Bekijk uw land van den waterkant en geniet van het eeuwig motiefwolken - wind en water i m De kleiue zeiljachten bieden door hun weer spiegeling in het water een schilderachtigen aanblik. NEDERLAND is vanouds het land van de watersport in al haar geledingen. Voor ditmaal zullen wij aan een tak yan de watersport, wel de aantrekkelijk- jte en meest gracieuse, ook voor den leek, met name het zeilen, onze aandacht wijden. Alen ga maar eens op een zomerschen dag kijken aan de Kaag (b.v. vanuit „Het Kom pas", bij Dirk van Nieuwkoop) aan de Loos- drechtsche plassen, of de beroemde meren van Friesland. Edel en voornaam teekenen zich dan te gen den blauwen hemel de ranke, witte zeilen af. Daartusschen vaart trotsch een enkel groot jacht, machtig en majestueus, maar niet meer van dezen tijd. Vooral de laatste jaren kan men een drang naar het eenvoudige leven in de natuur waarnemen en vooral de watersport en in het bijzonder het zeilen, zijn daarbij wel gevaren. Het is ook een teeken des tijds dat de groote, kostbare zeiljachten, met hun smetteloos blanke dekken, hun glimmend gepoetst ko perwerk en betaald personeel, steeds min der de jachthavens bevolken. De economi sche depressie heeft zich juist op dit luxe gebied zoozeer doen gelden. Maar daar staat tegenover dat het groote publiek als het ware wakker is geschud voor de klei nere. Het is geen toeval dat deze juist alle zestien vierkante meter zeil voeren, want dat is het door de wet gestelde minimum, dat nog belastingvrij is. Gelukkig verdwijnt deze belasting binnenkort. De groei van de zeilsport in Nederland mag van betrekkelijk jongen datum zijn, de sport zelve is oer-Nederlandsch. Voeren niet de aanzienlijke kooplieden uit de ze ventiende eeuw, die hun buitenplaatsen hadden aan Vecht en Amstel, daar rond op hun speeljachten en bootsten zij zoo niet de zeeslagen uit de vaderlandsche geschie denis na? Engeland was het, dat den eersten stoot gaf tot het wedstrijdzeilen. Aanleiding daartoe was het geschenk in den vorm van een zeiljacht aan den Engelschen koning. Het jacht was van Nederlandsche makelij, tn Engeland begon men de vormen te per- fectionneeren. De bootvorm werd scherper, waarbij men dankbaar profijt had getrok ken van smokkelvaartuigen en snelle dou- anekotters. Langzaam maar zeker zijn daar uit de wedstrijdtypen gegroeid, zooals we die tegenwoordig kennen. Het is niet on vermakelijk, wanneer men zich bij zoo'n wedstrijd schaart onder de toeschouwers, Eindelijk is weer de tijd aangebroken dat duizen den en nog eens duizenden naar bulten trekken, de vrije natuur in, te land en te water. Het mag een ge lukkig verschijnsel heeten dat het aantal waterton- risten, wanneer men hen tenminste zoo noemen mag, gestadig toeneemt. Gelukkig komen steeds meer be woners van de lage landen tot de ontdekking, hoe schoon hun land is wanneer zij het van den water kant' bekijken. Voor den zeiler, den kanovaarder, den motorbootbezitter, kortom voor alle beoefena ren van de watersport, openen zich nieuwe perspec tieven. Zij leeren hun land van een andere zijde, dat wil zeggen met andere oogen zien. Het land is an ders, hetgeen voor den watersporter ongeveer syno niem is met schooner. „Zoo kende ik m'n land nog niet", hoe dikwijls hebben we in het volle seizoen deze uitspraak niet gehoord van jeugdige, enthou siaste watervrienden. En hoe verheugend het op zich zelf reeds is dat velen hun vertier en ontspanning op het water gaan zoeken, het verschijnsel is juist in dezen tijd zoo welkom, omdat allerwege het waterland schap bedreigd wordt door radicale plannen van rijk en gemeenten. Soms is het een nieuw aan te leggen weg, die mee- tioogenloos geprojecteerd wordt door schilderachtige plassen, ander maal besluit een gemeente het nabij gelegen meer te bestemmen als stortplaats voor stadsvuil. Heel wat waterschoon is daardoor reeds te Ioor gegaan. Daarom: hoe meer watervrienden, hoe beter, dan kan de actie tegen het vernielen van ons kostelijk waterlandschap ten minste krachtiger gevoerd worden. die zelf niet zeilen. Menschen, die nooit ge zeild hebben, de befaamde stuurlui aan den wal en dus slechte stuurlui houden hun hart vast, wanneer zij de lichte vaar tuigjes zoo ver overstag zien gaan. Inder daad maken de zeiljachten, die bij den leek de gedachte wekken buitengewoon veel tui gage te voeren, spoedig den indruk, dat zij met het laagste boord onder water komen en dan is steêvast het gezegde van deze stuurlui aan den wal, dat het verregaande waaghalzerij is. Wie eens gezeild heeft, zeilt niet gevaarlijk. Vooral de Nederlanders mogen zioh ge lukkig achten dat hun land zoo wel door sneden is met vaarten en rivieren en dat het het zooveel meren en plassen telt. Hol land, Zeeland en in het bijzonder Friesland •rr-Hï'ij zijn rijkelijk bedeeld. Daar staat het hart der watersporters wijd open. Want hier wordt hun een unieke gelegenheid gebo- den om trektochten te maken, groot of klein, hier brengen zij na een vermoeide week werken het week-end door en wat kan er gezonder zijn dan een heelen dag op het water. Het zeilen is wellicht een van de beste sporten. Zij is niet alleen gra cieus, maar ook gezond, omdat de zeiler, die tegelijk het roer en de zeilen bedient zijn spieren, die in het dagelijksche leven niet of nauwelijks aan de beurt komen, krach tig kan ontwikkelen. Bovendien is de bui tenlucht heerlijk en gezond, vooral op het water uit den aard der zaak bijzonder frisch. Bovendien heeft een zeilboot voor op de motorboot dat hij gedreven wordt door den wind. Het is zaak dat de zeiler een handig gebruik maakt van die natuurkrachten, de bedoeling is er zoo veel mogelijk uit te ha len. Het is bijvoorbeeld zaak om een plas tegen den wind in over te ste ken en daarbij zoo wei nig mogelijk te la vee- ren, dat wil zeggen dat men zoo weinig moge lijk over en weer gaat. Is het dan wonder dat in deze menschen als 't ware de harteklop der natuur voelbaar wordt? Zij zijn als trekvogels. Nadert het seizoen, dan duiken zij overal op. De booten worden weer te voorschijn gehaald, aan een zorgvuldige inspec tie onderworpen, verf- en vernispot worden voor den dag gehaald, want aan een goede boot mag niets mankeeren. Reeds bij de eerste len testralen, wanneer de na tuur nog moet ontwa ken, zijn zij present. En dan blijven ze tot diep in de herfst in de weer. De echter watersporter zit in tegenstelling met den Zondagszeiler, wanneer hij maar even kan, op het water Daaraan heeft hij zijn hart verpand en geen slecht weer kan hem deren. In regen, weer en wind kan men hem op het natte element vinden. Er is zoo dik wijls, juist van de zijde der kano- en motorboot vaarders, gezegd dat Het is hard werken op een zeewaardig jacht, wanneer de schoot aangehaald moet worden. zeilers luilakken zijn. Immers de wind drijft hen voort. Maar wie eens aan boord van een zeiljacht bij stevigen wind, de mannen met opgestroopte mouwen in het zweet huns aansohijns heeft zien zwoegen, hij weet dat de zaken hier anders staan. De zeiler, die den geheelen dag op het water vertoeft en gedurig in actie is, voelt des avonds zijn spieren geducht. En in het bij zonder aan den. wedstrijdzeiler worden bij zondere eischen gesteld. Juist omdat het hier kracht betreft, blijft deze tak van sport meestal voorbehouden aan het mannelijke geslacht, hoewel men tegenwoordig al meer en meer zeilsters ziet, ofschoon in wed strijden komen zij uit den aard der zaak slechts zelden uit. Waarom de stap niet gewaagd? Velen kunnen er maar niet toe besluiten den grooten stap te wagen, omdat zij, laten we het eerlijk zeggen, bang zijn. Nu laten wij hier een autoriteit op het gebied van het zeilen, den heer H. C. A. van Kampen, die in zijn standaardwerk „De Zeilsport", dat elke zeiler kent en waarin elke adspi- rantzeiler zich maar eens moet verdiepen, aan het woord: „Laat ik u zeggen, lezer; de zeilsport is iets kostelijks! Wanneer uw scheepje over hangend door de kracht van een bollen wind over het water schiet, wanneer wan ten, stagen en schooten gespannen staan als vioolsnaren en de wind er zijn lied doet hooren, wanneer het water door den boeg opzij geworpen, tot schuim geslagen langs de flanken van Uw vaartuig schiet, als de zon haar kleuren toovert in het overspat- tend buiswater, dan is het een genot te we ten, dat gij als stuurman dat alles be- lieerscht, dat gij op dat oogen blik meester zijt od uw kleine gebied. Steeds is er afwisseling; richting en kracht van de wind veranderen voortdu rend en maken nieuwe manoeuvres noodig Snel besluiten en snel handelen zijn dikwijls noodzakelijk en dat alles beteekent gewin aan gezondheid, aan lichaamskracht, aan zenuw vermogen. Laat de wind u in de steek, ook dan vindt gij ontspanning in het onderhoud van schip en tuig, in muziek en gesprek, in vreedzame contemplatie. Aan boord behoeft men zich nooit te vervelen. De zeilsport is niet gemakkelijk; ze eisoht piet alleen een koel hoofd en een stevige vuist, maar ook kennis van het schip en van zijn eigenschappen, van het weer, het water en den wind. Juist daar door onderscheidt zich de zeilsport van dt andere takken van sport; zeilen is een sport van hoogere orde dan autorijden, voetballen of tennissen, het staat ook hoo- ger dan zwemmen, waarbij een zelfde be weging uit den treure herhaald wordt en verheft zioh zeker verre boven het motor bootvaren, waarbij een doode kracht, d« motor, het werk doet, een kracht, die door een beweging met een handvat naar belie ven aan het werk gezet of uitgeschakeld wordt. Zeilen is anders, zeilen is meer, zeilen is beter. Het vergt van het tweetal in een klein jacht, den roerganger met het schoot- touw en den man, die voor de bediening van de fok, het kleine puntige voorzeil, zorgt, letterlijk alles. De wind en het wa ter zijn onberekenbaar en luimig. Uit alles moet de zeiler zijn voordeel weten te halen. Eerst dan is hij een goed zeileren een sportsman in den hoogsten zin des woords. Radio in het riet. In het bijzonder de kanovaarders maken zich schuldig aan het verwekken van ge rucht, dat de heerlijke stilte op een water vlakte danig kan bederven. Waaraan is het toch toe te schrijven dat men zoo dikwijls een schreeuwerig gramofoontje meeneemt, waarop den lieven ganschelijken dag de zelfde uitgesleten plaatjes gedraaid wor den. Misschien kunnen vele menschen niet goed tegen de stilte van het wijde land en moeten zij altijd iets om zich heen hooren, maar laten zij denken om andere water sporters, die juist de stilte zoeken in de vrije natuur. En toch is het niet noodig om het con- taot met de buitenwereld te verliezen, want tegenwoordig brengt Philips draagbare ra dioapparaten in den handel, zoodat men, wil men dan beslist wat afwisseling hebben, tusschen het riet genoeglijk kan luisteren naar zachte muziek of persberichten. Maar een goede raad, wanneer gij een dergelijk toestel meeneemt naar buiten, zoek dan een afgelegen plekje op en zet het toestel zoo zacht mogelijk aan, opdat anderen er geen hinder van zullen onder vinden. De watersport wordt op vele manieren bedreigd. Wij wezen reeds op de uiterlijke verstoring van het waterlandschap door al lerlei radicale plannen van overheidswege, maar ook de watersporters zelf treft een blaam, wanneer zij de stilte verstoren. Midden-boven: Telkenjare worden op de Theems wedstrijden: gehouden met schoe ners. Links: Zeilen op de Kagerplas- sen. Een bekend drietal, dat winter of zomer, weer of geen weer, met hun boot, de „Dik en Dun" er op uit trekt. Rechts: Recht voor den wind. De majestueuse regen bogen met hun groot leiloppervlak.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 8