DE EERSTE MAN in het «a^riSïïïïk nieuwe vliegtuig van den invlieger mmmi VAN COPERNICUS TOT HINDENBURG IV.V -vip* '%i Velen denken dat de vliegtuigen, die in serie de fabrieken verlaten, onmiddellijk kunnen opstijgen voor hun eerste vlucht. Zoo eenvoudig is het intusschen niet. Vele formaliteiten moeten worden vervuld eer het zoover is. Wanneer het toestel gereed de montagehal verlaat, wordt het aan een grondige inspectie onderworpen door de fabriek en vervolgens door de overheid, die daartoe een speciale deskundige commissie heeft aangewezen. En wanneer het een nieuw type betreft, volgt daarna het zoo genaamde invliegen, waarbij het toestel aan uitermate zware proeven wordt bloot gesteld. Over dit gevaarlijke en allerminst romantische beroep van den invlieger ver tellen wij in onderstaand artikel een en ander. Weliswaar leven wij niet meer in de dagen van luchtvaartpioniers als Leonardo da Vinei en Otto von Lilienthal, toen een poging om te vliegen vrijwel gelijk stond met zelfmoord, maar nog altijd is de eerste vlucht van een nieuw vliegtuig min of meer een sprong in het duister en vooral de duikvluchten, de tonneau's en derge lijke, stellen aan den invlieger, die over een enorme tegenwoordigheid van geest moet beschikken de hoogste eischen. Mocht onverhoopt de eerste vlucht een on verwacht verloop hebben, zoodat een val onvermijdelijk wordt, dan beschikt de pi loot over het laatste redmiddel, de para chute. DE invliegers van de vliegtuigfabrieken zijn de mannen, die elke machine, welke geheel gereed de fabrieken verlaat, voor de eerste maal bestijgen en voor het eerst de „kist", zij het een oorlogs machine, zij het een verkeerskist, in zijn element brengen. Deze arbeid is al heel weinig romantisch. Hij moet zelf niet al leen beschikken over een meer dan mid delmatige vliegerservaring, maar hij moet bovendien stalen zenuwen bezitten. Immers hij moet het toestel op al zijn kwaliteiten onderzoeken, hij dient door gevaarlijke buitelingen, hoog in de lucht te onderzoe ken of het draagvlak van de vleugels aan de gestelde verwachtingen voldoet; hij dient, vooral wanneer het een gevechtsma- ■hine betreft, een empirisch onderzoek in te stellen naar snelheid en naar de wend baarheid; dat wil zeggen, of de machine in 6taat is om snel te manoeuvreeren. Het is duidelijk dat eventueele constructiefouten, die, hoe zorgvuldig volgens te voren ge maakte teekeningen het werk ook is uitge voerd, natuurlijk wel eens voorkomen een fatalen afloop tengevolge kunnen hebben, en juist dan moet de invlieger beschikken over een buitengewone tegenwoordigheid van geest, om de kist toch nog veilig en wel aan den 'rond te zetten. Het spreekt vanzelf dat deze moedige mannen, die beschikken over een zekere mate van doodsverachting, een behoorlijk Inkomen genieten, omdat hun beroep het meebrengt, dat elk oogenblik een ontijdig einde aan hun leven kan komen, eerder dan dat het geval is bij den verkeerspiloot, die rustig zijn route vliegt, met een ma chine, welke uitgebalanceerd is. Voor de volledigheid dient vermeld te worden dat aan elke fabriek nog zoogenaamde werk- vliegers zijn verbonden, die de andere on der het werk noodige vluchten uitvoeren, in het bijzonder het „invliegen" van serie toestellen. De arbeid van het invliegen begint daar waar het vliegtuig überhaupt begint te ont staan; namelijk in het constructiebureau en in de werkplaats. Reeds bij het ontwerpen van nieuwe plannen, voorzoover het hierbij gaat om het ontwikkelen van nieuwe ty pen, zal men veelvuldig de raad inwinnen van den invlieger, en dikwijls kan hij den constructeur op grond van zijn rijke erva ringen waardevolle practische raad geven. Ook zal men den invlieger dikwijls in de werkplaatsen zien, waar hij de werkban ken langs gaat om kenhis te nemen van elk onderdeel. Want wil hij het vliegtuig aan Voor het opstijgen. De laatste bespreking met den monteur der motoren. Op de rech terknie ziet men de vastgebonden blocnote. .Voor het opstijgen beproeft de invlieger nog eenmaal de roeren. afdoende proeven onderwerpen, dan is het noodig dat hij met de constructie van a tot z op de hoogte is. Alleen als hij de con structie haarfijn kent, kan hij de vlieg- eigenschappen beoordeelen en bij het op treden van onregelmatigheden onmiddellijk de oorzaak vaststellen en zooals wij boven schetsten, maatregelen nemen om ernstige gevolgen voor hem zelf te voorkomen en later het prototype dienovereenkomstig te laten veranderen. Wanneer het vliegtuig geheel gemonteerd en fonkelnieuw de montagehallen verlaat, Een gecamoufleerd mitrailleurnest, dat tot taak heeft vijandelijke toestellen af te we ren. moet men het zich vooral niet voorstellen als een onbeschreven blad papier, dat de piloot op goed geluk overneemt, om eerst daarna vast te stellen of de „kist" ook wer kelijk vliegt. Wanneer de invlieger in de machine klautert, dan is deze reeds aan twee zeer grondige onderzoekingen onder worpen, namelijk de constructiecontrole, die van de fabriek uitgaat en een controle, welke verricht wordt door de overheid. De vliegeigenschappen van het toestel zijn precies berekend en vastgelegd. De invlie ger weet dus van tevoren al wat hij met het vliegtuig zal kunnen uitvoeren. Trou wens bij beide controles is hij tegenwoordig geweest en heeft elk detail van de motor en van de kern, zoo noemt men wel romp en vleugels, van de stuurinrichting, van de roeren, van den schroef en letterlijk van alle onderdeelen, samen met de construc teurs onderzocht. Wanneer bij de eerste vlucht zich constructiefouten mochten voordoen, dan treft den invlieger reeds in zekere mate schuld, want met zijn techni sche, rijke ervaring had hij een en ander bij het vooronderzoek mede moeten zien, ten minste, wanneer het een zichtbare fout was. Het is evenwel een zeldzaam voorko mend verschijnsel, dat ook na de tweede, zeer strenge controle nog constructiefouten verborgen blijven kunnen. Bij vliegtuigen, die in serie gebouwd worden is het wel haast uitgesloten. De eerste vlucht, die een piloot uitvoert met een prototype is over het algemeen van zeer korten duur; een tweede proefvlucht strekt zich uit over langeren tijd, en eerst bij de derde vlucht wordt het uiterste van de machine gevergd door kunstvliegen, in den vorm van stunts, zoogenaamde „feuille mortes" en dergelijke bravourstukjes, die men wel eens op vlieg- feesten te aanschouwen krijgt. Deze eerste groote vlucht stelt dan aan den invlieger en aan zijn tegenwoordigheid van geest de hoogste eischen. Zooals gezegd wordt van elke machine gevergd dat tijdens dezen grooten proeftocht ook een duikvlucht wordt uitgevoerd, om een voorbeeld te noe men van 5000 meter tot 1000 meter hoogte. Bij dezen val, die slechts enkele seconden duurt, moet de vlieger niet alleen letten op zijn machine, maar tevens aanteekenin- gen maken van zijn ervaringen op een blocnote, die op zijn knie vastgebonden is en bovendien den tijd op zijn chronometer afdrukken. Ook is voorgeschreven dat het toestel tien maal achtereen om zijn eigen aa moet draaien en d« piloot mag het dan nog •lechts twee maal laten draaien om het Wollen draden, die bevestigd zijn op de romp van het vliegtuig laten gedurende de vlucht het verloop van de luchtstroom zien. Daaruit kan de piloot de conclusie trekken of de aërodynamische constructie juist is. bracht, wordt het nummer van het toestel officieel geregistreerd en geven zij het vrij, vergezeld van de noodige documenten. Zeer zwaar is het werk van den invlie ger, wanneer de nieuwe machine gebouwd moet worden voor een speciaal doel. Na elke vlucht worden dan nog veranderingen aangebracht. Misschien wordt het bij de eerste vluchten duidelijk dat de romp te lang of te kort is, de roeren functionneeren niet geheel en al naar behooren, het zwaar tepunt dient verlegd te worden en derge lijke bijzonderheden meer. Steeds weer komt het toestel van het veld in de werk plaatsen en vandaar weer by den invlieger, die onvermoeid zijn proefnemingen voort zet. Wanneer de machine dan in bedrijf genomen wordt, en men is van plan er een seriebouw van te beginnen, dan dient dit prototype natuurlijk een toppunt van ze kerheid te zijn en een zoo groot mogelijk prestatievermogen te bezitten. De vliegtuigen, die nu volgens het principe van het prototype gebouwd wor den, kunnen door werkvliegers worden in gevlogen. Wanneer het prototype door de autoriteiten is vrijgegeven, is het werk van dan invlieger afgeloopen. De invlieger draagt een groote verantwoordelijkheid voor het leven van talloos vele menschen, weer in den normalen stand te krijgen. Ook deze tijden moeten door den invlieger met zijn chronometer worden vastgelegd en verder houdt hij aanteekening van den stand der meetapparaten op zijn dashbord. Reeds deze enkele grepen uit de ver- eischten bewijzen hoeveel verlangd wordt van den invlieger. Wanneer hij na deze proefvlucht het toestel in orde heeft be vonden, onderwerpen de autoriteiten het opnieuw aan een nauwgezet vliegtechnisch onderzoek. En eerst wanneer dit onderzoek geen fouten meer aan het licht heeft ge- die na hem in een dergelijk vliegtuig plaats zullen nemen en die zich, wanneer ze er regelmatig mee gaan vliegen, zooals op verkeersroutes, de ervaringen van den in vlieger ten nutte maken. Maar de fabrieken kunnen zich verlaten op hun invliegers, evenals op de andere mannen, de construc teurs en teekenaars, de monteurs en wie er verder allen bij betrokken zijn om dat wonder van den modernen tijd: het vlieg tuig tot stand te brengen. De invlieger tijdens zijn gevaarlijken ar beid. Hjj moet letten op zijn instrumenten en alle belangrijke reacties van het toestel noteeren op een blocnote, die op zijn knie vastgebonden is. hannes Hevelke of zooals hij zichzelf noemde: Hevelius geboren. Ook zijn hartstocht was de astronomie. En al was het hem dan niet gegeven, evenals zijn groote voorganger revolutionnaire ontdekkingen te doen, zoo kan hij toch de eer voor zich op- eischen, het slingeruurwerk en de micro- meterschroef uitgevonden, een in 150 jaren niet overtroffen beschrijving van de maan geschreven en de grootste sterrenwacht van zijn tijd gebouwd te hebben. Hy studeerde o.a. in Nederland. In 1668, een jaar voor den dood van Hevelius, werd, eveneens te Dantzig, Daniël Gabriel Fahrenheit gebo ren, de uitvinder van den naar hem ge noemden thermometer. Ook hij stond on onderbroken in wetenschappelijke relaties met Nederlandsche, Deensche en Zweedsche geleerden en hij is in 1736 te Den Haag gestorven. Tenslotte dient hier ook de naam nog genoemd te worden van Walter Nernst, die in 1864 in het West-Pruisische stadje Briesen geboren werd. De beroemde physicus en chemicus, die na het gymnasi- Urn VQn GrauJoJin ofgoloopon to J10UL0.., Zürich verder studeerde, dankt zijn we reldnaam in de eerste plaats aan de uitvin ding van de naar hem genoemde gloeilamp. Een andere beroemde Dantziger is de fi losoof Arthur Schopenhauer, die in 1788 geboren werd. Ais zoovele Dantzigers, had ook hij Nederlandsch bloed in de aderen „Mijn grootvader zoo schrijft hij zelf was nog in de Nederlanden geboren, doch jong naar Dantzig gekomen, waar hij de dochter van den heer Soermans, den Ne- derlandschen resident, trouwde. Mijn vader Heinrich Floris sprak nog vloeiend Neder landsch." In tegenstelling tot zijn grooten tijdge noot Immanuel Kant, die zijn geboortestad Koningsbergen in het naburige Oost Prui sen nooit verliet, vertrok Schopenhauer reeds in 1793 uit Dantzig om er niet meer terug te keeren. Vermelding verdient voorts de schilder en etser Daniël Chodowiecki, die in 1726 te Dantzig geboren werd en aanvankelijk als koopman werkzaam was, totdat hij in 1754 te Berlijn zijn talent ont dekte. En nog meer mannen van wereldnaam heeft dit oer-Duitsche land in het Oosten voortgebracht. In 1866 werd. te Kuhn aan den Weichsël de dichter Hermann Löns en in 1848 te Markowitz bij Posen de beroemde taalkun dige UIrich von WilamowitzMoeJlendorff geboren. Ook generaal Erich Von Falken- hayn, die van 1913 tot 1915 Pruisisch mi nister van Oorlog en in den wereldoorlog tot einde Augustus 1916 chef van den ge- neralen staf van het Duitsche veldleger was, stamt uit het Oosten. Hij werd in 1961 op de burcht Belchau bij Graudenz geboren. Moge de generaal-veldmaarschalk en rijkspresident von Hindenburg deze rij van eminente mannen besluiten. Hij werd in 1847 te Posen geboren en stierf in 1934 op Neudeck, de West-Pruisische bezitting zijner familie. Met de vroeger aan Poolsche heerschappij onderworpen gebieden van Dantzig, West- Pruisen en Posen, is ook een aantal histori sche plaatsen weer aan Duitschland geko men, die aan de nagedachtenis van beroem de mannen gewijd zijn. Grijpen wij uit den overvloed van na men er eenige, die ook buiten de Duitsche grenzen klank gekregen hebben. In 1473 werd in de stad Thorn de astro noom Nlcolaus CupeiTcua gcbuicii, uic met zijn werk „De Revolutionibus" het astro nomisch systeem van Ptolemeus omver wierp en het bewijs leverde, dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van het heelal is. Copernicus was een kind van Duitsche ouders en hij heeft na zijn studie jaren te Krakau, Padua en Bologna uitslui tend in de Oost Pruisische stad Frau en- burg gewerkt, waar hij ook begraven ligt. 68 Jaren na zijn dood werd te Dantzig Jo-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 5