c
3
De Internationale toestand
Het Portret
Deze week
IN DE AFGELOOPEN WEEK
VAN DE WEEK
IN NEDERLAND
PPS
DE WERELD IN KAART
YW/A
WINSTON SPENCER CHURCHILL.
Dit is de jongste foto van den
Engelschen minister-president na het
verlaten van Downing Street 10, om
in het Lagerhuis de capitulatie van
Frankrijk mee te deelen.
Churchill is 30 Nov. 1874 geboren.
Hij had een stormachtige jeugd als
journalist en cavalerie-officier, tot
hij in 1900 als conservatief lid werd
gekozen van het Lagerhuis. Hij was
een lastig lid en in 1904 ging hij
over naar de liberalen, omdat hij als
overtuigd vrijhandelaar het niet eens
was met Chamberlain.
Daarna maakte hij snel een poli
tieke carrière. In 1910 was hij minis
ter van Binnenlandsche Zaken.
In den wereldoorlog van 1914-1918
vervulde hij achter elkaar de ambten
van Eerste Lord der Admiraliteit,
minister van Munitie en ten slotte in
1918 van Oorlog.
Van 1918 tot het midden van den
huidigen oorlog was hij vrijwel altijd
in de oppositie. Thans rust in zijn
handen de verantwoordelijkheid voor
het lot van het Britsche Imperium.
De geheele wereld staat nog in het tee-
ten van de groote rede, die Adolf Hitier in
len Rijksdag heeft uitgesproken erf die ge
richt was tot Engeland. Deze rede was te
Deschouwen als een laatste poging van den
kant van Duitschland, om te trachten een
voortzetting van het noodeloos bloedver
gieten te voorkomen.
Helaas wijst alles er op, dat Engeland
doof i" gebleven voor deze taal der rede
lijkheid. Churchill c.s. schijnen vastbeslo
ten, om het oi de laatste krachtproef te
laten aankor i. Wel is waar gaan er ook
andere stemmen op, die aandringen op een
aader ondei-zoek van Duitschlands voor
stellen Lloyd George o.a. heeft onmid
dellijk een lang onderhoud gehad met den
koning doch deze worden overstemd
door het oorlogsgeroep van de andere par
tijen.
Eiken dag kan dus de aangekondigde
groote aanval op Engeland plaats vinden.
Elke dag brengt ons nader tot dien aanval
en daarmede tot het einde van den oor
log; want het is aan geen twijfel onder
hevig of het vrijwel tot machteloosheid
gedoemde, aan den vooravond van den
hongersnood staande Engeland, met zijn
gedecimeerde handelsvloot en zijn oorlogs
schepen, die nauwelijks de veilige haven
durven verlaten, uit vrees voor de hen
overal in hun eigen wateren bedreigende
duikbooten en de vernietigende uitwerking
van de bommen der Duitsche vliegtuigen,
waartegen de Royal Air Force niet is op
gewassen, zal spoedig het onderspit moeten
delven.
Het is onbegrijpelijk, dat het verblinde
Engelsche volk de reddende hand niet wil
zien, die Duitschland het toesteekt. Het
moet zich er toch ten volle rekenschap van
geven, dat het gedoemd is tot den onder
gang, wanneer het, alleen staande, den
strijd tegen een zoo machtigen tegenstan
der voortzet. De tragedie van het bosch
van Compiègne is nog slechts kinderspel bij
hetgeen zich in Engeland zal afspelen,
wanneer het genoodzaakt is, het hoofd in
den schoot te leggen. Het afwijzen van het
edelmoedige aanbod van Duitschland, dat
nog op het laatste oogenblik heeft getoond,
niet den ondergang te willen van het Brit
sche Empire, staat gelijk met zelfmoord.
De Engelsche vlag is bijna van de zeeën
verdwenen door het onverbiddelijke uit
roeiingsproces van de Duitsche duikbooten.
De Duitsche vliegtuigen voeren dag en
nacht de vermetelste aanvallen uit op
Engelsch gebied, waarin het Engelsche af
weergeschut hen niet kan verhinderen. Zij
maken haveninrichtingen em ammunitie
fabrieken met den grond gelijk, schieten
tanks in brand, zaaien angst en verschrik
king onder de bevolking, vernielen geheele
convooien koopvaardijschepen, die de voor
Engeland zoo hoognoodige levensmiddelen
en grondstoffen vervoeren, onder de oogen
van de Britsche oorlogsschepen, die ze be
geleiden.
Het oogenblik is niet meer ver af, waar
op ook de verbindingen van Engeland met
de Vereenigde Staten zullen zijn afgesneden
en wat dan Dan klopt het spook van
den honger aan de deur van Engeland en
alle Engelsche staatslieden zullen niet in
staat zijn, het te verjagenDe tijden
zijn voorbij, dat Brittannië de zeeën be-
heerschte
Het gezonde verstand zou den Engel
schen staatslieden het volgen van de eenig
mogelijke gedragslijn moeten voorschrij
ven onderhandelingen aanknoopen met
Duitschland. Het kraakt aan alle kanten in
het Britsche Empire. Het heeft bakzeil
moeten halen tegenover Japan, na nog
slechts korten tijd geleden het redelijke
verzoek van dit land, om een eind te maken
aan de wapensmokkelarij naar China via
Birma, hooghartig van de hand te hebben
gewezen; thans heeft het zich, onder den
druk der omstandigheden, genoodzaakt ge
zien Japan in dit opzicht voldoening te
schenken.
Het moet trachten, zijn houding tegen
over Indië te bepalen in zoodanigen zin,
dat daar geen openlijke opstand uitbreekt.
Reeds heeft Indië vierkant geweigerd. En
geland zijn hulp te verleenen in dezen
oorlog.
De verhouding tot Ierland blijft gespan
nen; de I.R.A. doet weder van zich spreken
in Ulster. Engeland blijft een zij het
ongemotiveerde vrees koesteren voor een
bezetting van Ierland door Duitschland,
hetwelk de bezegeling van zijn lot zou ver
haasten. De samentrekking van troepen in
Ulster met het oog op deze eventualiteit
wekt verbittering in Ierland.
De situatie in Gibraltar wordt voort
durend benarder. Onder den druk van de
voortdurende luchtaanvallen wordt de
evacuatie van de burgerbevolking met
koortsachtige haast voortgezet. En ten
slotte doet Spanje, bij monde van Generaal
Franco, zijn rechten op dit stuk Spaanschen
bodem gelden.
De toekomst ziet er inderdaad somber
uit voor Engeland.
Rusland heeft zijn gebied uitgebreid met
de drie Baltische staten Litauen, Letland
en Estland, die hun ruim 20-jarig bestaan
als vrije republieken vrijwillig hebben op
gegeven, om zich bij de Sowjet-Unie te
voegen.
In Amerika ziet het er naar uit, dat
Roosevelt aan den vooravond staat van zijn
derde ambtsperiode als President van de
Vereenigde Staten, nu hij met vrijwel al-
gemeene stemmen als zoodanig is candidaat
gesteld door den Democratischen Partij
dag.
Italië gaat voort, met den Engelschen
te land en ter zee zware slagen toe te bren
gen, waartegenover het zelf niet meer dan
het verlies van één kleinen kruiser te boe
ken heeft gehad. In Afrika hebben de
Italiaansche troepen en de luchtmacht den
vijand reeds zoo goed als geheel bedwon
gen. Malta is met zooveel succes gebom
bardeerd, dat het grootste gedeelte van het
eiland één reusachtige brandstapel geleek,
welks gloed tientallen mijlen ver was waar
te nemen.
Te Havana is de Pan-Amerikaansche
conferentie geopend, die zich zal bezig
houden met de bespreking van de door den
oorlog ontstane vraagstuken en haar be-
teekenis voor dat deel van de wereld. O.a.
zal er van gedachten worden gewisseld
over den toestand van Martini que, dat fei
telijk nog steeds door de Engelschen wordt
geblokkeerd.
DE SCHULD DER EMIGRANTEN
door B. M. ROELLI.
In mijn onlangs verschenen boekje
„S.O.S. Europa 1" heb ik uitvoerig betoogd,
dat naar mijn vaste overtuiging de mee
ning in de neutrale landen en tevens in de
Engelsche bladen en in het Parlement over
de bedoelingen en mogelijkheden van het
Nationaal-Socialistische Duitschland van
geheel anderen aard zouden zijn, indien
men niet overstroomd ware geworden door
de Duitsche emigranten, die de publieke
opinie op onjuiste wijze hebben ingelicht.
Men zou dan eerder aan de feiten hebben
vastgehouden en misschien den moed heb
ben gehad, de breed opgezette en daarom
voor de Engelschen en Franschen niet altijd
begrijpelijke plannen van den Duitschen
Rijkskanselier zonder gebruikmaking van
militair geweld hebben bezien.
Reeds het feit, dat men zonder de be
ïnvloeding door de emigranten anders over
de technische-voorbereiding *van den mili
tairen en economischen oorlog gedacht zou
hebben, zou menigeen tot andere gedachten
hebben gebracht, die met hun boeken in
de hand eind Augustus 1939 in Fransche
of Engelsche volksvergaderingen de spoe
dige overwinning in den oorlog tegen
Duitschland voorspelde. Churchill zou ver
schillende redevoeringen niet hebben ge
houden, wanneer hij niet op de Duitsche
emigranten had vertrouwd. Duff Cooper
en Eden zouden niet twee jaar lang in de
gelegenheid geweest zijn, hun enthousiasme
voor een oorlog aan den man te brengen,
wanneer ze hun artikelen niet in emigran
tenbladen in de Duitsche taal hadden kun
nen publiceeren.
Fransche ministers zouden Daladier niet
van een politiek van absolute zelfstandig
heid tot een politiek van aansluiting aan
en daarmee van afhankelijkheid van Enge
land gebracht hebben, wanneer ze hem
niet aan de hand van de boeken der Duit
sche emigranten overtuigd hadden, dat
Frankrijk dagelijks leefde in het gevaar
van een bliksemaanval door de Duitschen
Rijkskanselier en dat het samen met En
geland in staat was, dit gevaar voor altijd
te bezweren.
Men zou zonder de boeken der emigran
ten niet op Rusland gehoopt hebben en
niet al zijn berekeningen over het oorlogs
potentieel gebaseerd hebben op de ver
onderstelling van een oorlog aan twee fron
ten, waartoe, naar zij meenden, Duitsch
land gedwongen zou zijn. Men zou inzake
Polen anders zijn opgetreden, wanneer men
niet van te voren het gevoel voor de reali
teit had verloren door de onjuiste bereke
ningen der emigranten.
Zes maanden Engelsch-Fransche oorlog
voering zouden niet vergeefsch geweest
zijn, wanneer men het oorlogspotentieel
van Duitschland niet had onderschat. Tal-
looze verwachtingen omtrent het binnen
landsche verval van het Nationaal—Socia
listische Duitschland zouden niet tot basis
van politieke en daardoor ook van strate
gische plannen tegenover het Nationaal-
Socialisistische Duitschland zijn gemaakt,
wanneer men er naar gestreefd had, zich
een zelfstandig en juist beeld van Duitsch
land te vormen.
Zonder den raad, dien de emigranten
aan hun regeeringen verstrekten, zouden
het Engelsche en Fransche volk althans
niet vervuld zijn van teleurstelling over
het feit, dat plannen, waarop men zijn hoop
had gebouwd, niet zijn verwezenlijkt. Wel
licht was er zonder de emigranten zelfs
op dit oogenblik vrede tusschen Engeland.
Frankrijk en Duitschland.
In de neutrale landen zou men zonder
de boeken der emigranten tenminste niet
steeds het gevaar Ioopen, de verwachtingen
van Engeland en Frankrijk te deelen en
wat Duitschland doet te onderschatten.
Wellicht zouden zelfs de neutralen zich
thans verheugen in een werkelijken vrede
met Engeland, Frankrijk en Duitschland.
wanneer niet de gedachten van hen, die t
Londen en Parijs zich verbeelden, Eu-
peesche geschiedenis te maken, in
keerde banen waren geleid.
Maar wat gebeurd is, is niet weder goed
te maken.
Onder de kinderen, die uit Engeland naar Amerika zijn geëvacueerd, bevonden zich
ook verwanten van de Engelsche Koningin. V.l.n.r.Simon Bowes-Lyon (8 j.), Anne
Nichols, gouvernante, Jeanne Nichols, Davina Bowes-Lyon (10 j.), Francis Nichols.
De vader van de Bowes-Lyons is een broer van de Koningin.
Represailles tegen Nederlanders.
Op de persconferentie van Vrijdagmor
gen werden represailles aangekondigd
tegen in Nederland vertoevende personen
in verband met de behandeling van Duit
sche onderdanen in Nederlandsch Oost- en
West-Indië. Bepaalde in Nederland vertoe
vende personen, van wie men moet aan
nemen dat hun namen in de Overzeesche
gebiedsdeelen een zeker begrip vertegen
woordigen, zullen de gevolgen van de
starre houding der Overzeesche Neder-
landsche bewindvoerders ondervinden.
Voorts zal, aangezien in Ned.-Indië het
Duitsche vereenigingsleven geheel on
mogelijk is gemaakt, vermoedelijk aan een
aantal Nederlandsche vereenigingen in
Duitschland tijdelijk verboden worden
eenigerlei werkzaamheid te verrichten.
De reis naar Oostenrijk.
Zaterdag en Zondag vertrokken de eerste
treinen met Nederlandsche kinderen naar
het Salzkammergut in Opper-Oostenrijk.
De verzorging in Opper-Oostenrijk zal
gedeeltelijk door het Nederlandsche per
soneel, dat meereist, gedeeltelijk door
Duitsche verzorgers geschieden. De kinde
ren zullen uitstapjes maken per autobus,
ook in de deelen van het land waar zij niet
logeeren. Het zal hun aan niets ontbreken
en zij zullen zeker naar hartelust genieten
van de prachtige natuur. Nieuwe aanmel
dingen kunnen voorloopig niet in behande
ling worden genomen, aangezien het vast
gestelde aantal van 6000 reeds is dVer-
schreden.
Ten gerieve van de ouders is een spe
ciale uiterst snelle postverbinding inge
steld, die het mogelijk maakt, dat men in
één a twee dagen tijd bericht uit Oosten-
Licht afweergeschut in stelling.
rijk heeft. Normaal vergt het postverkeer
met Oostenrijk thans nog vier dagen.
Geheime telefoonnummers verboden.
Op last van de Duitsche overheid moeten
alle Nederlandsche geheime telefoonaan
sluitingen vervallen. Dat wil dus zeggen,
dat men voortaan de keus heeft zijn num
mer gewoon in de gids te publiceeren of
zijn telefoonaansluiting op te zeggen.
De boterdistributie.
Bij velen schijnt nog misverstand te
heerschen ten aanzien van de toepassing
van de regeling voor de boter- en vet-
distributie. Aangezien de opzet van de
distributie onder meer is de helft van de
margarine-verbruikers tot boter-verbrui-
kers te maken, ligt het voor de hand, dat
zij, die vroeger altijd boter gebruikten,
maar wier inkomen beneden de aange
geven grens ligt, in de toekomst niet ver
plicht zullen worden op margarine, resp.
vet over te gaan.
Gezinnen van man, vrouw en drie kin
deren, die minder dan 1400 verdienen,
gezinnen van man, vrouw en twee kinde-
'ren, die minder dan 1300 inkomen heb
ben enz., kunnen dus in ieder geval een
boterkaart ontvangen, indien zij zulks
wénschen.
Vooral zal dit echter van belang zijn
voor personen, die alleen wonen en minder
verdienen dan 1000 en dus in aanmerking
komen voor een margarinekaart. Ook zij
kunnen, indien zij daartoe den wensch te
kennen geven, een gewone boterkaart krij
gen. Men doet daarbij natuurlijk afstand
van de eventueel vast te stellen reductie
regeling, die alleen geldt voor een nader
aan te wijzen bon, waarop houders van
margarinekaarten tegen den verlaagden
prijs boter kunnen koopen.
Een nationale jeugdbeweging.
De Nederlandsche Studievereeniging voor
vrije jeugdvorming heeft een plan ontwor
pen voor een jeugdbeweging op nationalen
grondslag voor meisjes en jongens van
8-18 jaar. De nieuwe organisatie zal den
naam van Nederlandsche jeugdbeweging
dragen. Zij stelt zich voor in Christelijk-
Nationalen geest werkzaam te zijn met
erkenning van de rechten van ieders gods
dienstige overtuiging. Ook erkent zij, dat
de opvoeding in de eerste plaats zaak der
ouders is en derhalve zal zij rekening hou
den met hun gerechtvaardigde verlangens.
Uitbreiding politiecorpsen.
In verschillende plaatsen van ons land
zullen de politiecorpsen worden uitgebreid,
Amsterdam gaat 300 agenten en 10 inspec
teurs opleiden, Den Haag 300 agenten, 10
brigadiers en 10 inspecteurs, terwijl Gro
ningen heeft besloten zijn politiemacht met
50 agenten en 10 inspecteurs te versterken.
De nieuwe agenten voor Den Haag worden
hoofdzakelijk uit de land- en zeemacht ge-
recruteerd; de inspecteurs worden voor een
deel gezocht onder de pas afgestudeerden
van de Kon. Mil. Academie te Breda. De
versterking van het Amsterdamsche corps
bestaat uit marine-officieren en -soldaten.
Duitsche strafrechtbanken ingesteld.
Krachtens een verordening van den
Rijkscommissaris is met ingang van 20 Juli
voor het bezette Nederlandsche gebied de
Duitsche rechterlijke macht voor straf
zaken ingesteld. Haar rechtsprekende or
ganen zijn het Duitsche Landgerecht en het
Duitsche Hooggerechtshof in het bezette
Nederlandsche gebied, alsmede voor beide
gerechten gemeenschappelijk, het Duitsche
openbaar ministerie. Door deze rechtban
ken zullen de volgende strafzaken worden
berechtdelicten, begaan door Duitschers,
voormalige Duitschers en staatsburgers van
het protectoraat Bohemen en Moravië;
handelingen gericht tegen het Groot-Duit-
sche Rijk, zijn volk of tegen de Partij;
overtredingen begaan in dienst van de
Duitsche autoriteiten of op Duitsch grond
gebied; en ten slotte ook misdrijven als
plundering in ontruimd gebied, handelin
gen die gevaarlijk zijn voor het algemeen
belang, in het bijzonder die de voedselvoor
ziening in gevaar brengen. De Duitsche
gerechten zijn te 's-Gravenhage gevestigd.
Politieke partijen onder toezicht.
De Sociaal-Democratische Arbeiders
partij (S.D.A.P.), de Revolutionnair-Socia-
listische Arbeiderspartij (R.S.A.P.) en de
Communistische Partij Nederland (C.N.P.)
zijn op last van den Rijkscommissaris
onder de uitsluitende leiding en het uit
sluitende beheer van een commissaris ge
steld. Op dezen commissaris zijn alle rech
ten en volmachten van de leiding overge
gaan zonder onderscheid, of het gaat over
afzonderlijke personen of colleges van per
sonen. Hij is gerechtigd alle vereischte
maatregelen van organisatorischen, perso-
neelen en/of financieelen aard te treffen.
Tot commissaris met den bovenomschreven
bevoegdheidskring is mr. Rost van Ton
ningen benoemd. Hij heeft de hem over
gedragen bevoegdheden Zaterdag op zich
genomen.
PANTELLERIA EN MALTA.
Tusschen Tunis en Sicilië betwisten drie
groote mogendheden elkaar den voorrang:
Italië op Sicilië en Pantellaria, Frankrijk
in Tunis en Engeland op Malta. In de
Straat van Pantelleria scheiden slechts 120
kilometer Europa van Afrika. Hier bevindt
zich de as van de Middellandsche Zee,
welke deze watervlakte in twee deelen
verdeelthet Oostelijke en het Westelijke
bekken. In het midden tusschen Sicilië en
Tunis ligt het kleine, waterarme doch zeer
vruchtbare eilandje Pantelleria, dat van
vulcanischen oorsprong is. De oppervlakte
bedraagt slechts 83 vierkante kilometer;
men vindt er warme bronnen en zwavel-
mijnen. De bodem en het klimaat begun
stigen den tuinbouw; er worden zuidvruch
ten, groenten en wijn verbouwd. De on
diepe haven is ongeschikt voor groote
schepen, zoodat Italië weinig aandacht
schonk aan deze bezitting, tot het jaar
1936, oen men besloot, het eiland te
bezigen als duikbootbasis. Eerst van dien
tijd af is Pantelleria een rol gaan spelen
in de wereldpolitiek. Het 200 kilometer ten
Oosten daarvan gelegen Malta, slechts 90
kilometer van Sicilië verwijderd, bezat
reeds in de grijze oudheid strategische
waarde in de Middellandsche Zee.
Engeland heeft het eiland voortdurend
versterkt en vooral de haven van La
Valetta zoodanig laten inrichten, dat er
voortdurend een aantal Engelsche oorlogs
schepen kan worden gestationneerd. Min
der bekend is, dat er buiten het eiland
Malta nog vier kleinere eilanden zijn
Gozo en Comino, beide bewoond en Comi-
netto en Filfola, die onbewoond zijn.
DE KLEINE ENTENTE.
Na de vredesverdragen van St. Germain
en Trianon vormden de drie staten Tsjecho-
Slowakije, Roemenië en Joego-Slavië een
belangengemeenschap ter verbetering van
hun grenzen, vooral tegenover Hongarije.
Deze belangengemeenschap kreeg haar
politieken vorm in de z.g. Kleine Entente.
Tusschen 1924 en 1927 hebben alle drie
landen verdragen met Frankrijk gesloten.
Tsjecho-Slowakije kreeg in zijn vriend
die daar geen economische of geografische
belangen bezat.
Tsjecho-Slowakije is uiteengevallen. De
Kleine Entente is dood. Joego-Slavië en
Roemenië doen hun best, hun buitenland-
sche politiek weer zelf te gaan bepalen.
De Balkanbond doet zijn best, zich aan
den nieuwen toestand aan te passen en een
positieve politiek van bemiddeling tusschen
de door de politiek van den na-oorlogstijd
van elkaar vervreemde Balkanstaten te
schapsverdrag met Frankrijk van het jaar
1924 een Fransche bijstandsverklaring.
Daarmee had Tsjecho-Slowakije een groote
mogendheid in het Donaugebied betrokken,
voeren. Met het Verdrag van Saloniki (31
Juli 1938), dat Bulgarije bevrijdde uit de
beperkingen van zijn weermacht, heeft -
Balkanbond zijn negatieve positie verlr
VLEESCHETERS EN ZOETEKAUWEN.
Hoewel de wijze, waarop de verschil
lende Europeesche volkeren zich voeden,
over het algemeen weinig uit elkaar loopt,
bestaan er toch groote verschillen in de
hoeveelheden voedings- en genotmiddelen,
die zij per hoofd der bevolking in de af
zonderlijke landen tot zich nemen.
Zoo laat zich vaststellen dat, terwijl in
Italië per hoofd der bevolking slechts 16
kilogram vleesch per jaar wordt gebruikt,
dit verbruik in Engeland niet minder dan
65 kilogram bedraagt. Dit maakt dus een
verschil uit van niet minder dan 49 kilo
gram Een Engelschman eet per jaar even
veel vleesch als een Italiaan en een Zwitser
te zamen. Denemarken is een goede tweede
in het vleeschverbruik met ruim 56 kilo
gram per jaar. De statistiek vermeldt er
speciaal bij „met inbegrip van ham". De
Deen moet overigens ook wel een zoete
kauw zijn, want hij heeft per jaar 51.5
kilogram suiker noodig; de Italiaan daar
entegen slechts 6.8 kilogram.
AANVALLEN VAN VERRE.
Bij den lucht- en zeeslag in de Middel
landsche Zee zijn door de Italiaansche
vliegtuigen geweldige afstanden afgelegd.
De Engelsche vlootbasis van Alexandrië is
1500 kilometer verwijderd van de dichtst
bijzijnde Italiaansche kust en van het
eiland Cyprus is de afstand nog 200 kilo
meter grooter. Ten Zuiden van het eiland
Kreta, dus na een tocht van 500. resn
kilometer, werd de Engelsche vloot
de eerste maal door de Italiaansche vlit,
tuigen aangevallen, die ze onphoudelijk
met bommen bestookten. Den betrekkelijk
koristen weg hadden die escadrilles af te
leggen, welke uit het Oosten van Cyrenaica
kwamen. Van Tobroek tot de plaats «raai
zich de Engelsche vloot op dat oogenblik
bevond 100 kilometer ten Zuiden van
Kreta hadden zij slechts 250 kilometei
te vliegen. Van het meer naar het Westen
gelegen Bengasi bedroeg de afstand 500 en
van Tripolis zelfs 1100 kilometer.
DE STERKTE DER ITALIAANSCHE
VLOOT.
De Italiaansche vloot beschikt over d*
volgende oorlogsbodems6 groote slag
schepen, waarvan 4 van *elk ruim 23.000
ton en 2 zeer moderne van 35.000 ton. De
vier eerstgenoemde zijn van 1911 tot 1913
van stapel geloopen, doch geheel gemoder
niseerd. Zij loopen 27 zeemijlen per uur.
In hun tegenwoordige gedaante zijn zij ge
duchte tegenstanders. De twee nieuwste
schepen, van 35.000 ton, loopen eveneens
27 zeemijlen, doch zijn veel sterker be
wapend. Verder bezit Italië 7 zware krui
sers, 14 lichte en 12 torpedokruisers, die
een snelheid kunnen ontwikkelen van 40
a 42 zeemijlen, meer dan 100 torpedobooten
en torpedojagers en niet minder dan 129
duikbrWpn met een uitgestrekte actie-
naar Berhjn
DUITSCHLAND
Zwitserland,
//Belgrado]
W/////Zi
Sofia I'
:l viöoC'ij
ÜRIEKEgy"®,
1