Op het laatste oogenblik trad de dood terug Bange uren op het einde des levens Uit de prille jeugd van de Onderzeeboot Wilhelm Bauer, een miskend genie, stierf in vergetelheid maar !>e brantlduiker van Wilhelm Bauer op den bodem der zee. Men ziet hier het inwen. Jige van het vaartuig, dat voor dien tijd een sensatie beteekende. Zooals men op- nerkt, wordt het toestel aangedreven door een traprad. In ieder geval was Bauer net zijn constructie op den juisten weg. Ongetwijfeld was het succes niet zoo lang n'terebleven, wanneer de oplossing van het probleem der onderwateraandrijving en de snel werkende pomden eerder waren gevonden. was door het lanceeren van het bericht dat er proeven genomen werden met een soort onderzeeboot. Enkele dagen geleden had de vloot in allerijl des nachts den aftocht geblazen. Daar komt, deels met gejubel, deels met ironisch geklap ontvangen, een jonge man aan met diepe rimpels in zijn jong gezicht. Hij begroet de heeren op een trotsche wijze, alsof hij geen onderofficier zou zijn, admiraal. Tv/ee oudere mannen begeleiden hem, handwerklieden. De eene is timmer man Witt, geweldig forsch en lachend met zijn dubbele rjj witte tanden, de andere is smid Thomsen, die zeer bleek is en er eigenlijk heelemaal niet uitziet als een smid. Wilhelm Bauer klautert naar bene den in zijn brandduiker, neemt de deksel van zwaar glas aan de voorzijde weg, dat als een reuzenoog een cirkelvormig gat af sluit en kruipt in het schip. Nog eenmaal kijkt hij rond zich. Boven valt door een glasruit zwak het licht van den winterdag naar binnen. Hij kan alles heel goed zien, in de buik van den „Zeeduivel." REEDS in het vroege morgenuur had den zich bij de haven van Kiel dui zenden menschen verzameld. Een lensatie, zooals men nog nooit aanschouwd ted, was de oorzaak van deze enorme be langstelling. Esnige kleine booten, bezet net officieren, geleerden en ingenieurs voe ren opgewonden heen en weer, nog steeds twamen er meer menschen opdagen. Men aad de proefneming geheim willen houden, maar nog steeds kwamen meer menschen lp de kaden aan. Men wist het en er werd llgemeen gesproken over den gekken Wil helm Bauer. Het betrof een onderofficier zan de artillerie, die neden op den eersten februari nadat vele proefvaarten gelukt lira ren in allen ernst een poging wagen om r,iet zijn brandduiker, dien hij „Zeeduivel" I edoopt had, naar den bodem van de zee te duiken en onder water heen en weer te Paren. Overal was het 't gesprek van den iag en langs de kaden had men het begrij pelijkerwijze over niets anders. Sommigen wisten te vertellen dat Bauer perst negenentwintig jaar oud was, anderen ilat hij meubelmakersleerling geweest was. ft eer anderen vertelden dat hij de id.ee voor een onder water varend schip gekre gen had bij de bestorming van de Düppe- ler scnansen en later nog dat hij in Jut land een zeehond uit de golven had zien i .-duiken. Een vrouw vertelde met betraan de oogen, dat de vrouw van Bauer haar verteld had, dat deze gisteren zijn testa ment gemaakt had en afscheidsbrieven ge schreven nad geen wonder dacht men rJgemeen, hel was iets ongehoords om met ran ijzeren schip onder water te duiken. Dat was spelen met den dood. Maar op de vaartuigen, die heen en weer «roeren door de haven van Kiel, had men ivel andere dingen te bespreken. Sommigen haalden nog eens de voorgeschiedenis van ileze vaart op. Met niets was Bauer begon nen. Hij had een model gemaakt, dat aan gedreven werd door een uurwerk. Dit kon in het water duiken en kwam weer boven. Pe marinecommissie had toen op grond van liet feit, dat hij er dertig daalders voor had noeten leenen, van hem geëischt dat hij iet model aan haar zou afstaan, maar Bauer vas daar niet op ingegaan en eindelijk toen uen er mede dreigde dat hij gedegradeerd jou worden, met een hamer het kunstig ituk werk plat geslagen en het daarna als ten brief verstuurd. Het gevolg was dat hij overgeplaatst werd, maar z'n generaal dacht er blijkbaar anders over, want deze oegon onder zijn kennissen geld te verza- nelen voor Bauer. Zoo was dan eindelijk le brandduiker tot stand gekomen, die lat wisten niet alleen de officieren daar- oe zou dienen om de vijandige en wel de jeensche schepen van brandbommen te roorzicn en deze door galvanischen stroom ©t ontbranding te brengen. Een zekere professor Christiansen maak. e zoo juist de opmerking tegen een hoogen r.arineofficier, dat de boot geheel volgens Ie opgave van Bauer gebouwd was. Men lad de platen dunner gemaakt en de cy- inders voor het opnemen van waterballast weggelaten, zoodat het water, wanneer de loot ging zinken, direct in het kielruim pp stroomen. Overigens had men met den )Ouw zooveel mogelijk voortgemaakt om le Denen zoo spoedig mogelijk uit Kiel te runnen verjagen, wat en hierbij moesten üle autoriteiten lachen reeds geschied Bauer staat naast de manometer en stuurt het schip naar een punt in de haven, dat van te voren is vastgesteld. Hier is het ongeveer vijftig voet diep en kan hij uit stekend duiken. Het schip staat dan stil en zij kunnen zinken. En met niet ge heel rustige hand draait hij de waterkraan open. Sissend loopt het water naar binnen en loopt in het kielruim. Terstond begint de boot te zinken. Maar om godswil, wat is dat? Het schip zinkt niet loodrecht, maar met het luik en den kop naar boven. Het ach terdeel zinkt veel sneller. In het staartein- de heeft men 150 pond ballast laten liggen. En reeds stroomt ook hc-t naar binnen spui tende water naar het achtereinde. Steeds verheft zich de boeg van den zee duivel uit het water en staat nu bijna lood recht. IJzeren onderdeelen kraken, het wa ter stroomt over de drie radelooze mannen heen, die in vertwijfeling trachten de bal last naar voren te sleepen. En het heeft geen zin meer de kraan dicht te draaien. De manometer wijst aan 28, 29, 30 voet. De glazen toegang is door het scheef staan wat gaan lekken en ook daar begint lang zaam 't water binnen te dringen. Het schip zinkt en zinkt. Men ijlt naar de pompen, om het water er weer uit te persen. Maar alles tevergeefs. Een door Wilhelm Bauer geconstrueerde duikklok voor werk onder water. Hij was met zijn geest den tijd ver vooruit. Want eerst tegenwoordig is men erin geslaagd zijn plannen, zij het ook in ietwat anderen vorm, te verwezenlijken. In hot midden staat het groote stuurrad, waardoor de schroef aan het einde van de staart in beweging gezet wordt. Dan inspec teert hij de beide waterpompen, die voor het stijgen en dalen van de boot het wa ter in en uit moeten pompen. Daar zijn de manometers en de thermometer. Ballast voor een -gewicht van 11.000 kilogram is aanwezig. Deze wordt versjouv/d naar het kielruim dan is alles in orde. Bleek, maar met een zeer vastberaden blik komt hij weer aan land. Wij kunnen van leer trekken, mijne heeren. Hij kijkt op zijn horloge, klokslag negen. De beide handwerklieden nemen afscheid van fami lie en kennissen, Bauer drukt de officieren en geleerden de hand. Dan klimmen de drie mannen in het schip, dat terstond van de kade wordt losgemaakt en de schroef begint te draaien langzaam vaart het de haven uit. öi.-u in steenkoolmijnen gebeuren veel ongelukken- en wordt dikwijls door de man- jcttappcn bovegi den grond heldenmoed getoond om de makkers, die op enkele hon- torden meters opgesloten zitten, te redden. De reddingscolonne gaat de gang binnen. Wie kan duizend pond water heffen? DAT alles is geschied in vijftig secon den. Bauer heeft zijn rust herkregen, en kijkt op zijn horloge en op de ma nometer. De Zeeduivel is op den grond ge zonken. Bauer zegt: „Wanneer het apparaat nu niet breekt, kunnen wij ons wellicht nog redden!" Thomson en Witt zien hem aan als dwa zen, redden? En daar komt de stoot, niet al te hard. De bodem moet zanderig zijn, nu ligt de boot horizontaal, op ongeveer achttien meter diepte. Bevend wacht Bauer op de catastrofe, die nu komen moet. Ruim vijf duizend pond drukt op het schip. Zul len de dunne ijzeren platen het weerstaan? Nog een stoot. Daarop hoorden wij een krakend en zagend geluid", aldus vertelde Bauer het later. Op het zelfde oogenblik wordt de linker zijwand tegen den stuur- brug aangeperst. De balken, die van ijzer hard eikenhout waren, splinterden als luci fers. De voorwand wordt eveneens inge drukt. Maar behalve dat indringende water bij het luik, is het schip nog steeds herme tisch. De mannen zien elkaar aan onbe grijpelijk. Zij leven. Dan zegt Bauer: „Wanneer de wand daar boven stuk breekt, zijn wij verloren. Wan neer dat niet het geval is, dan kunnen wij ons door de toegang met gecomprimeerde lucht redden." Thomsen en Witt zien hem aan, zonder benul en storten zich op de pompen, hoewel hij hen dringend verzoekt dat niet te doen. Hij weet precies wat hij wil. Het is onmogelijk de klep ook maar een duim breed te verzetten wie zou ook in staat zyn om vijf duizend pond wa ter te heffen. Dat zal alleen dan mogelijk zijn, wanneer de tegendruk opgeheven wordt. Met eiken slag van de pomp wordt die mogelijkheid minder groot. Eindelijk geven de mannen, die doodmoe tot hun middel in het water staan het op en gaan op een droog gebleven plek zitten. „Wat moeten wij doen?" vragen zij ver twijfeld. „Wij moeten zorgen dat we uit dat luik komen", is het eenige antwoord. Hij denkt eens scherp na. Dan weet hij het. De druk van binnen moet grooter worden. Dus er moet water toegelaten worden. En wel zooveel tot men het luik zal kunnen openen. Hij springt toe en opent den water- Een andere uitvinding van Wilhelm Bauer: een onderzeekabelstati on. De uitvindingen van Bauer waren geen utopieën, alleen met de middelen waar over men toentertijd be schikte was het niet mogelijk ze te verwe zenlijken. En zoo kan men ook begrijpen, dat de uitvinder geen suc ces had, ondanks zijn onmiskenbare talenten. kraan. Brullend staan de beide kerels op. „Wilt u ons bijgeval als ratten verdrin ken?" Met een mes willen zij hem te lijf gaan. Hij is genoodzaakt de kraan weer te sluiten. Deze menschen begrijpen het toch niet. Dan dus maar weer wachten. De lucht wordt zwaar en het ademen wordt steeds moeilijker. Dan springt Thomsen op en wijst naar het glazen dak. Een kabel, een kabel. Nu zien zij ook de schaduwen van schepen boven hen. Men zal hen redden, ophijschen. Maar dat is onmogelijk bedenkt Bauer; dan is de lucht reeds lang opge bruikt. Dus moet alles versneld worden. Hij klopt met een stuk ijzer tegen den wand. Er is contact met de buitenwereld. Er is maar een mogelijkheid om zich te redden. Weer komt iets naar beneden. Een JSSke^.Pe ^beide, jnannea lubden. Bauer bel om de boot heengeslagen wordt en het dan is alles verloren. Verbijs- met de anderen toe, ook al geldt zijn verbijstering iets heel anders. Een anker ratelt naar beneden. Precies op het glas van het luik. Allen sidderen. Wan neer dat kapotgeslagen wordt, zijn ze red deloos verloren en zullen binnen tien mi nuten verdrinken. Het anker, wordt opge trokken en weer neergelaten. Het krijgt geen vat op het schip. Na een derde maal geeft men deze poging op. Beneden her ademt men. Deze redding had hen op het zelfde oogenblik den dood kunnen injagen. Steeds wordt de lucht moeilijker in te ade men. Het water stijgt hooger. Reeds reikt het tot de knieën en het is zeer koud den eersten Februari. Wat zal men nu daar boven ondernemen? De reddende lucht. WEINIGE minuten later weet men het. Een ketting, in den vorm van een lus laat men omlaag zakken. Deze slaat om 't voordeel van het schip en sluit bij het toetrekken de uitgang af. Wan neer men volkomen stil is het water is een uitstekend medium voor de voort planting van geluid kan men de onduide lijke commando's daarboven hooren geven. Bauer verstijft haast van schrik en balt zijn vuisten. Zij zullen aan de ketting trek ken en dan zal onvermijdelijk hun dood vonnis geveld worden. Of het toegangsluik zal bij de pogingen het schip op te trekken volkomen gesloten worden, of het voordeel zal van het schip afbreken. Ik beide geval len zijn zij reddeloos verloren. De ketting glijdt echter los en laat het toegangsluik weer vrij. Dit is zijn kans. Nu is er geen tijd meer te verliezen. Nog een laatste maal ziet Bauer op de manometer, fiijn heele lichaam is volledig verlamd van kou de en opwinding. Dan zegt hij tegen den reus Witt dat hij moet probeeren het luik te openen. Nu gehoorzaamt de timmerman onmiddellijk en het luik gaat open. Ei komt een vloed water naar binnen. Ho« moeten zij er nu uitkomen. De lucht is zoo dun, dat men onophoudelijk ademen moef en toch niets naar binnen krijgt. „Niemand mag een ander beetpakken zegt Bauer, hel is zaak, dat wij ons zoo spoedig mogelijh bevrijden uit deze ruimte." Ze staan tol den hals in het water. Hoe zal Thomsen, die volledig uitgeput oogenblik door heTr?lbnr warrelt het een zal zich aan den iana vaifnex ïura. vasimm den en verdrinken men moet hem der halve meetrekken. En hij roept het den breedgeschouderden Witt toe. Nogmaali sist een stroom water naar binnen. De lucht ontsnapt. Witt verdwijnt naar boven. Bauet houdt met den rechter hand den rand van bet gat vast en met de linker heeft hij dl haren van Thomsen gegrepen maar zijn vingers kunnen nog nauwelijks bewegen En met de gedachte: dan moet Thomseï verdrinken, schiet ook hfj naar boven er grijpt naar een touw, dat men omlaag heefl gelaten Gered. IN zijn boot staat professor Christiansen en om hem heen hebben de andere schepelingen zich verzameld men heeft alles geprobeerd de drie menschen te redden de mannen hebben sedert uren geen klopsignalen meer gegeven diep geschokt spreekt de professor een korti lijkrede uit voor de drie helden, die hun leven gaven. Maar op hetzelfde oogenblili begint het water hevig te borrelen. Hel spat op en daar komt zoowaar Witt boven Alle drie komen ze successievelijk boven, Athter den timmerman de smid, lijkbleel en proestend. Even verder komt Bauer bo< ven water en trekt zich voort aan een touw. Men begint te brullen en hijscht zoo vlug mogelijk de doodgewaand en in hel schip en omarmt ze en wenscht hen geluk. Het idee van den brandduiker was nog niet zoo gek geweest, al had men hem ook uitgelachen. De aankomst van de ge. redden bij den uitgang van de schacht. In dit geval waren twee Ca- nadeeschc mijnwerkers opgesloten en tien da gen lang van de we reld afgesneden. De po gingen de verongeluk ten te bergen over het neergestorte steen in de gang, mislukten, aange zien een nieuwe instor ting de redders te wach ten stond. Tenslotte werd door de rots een nieuwe gang geboord, zoodat men hen geluk kig kon bereiken.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 8