c 3 De Internationale toestand Het Portret Deze week IN DE AFGELOOPEN WEEK VAN DE WEEK IN NEDERLAND PPS DE WERELD IN KAART YW/A WINSTON SPENCER CHURCHILL. Dit is de jongste foto van den Engelschen minister-president na het verlaten van Downing Street 10, om in het Lagerhuis de capitulatie van Frankrijk mee te deelen. Churchill is 30 Nov. 1874 geboren. Hij had een stormachtige jeugd als journalist en cavalerie-officier, tot hij in 1900 als conservatief lid werd gekozen van het Lagerhuis. Hij was een lastig lid en in 1904 ging hij over naar de liberalen, omdat hij als overtuigd vrijhandelaar het niet eens was met Chamberlain. Daarna maakte hij snel een poli tieke carrière. In 1910 was hij minis ter van Binnenlandsche Zaken. In den wereldoorlog van 1914-1918 vervulde hij achter elkaar de ambten van Eerste Lord der Admiraliteit, minister van Munitie en ten slotte in 1918 van Oorlog. Van 1918 tot het midden van den huidigen oorlog was hij vrijwel altijd in de oppositie. Thans rust in zijn handen de verantwoordelijkheid voor het lot van het Britsche Imperium. De geheele wereld staat nog in het tee- ten van de groote rede, die Adolf Hitier in len Rijksdag heeft uitgesproken erf die ge richt was tot Engeland. Deze rede was te Deschouwen als een laatste poging van den kant van Duitschland, om te trachten een voortzetting van het noodeloos bloedver gieten te voorkomen. Helaas wijst alles er op, dat Engeland doof i" gebleven voor deze taal der rede lijkheid. Churchill c.s. schijnen vastbeslo ten, om het oi de laatste krachtproef te laten aankor i. Wel is waar gaan er ook andere stemmen op, die aandringen op een aader ondei-zoek van Duitschlands voor stellen Lloyd George o.a. heeft onmid dellijk een lang onderhoud gehad met den koning doch deze worden overstemd door het oorlogsgeroep van de andere par tijen. Eiken dag kan dus de aangekondigde groote aanval op Engeland plaats vinden. Elke dag brengt ons nader tot dien aanval en daarmede tot het einde van den oor log; want het is aan geen twijfel onder hevig of het vrijwel tot machteloosheid gedoemde, aan den vooravond van den hongersnood staande Engeland, met zijn gedecimeerde handelsvloot en zijn oorlogs schepen, die nauwelijks de veilige haven durven verlaten, uit vrees voor de hen overal in hun eigen wateren bedreigende duikbooten en de vernietigende uitwerking van de bommen der Duitsche vliegtuigen, waartegen de Royal Air Force niet is op gewassen, zal spoedig het onderspit moeten delven. Het is onbegrijpelijk, dat het verblinde Engelsche volk de reddende hand niet wil zien, die Duitschland het toesteekt. Het moet zich er toch ten volle rekenschap van geven, dat het gedoemd is tot den onder gang, wanneer het, alleen staande, den strijd tegen een zoo machtigen tegenstan der voortzet. De tragedie van het bosch van Compiègne is nog slechts kinderspel bij hetgeen zich in Engeland zal afspelen, wanneer het genoodzaakt is, het hoofd in den schoot te leggen. Het afwijzen van het edelmoedige aanbod van Duitschland, dat nog op het laatste oogenblik heeft getoond, niet den ondergang te willen van het Brit sche Empire, staat gelijk met zelfmoord. De Engelsche vlag is bijna van de zeeën verdwenen door het onverbiddelijke uit roeiingsproces van de Duitsche duikbooten. De Duitsche vliegtuigen voeren dag en nacht de vermetelste aanvallen uit op Engelsch gebied, waarin het Engelsche af weergeschut hen niet kan verhinderen. Zij maken haveninrichtingen em ammunitie fabrieken met den grond gelijk, schieten tanks in brand, zaaien angst en verschrik king onder de bevolking, vernielen geheele convooien koopvaardijschepen, die de voor Engeland zoo hoognoodige levensmiddelen en grondstoffen vervoeren, onder de oogen van de Britsche oorlogsschepen, die ze be geleiden. Het oogenblik is niet meer ver af, waar op ook de verbindingen van Engeland met de Vereenigde Staten zullen zijn afgesneden en wat dan Dan klopt het spook van den honger aan de deur van Engeland en alle Engelsche staatslieden zullen niet in staat zijn, het te verjagenDe tijden zijn voorbij, dat Brittannië de zeeën be- heerschte Het gezonde verstand zou den Engel schen staatslieden het volgen van de eenig mogelijke gedragslijn moeten voorschrij ven onderhandelingen aanknoopen met Duitschland. Het kraakt aan alle kanten in het Britsche Empire. Het heeft bakzeil moeten halen tegenover Japan, na nog slechts korten tijd geleden het redelijke verzoek van dit land, om een eind te maken aan de wapensmokkelarij naar China via Birma, hooghartig van de hand te hebben gewezen; thans heeft het zich, onder den druk der omstandigheden, genoodzaakt ge zien Japan in dit opzicht voldoening te schenken. Het moet trachten, zijn houding tegen over Indië te bepalen in zoodanigen zin, dat daar geen openlijke opstand uitbreekt. Reeds heeft Indië vierkant geweigerd. En geland zijn hulp te verleenen in dezen oorlog. De verhouding tot Ierland blijft gespan nen; de I.R.A. doet weder van zich spreken in Ulster. Engeland blijft een zij het ongemotiveerde vrees koesteren voor een bezetting van Ierland door Duitschland, hetwelk de bezegeling van zijn lot zou ver haasten. De samentrekking van troepen in Ulster met het oog op deze eventualiteit wekt verbittering in Ierland. De situatie in Gibraltar wordt voort durend benarder. Onder den druk van de voortdurende luchtaanvallen wordt de evacuatie van de burgerbevolking met koortsachtige haast voortgezet. En ten slotte doet Spanje, bij monde van Generaal Franco, zijn rechten op dit stuk Spaanschen bodem gelden. De toekomst ziet er inderdaad somber uit voor Engeland. Rusland heeft zijn gebied uitgebreid met de drie Baltische staten Litauen, Letland en Estland, die hun ruim 20-jarig bestaan als vrije republieken vrijwillig hebben op gegeven, om zich bij de Sowjet-Unie te voegen. In Amerika ziet het er naar uit, dat Roosevelt aan den vooravond staat van zijn derde ambtsperiode als President van de Vereenigde Staten, nu hij met vrijwel al- gemeene stemmen als zoodanig is candidaat gesteld door den Democratischen Partij dag. Italië gaat voort, met den Engelschen te land en ter zee zware slagen toe te bren gen, waartegenover het zelf niet meer dan het verlies van één kleinen kruiser te boe ken heeft gehad. In Afrika hebben de Italiaansche troepen en de luchtmacht den vijand reeds zoo goed als geheel bedwon gen. Malta is met zooveel succes gebom bardeerd, dat het grootste gedeelte van het eiland één reusachtige brandstapel geleek, welks gloed tientallen mijlen ver was waar te nemen. Te Havana is de Pan-Amerikaansche conferentie geopend, die zich zal bezig houden met de bespreking van de door den oorlog ontstane vraagstuken en haar be- teekenis voor dat deel van de wereld. O.a. zal er van gedachten worden gewisseld over den toestand van Martini que, dat fei telijk nog steeds door de Engelschen wordt geblokkeerd. DE SCHULD DER EMIGRANTEN door B. M. ROELLI. In mijn onlangs verschenen boekje „S.O.S. Europa 1" heb ik uitvoerig betoogd, dat naar mijn vaste overtuiging de mee ning in de neutrale landen en tevens in de Engelsche bladen en in het Parlement over de bedoelingen en mogelijkheden van het Nationaal-Socialistische Duitschland van geheel anderen aard zouden zijn, indien men niet overstroomd ware geworden door de Duitsche emigranten, die de publieke opinie op onjuiste wijze hebben ingelicht. Men zou dan eerder aan de feiten hebben vastgehouden en misschien den moed heb ben gehad, de breed opgezette en daarom voor de Engelschen en Franschen niet altijd begrijpelijke plannen van den Duitschen Rijkskanselier zonder gebruikmaking van militair geweld hebben bezien. Reeds het feit, dat men zonder de be ïnvloeding door de emigranten anders over de technische-voorbereiding *van den mili tairen en economischen oorlog gedacht zou hebben, zou menigeen tot andere gedachten hebben gebracht, die met hun boeken in de hand eind Augustus 1939 in Fransche of Engelsche volksvergaderingen de spoe dige overwinning in den oorlog tegen Duitschland voorspelde. Churchill zou ver schillende redevoeringen niet hebben ge houden, wanneer hij niet op de Duitsche emigranten had vertrouwd. Duff Cooper en Eden zouden niet twee jaar lang in de gelegenheid geweest zijn, hun enthousiasme voor een oorlog aan den man te brengen, wanneer ze hun artikelen niet in emigran tenbladen in de Duitsche taal hadden kun nen publiceeren. Fransche ministers zouden Daladier niet van een politiek van absolute zelfstandig heid tot een politiek van aansluiting aan en daarmee van afhankelijkheid van Enge land gebracht hebben, wanneer ze hem niet aan de hand van de boeken der Duit sche emigranten overtuigd hadden, dat Frankrijk dagelijks leefde in het gevaar van een bliksemaanval door de Duitschen Rijkskanselier en dat het samen met En geland in staat was, dit gevaar voor altijd te bezweren. Men zou zonder de boeken der emigran ten niet op Rusland gehoopt hebben en niet al zijn berekeningen over het oorlogs potentieel gebaseerd hebben op de ver onderstelling van een oorlog aan twee fron ten, waartoe, naar zij meenden, Duitsch land gedwongen zou zijn. Men zou inzake Polen anders zijn opgetreden, wanneer men niet van te voren het gevoel voor de reali teit had verloren door de onjuiste bereke ningen der emigranten. Zes maanden Engelsch-Fransche oorlog voering zouden niet vergeefsch geweest zijn, wanneer men het oorlogspotentieel van Duitschland niet had onderschat. Tal- looze verwachtingen omtrent het binnen landsche verval van het Nationaal—Socia listische Duitschland zouden niet tot basis van politieke en daardoor ook van strate gische plannen tegenover het Nationaal- Socialisistische Duitschland zijn gemaakt, wanneer men er naar gestreefd had, zich een zelfstandig en juist beeld van Duitsch land te vormen. Zonder den raad, dien de emigranten aan hun regeeringen verstrekten, zouden het Engelsche en Fransche volk althans niet vervuld zijn van teleurstelling over het feit, dat plannen, waarop men zijn hoop had gebouwd, niet zijn verwezenlijkt. Wel licht was er zonder de emigranten zelfs op dit oogenblik vrede tusschen Engeland. Frankrijk en Duitschland. In de neutrale landen zou men zonder de boeken der emigranten tenminste niet steeds het gevaar Ioopen, de verwachtingen van Engeland en Frankrijk te deelen en wat Duitschland doet te onderschatten. Wellicht zouden zelfs de neutralen zich thans verheugen in een werkelijken vrede met Engeland, Frankrijk en Duitschland. wanneer niet de gedachten van hen, die t Londen en Parijs zich verbeelden, Eu- peesche geschiedenis te maken, in keerde banen waren geleid. Maar wat gebeurd is, is niet weder goed te maken. Onder de kinderen, die uit Engeland naar Amerika zijn geëvacueerd, bevonden zich ook verwanten van de Engelsche Koningin. V.l.n.r.Simon Bowes-Lyon (8 j.), Anne Nichols, gouvernante, Jeanne Nichols, Davina Bowes-Lyon (10 j.), Francis Nichols. De vader van de Bowes-Lyons is een broer van de Koningin. Represailles tegen Nederlanders. Op de persconferentie van Vrijdagmor gen werden represailles aangekondigd tegen in Nederland vertoevende personen in verband met de behandeling van Duit sche onderdanen in Nederlandsch Oost- en West-Indië. Bepaalde in Nederland vertoe vende personen, van wie men moet aan nemen dat hun namen in de Overzeesche gebiedsdeelen een zeker begrip vertegen woordigen, zullen de gevolgen van de starre houding der Overzeesche Neder- landsche bewindvoerders ondervinden. Voorts zal, aangezien in Ned.-Indië het Duitsche vereenigingsleven geheel on mogelijk is gemaakt, vermoedelijk aan een aantal Nederlandsche vereenigingen in Duitschland tijdelijk verboden worden eenigerlei werkzaamheid te verrichten. De reis naar Oostenrijk. Zaterdag en Zondag vertrokken de eerste treinen met Nederlandsche kinderen naar het Salzkammergut in Opper-Oostenrijk. De verzorging in Opper-Oostenrijk zal gedeeltelijk door het Nederlandsche per soneel, dat meereist, gedeeltelijk door Duitsche verzorgers geschieden. De kinde ren zullen uitstapjes maken per autobus, ook in de deelen van het land waar zij niet logeeren. Het zal hun aan niets ontbreken en zij zullen zeker naar hartelust genieten van de prachtige natuur. Nieuwe aanmel dingen kunnen voorloopig niet in behande ling worden genomen, aangezien het vast gestelde aantal van 6000 reeds is dVer- schreden. Ten gerieve van de ouders is een spe ciale uiterst snelle postverbinding inge steld, die het mogelijk maakt, dat men in één a twee dagen tijd bericht uit Oosten- Licht afweergeschut in stelling. rijk heeft. Normaal vergt het postverkeer met Oostenrijk thans nog vier dagen. Geheime telefoonnummers verboden. Op last van de Duitsche overheid moeten alle Nederlandsche geheime telefoonaan sluitingen vervallen. Dat wil dus zeggen, dat men voortaan de keus heeft zijn num mer gewoon in de gids te publiceeren of zijn telefoonaansluiting op te zeggen. De boterdistributie. Bij velen schijnt nog misverstand te heerschen ten aanzien van de toepassing van de regeling voor de boter- en vet- distributie. Aangezien de opzet van de distributie onder meer is de helft van de margarine-verbruikers tot boter-verbrui- kers te maken, ligt het voor de hand, dat zij, die vroeger altijd boter gebruikten, maar wier inkomen beneden de aange geven grens ligt, in de toekomst niet ver plicht zullen worden op margarine, resp. vet over te gaan. Gezinnen van man, vrouw en drie kin deren, die minder dan 1400 verdienen, gezinnen van man, vrouw en twee kinde- 'ren, die minder dan 1300 inkomen heb ben enz., kunnen dus in ieder geval een boterkaart ontvangen, indien zij zulks wénschen. Vooral zal dit echter van belang zijn voor personen, die alleen wonen en minder verdienen dan 1000 en dus in aanmerking komen voor een margarinekaart. Ook zij kunnen, indien zij daartoe den wensch te kennen geven, een gewone boterkaart krij gen. Men doet daarbij natuurlijk afstand van de eventueel vast te stellen reductie regeling, die alleen geldt voor een nader aan te wijzen bon, waarop houders van margarinekaarten tegen den verlaagden prijs boter kunnen koopen. Een nationale jeugdbeweging. De Nederlandsche Studievereeniging voor vrije jeugdvorming heeft een plan ontwor pen voor een jeugdbeweging op nationalen grondslag voor meisjes en jongens van 8-18 jaar. De nieuwe organisatie zal den naam van Nederlandsche jeugdbeweging dragen. Zij stelt zich voor in Christelijk- Nationalen geest werkzaam te zijn met erkenning van de rechten van ieders gods dienstige overtuiging. Ook erkent zij, dat de opvoeding in de eerste plaats zaak der ouders is en derhalve zal zij rekening hou den met hun gerechtvaardigde verlangens. Uitbreiding politiecorpsen. In verschillende plaatsen van ons land zullen de politiecorpsen worden uitgebreid, Amsterdam gaat 300 agenten en 10 inspec teurs opleiden, Den Haag 300 agenten, 10 brigadiers en 10 inspecteurs, terwijl Gro ningen heeft besloten zijn politiemacht met 50 agenten en 10 inspecteurs te versterken. De nieuwe agenten voor Den Haag worden hoofdzakelijk uit de land- en zeemacht ge- recruteerd; de inspecteurs worden voor een deel gezocht onder de pas afgestudeerden van de Kon. Mil. Academie te Breda. De versterking van het Amsterdamsche corps bestaat uit marine-officieren en -soldaten. Duitsche strafrechtbanken ingesteld. Krachtens een verordening van den Rijkscommissaris is met ingang van 20 Juli voor het bezette Nederlandsche gebied de Duitsche rechterlijke macht voor straf zaken ingesteld. Haar rechtsprekende or ganen zijn het Duitsche Landgerecht en het Duitsche Hooggerechtshof in het bezette Nederlandsche gebied, alsmede voor beide gerechten gemeenschappelijk, het Duitsche openbaar ministerie. Door deze rechtban ken zullen de volgende strafzaken worden berechtdelicten, begaan door Duitschers, voormalige Duitschers en staatsburgers van het protectoraat Bohemen en Moravië; handelingen gericht tegen het Groot-Duit- sche Rijk, zijn volk of tegen de Partij; overtredingen begaan in dienst van de Duitsche autoriteiten of op Duitsch grond gebied; en ten slotte ook misdrijven als plundering in ontruimd gebied, handelin gen die gevaarlijk zijn voor het algemeen belang, in het bijzonder die de voedselvoor ziening in gevaar brengen. De Duitsche gerechten zijn te 's-Gravenhage gevestigd. Politieke partijen onder toezicht. De Sociaal-Democratische Arbeiders partij (S.D.A.P.), de Revolutionnair-Socia- listische Arbeiderspartij (R.S.A.P.) en de Communistische Partij Nederland (C.N.P.) zijn op last van den Rijkscommissaris onder de uitsluitende leiding en het uit sluitende beheer van een commissaris ge steld. Op dezen commissaris zijn alle rech ten en volmachten van de leiding overge gaan zonder onderscheid, of het gaat over afzonderlijke personen of colleges van per sonen. Hij is gerechtigd alle vereischte maatregelen van organisatorischen, perso- neelen en/of financieelen aard te treffen. Tot commissaris met den bovenomschreven bevoegdheidskring is mr. Rost van Ton ningen benoemd. Hij heeft de hem over gedragen bevoegdheden Zaterdag op zich genomen. PANTELLERIA EN MALTA. Tusschen Tunis en Sicilië betwisten drie groote mogendheden elkaar den voorrang: Italië op Sicilië en Pantellaria, Frankrijk in Tunis en Engeland op Malta. In de Straat van Pantelleria scheiden slechts 120 kilometer Europa van Afrika. Hier bevindt zich de as van de Middellandsche Zee, welke deze watervlakte in twee deelen verdeelthet Oostelijke en het Westelijke bekken. In het midden tusschen Sicilië en Tunis ligt het kleine, waterarme doch zeer vruchtbare eilandje Pantelleria, dat van vulcanischen oorsprong is. De oppervlakte bedraagt slechts 83 vierkante kilometer; men vindt er warme bronnen en zwavel- mijnen. De bodem en het klimaat begun stigen den tuinbouw; er worden zuidvruch ten, groenten en wijn verbouwd. De on diepe haven is ongeschikt voor groote schepen, zoodat Italië weinig aandacht schonk aan deze bezitting, tot het jaar 1936, oen men besloot, het eiland te bezigen als duikbootbasis. Eerst van dien tijd af is Pantelleria een rol gaan spelen in de wereldpolitiek. Het 200 kilometer ten Oosten daarvan gelegen Malta, slechts 90 kilometer van Sicilië verwijderd, bezat reeds in de grijze oudheid strategische waarde in de Middellandsche Zee. Engeland heeft het eiland voortdurend versterkt en vooral de haven van La Valetta zoodanig laten inrichten, dat er voortdurend een aantal Engelsche oorlogs schepen kan worden gestationneerd. Min der bekend is, dat er buiten het eiland Malta nog vier kleinere eilanden zijn Gozo en Comino, beide bewoond en Comi- netto en Filfola, die onbewoond zijn. DE KLEINE ENTENTE. Na de vredesverdragen van St. Germain en Trianon vormden de drie staten Tsjecho- Slowakije, Roemenië en Joego-Slavië een belangengemeenschap ter verbetering van hun grenzen, vooral tegenover Hongarije. Deze belangengemeenschap kreeg haar politieken vorm in de z.g. Kleine Entente. Tusschen 1924 en 1927 hebben alle drie landen verdragen met Frankrijk gesloten. Tsjecho-Slowakije kreeg in zijn vriend die daar geen economische of geografische belangen bezat. Tsjecho-Slowakije is uiteengevallen. De Kleine Entente is dood. Joego-Slavië en Roemenië doen hun best, hun buitenland- sche politiek weer zelf te gaan bepalen. De Balkanbond doet zijn best, zich aan den nieuwen toestand aan te passen en een positieve politiek van bemiddeling tusschen de door de politiek van den na-oorlogstijd van elkaar vervreemde Balkanstaten te schapsverdrag met Frankrijk van het jaar 1924 een Fransche bijstandsverklaring. Daarmee had Tsjecho-Slowakije een groote mogendheid in het Donaugebied betrokken, voeren. Met het Verdrag van Saloniki (31 Juli 1938), dat Bulgarije bevrijdde uit de beperkingen van zijn weermacht, heeft - Balkanbond zijn negatieve positie verlr VLEESCHETERS EN ZOETEKAUWEN. Hoewel de wijze, waarop de verschil lende Europeesche volkeren zich voeden, over het algemeen weinig uit elkaar loopt, bestaan er toch groote verschillen in de hoeveelheden voedings- en genotmiddelen, die zij per hoofd der bevolking in de af zonderlijke landen tot zich nemen. Zoo laat zich vaststellen dat, terwijl in Italië per hoofd der bevolking slechts 16 kilogram vleesch per jaar wordt gebruikt, dit verbruik in Engeland niet minder dan 65 kilogram bedraagt. Dit maakt dus een verschil uit van niet minder dan 49 kilo gram Een Engelschman eet per jaar even veel vleesch als een Italiaan en een Zwitser te zamen. Denemarken is een goede tweede in het vleeschverbruik met ruim 56 kilo gram per jaar. De statistiek vermeldt er speciaal bij „met inbegrip van ham". De Deen moet overigens ook wel een zoete kauw zijn, want hij heeft per jaar 51.5 kilogram suiker noodig; de Italiaan daar entegen slechts 6.8 kilogram. AANVALLEN VAN VERRE. Bij den lucht- en zeeslag in de Middel landsche Zee zijn door de Italiaansche vliegtuigen geweldige afstanden afgelegd. De Engelsche vlootbasis van Alexandrië is 1500 kilometer verwijderd van de dichtst bijzijnde Italiaansche kust en van het eiland Cyprus is de afstand nog 200 kilo meter grooter. Ten Zuiden van het eiland Kreta, dus na een tocht van 500. resn kilometer, werd de Engelsche vloot de eerste maal door de Italiaansche vlit, tuigen aangevallen, die ze onphoudelijk met bommen bestookten. Den betrekkelijk koristen weg hadden die escadrilles af te leggen, welke uit het Oosten van Cyrenaica kwamen. Van Tobroek tot de plaats «raai zich de Engelsche vloot op dat oogenblik bevond 100 kilometer ten Zuiden van Kreta hadden zij slechts 250 kilometei te vliegen. Van het meer naar het Westen gelegen Bengasi bedroeg de afstand 500 en van Tripolis zelfs 1100 kilometer. DE STERKTE DER ITALIAANSCHE VLOOT. De Italiaansche vloot beschikt over d* volgende oorlogsbodems6 groote slag schepen, waarvan 4 van *elk ruim 23.000 ton en 2 zeer moderne van 35.000 ton. De vier eerstgenoemde zijn van 1911 tot 1913 van stapel geloopen, doch geheel gemoder niseerd. Zij loopen 27 zeemijlen per uur. In hun tegenwoordige gedaante zijn zij ge duchte tegenstanders. De twee nieuwste schepen, van 35.000 ton, loopen eveneens 27 zeemijlen, doch zijn veel sterker be wapend. Verder bezit Italië 7 zware krui sers, 14 lichte en 12 torpedokruisers, die een snelheid kunnen ontwikkelen van 40 a 42 zeemijlen, meer dan 100 torpedobooten en torpedojagers en niet minder dan 129 duikbrWpn met een uitgestrekte actie- naar Berhjn DUITSCHLAND Zwitserland, //Belgrado] W/////Zi Sofia I' :l viöoC'ij ÜRIEKEgy"®, 1

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 3