De Internationale toestand
IN DE AFGELOOPEN WEEK
Het Portret
VAN DE WEEK
V
Deze week
IN NEDERLAND
v
De Wereld
IN KAART
Een ramp, welke ons alle oorlogs
ellende even deed vergeten, heeft
Turkije deze week getroffen. BU een
koude van dertig graden onder het
nulpunt werden uitgestrekte gebie
den van Anatolië door hevige aard
schokken grootendeels verwoest.
Uit de eerste berichten over deze ramp
bleek reeds, dat het aantal slachtoffers zeer
groot was. Er werd gesproken van acht dui
zend dooden en tien duizenden gewonden.
Naderhand bleken deze schattingen veel
te laag te zijn en thans spreekt men reeds
van vijftig duizend en meer dooden. Tot
overmaat van ramp bleef het niet bij de
eerste bevingen. Donderdag werd de el
lende vergroot door nieuwe, hevige aard
schokken in het Turksche bevingsgebied,
waarbij wederom duizenden slachtoffers
te betreuren zijn. In totaal liggen thans
vijftien provinciesteden en meer dan
negentig dorpen en gehuchten in puin.
Men kan thans reeds zeggen, dat de ramp
de hevigste is na de aardbeving, welke
Japan in 1923 teisterde en waarbij ongeveer
tweehonderdduizend menschen den dood
vonden. Verwacht moet worden, dat in de
komende dagen nieuwe bevingen de Turk
sche steden zullen .treffen.
De verliezen der scheepvaart.
Zoowel van Duitsche als van Engelsche
zijde is deze week een statistiek gepubli
ceerd waarin de verliezen der koopvaardij
vloten sedert het begin van den oorlog
staan opgegeven.
Volgens de Duitschers bedragen de ver
liezen van de vijandelijke en de neutrale
vloten in totaal 279 schepen met een ton
nage van 1.029.635 ton. In dezelfde periode
zijn daarentegen slechts achttien Duitsche
schepen te zamen metende 128.689 ton.
Vast staat, aldus deze Duitsche statistiek,
dat in totaal minstens 134 Britsche, 12
Fransche en 78 neutrale schepen tot zinken
zijn gebracht.
In de Engelsche opgave wordt gesproken
van een verlies van 111 Britsche schepen
met een totaal tonnage van 421.974 ton.
De Fransche scheepvaart verloor 12 vaar
tuigen, de Poolsche 1 en de neutrale lan
den verloren in totaal 81 schepen met een
tonnage van 251.914 b.r.t. In totaal gingen
205 schepen verloren, welke te zamen
744.288 ton maten.
Steun aan Finland.
Hoewel het natuurlijk heel moeilijk is
om de juistheid van alle berichten na te
gaan, is toch ook de afgeloopen week we
derom gebleken, dat de Russen in Finland
op groote moeilijkheden stuiten. Niet al
leen het heldhaftige verzet van het Fin-
sche leger, maar ook de bar slechte weers
omstandigheden schijnen de Russen groote
parten te spelen. Aan den anderen kant
hebben de Finnen het echter ook niet mak
kelijk, daar zij te kampen hebben met een
gebrek aan munitie. Men vreest, dat, in
dien althans niet spoedig voldoende hulp
uit het buitenland komt, de voorraden
granaten en wapens niet meer toereikend
zullen zijn om de verdediging naar be-
hooren te organiseeren. Men wijst er in
dit verband op dat Finlands menschen-
materiaal, aangevuld met de uit het bui
tenland komende versterkingen, wel vol
doende zal zijn om het land te verdedigen.
Het ontbreekt Finland echter nog aan
hypermoderne wapens, zooals bijvoorbeeld
vèrdragend geschut van groot kaliber. Dit
euvel heeft zich de laatste dagen merkbaar
doen voelen bij Wiborg, de havenstad op
de Karelische landengte, welke door de
Russen met zeer zware artillerie werd be
schoten van veertig kilomeier afstand.
Tegen dit wapen konden de Finnen niets
uitrichten. Het wapentekort blijkt ook nog
uit het feit, dat de Finnen vrijwel alle
machinegeweren, houwitsers en het andere
nog bruikbare materiaal, dat zij op de Rus
sen buitmaken, onmiddellijk zelf gaan ge
bruiken.
Van vele zijden wordt thans de hulpactie
voor Finland georganiseerd. Vooral de
Zweden doen al het mogelijke om het
strijdende broedervolk te hulp te komen.
Uit Amerika is de derde geldzending van
honderdduizend dollar aangekomen en
voorts hebben eenige Zuid-Amerikaansche
staten hun medewerking toegezegd. Niet
onvermeld mag de gift van vijftigduizend
gulden blijven, welke een onbekend in het
buitenland verblijvend Nederlander aan de
Finsche regeering schonk.
Op Nieuwjaarsdag is, zooals verwacht
werd, het groote Russische offensief op de
Mannerheimlinie begonnen. De Finnen
hebben de aanvallen tot nu toe allen af
geslagen. Bij Suomussalmi, in de Finsche
„wespentaille", behaalden zij een groote
overwinning.
Oorlog bij veertig graden vorst.
In het Noorden van Finland is het kwik
tot veertig graden onder het nulpunt ge
daald. De ijzige koude, welke met sneeuw
stormen gepaaid gaat, heeft de hevigheid
der gevechten sterk beïnvloed. Hun aantal
is beperkt tot enkele kleine schermutse
lingen tusschen verkenningspatrouilles. Ook
op de Karelische landengte woeden hevige
sneeuwstormen. Hier was Dinsdag alleen
de artillerie actief.
Senaat keurt militaire credieten goed.
De Fransche Senaat heeft met alge-
meene stemmen de wetsontwerpen op de
militaire credieten goedgekeurd. Voor de
stemming hield minister-president Daladier
een rede waarin hij onder meer zeide, dat
Frankrijk alle krachten zal moeten inspan
nen. De versterking van het luchtwapen,
de vloot en de artillerie is een eerste ver-
eischte. Vooral de heerschappij ter zee is
van groot belang, weshalve besloten is nog
drie slagschepen van 35.000 ton op stapel
te zetten. Voorts verklaarde Daladier, dat
Frankrijk zonder positieve en materieele
waarborgen de wapens niet zal neerleg
gen. Het nieuwe Europa zal een breedere
organisatie moeten krijgen dan die, welke
tot dusverre bestond. Wellicht zullen fede
ratieve banden tusschen de verschillende
staten in overweging genomen moeten
worden.
Luchtgevecht boven de Noordzee.
Wederom hebben drie Britsche bommen-
werpers Dinsdag getracht een aanval op
de marine-bases van de Oost- en de Noord-
friesche eilanden te ondernemen. Voor de
kust werden zij opgevangen door een groep
meldt, dat de Vickers Wellingtontoestellen
Duitsche jagers. Het Duitsche legerbericht
alle drie werden neergeschoten; het Engel
sche legerbericht deelt daarentegen mede,
dat drie Duitsche Messerschmitts werden
vernietigd en dat een Britsch toestel werd
neergehaald. Een tweede wordt vermist
en het derde keerde veilig terug.
Zeventigduizend
De Japansche minister van Buitenland-
sche Zaken heeft in een Nieuwjaarsbood
schap aan de Japansche troepen verklaard,
dat sinds het begin van den oorlog in 1937
zeventigduizend soldaten in China zijn ge
sneuveld.
FRISSCH2 MOED IN HET NIEUWE
IAAR
Het is een eigenaardige gewaarwording,
die zich van ons meester maakt, wanneer
wij den ouden kalender, van zijn laatste
blad beroofd, van den wand nemen en den
nieuwen op zijn plaats hangen, met zijn
dik, ongerept blok van 365 (dit jaar zelfs
366) blaadjes. Het beteekent de scheidings
lijn tusschen oud en nieuw, tusschen ver
leden en toekomst.
Het is als het ware een nieuw, onbe
schreven blad van ons levensboek, dat door
voor ons ligt. En onwillekeurig dringt zich
de vraag aan ons op Wat zullen wij er
in hebben op te teekenen? Goed of kwaad?
Vreugde of leed? Blijdschap of droefenis?
Wij weten het niet, want de toekomst is
ons verborgen en dat is ook goed.
Maar naast deze onbeantwoorde vragen
hebben wij ook één zekerheid wij treden
met nieuwe kracht en met verschen moed
een nieuw tijdperk van ons leven binnen.
Wij zijn gestaald tegen de mogelijke tegen
slagen die ons wachten. Met het achter ons
liggende hebben wij afgedaan; het nieuwe,
ongewetene wacht ons maar het schrikt
ons niet af.
Integendeel, onveranderlijk blijft in
's menschen innerlijk de hoop leven, zoo
juist uitgedrukt in de bekende woorden:
„Morgen gaat het beter
Het begin van een nieuw jaar is het
tijdstip, waarop wij tallooze goede voor
nemens voor den dag halen, goede wen-
schen uiten en goede wenschen in ont
vangst nemen. Het wordt licht om ons
heen ook in letterlijken zin, want het
lengen der dagen begint zichtbaar te wor
den. Ook de herinnering aan de feestdagen,
welke zoo kort achter ons liggen en die
wij aangenaam hebben doorgebracht, brengt
ons nog in een vroolijke stemming.
Dit alles bijeengenomen maakt, dat wij
ons met frisschen moed en nieuwen ijver
aan den arbeid zetten, in kantoor, fabriek,
werkplaats of waar dan ook. Wij willen
het nieuwe jaar immers goed beginnen
Het is niet hetzelfde gevoel als dat,
waarmede wij weder aan den arbeid gaan
na genoten vacantie. Het is veeleer alsof
wij al het oude, de sleur, waarin wij in
het verleden dikwijls zijn vervallen, van
ons af willen werpen. Een nieuw licht om
straalt ons denken en doen.
Er zijn menschen, die als vasten regel
hebben aangenomen, op den laatsten dag
van het jaar letterlijk en figuurlijk schoon
schip te maken, opruiming te houden op
elk gebied, om het nieuwe jaar zonder
onnoodigen ballast in te gaan. De een keert
het huis met bezemen, de ander ruimt zijn
schrijftafel op alsof de papieren bedekt
waren met het stof der eeuwen, weer an
deren ordenen hun plannen en voornemens
systematisch, stellen de principes op, waar
door zij zich voortaan zullen laten leiden.
Nietsche heeft ergens gezegd „Men
moet van tijd tot tijd de kracht hebben,
met zijn verleden te breken". Dat is inder
daad voor zeer velen de boodschap, die het
nieuwe jaar brengt. Het is nuttig en noo-
d:g voor hen, bij den aanvang van het
nieuwe jaar den last van zich af te werpen
van de mislukkingen, die tot dusverre hun
deel werden; want reeds daardoor alleen
wint men frissche kracht, om den strijd
met het lot opnieuw aan te binden.
Met een licht en luchtig gevoel pakt
men zijn bundeltje goede voornemens bij
een en trekt aan het werk. Want het jaar
ISMET INÖNU.
De tegenwoordige president van
Turkije, Mustapha Ismet Pasja, is
in 1884 te Smyrna geboren. Hij
voelde zich sterk tot het leger aan
getrokken en was reeds op twee en
twintigjarigen leeftijd kapitein bij
den generalen staf. Gedurende den
Dardanellen-veldtocht was nij afdee-
lingschef in het hoofdkwartier van
het Turksche leger en in 1915 werd
hij benoemd tot chef van den gene
ralen staf in den Kaukasus. Na den
oorlog was Ismet Pasja een van de
vooraanstaande leiders der nationa
listische beweging. Op bevel van
Kemal Ataturk reorganiseerde hij
het leger en eenige jaren later werd
hij geroepen om zijn land als minis
ter van Buitenlandsche Zaken te
dienen. Na in 1929 te Lausanne zeer
gunstige vredesvoorwaarden voor
zijn land van Griekenland bedongen
te hebben, werd hij tot minister-pre
sident gekozen. In 1924 trad hij af,
doch reeds een jaar later, na het
échec van het kabinet-Fethi Bei,
vormde Ismet Pasja een nieuwe re
geering. In December 1934 kreeg hij,
ter gelegenheid van de invoering van
familienamen en als herinnering aan
zijn overwinning bij Inönü, den ge-
lijkluidenden achternaam.
Na den dood van Kemal Ataturk
werden Ismet Inönü's geweldige
verdiensten voor het moderne Tur
kije beloond met het presidentschap.
is jong en een zee van tijd ligt voor ons
Zooals men bij den aanvang van de lente,
bij den aanblik van het jonge groen, een
nieuwe, innerlijke kracht bespeurt, die
aanzet tot groote daden, zoo brengt ook
het nieuwe jaar den frisschen moed, die
onontbeerlijk is in het leven, wil men
kans hebben om te slagen.
Laten wij allen zoo het nieuwe jaa'
ingaan
Een Marokkaansch soldaat uit het Fransche leger, die den Duitschers in handen
is gevallen.
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting van
Economische Zaken en het Landbouw
crisisfonds zegt de minister, dat de regee
ring niet het plan heeft om de oorlogs
economie, welke tnans wordt doorgevoerd,
dienstbaar te maken voor den vredestijd,
d.w.z. dat deze economie niet zal leiden
tot het invoeren van een alomvattende
ordening van het bedrijfsleven.
Voortgaande merkt de minister op, dat
de voorraadspositie van ons land alleszins
bevredigend is, zoodat een omzetting van
den goudvoorraad in goederenvoorraden
niet noodig is geweest. Speculaties met
goederenprijzen zijn hierdoor vermeden.
66 MILLIOEN TON SCHEEPS-
RUIMTE.
De scheepvaart speelt in dezen
oorlog een zoo gewichtige rol, dat
de aandacht der geheele wereld
daarop is gevestigd. De vraag rijst,
hoe groot de gezamenlijke tonne-
maat is van alle schepen, die de
ze^ën bevaren en over welke landen
"zij is verdeeld.
Sedert den vorigen oorlog is de
sterkte der handelsvloot aanmerke
lijk toegenomen. In 1914 bedroeg de
gezamenlijke tonnemaat over de ge
heele wereld ongeveer 49 millioen
ton. Tegenwoordig kan zij worden
geschat op 66 millioen ton. Hierbij
leggen de geleder!* verliezen, hoe
hoog zij ook op het eerste gezicht
mogen schijnen, weinig gewicht in
de schaal. Na den wereldoorlog heeft
elk land zich beijverd, zijn vloot aan
te vullen en te vernieuwen, met het
gevolg, dat er een periode is ge
weest, waarin een aanmerkelijk
overschot aan schepen bestond, zoo
dat een groot aantal uit de waart
moest worden genomen en z.g. „op
gelegd".
Engeland staat wel is waar nog
altijd aan de spits van de koopvaar
dijvloten, doch van 50 omstreeks
1900 daalde de Engelsche vloot in
1914 tot 42 en in het afgeloopen
jaar tot 27 Bij het uitbreken van
den oorlog beschikte Engeland over
een handelsvloot met een gezamen
lijke tonnemaat van bijna 18 mil
lioen ton. Voor de groote vaart be
droeg dit cijfer evenwel slechts 15,8
ton.
De neutrale landen hebben zich
na het einde van den wereldoorlog
met kracht toegelegd op de uitbrei
ding van hun handelsvlot. Zoo is de
Nederlandsche tonnemaat, die in
1914 1,5 millioen ton bedroeg, ge
stegen tot 2,5 mill. ton. De Deensche
vloot steeg van 0,8 mill. ton op 1,2
mill. ton.
Benzine-aanvoer is vrij gunstig
Het feit, dat de aanvoer van benzine,
welke aanvankelijk bedreigd werd, toch
vrij gunstig is geweest, was voor den
minister aanleiding om het rijverbod op
Zon- en feestdagen weer in te trekken. De
verhooging van den benzineprijs kan niet
beperkt blijven tot de nieuw aan te voeren
voorraden,daar anders een terugslag op den
aanvoer zou volgen. Voorts zeide de minis
ter nog, dat de agrarische export met alle
middelen bevorderd zal worden.
De freesia-cultuur bedreigd.
Uit het Westland komen hoogst alarmee-
rende berichten. In verband met den oor
logstoestand en het daarmede gepaard
gaande sluiten van de grenzen zal de export
van freesia's zeer zwaar gedupeerd wor
den. In normale tijden, zoo wordt mede
gedeeld, werd tweederde van de freesia-cul
tuur naar Engeland geëxporteerd en ver
leden jaar kon men reeds voorspellen, dat
dit jaar zeer gunstige resultaten voor de
kweekers zou opleveren. De oorlog heeft
een dikke streep door deze rekening ge
haald. De export ligt vrijwel stil, hetgeen
zijn stempel drukt op de geheele veiling.
Het prijspeil van alle snijbloemen ligt be
langrijk onder dat van andere jaren en het
bestuur van de Centrale Westlandsche Vei
ling heeft dan ook niet geaarzeld om de
regeering van den noodtoestand op de
hoogte te brengen.
Te zwaarder treft deze nieuwe slag, daar
hij reeds door zoovele andere is vooraf
gegaan. 1913 is wel een zeer somber
jaar voor den Nederlandschen tuinbouw
geweest. Eerst de gevolgen van de strenge
vorst op het einde van '38, daarna de in
voerbeperkingen voor tuinbouwproducten
in Engeland en Duitschland uit vrees voor
besmetting met den Coloradokever, ten
slotte ook nog de beperking van den drui-
venexport het was inderdaad slag op
slag
In de omzetcijfers der veilingen ziet men
de herhaalde inkrimping der afzetmoge
lijkheden dan ook duidelijk weerspiegeld.
Alleen de Zuid-Hollandsche veilingen leden
al een verlies van niet minder dan 5 mil
lioen gulden.
Mijnontploffing te Huisduinen.
Voor het badhotel te Huisduinen kwam
einde der week een aangespoelde mijn tot
ontploffing, waardoor aan dit hotel en aan
de huizen in de omgeving groote schade
werd aangericht. Van tal van huizen stort
ten de plafonds in en werden de daken
weggeslagen. Het vreedzame badplaatsje
zag er opeens uit, of er een hevig bom
bardement had gewoed. Een wonder mag
het heeten, dat bij deze ontploffing geen
menschenlevens zijn te betreuren.
Duikbootjagers voor Defensie.
Het Departement van Defensie heeft een
belangrijke bestelling gedaan ten behoeve
van de versterking van 's lands verdedi
ging. Uitsluitend bij Nederlandsche indu
strieën werden 6 onderzeeboot jagers be
steld. Drie daarvan zullen worden gebouwd
door de Nederlandsche Dok Maatschappij
en drie door J. en K. Smits Scheepswerven
te Kinderdijk.
De turbines voor deze schepen zullen
worden vervaardigd door de machine
fabriek Stork en Co. te Hengelo, doch wor
den geïnstalleerd door de scheepsbouwers.
Minister De Man op bezoek.
Het reeds eenigen tijd geleden aange
kondigde bezoek van den Belgischen minis
ter van landsverdediging. Z.Exc. De Man,
dat ten doel heeft, het werk van Ontwik
keling en Ontspanning in ons land te be-
studeeren, is thans eindelijk doorgegaan.
Ook in België kent men een soortgelijke
organisatie, die daar den naam van Werk-
Elisabeïh draagt, naar de Belgische Konin
gin-Moeder. In België is dit ontspannings-
en ontwikkelingswerk voor de militairen
van ouderen datum dan hier te lande. Het
dateert namelijk reeds uit het jaar 1936,
toen een „dienst voor den vrijen tijd van
den soldaat" werd ingesteld, waaruit de
huidige Elisabeth-organisatie is gegroeid.
Ofschoon er tusschen het O. en O.-werk
in beide landen veel overeenkomst bestaat
ook in België worden ontspannings
avonden georganiseerd voor de gemobili-
seerden, wordt populair onderwijs gegeven,
worden cantines en bibliotheken gesticht
en een soldatenkrant uitgegeven be
staan er anderzijds toch ook tal van ver
schillen en deze verschillen te bestudeeren,
was voornamelijk het doel van het bezoek
van den Belgischen minister.
Wijziging van de wet op de perso-
neele belasting.
Bij de Tweede Kmer werd een wetsont
werp ingediend tot wijziging van de wet
op de personeele belasting. De minister
oordeelt dit wetsontwerp noodzakelijk, nu
het wetsontwerp inzake een nationale in
komsten- en winstbelasting is ingetrokken.
Daarin toch waren tevens eenige techni
sche verbeteringen van de wet op de per
soneele belasting opgenomen, die thans bij
afzonderlijke wet moeten worden tot stand
gebracht. De eerste verbetering beoogt de
huurwaardeschattingen te vergemakke
lijken en de uitkomst van die schattingen
juister te maken. Wat de tweede voorge
stelde wijziging betreft, merken de minis
ters op, dat de reductie, welke genoten
De plaatsen in het Fransch-Duitsche grens
gebied hebben ernstig geleden van den
oorlog. Een beeld der verwoestingen.
HET NABIJE OOSTEN.
Uit de berichten, welke de laatste dagen
uit het Nabije Oosten kwamen, blijkt, dat
hier in alle stilte groote troepenmachten
zijn samengetrokken, kennelijk met het
doel een eventueelen aanval van het Roode
wordt door vele bewoners van ambts
woningen, in een aantal gevallen veel te
ver gaat, namelijk indien de belastingplich
tige meer dan één ambt bekleedt, doch
slechts in één hoedanigheid een ambts
woning aangewezen heeft gekregen en
voorts ingeval de woning door een aantal
ambsbekleeders die één gezin vormen, ge
zamenlijk wordt bewoond. Dit laatste komt
onder meer bij onderwijzers en onderweze-
ressen voor.
„DE WAARHEID MARCHEERT...
In de rij der vele Wit-, Blauw-, Geel- en
Bruinboeken, welke onze boekenplank
reeds te torsen had, is thans een nieuw
lid van deze wel zeer vruchtbare familie
verschenen.
Het is een „Rood-Zwart"-boek van Duit
sche origine, dat zich bij wijze van uit
zondering nu eens niet op politiek terrein
beweegt. Het boekje vermeldt in chronolo
gische volgorde alle officieele Duitsche
legerberichten van de eerste drie Septem-
berweken en stelt daartegenover de leger
berichten, radio-mededeelingen en persbe
schouwingen, welke in diezelfde periode
in het kamp van Duitschlands tegenstan
ders werden bekend gemaakt. Het wil op
deze wijze aantoonen, dat de Duitsche pu
blicaties geheel in overeenstemming met
de waarheid waren, terwijl de vijand zich
stelselmatig bezondigde aan het versprei
den van onjuiste mededeelingen. Of het
hierin geslaagd is, zal de lezer voor zich
zelf moeten uitmaken. Het is wel de moeite
waard eens te zien hoe de meeningen over
bepaalde vaststaande feiten kunnen uiteen-
loopen.
leger naar het Zuiden te verhinderen. Aai»
de Russische grenzen staan op het oogen-
blik honderdvijftig duizend inheemsohe
Fransche soldaten, die in Syrië zijn ge
concentreerd. Deze zijn versterkt met tach
tig duizend Engelsche soldaten uit Irak.
Palestina en Egypte. Zij vormen een niet
te onderschatten steun voor het Turksche
leger, dat uit ongeveer vijfhonderd duizend
man bestaat. Het opperbevel van de Fran
sche en Engelsche troepen is aan generaal
Weygand opgedragen.
DE NOORDELIJKE TOEGANGSPOORT
TOT RUSLAND.
Finland staat in het brandpunt der be
langstelling. Eenerzijds uit oprechte deel
neming met het lot van dit kleine volk,
anderzijds evenwel met het oog op de
perspectieven die de Finsche strijd voor de
eigen zaak opent. Voor Sowjet-Rusland
heeft de beheersching van Finland een
dubbele beteekenis. In de eerste plaats zou
hierdoor de Noordelijke toegangspoort tot
Rusland worden afgesloten. Om het bezit
van deze toegangspoort hebben Zweden en
Russen eeuwenlang gestreden, terwijl in
het voorjaar van 1918 Duitschland en de
Entente min of meer een wedloop hielden
om de sleutels van deze toegangspoort.
De tweede beteekenis van den Russi-
schen opmarsch is, kan althans zijn, het
verwerven van een springplank voor een
omvatting van West-Europa uit het Noor
den. Het is dit gevaar, dat de Zweden doet
uitroepen „De Finsche zaak is ónze zaak!"
Vielen, na Finland, ook Zweden en Noor
wegen ten prooi aan het Roode impe;ia-
lisme, dan zou Rusland 'n geweldigen druk
kunnen uitoefenen op West-Europa en de
Roode overheersching van ons werelddeel
naderbij komen. Het denkbeeld lijkt fan
tastisch, doch werd niettemin tot voor kort
in Duitschland wel degelijk au sérieux
genomen. Juist daarom en omdat dooreen
dergelijke omvatting ook Duitschland
mede zou worden omvat, gelooven wij,
dat het Derde Rijk wel Finland aan de
Rooden heeft overgeleverd, maar niet de
rest van Scandinavië.
ah as
DEHNA
soeda