De Internationale toestand IN DE AFGELOOPEN WEEK Het Portret VAN DE WEEK V Deze week IN NEDERLAND v De Wereld IN KAART Een ramp, welke ons alle oorlogs ellende even deed vergeten, heeft Turkije deze week getroffen. BU een koude van dertig graden onder het nulpunt werden uitgestrekte gebie den van Anatolië door hevige aard schokken grootendeels verwoest. Uit de eerste berichten over deze ramp bleek reeds, dat het aantal slachtoffers zeer groot was. Er werd gesproken van acht dui zend dooden en tien duizenden gewonden. Naderhand bleken deze schattingen veel te laag te zijn en thans spreekt men reeds van vijftig duizend en meer dooden. Tot overmaat van ramp bleef het niet bij de eerste bevingen. Donderdag werd de el lende vergroot door nieuwe, hevige aard schokken in het Turksche bevingsgebied, waarbij wederom duizenden slachtoffers te betreuren zijn. In totaal liggen thans vijftien provinciesteden en meer dan negentig dorpen en gehuchten in puin. Men kan thans reeds zeggen, dat de ramp de hevigste is na de aardbeving, welke Japan in 1923 teisterde en waarbij ongeveer tweehonderdduizend menschen den dood vonden. Verwacht moet worden, dat in de komende dagen nieuwe bevingen de Turk sche steden zullen .treffen. De verliezen der scheepvaart. Zoowel van Duitsche als van Engelsche zijde is deze week een statistiek gepubli ceerd waarin de verliezen der koopvaardij vloten sedert het begin van den oorlog staan opgegeven. Volgens de Duitschers bedragen de ver liezen van de vijandelijke en de neutrale vloten in totaal 279 schepen met een ton nage van 1.029.635 ton. In dezelfde periode zijn daarentegen slechts achttien Duitsche schepen te zamen metende 128.689 ton. Vast staat, aldus deze Duitsche statistiek, dat in totaal minstens 134 Britsche, 12 Fransche en 78 neutrale schepen tot zinken zijn gebracht. In de Engelsche opgave wordt gesproken van een verlies van 111 Britsche schepen met een totaal tonnage van 421.974 ton. De Fransche scheepvaart verloor 12 vaar tuigen, de Poolsche 1 en de neutrale lan den verloren in totaal 81 schepen met een tonnage van 251.914 b.r.t. In totaal gingen 205 schepen verloren, welke te zamen 744.288 ton maten. Steun aan Finland. Hoewel het natuurlijk heel moeilijk is om de juistheid van alle berichten na te gaan, is toch ook de afgeloopen week we derom gebleken, dat de Russen in Finland op groote moeilijkheden stuiten. Niet al leen het heldhaftige verzet van het Fin- sche leger, maar ook de bar slechte weers omstandigheden schijnen de Russen groote parten te spelen. Aan den anderen kant hebben de Finnen het echter ook niet mak kelijk, daar zij te kampen hebben met een gebrek aan munitie. Men vreest, dat, in dien althans niet spoedig voldoende hulp uit het buitenland komt, de voorraden granaten en wapens niet meer toereikend zullen zijn om de verdediging naar be- hooren te organiseeren. Men wijst er in dit verband op dat Finlands menschen- materiaal, aangevuld met de uit het bui tenland komende versterkingen, wel vol doende zal zijn om het land te verdedigen. Het ontbreekt Finland echter nog aan hypermoderne wapens, zooals bijvoorbeeld vèrdragend geschut van groot kaliber. Dit euvel heeft zich de laatste dagen merkbaar doen voelen bij Wiborg, de havenstad op de Karelische landengte, welke door de Russen met zeer zware artillerie werd be schoten van veertig kilomeier afstand. Tegen dit wapen konden de Finnen niets uitrichten. Het wapentekort blijkt ook nog uit het feit, dat de Finnen vrijwel alle machinegeweren, houwitsers en het andere nog bruikbare materiaal, dat zij op de Rus sen buitmaken, onmiddellijk zelf gaan ge bruiken. Van vele zijden wordt thans de hulpactie voor Finland georganiseerd. Vooral de Zweden doen al het mogelijke om het strijdende broedervolk te hulp te komen. Uit Amerika is de derde geldzending van honderdduizend dollar aangekomen en voorts hebben eenige Zuid-Amerikaansche staten hun medewerking toegezegd. Niet onvermeld mag de gift van vijftigduizend gulden blijven, welke een onbekend in het buitenland verblijvend Nederlander aan de Finsche regeering schonk. Op Nieuwjaarsdag is, zooals verwacht werd, het groote Russische offensief op de Mannerheimlinie begonnen. De Finnen hebben de aanvallen tot nu toe allen af geslagen. Bij Suomussalmi, in de Finsche „wespentaille", behaalden zij een groote overwinning. Oorlog bij veertig graden vorst. In het Noorden van Finland is het kwik tot veertig graden onder het nulpunt ge daald. De ijzige koude, welke met sneeuw stormen gepaaid gaat, heeft de hevigheid der gevechten sterk beïnvloed. Hun aantal is beperkt tot enkele kleine schermutse lingen tusschen verkenningspatrouilles. Ook op de Karelische landengte woeden hevige sneeuwstormen. Hier was Dinsdag alleen de artillerie actief. Senaat keurt militaire credieten goed. De Fransche Senaat heeft met alge- meene stemmen de wetsontwerpen op de militaire credieten goedgekeurd. Voor de stemming hield minister-president Daladier een rede waarin hij onder meer zeide, dat Frankrijk alle krachten zal moeten inspan nen. De versterking van het luchtwapen, de vloot en de artillerie is een eerste ver- eischte. Vooral de heerschappij ter zee is van groot belang, weshalve besloten is nog drie slagschepen van 35.000 ton op stapel te zetten. Voorts verklaarde Daladier, dat Frankrijk zonder positieve en materieele waarborgen de wapens niet zal neerleg gen. Het nieuwe Europa zal een breedere organisatie moeten krijgen dan die, welke tot dusverre bestond. Wellicht zullen fede ratieve banden tusschen de verschillende staten in overweging genomen moeten worden. Luchtgevecht boven de Noordzee. Wederom hebben drie Britsche bommen- werpers Dinsdag getracht een aanval op de marine-bases van de Oost- en de Noord- friesche eilanden te ondernemen. Voor de kust werden zij opgevangen door een groep meldt, dat de Vickers Wellingtontoestellen Duitsche jagers. Het Duitsche legerbericht alle drie werden neergeschoten; het Engel sche legerbericht deelt daarentegen mede, dat drie Duitsche Messerschmitts werden vernietigd en dat een Britsch toestel werd neergehaald. Een tweede wordt vermist en het derde keerde veilig terug. Zeventigduizend De Japansche minister van Buitenland- sche Zaken heeft in een Nieuwjaarsbood schap aan de Japansche troepen verklaard, dat sinds het begin van den oorlog in 1937 zeventigduizend soldaten in China zijn ge sneuveld. FRISSCH2 MOED IN HET NIEUWE IAAR Het is een eigenaardige gewaarwording, die zich van ons meester maakt, wanneer wij den ouden kalender, van zijn laatste blad beroofd, van den wand nemen en den nieuwen op zijn plaats hangen, met zijn dik, ongerept blok van 365 (dit jaar zelfs 366) blaadjes. Het beteekent de scheidings lijn tusschen oud en nieuw, tusschen ver leden en toekomst. Het is als het ware een nieuw, onbe schreven blad van ons levensboek, dat door voor ons ligt. En onwillekeurig dringt zich de vraag aan ons op Wat zullen wij er in hebben op te teekenen? Goed of kwaad? Vreugde of leed? Blijdschap of droefenis? Wij weten het niet, want de toekomst is ons verborgen en dat is ook goed. Maar naast deze onbeantwoorde vragen hebben wij ook één zekerheid wij treden met nieuwe kracht en met verschen moed een nieuw tijdperk van ons leven binnen. Wij zijn gestaald tegen de mogelijke tegen slagen die ons wachten. Met het achter ons liggende hebben wij afgedaan; het nieuwe, ongewetene wacht ons maar het schrikt ons niet af. Integendeel, onveranderlijk blijft in 's menschen innerlijk de hoop leven, zoo juist uitgedrukt in de bekende woorden: „Morgen gaat het beter Het begin van een nieuw jaar is het tijdstip, waarop wij tallooze goede voor nemens voor den dag halen, goede wen- schen uiten en goede wenschen in ont vangst nemen. Het wordt licht om ons heen ook in letterlijken zin, want het lengen der dagen begint zichtbaar te wor den. Ook de herinnering aan de feestdagen, welke zoo kort achter ons liggen en die wij aangenaam hebben doorgebracht, brengt ons nog in een vroolijke stemming. Dit alles bijeengenomen maakt, dat wij ons met frisschen moed en nieuwen ijver aan den arbeid zetten, in kantoor, fabriek, werkplaats of waar dan ook. Wij willen het nieuwe jaar immers goed beginnen Het is niet hetzelfde gevoel als dat, waarmede wij weder aan den arbeid gaan na genoten vacantie. Het is veeleer alsof wij al het oude, de sleur, waarin wij in het verleden dikwijls zijn vervallen, van ons af willen werpen. Een nieuw licht om straalt ons denken en doen. Er zijn menschen, die als vasten regel hebben aangenomen, op den laatsten dag van het jaar letterlijk en figuurlijk schoon schip te maken, opruiming te houden op elk gebied, om het nieuwe jaar zonder onnoodigen ballast in te gaan. De een keert het huis met bezemen, de ander ruimt zijn schrijftafel op alsof de papieren bedekt waren met het stof der eeuwen, weer an deren ordenen hun plannen en voornemens systematisch, stellen de principes op, waar door zij zich voortaan zullen laten leiden. Nietsche heeft ergens gezegd „Men moet van tijd tot tijd de kracht hebben, met zijn verleden te breken". Dat is inder daad voor zeer velen de boodschap, die het nieuwe jaar brengt. Het is nuttig en noo- d:g voor hen, bij den aanvang van het nieuwe jaar den last van zich af te werpen van de mislukkingen, die tot dusverre hun deel werden; want reeds daardoor alleen wint men frissche kracht, om den strijd met het lot opnieuw aan te binden. Met een licht en luchtig gevoel pakt men zijn bundeltje goede voornemens bij een en trekt aan het werk. Want het jaar ISMET INÖNU. De tegenwoordige president van Turkije, Mustapha Ismet Pasja, is in 1884 te Smyrna geboren. Hij voelde zich sterk tot het leger aan getrokken en was reeds op twee en twintigjarigen leeftijd kapitein bij den generalen staf. Gedurende den Dardanellen-veldtocht was nij afdee- lingschef in het hoofdkwartier van het Turksche leger en in 1915 werd hij benoemd tot chef van den gene ralen staf in den Kaukasus. Na den oorlog was Ismet Pasja een van de vooraanstaande leiders der nationa listische beweging. Op bevel van Kemal Ataturk reorganiseerde hij het leger en eenige jaren later werd hij geroepen om zijn land als minis ter van Buitenlandsche Zaken te dienen. Na in 1929 te Lausanne zeer gunstige vredesvoorwaarden voor zijn land van Griekenland bedongen te hebben, werd hij tot minister-pre sident gekozen. In 1924 trad hij af, doch reeds een jaar later, na het échec van het kabinet-Fethi Bei, vormde Ismet Pasja een nieuwe re geering. In December 1934 kreeg hij, ter gelegenheid van de invoering van familienamen en als herinnering aan zijn overwinning bij Inönü, den ge- lijkluidenden achternaam. Na den dood van Kemal Ataturk werden Ismet Inönü's geweldige verdiensten voor het moderne Tur kije beloond met het presidentschap. is jong en een zee van tijd ligt voor ons Zooals men bij den aanvang van de lente, bij den aanblik van het jonge groen, een nieuwe, innerlijke kracht bespeurt, die aanzet tot groote daden, zoo brengt ook het nieuwe jaar den frisschen moed, die onontbeerlijk is in het leven, wil men kans hebben om te slagen. Laten wij allen zoo het nieuwe jaa' ingaan Een Marokkaansch soldaat uit het Fransche leger, die den Duitschers in handen is gevallen. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van Economische Zaken en het Landbouw crisisfonds zegt de minister, dat de regee ring niet het plan heeft om de oorlogs economie, welke tnans wordt doorgevoerd, dienstbaar te maken voor den vredestijd, d.w.z. dat deze economie niet zal leiden tot het invoeren van een alomvattende ordening van het bedrijfsleven. Voortgaande merkt de minister op, dat de voorraadspositie van ons land alleszins bevredigend is, zoodat een omzetting van den goudvoorraad in goederenvoorraden niet noodig is geweest. Speculaties met goederenprijzen zijn hierdoor vermeden. 66 MILLIOEN TON SCHEEPS- RUIMTE. De scheepvaart speelt in dezen oorlog een zoo gewichtige rol, dat de aandacht der geheele wereld daarop is gevestigd. De vraag rijst, hoe groot de gezamenlijke tonne- maat is van alle schepen, die de ze^ën bevaren en over welke landen "zij is verdeeld. Sedert den vorigen oorlog is de sterkte der handelsvloot aanmerke lijk toegenomen. In 1914 bedroeg de gezamenlijke tonnemaat over de ge heele wereld ongeveer 49 millioen ton. Tegenwoordig kan zij worden geschat op 66 millioen ton. Hierbij leggen de geleder!* verliezen, hoe hoog zij ook op het eerste gezicht mogen schijnen, weinig gewicht in de schaal. Na den wereldoorlog heeft elk land zich beijverd, zijn vloot aan te vullen en te vernieuwen, met het gevolg, dat er een periode is ge weest, waarin een aanmerkelijk overschot aan schepen bestond, zoo dat een groot aantal uit de waart moest worden genomen en z.g. „op gelegd". Engeland staat wel is waar nog altijd aan de spits van de koopvaar dijvloten, doch van 50 omstreeks 1900 daalde de Engelsche vloot in 1914 tot 42 en in het afgeloopen jaar tot 27 Bij het uitbreken van den oorlog beschikte Engeland over een handelsvloot met een gezamen lijke tonnemaat van bijna 18 mil lioen ton. Voor de groote vaart be droeg dit cijfer evenwel slechts 15,8 ton. De neutrale landen hebben zich na het einde van den wereldoorlog met kracht toegelegd op de uitbrei ding van hun handelsvlot. Zoo is de Nederlandsche tonnemaat, die in 1914 1,5 millioen ton bedroeg, ge stegen tot 2,5 mill. ton. De Deensche vloot steeg van 0,8 mill. ton op 1,2 mill. ton. Benzine-aanvoer is vrij gunstig Het feit, dat de aanvoer van benzine, welke aanvankelijk bedreigd werd, toch vrij gunstig is geweest, was voor den minister aanleiding om het rijverbod op Zon- en feestdagen weer in te trekken. De verhooging van den benzineprijs kan niet beperkt blijven tot de nieuw aan te voeren voorraden,daar anders een terugslag op den aanvoer zou volgen. Voorts zeide de minis ter nog, dat de agrarische export met alle middelen bevorderd zal worden. De freesia-cultuur bedreigd. Uit het Westland komen hoogst alarmee- rende berichten. In verband met den oor logstoestand en het daarmede gepaard gaande sluiten van de grenzen zal de export van freesia's zeer zwaar gedupeerd wor den. In normale tijden, zoo wordt mede gedeeld, werd tweederde van de freesia-cul tuur naar Engeland geëxporteerd en ver leden jaar kon men reeds voorspellen, dat dit jaar zeer gunstige resultaten voor de kweekers zou opleveren. De oorlog heeft een dikke streep door deze rekening ge haald. De export ligt vrijwel stil, hetgeen zijn stempel drukt op de geheele veiling. Het prijspeil van alle snijbloemen ligt be langrijk onder dat van andere jaren en het bestuur van de Centrale Westlandsche Vei ling heeft dan ook niet geaarzeld om de regeering van den noodtoestand op de hoogte te brengen. Te zwaarder treft deze nieuwe slag, daar hij reeds door zoovele andere is vooraf gegaan. 1913 is wel een zeer somber jaar voor den Nederlandschen tuinbouw geweest. Eerst de gevolgen van de strenge vorst op het einde van '38, daarna de in voerbeperkingen voor tuinbouwproducten in Engeland en Duitschland uit vrees voor besmetting met den Coloradokever, ten slotte ook nog de beperking van den drui- venexport het was inderdaad slag op slag In de omzetcijfers der veilingen ziet men de herhaalde inkrimping der afzetmoge lijkheden dan ook duidelijk weerspiegeld. Alleen de Zuid-Hollandsche veilingen leden al een verlies van niet minder dan 5 mil lioen gulden. Mijnontploffing te Huisduinen. Voor het badhotel te Huisduinen kwam einde der week een aangespoelde mijn tot ontploffing, waardoor aan dit hotel en aan de huizen in de omgeving groote schade werd aangericht. Van tal van huizen stort ten de plafonds in en werden de daken weggeslagen. Het vreedzame badplaatsje zag er opeens uit, of er een hevig bom bardement had gewoed. Een wonder mag het heeten, dat bij deze ontploffing geen menschenlevens zijn te betreuren. Duikbootjagers voor Defensie. Het Departement van Defensie heeft een belangrijke bestelling gedaan ten behoeve van de versterking van 's lands verdedi ging. Uitsluitend bij Nederlandsche indu strieën werden 6 onderzeeboot jagers be steld. Drie daarvan zullen worden gebouwd door de Nederlandsche Dok Maatschappij en drie door J. en K. Smits Scheepswerven te Kinderdijk. De turbines voor deze schepen zullen worden vervaardigd door de machine fabriek Stork en Co. te Hengelo, doch wor den geïnstalleerd door de scheepsbouwers. Minister De Man op bezoek. Het reeds eenigen tijd geleden aange kondigde bezoek van den Belgischen minis ter van landsverdediging. Z.Exc. De Man, dat ten doel heeft, het werk van Ontwik keling en Ontspanning in ons land te be- studeeren, is thans eindelijk doorgegaan. Ook in België kent men een soortgelijke organisatie, die daar den naam van Werk- Elisabeïh draagt, naar de Belgische Konin gin-Moeder. In België is dit ontspannings- en ontwikkelingswerk voor de militairen van ouderen datum dan hier te lande. Het dateert namelijk reeds uit het jaar 1936, toen een „dienst voor den vrijen tijd van den soldaat" werd ingesteld, waaruit de huidige Elisabeth-organisatie is gegroeid. Ofschoon er tusschen het O. en O.-werk in beide landen veel overeenkomst bestaat ook in België worden ontspannings avonden georganiseerd voor de gemobili- seerden, wordt populair onderwijs gegeven, worden cantines en bibliotheken gesticht en een soldatenkrant uitgegeven be staan er anderzijds toch ook tal van ver schillen en deze verschillen te bestudeeren, was voornamelijk het doel van het bezoek van den Belgischen minister. Wijziging van de wet op de perso- neele belasting. Bij de Tweede Kmer werd een wetsont werp ingediend tot wijziging van de wet op de personeele belasting. De minister oordeelt dit wetsontwerp noodzakelijk, nu het wetsontwerp inzake een nationale in komsten- en winstbelasting is ingetrokken. Daarin toch waren tevens eenige techni sche verbeteringen van de wet op de per soneele belasting opgenomen, die thans bij afzonderlijke wet moeten worden tot stand gebracht. De eerste verbetering beoogt de huurwaardeschattingen te vergemakke lijken en de uitkomst van die schattingen juister te maken. Wat de tweede voorge stelde wijziging betreft, merken de minis ters op, dat de reductie, welke genoten De plaatsen in het Fransch-Duitsche grens gebied hebben ernstig geleden van den oorlog. Een beeld der verwoestingen. HET NABIJE OOSTEN. Uit de berichten, welke de laatste dagen uit het Nabije Oosten kwamen, blijkt, dat hier in alle stilte groote troepenmachten zijn samengetrokken, kennelijk met het doel een eventueelen aanval van het Roode wordt door vele bewoners van ambts woningen, in een aantal gevallen veel te ver gaat, namelijk indien de belastingplich tige meer dan één ambt bekleedt, doch slechts in één hoedanigheid een ambts woning aangewezen heeft gekregen en voorts ingeval de woning door een aantal ambsbekleeders die één gezin vormen, ge zamenlijk wordt bewoond. Dit laatste komt onder meer bij onderwijzers en onderweze- ressen voor. „DE WAARHEID MARCHEERT... In de rij der vele Wit-, Blauw-, Geel- en Bruinboeken, welke onze boekenplank reeds te torsen had, is thans een nieuw lid van deze wel zeer vruchtbare familie verschenen. Het is een „Rood-Zwart"-boek van Duit sche origine, dat zich bij wijze van uit zondering nu eens niet op politiek terrein beweegt. Het boekje vermeldt in chronolo gische volgorde alle officieele Duitsche legerberichten van de eerste drie Septem- berweken en stelt daartegenover de leger berichten, radio-mededeelingen en persbe schouwingen, welke in diezelfde periode in het kamp van Duitschlands tegenstan ders werden bekend gemaakt. Het wil op deze wijze aantoonen, dat de Duitsche pu blicaties geheel in overeenstemming met de waarheid waren, terwijl de vijand zich stelselmatig bezondigde aan het versprei den van onjuiste mededeelingen. Of het hierin geslaagd is, zal de lezer voor zich zelf moeten uitmaken. Het is wel de moeite waard eens te zien hoe de meeningen over bepaalde vaststaande feiten kunnen uiteen- loopen. leger naar het Zuiden te verhinderen. Aai» de Russische grenzen staan op het oogen- blik honderdvijftig duizend inheemsohe Fransche soldaten, die in Syrië zijn ge concentreerd. Deze zijn versterkt met tach tig duizend Engelsche soldaten uit Irak. Palestina en Egypte. Zij vormen een niet te onderschatten steun voor het Turksche leger, dat uit ongeveer vijfhonderd duizend man bestaat. Het opperbevel van de Fran sche en Engelsche troepen is aan generaal Weygand opgedragen. DE NOORDELIJKE TOEGANGSPOORT TOT RUSLAND. Finland staat in het brandpunt der be langstelling. Eenerzijds uit oprechte deel neming met het lot van dit kleine volk, anderzijds evenwel met het oog op de perspectieven die de Finsche strijd voor de eigen zaak opent. Voor Sowjet-Rusland heeft de beheersching van Finland een dubbele beteekenis. In de eerste plaats zou hierdoor de Noordelijke toegangspoort tot Rusland worden afgesloten. Om het bezit van deze toegangspoort hebben Zweden en Russen eeuwenlang gestreden, terwijl in het voorjaar van 1918 Duitschland en de Entente min of meer een wedloop hielden om de sleutels van deze toegangspoort. De tweede beteekenis van den Russi- schen opmarsch is, kan althans zijn, het verwerven van een springplank voor een omvatting van West-Europa uit het Noor den. Het is dit gevaar, dat de Zweden doet uitroepen „De Finsche zaak is ónze zaak!" Vielen, na Finland, ook Zweden en Noor wegen ten prooi aan het Roode impe;ia- lisme, dan zou Rusland 'n geweldigen druk kunnen uitoefenen op West-Europa en de Roode overheersching van ons werelddeel naderbij komen. Het denkbeeld lijkt fan tastisch, doch werd niettemin tot voor kort in Duitschland wel degelijk au sérieux genomen. Juist daarom en omdat dooreen dergelijke omvatting ook Duitschland mede zou worden omvat, gelooven wij, dat het Derde Rijk wel Finland aan de Rooden heeft overgeleverd, maar niet de rest van Scandinavië. ah as DEHNA soeda

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 4