand van zaken de Denen
ri het soldaat zijn weinig bevrediging vin-
icn. Men spant zich niet gaarne in voor
jen zaak, die geen perspectieven biedt. Zoo
is het ook gesteld met de Deensche onder
danen. Waartoe zou men 's konings
dragen, aldus hun bewering, wanneer
praciisch uitgesloten mag worden gr h
dat het militaire apparaat van het lano
ir. werking zal treden? De Deensche weer
macht werd dan ook na den wereldoorlog,
waarin zij gefungeerd had als een gewapen
de neutraliteitswacht, zoo grondig gedeci
meerd, dat het eigenlijk nog slechts een
gioote politietroep was. Eerst thans leggen
de autoriteiten in Denemarken weer be-
ngstelling aan den dag gevolg van den
->annen internationalen toestand voor
'erke weermacht. Men kan tenslotte
jtenzegt ook de voorzichtige,
■e Deen.
•e Denen, paradesoldaten.
des konings dienen
Het ziin allen uit-
sche eerschappen, die'
i -n vn.v-de boerenhoeven, die
1 van Koning Christiaan mo-
v Het lijf regiment bestaat
n dag. Tegenwoordig
dat vroeger het geval
grenadiers de hooge
net de van het hel
iden, met den don-
met de over de
witte bandeliers en
r gestreepte panta-
al is een prachtig parade-
mneer de wacht voor het
..oorg in Kopenhagen aan-
i s het voor dingen®, die graag
-rtoon ziet, een hec.lijk schouw-
maar het neemt niet '.'eg dat het
en aan een gekiemd prentje uit
logen jaren.... Nc:n, men kan
liet zeggen, dat Öenemarken er
j ilitaire lauweren - oogsten.
•in oren? Hun weerma M heeft zelfs
''Of >ii. deu vuurdoop ondergaan. Wat
is hü' da i .ier niet ontzettend veel be
spaard ge' - eMaar ook in Oslo kan
m;-ii een pi i ge parade zien van de gar-
- slechts aan de lijfwacht,
e wijze marcheert naar
:.vl slot van i-on Haakon, de blondge-
e»: ii.i.'iigti et hun blauwe oogen
uit Moo'l hooggebergte met hun uit-
köl akken waarop de golvende
é- d loten. Het soldatemnaie-
"i- in dii giand is niet-slecht.
h- cle vcrden- eermacht0 Daarvoor
heeft i niet culeen krachti c mannen
noodig. En de Noor is over h - meen
geen soldcu. u hart en nierei. et volk
lieeft trouwens in zijn geheet
voor re.r.i Finland, dat heel wat energie en bloed heeft ver-
1 en tengevolge van den vrijheidsoorlog, die na een uit-
p Vi .Uljd van 19171319 eindelijk leidde tot het
zelfstandige Finland.
langstelling voor politieke zaken. Maar
wanneer het er om mocht gaan het vader
land te verdedigen, is de Noorsche soldaat
ongetwijfeld lang niet de slechtste. Dat men
oh met het oog op het afslaan van aan
vallen jaren en jaren van tevoren moet
wapenen, dat is het volk dei' Noren niet
recht duidelijk. waarschijnlijk omdat zij
nog nooit met de harde realiteit hebben
kennisgemaakt.
De eenig denkbare tegenstander vani
wegen staat in het Noord-Oosten. Dat
-ar: el ijk Sovjet Rusland, een rijk van
:xKs militaire mogelijkheden wij, Chinee-
•n va» Europa, geen duidelijk beeld heb
ber.. omdat getallen en feiten ontbreken,
v een militaire macht, waarmede naar
alle waarschijnlijkheid toch geducht gere
kend moet worden. Het zou ook niet onmo
gelijk zijn wanneer de
geruchten dat d® Sov
jet verlangende blikken
werpt op de Noordelij
ke Hav®'1 van Noor
wegen, nvv van allen
grond kblo l zijn.
Maar de Noren zijn
vooral aan deze kust
strook lam - de Pool zee
goed op hun post. Het
rijk doet daar voor de
verste: icing van de kust
strook cn de havens
mei 1 dan in Zuidelij-
kei -'Heken. Hier zijn
hei en paradesolda
ten, <ke als kijkspel voor
de zomergasten uit an
dere landen fungeefen.
In het hooge Noorden
overheerscht het doel
matige jagersgroen van
het oovlogsveldtenue
Hier ziet het er naar
uit of het ernst is.
Ongetwijfeld is de
Zweed van nature geen
slechter krijgsman dan
Deen of Noor, maar hij
draagt den rok des ko
nings ook evenmin gaar
ne als zijn verwante
Noordelijke broeders.
Ook in Stockholm
houdt men op zijn tijd, evenals in Oslo en
Kopenhagen van parades. Natuurlijk, het
zijn de graag geziene „vredesuniformen"
van „Svea" en „Göta-Livgarde", die het
hart van alle soldatenvrienden sneller doen
kloppen.
Ook' de Zweden hebben hun krijsmacht,
<b in den oorlog toch nog zeer aanzienlijk
was natuurlijk ook als „neutraliteits-
macht" in de laatste twintig jaar sterk
gereduceerd. Maar de Zweden zullen niet
ongestoord in vrede en rust kunnen leven,
wanneer den Oosterbuur anders mocht be
hagen. De afgeloopen weken is betrekke
lijk veel geschreven over de Aalands-eilan-
den, gelegen op de grens van Botnische
Golf en Oostzee. Dat Zweden in deze dagen
- met Finland - zoo, krachtig aandringt op
herziening van de Volkenbondsconventie
an 1921, is reeds een duidelijk bewijs dat
Zweden hier een groot gevaar ziet in een
eventueel conflict. Deze archipel'j^ormt de
brug tusschen Finland en Zweden en mocht
V -i ..land imperialistische neigingen hebben
a opzichte van Scandinavië, dan zouden
deze eilanden ongetwijfeld een groote rol
spelen. Zweden heeft daarom in de laat
ste jaren zich genoodzaakt gezien zijn mi
litair apparaat op hooger peil te brengen,
dan tot dusverre het geval was. De jonge
Zweden moeten nu allen zonder uitzonde
ring onder dienst en zij, die niet gediend
hebben, worden alsnog opgeroepen. Zij we
ten evenals Denen en Noren met en voor
welk doel.
Sedert eeuwen heeft men in Scandinavië
front moeten maken tegen de macht in het
Oosten. Natuurlijk tusschen Scandinavië en
Wie komen daar aan? Figuren uit een histo
v>i de slo.tutacht
rischen optocht? Neen! Hei zija de soldai
in Stockholm.
Dit zijn allerminst paradesoldaten. Zij ma
ken deel uit van de Noorsche grenswachten
en dragen sobere uniformen.
Rusland ligt als bumperstaat, Fihland ge
reed om den eersten stoot op te vangen,
maar het is te bezien hoe lang de Finnen
het hoofd zouden kunnen bieden tegen de
Russische overmacht.
De Fin een uitgtekend soldaat.
De Fin is heel anders. Van oudsher is hij
een uitstekend krijgsman en is over het al
gemeen graag soldaat voor zijn vrije vader
land. Dikwijls spreekt men over hen als de
„Pruisen van het Noorden". En deze ver
gelijking is niet geheel uit de lucht gegre
pen, want de Pruisen hebben bij den op
bouw van de nieuwe Finsche weermacht
een levendig aandeel gehad, immers een
groot aantal Finsche officieren hebben hun
vorming tijdens den wereldoorlog in
Duitschland gehad. Toen Finland nog deel
uitmaakte van Zweden, wonnen deze hun
belangrijke veldslagen voor een belangrijk
deel, dank zij de uitstekende Finsche con
tingenten. Wie heeft nooit gehoord van de
beroemd geworden „Finsche ruiters", uit
den Dertigjarigen oorlog! Gustav Adolf
zette de Finsche regimenten altijd op de
belangrijkste punten.
Thans staat Finland geheel alleen tegen
over het onberekenbare Russische gevaar.
Het is al hot Rusland ten tijde van den
Witten Cs. c, dö eenig denkbare tegen
stander. Mo.-. 1 n ook de gevaarlijkste.
De oude, verborgen gebleven
wensoh van Ru .and om aan de Oostzee
kust en aan de-. Noco ielijken Atlantischen
Oceaan te kornetsWt Finland in den weg.
Zij zullen zich hel eerst teweer moeten
stellen; volgens de meening van de Noren
en Zweden is Finland nu eenmaal „het na
tuurlijke voorterrein van de Noordelijke
vesting". De Finnen begrijpen hun positie
uitstekend en rusten zich daarom in deze
dagen zoo goed mogelijk uit.
Hun wil is onverzettelijk; zij zullen, in
dien noodig, hun vrijheid zoo duur moge
lijk- verkoopen. In dat opzicht moet men
ïozen jongen krachtigen staat bewonderen.
Hier kept men .geen kleurige uniformen,
we -^en lust voor het ooi? zijn- In dit land
Soldaten van het Noorsche garde-bataljon.
Ter gelegenheid van de groote Leonardo da
Vinei-tentoonstelling in ?.lilaan.
Leonardo da Vinei was werkelijk een
menschelijk wonder. In zijn persoon was het
wonderbaarlijke van het werkelijke en het
bovenaardsche, het Goddelijke vereenigd.
En de zichtbare en ook onzichtbare glans
van zijn persoonlijkheid was zoo sterk, dat
men van nabij evenals van verre steeds be
schouwd heeft als een bovennatuurlijk we
zen. Op alle gebieden zijn er in de heele we
reld altijd menschen geweest, die door bij
zondere talenten of kwaliteiten de aan
dacht op zich vestigden. Maar geen van
hen heeft een zoo merkwaardig leven - zoo
wel innerlijk als uiterlijk geleid als Leo
nardo; geen ander speelde het klaar om, als
hij het leven te maken lot een synthese van
werkelijkheid en mysterie.
Leonardo was schoon en krachtig. Hij
was een goed verteller, een musicus en
zong dat het een genot was naar hem te
luisteren. Hij was een voortreffelijk schil
der en een vruchtbaar beeldhouwer, boven
dien een begaafd schrijver, een zeer orig;
neel filosoof, dichter, wiskundige, man van
wetenschap en uitvinder. En toch kan men
ondanks de verscheidenheid der gebieden
allerminst zeggen, dat hij zijn studies op
pervlakkig maakte. Neen, op welk terrein
hij zich ook bewoog, altijd arbeidde hij in de
diepte en hij was niet tevreden wanneer zijn
werkzaamheid niet werkelijk resultaten op
leverde.
laden, door vorsten en koningen verwend
werd, was hij uit den grond der zaak eer-
eenzaam mensch. De met gepeins doorge
brachte eenzame uren stelden hem in staat
in zijn geest de geheele wereld te bezitten
In de belangrijke dialoog over zijn leven,
die hij dagelijks met de grootste nauwge
zetheid neerschreef en waarin hij met een
denkbeeldige figuur die intusschen nie
mand anders was dan hijzelf van ge
dachten wisselt, wordt duidelijk hoe hij,
juist door zichzelf terug te trekken, de ge
heele wereld binnen zijn bevattingsvermo
gen bracht. Hij heeft ons in dit opzicht een
testament nagelaten van onschatbare waar
de, toen hij tot de menschen zeide: „Wan
neer gij alle'en bent, zuLt gij geheel u zelf
zijn.
Onder zijn penseel ontstaan de „Heilig
Hieronimus", de „Verkondiging van Mar''
de „Aanbidding der Koningen", de
donna in de rotsspleet" het „Avondmaa.
natuurlijk de beroemde „Mona Lisa" ooh
wel „Glimlach van Gioconda" genoemd
Velen meenen de zoogezegde zinnelijke en
anatomische betoovering van de beroemde
Gioconda te hebben ontdekt. Het zal alt? -
interessant zijn aan te halen wat Va?
dien men als een tijdgenoot van Leone
beschouwen kan over dit portret schret
„Wie zien wilde hoever de kunst vermoei
de natuur na te bootsen, die kon dat waai
nemen aan deze beeltenis. Alle kleinighe
den waren daarin tot in de kleinste detailf
afgebeeld. De oogen hadden den glans var
levende oogen; daaromheen ontdekt me.
de rood-blauwige ringen en wimpers, zooal:
slechts het fijnste penseel dat kon schilde
ren. Bij de wenkbrauwen kan men zien
waar het haar dioht, waar het haar minde:
dicht geplant is, men kan als het ware zien
K t uemde. maar helaas verkleurende „Heilige Avondmaal" van Leonardo da Vin
ei. Wandbeschildering in üe Milaneesche kerk Maria dell Grazie.
Men zegt dat zich in de hersens van ieder
mensch min of meer bestemde talenten of
kwaliteiten ontwikkelen, maar het brein
van Leonardo moet ongetwijfeld een op-
eenhooping van alle mogelijke talenten ge
weest zijn. Hij was inderdaad een uitzon
derlijk groot man en men zou ten minste
honderd groote geesten noodig hebben om
zijn geheele oeuvre te bestudeeren, te doo. -
gronden en te toegrijpen. Dat is het wonder, I
cn dat is de onvergelijkelijke gestalie van I
Leonardo da Vinei.
Meer dan vier eeuwen lang heeft men j
reeds de kunst en de wetenschap van Leo
nardo bestudeerd. En nog altijd kan men
niet beweren, dat men het een of ander ge
deelte geheel doorgrond heeft. Altijd weer
staan wij tegenover het wonder van Leo
nardo, dat niet te begrijpen is, want de
vlucht van zijn gedachten was onbegrensd;
vele verheven dingen en verbluffende on
derzoekingen, waaraan hij begonnen is, zyn
heden ten dage nog niet geneel doorge
voerd. Zijn genie doet denken aan de zon,
die uit het oneindige is ontstaan en ten-
slot ie tot die oneindigheid zal terugkeeren.
i schoon Leonardo dopr het volk veraf-
goou werd, door den adel met vleierij over-
waar het haar uit de poriën naar buiten
komt en zich welven, zooals het eigenlijk
alleen in werkelijkheid mogelijk is. Van de
neus waren de openingen rose en zacht zoo
w mogelijk uitgebeeld, de mond had,
waar de lippen zich sluiten en waar het
rood zich vereenigt met de kleur van hef
zicht, een volkomenheid, die der be-
houwer niet als geschilderd, maar als bc-
slaande uit vleesch en bloed voorkomt. Wie
don half^met aandacht bekijkt, zou denken
i den hartslag van het bloed in de
heren ziet." En de criticu" van de zestien-
- euw besluit dit geniale onderzoek met
oê omernelijke woorden: „Dit schilderij i?
uitgevoerd op een wijze, die eiken kunst
naar zou doen beven." Werk van een door
God begenadigd mensch
Op de tentoonstelling te Milaan kan men
een onvergelijkelijken indruk krijgen van
Leonardo's imposante oeuvre. Op één ding
willen wij hier speciaal wijzen, n.1. op de
belar 'erlandsche inzending van
een collectie 1'<4 s van den Nederlandschen
Leonardo ken.' «n vereerder, den heer
Prakke, voer.v ellende gobelinontwerpen,
die op goede gronden aan dit goddelijke ge
nie worden toegeschreven.
1 leiding:
Vrouwe Fortuna heeft het tot dusverre goed voorgehad
C- Noordelijke Staten: Noorwegen, Zweden en Dene«
m- Zij hebben sedert geruimen tijd geen oorlog meeï
Lu_ n te voeren. Voor het laatst vochten de Denen onge-
overheerscht liet muisgrijs va-n de beroeps
soldaten rn het donkere bruin van de vrij
willige militie en het blauw van de marine.
En ook <>'e beste troep „Balkoinen Kaart-
ti" (de 'Vitte Garde) draagt slechts een
veldunifoii i, zooam in de jaren vaji,den
Vrijheidsoorlog, waarin dit regiment ge
vormd werd en tegelijk zijn bloedige» vuur
doop ontving. Ja.... aan de Finsch-Russi-
sche grens is het ernst helaas! Daar leeft
men in angstige spanning, maar ook steeds
gereed den eersten slag te pareer en.
Grenadiers van t<rde van Honing r
Christiaan van Denemarken. Zij dragen be-
omutsen, zooals 150 jaar geleden reeds
gewoon was.
Ibt var Noorwegen is tot 1814 ten nauwste verbonden ge
weest met dat van Denemarken en§ tot 1905 met dat van
Zweden. Eerst sedertdien is het een zelfstandig konink-
rijk. De Zweden waren voor het laatst op oorlogspad in
18^3 en 1809 en wel met oe Kussen. Anders stond het ei