Hoe gewaakt wordt langs de kusten
Wanneer wordt een schip prijsgemaakt en opgebracht
Patrouilleerende vliegtuigen en schepen van
den bewakingsdienst vormen een
gesloten keten
vreem-
Alleen zij, die aan de kust wonen, kunnen er dagelijks getuige van zijn
hoe door de vliegtuigen en de schepen van de kustwacht gepatrouilleerd
wordt, zoodat elke verdachte gebeurtenis onmiddellijk gerapporteerd
kan worden en het Marine-apparaat terstond in werking treedt. Zooals
men in Engeland en Duitschland angstvallig waakt voor het doorlaten
van schepen, die contrabande bevatten, zoo waken de neutrale mogend
heden Nederland en België er voor, dat geen schip onopgemerkt de ha
vens binnen loopt. Nog geen half jaar geleden was de zee vrij, thans is
dat een legende geworden. Men zou evenwel verkeerd doen de oogen te
sluiten voor de realiteit; beter op zijn plaats is thans een woord van
hulde voor de moedige Marinemannen, die weer of geen weer hun plicht
doen.
Bewapende treilers bij de kustwacht.
Voor den patrouille- en bewakingsdienst
zijn vele schepen van de koopvaardij- en
visschersvloot in allerijl omgebouwd, toe
gerust met paravanes en eenig geschut. In
de meeste gevallen zijn de schippers, die
vroeger op de zeesleepers en treilers ston
den, nu in dienst van de Marine als vrij
willigers.
Wat Nederland betreft, zijn zij te her
kennen aan een oranje band om den mouw;
ze steken bont af bij de keurig geuniform-
de bemanning, werkelijk Marinepersoneel.
Dat thans zooveel treilers voor deze doel
einden aan de visschersvloot zijn onttrok
ken, levert geen moeilijkheden op, omdat
de vischvangst in deze tijden toch ontzet
tend wordt bemoeilijkt en de meeste booten
niet meer uitvaren. Dat de oude beman
ning gedeeltelijk aan boord blijft is begrij
pelijk, omdat zij beter dan wie ook het
schip kent en er handig mede kan manoeu
vreeren.
Links:
De kapitein van het
aangehouden schip staat
den officier van den
bewakingsdienst te
woord en verstrekt de
Bij den bewakingsdienst zijn eveneens
ingelijfd de loodsbooten, die als eerste taak
hebben de schepen veilig in de havens
binnen te brengen, maar thans tevens be
wapend zijn met twee lichte kanonnen, ter
wijl aari de bemanning, die in vredestyd
het werk doet een aantal Marineofficieren
zijn toegevoegd. Geen schip kan de Neder-
landscke havens binnenloopen zonder dat
gevraagde inlichtingen.
Rechts:
Een handelsschip komt
in zicht
De kotter met het prijscommando nadert 't
schip, dat inmiddels voor anker is gegaan;
in dit geval een Deensch schip.
TOEN de oorlog uitgebroken was, wa
ren Oostzee en Noordzee plotseling
schoongeveegd van eiken vorm van
scheepvaart. Men zag nauwelijks een schip,
althans in de eerste dagen. Dat veranderde
a.1 spoedig, want nu hebben de vaartuigen,
die met den bewakings- en patrouilledienst
der verschillende landen belast zijn, de
handen vol werk om de schepen, die weer
c.e zeeën bevaren, te onderzoeken en na te
gaan. In de oorlogvoerende landen heeft de
Marine bovendien de taak de koopvaardij
schepen van het eigen land veilig heen te
loodsen door de gelegde mijnenvelden. Ge
lijk men weet zijn op tal van plaatsen, ook
voor de kusten van Nederland en België
mijnversperringen gelegd door Engelschen
en Duitschers, waardoor bepaalde stukken
van de zee onbevaarbaar worden. Het doel
van de eene partij is den tegenstander te
dwingen door nauwe engten te varen, zoo
dat hij daar een gemakkelijke prooi wordt.
Met dat al worden vele koopvaarders het
slachtoffer van deze mijnen, ten deele
doordat ze van hun anker zijn losgeslagen,
maar dan dienen ze door de speciale vei
ligheidsinrichting onschadelijk te worden.
Door omstandigheden, die men elders in
dit artikël vermeld kan vinden, geschiedt
dit niet altijd. Maar nog gevaarlijker zijn
de mijnenvelden, die officieus gelegd zijn
door een der oorlogvoerende naties en
waarvan geen opgave is gedaan aan de
scheepvaartkringen.
In de Noordzee zijn er bijvoorbeeld ver
scheidene geconstateerd. Deze mijnen zijn
wel verankerd en dan is er nog een tweede
soort mijnen, waarover den laatsten tijd
nog al veel geschreven is: de magnetische-
mijnen, die drijven. De nabijheid van me
taal brengt de ontstekingsinrichting in wer
king. Om het gevaar, dat van deze zijde
dreigt te ondervangen, wordt overwogen
den scheepswand bijvoorbeeld te overtrek
ken met een laag rubber.
De patrouille en bewakingsdienst van
neutrale mogendheden als Nederland en
België bepaalt zich tot het signaleeren van
al wat op ons territorium nadert. Daarbij
komen allerlei eenheden in actie een
van de kenmerken van den modernen oor
log de Marine wordt gesteund door het
vliegtuig. Wie eens een strandwandeling in
deze dagen mocht maken, zal de patrouil
le-vliegtuigen laag over het water langs de
duinen zien scheren, op slechts enkele
tientallen meters hoogte. De taak van den
piloot is veel omvattend. Hij moet uitzien,
ja eigenlijk naar alles. Al wat er vaart en
vliegt moet hij opnemen. Op vliegtuigen
van een vreemde mogendheid, die onze
kust te dicht naderen, wordt onmiddellijk
het vuur geopend en zij worden verdreven.
Dat is meestal niet noodig, want alleen de
nadering van het patrouillevliegtuig is al
voldoende om den vreemdeling er van te
doordringen dat hij uit zijn koers is ge
raakt. Gewoonlijk verdwijnen ze dan ook
onmiddellijk uit zicht. De patrouilleerende
vliegtuigen signaleeren bovendien de los
geslagen mijnen, die een groot gevaar kun
nen opleveren, in het bijzonder wanneer de
Noord westerstormen op de kust beuken.
Elke gesignaleerde mijn wordt nauwkeurig
gevolgd en bij aanspoeling zoo spoedig mo
gelijk onschadelijk gemaakt.
De patrouilledienst van oorlogvoerende
landen heeft eoiiter meer een offensief ka
rakter. Zij sturen hun vaartuigen er regel
matig op uit om de lading van alle moge
lijke in hun buurt varende schepen te on
derzoeken. Engeland houdt elk schip aan
dat in een der beide richtingen door het
Kanaal wil varen. Zij worden naar de
Downs verwezen en blijven daar meestal
geruimen tijd liggen voor het onderzoek
van de lading. Wat zoogenaamd contra
bande is, wordt van boord gehaald en in
Engeland opgeslagen. Op die wijze tracht
men zijn vijand den toevoer van grond
stoffen af te snijden, in de eerste plaats
van die, waarmede hij zijn oorlogsapparaat
in gang kan houden. Het is begrijpelijk dat
ook Duitschland dergelijke maatregelen
heeft genomen. Deze vaartuigen patrouil
leeren in de Oostzee en Noordzee. Alle
schepen, die varen met bestemming Enge
land en Frankrijk of een in de onmiddel
lijke nabijheid liggende natie, worden aan
gehouden.
Daartoe wordt met vlaggen een signaal
gegeven, dat alle koopvaarders van welke
nationaliteit ze ook mogen zijn, onmiddel
lijk herkennen en dat zooveel wil zeggen
als: onmiddellijk stoppen. Het is bekend,
dat ingeval een koopvaarder niet terstond
aan het bevel voldoet, de commandant van
het oorlogsschip zich het recht voorbehoudt
om het koopvaardijschip in den grond te
boren. Onwilligheid beteekent ook op zee
maar al te dikwijls dat men iets te verber
gen heeft en de risico's van een weigering
aanvaardt. Meestal wordt terstond gehoor
gegeven aan dit sein en mindert de koop
vaarder snelheid. Van het "patrouillevaar
tuig wordt een sloep uitgezet en de com
mandant begeeft zich naar het schip. Hij
Do eerste signalen van een Duitsch schip
van den bewakingsdienst, wanneer een
koopvaarder in zicht komt, die het bevel
inhouden: „Stopt U onmiddellijk en maak
geen gebruik van den draadlooze."
HOE WORDT EEN LOSGESLA
GEN MIJN AUTOMATISCH ON
SCHADELIJK?
De weken rond de jaarwisseling
zijn in ons land berucht om bun
felle Noord westerstormen. In dezen
tijd echter zijn wij nog bezorgder
wanneer de felle stormwinden uit
den Noordwesthoek waaien, omdat
zij losgeslagen mijnen op de stran
den en tegen de borstweringen
werpen. Meestal expiodeeren de
mijnen niet bij het aan land spoe
len en dat is ook de normale gang
van zaken, maar een enkele maal
ontploft de mijn toch en richt ge
weldige verwoestingen aan. Hoe
behoort nu deze automatische be
veiliging te werken?
Zooals men weet worden bij het
leggen van zoogenaamde mijnen
velden de mijnen aan zware kettin
gen in den zeebodem verankerd.
In de mijn is een veerende pcii
aange Dracht, die bevestigd is aan
de ankerketting. Wanneer de mijn
nu wordt uitgezet gelijk men
weet altijd op enkele meters onder
den waterspiegel ontstaat door
den opwaartschen druk van het
water een spanning in de ketting
en deze is voldoende om de pen
uit de mijn te trekken. Eerst dan
is deze gevaarlijk, omdat nu het
ontstekingszuur uit de glazen buis
jes in de tentakels naar de ont
stekingslading kan loopen. Wordt
de spanning in de ankerketting op
geheven, doordat de mijn geknipt
of losgeslagen wordt, dan dient de
veerend gemonteerde pen in de
mijn terug te schieten. Wanneer
de mijn lang in het water heeft
gelegen, is het mogelijk dat de
veiligheidsinrichting dermate met
waterplanten en schelpen is aan
gegroeid, dat de pen niet meer te
rug schieten kan. Indien zoo'n mijn
ruw op de kust geworpen wordt,
is het mogelijk dat zij explodeert en
een ware ravage aanricht.
Als eerste gaat de officier van de prijsbe-
manning over de neergelaten valreep aan
boord van het stoomschip.
vraagt inzage van de scheepspapieren, die
in de eerste plaats de nationaliteit moeten
bevestigen; er wordt namelijk meer dan
eens door oorlogvoerende koopvaarders ge
varen onder de vlag van een neutrale mo
gendheid.
Als de scheepspapieren in orde bevonden
zijn, worden de ladingsbrieven aan een
zorgvuldige inspectie onderworpen. Wan
neer dan ook de lading zelf nog onderzocht
is en geen goederen, vermeld op de contra-
bandelijst gevonden worden, kan de koop
vaarder na eenig oponthoud zijn reis ver
volgen. Maar natuurlijk kan men zich niet
altijd in enkele uren overtuigen van den
aard der lading.
Indien eenige twijfel rijst omtrent de
juistheid van de verklaringen van den ka-
het marinepersoneel van den bewakings
dienst daartoe toestemming heeft gegeven.
Men zou verkeerd doen te meenen dat al
leen schepen van vreemde nationaliteit
worden aangehouden, aan dit onderzoek
zijn eveneens de kustvaarders van de re
gelmatige diensten onderworpen.
Gelijk geschiedt by de Duitsche en En-
gelsche Marine, gaat een officier van den
bewakingsdienst aan boord om controle uit
te oefenen. De kapitein van het schip legt
de manifesten over, waarin vermeld is aard
van lading, afzenders in vaktermen
spreekt men van afschepers en bestem
ming. Een enkele maal komt het voor dat
pitein, wordt het schip opgebracht. Er gaat
dan een zoogenaamde prijsbemanning aan
boord, die het schip opbrengt naar een ha
ven,' welke dient als basis van den patrouil
ledienst.
Zoo brengt Engeland de koopvaardij
schepen, die het Kanaal passeeren op naar
de Downs en Duitschland doet hetzelfde op
Koord- en Oostzee. Uit den aard der zaak is
het alles behalve prettig voor een koop
vaardijkapitein, wanneer hij plotseling
iemand boven zich gesteld ziet aan boord
van zyn eigen schip. In de eerste weken
kwam het dan ook nog wel eens voor, dat
zij zich met hun schip uit de voeten tracht
ten te maken. Zoo deed zich het merkwaar
dige geval voor in de Oostzee, dat een
klein neutraal schip de „Helmi", aan den
haal ging, nadat het prijs was gemaakt, in
den tijd, die het patrouillevaartuig noodig
had om een anderen koopvaarder te in-
specteeren. Het schip werd door het snel
lere Duitsche schip achterhaald en er werd
een versterkte prijsbemanning aan boord
gezet. Het onderzoek in de haven wees
echter niet uit, dat de „Helmi" verdachte
lading vervoerde en het schip werd vrijge
geven. Hier had men dus te doen met een
geval, waarin de gezagvoerder niet gehoor
wenschte te geven aan de bevelen van het
patrouillevaartuig. Deze handelwijze had
intusschen noodlottig kunnen zijn voor het
vrachtschip, daar de kapitein van het oor
logsschip, zooals gezegd, gemachtigd was 't
schip in den grond te boren.
Van de brug af volgt de commandant de
uitvoering van zijn bevelen.
de koopvaardijschepen voor geval van
noodweer voorzien zijn van eenige stuk
ken geschut. Het is gewoonte deze te ver
zegelen voor zij een haven kunnen binnen
loopen. In territoriale wateren mag, zooals
vanzelf spreekt, van dit geschut onder geen
beding gebruik gemaakt worden. Opge
merkt dient nog te worden dat Nederland-
sche koopvaarders een vragenlijst moeten
invullen.
Thans, enkele maanden na het fatale
oogenblik, waarop de oorlog een feit werd,
kan men constateeren dat elk land, in de
zee, in de lucht en op het land omgeven
is door een gordel van wakende oogen, ge
reed om elke alarmeerende gebeurtenis
onmiddellijk door te geven en daarmede
het.geheele defensieve, of
de mogendheden be
treft, offensief apparaat
in werking te stellen,
De Nederlandsche Mari.
ne, we hebben het zelf
in oogenschouw kun
nen nemen, slaat daar
bij geen slecht figuur.
Langs de kust wordt
gewaakt.