OP JACHT naar vijandelijke ONDERZEEBOOTEN Hei beklemmende avontuur van een convooivaart Als duistere schepen gelijk schimmen in den nacht voorbij varen - keu 0» Na een gevaarvollen tocht in copvooi heb ben de transportschepen hun bestemming: bereikt. In dit geval betrof het een trans port van soldaten, fourage en ammunitie naar Noorwegen; haven van bestemming: Oslo. Het convoolsysteem is reeds van zeer ouden oorsprong, doch men had kunnen meenen dat het voorgoed had afgedaan, toen het in den wereldoorlog herleefde en wel door dezelfde oorzaak als thans: den duikbootoorlog. Ook tijdens den Spaan- schen oorlog lieten verschillende landen hun koopvaarders door de straat van Gi braltar convooieeren. Het convooivaren wordt thans vrijwel nog alleen door Enge land op groote schaal toegepast, omdat het nu geheel geisoleerd is van het Europee- sche continent en dus van alle goederen- aanvoer uit deze landen is verstoken, aan gewezen is op groote transporten uit de Dominions, Amerika en andere landen. Het behoeft geen betoog dat het onttrekken van het groote aantal kruisers, hulpkrui sers, torpedobootjagers en andere marine vaartuigen de Engelsche vloot danig moet verzwakken. Bovendien is er nog een groot verschil met den oorlog van 1914 *18, want toen stond Amerika aan de zijde der Geallieerden en kon Engeland dus voor zijn convooien beschikken over alle Amerikaansche havens en de Amerikaan se?) e vlooteenheden. Thans is dit alles heel anders gesteld. Engeland ziet zich alleen voor de taak gesteld het eigen land van het noodige voedsel en wapentuig te voorzien. Aan welke eischen de schepen moeten voldoen. In het algemeen is de gang van zaken voor het samenstellen van convooien zoo dat dit geschiedt in overleg met de Admi raliteit door een zoogenaamde convooicom- missie in den wereldoorlog hadden de Britten er een afzonderlijk ministerie voor in het leven geroepen en in de eerste plaats kwam het er dan op aan de koop vaarders in categorieën te schiften en hun uitrusting te herzien. De meeste koopvaar dijschepen bezaten, om een voorbeeld te noemen, niet een zoodanige inrichting dat de bevelen van de brug snel genoeg kon den worden doorgegeven naar de machine kamer, zoodat het niet mogelijk was in convooivarende, met den vereischten spoed, zender .stukken te maken", te manoeuvree ren. Bovendien kwam het veelvuldig voor dat de schepen niet constant een bepaal de snelheid konden houden en men niet in staat was het aantal schroef om wentelin gen nauwkeurig op te nemen. Strikt nood zakelijk was evenwel een dergelijke con trole, wilde men dicht bijeen blijven en niet het risico loopen van aanvaringen in volle zee. Ook waren zij, als gevolg van genoemde feiten, niet in staat regelmatig hun zelfde positie in het convooi te bewa ren. Het was derhalve niet alleen zaak de technische voorziening ingrijpend te wijzi gen, maar ook de bemanningen moesten voor het in convooivaren getraind worden, vooral des nachts, daar men dan vaart zon der de bekende, groene, roode en witte na- vigatielichten, die de juiste plaats van hef schip aangeven. bericht ontvangt dat ergens in den omtrek duikbooten gesigna leerd zijn, dan wordt terstond koers gewijzigd en gaat men „zig zaggen", om den trefkans te ver minderen. Deze laatste wijze van navigeeren levert buitengewoon veel moeilijkheden op, maar de daaraan verbonden nadeelen we gen ruimschoots op tegen de voor deelen en zeker wanneer men nagaat aan welke gevaren een koopvaarder bloot staat die op eigen gelegenheid zee kiest. Wanneer ergens in den Atlan- tischen Oceaan een onderzeeboot uit de diepten opduikt, of een kruiser of een torpedoboot aan den horizont zichtbaar wordt, dan weet de kapitein van een neutraal handslschip maar al te goed wat dat beduidt. En nog voor het teeken is gegeven, dat men moet stoppen is naar de machinekamer reeds vel gegeven de machines zetten. Reeds enkele minuten Men kan zich als landrot nauwelijks voor stellen aan welke gevaren een transport overzee in oorlogstijd bloot staat. Maar het is bittere noodzaak dat die transporten plaats vinden; transporten van manschap pen, van gevechtsmateriaal en ammunitie en zeker niet in de laatste plaats van voed sel. Zeker, wanneer het er om gaat strij dende troepen te voorzien van het noo dige, als zij een slag leveren in het onher bergzame land van Noorwegen. Het Duit- sche leger heeft in de bewogen weken, dat het front zich uitbreidde naar het Noorsche territorium, zich ongetwijfeld geplaatst gezien voor schier onoverkome lijke moeilijkheden. Toen de eerste aanval- succes had gehad, diende tot eiken prijs deze eerste winst geconsolideerd en omge zet te worden in een blijvend voordeel. Dat betekende dus dat in den kortst mo gelijken tijd een maximum aan troepen en materiaal over de Noordzee aangevoerd moest worden. Dat deze operaties ondanks den hardnekkigen tegenstand, vlot ver- loopen zijn, bewijst de uitslag. De Duitsche weermacht heeft ten slotte geheel Noor wegen bezet; alle tegenstand werd gebro ken. Deze wapenfeiten zijn ons voldoen de bekend uit de legerberichten. maar wie weet van de onverschrokkenheid en den heldenmoed, waarmede deze in convooi varende schepen met den dood in het gezicht reis na reis volbrachten? het be- stop te later is een officier vergezeld van eenige matro zen, aan boord van het vrachtschip en kijkt de scheepspapieren door. In de eerste plaats wordt dan nagegaan of de nationali teit van den koopvaarder overeenstemt met de papieren, verder of zich vijandelijke passagiers aan boord bevinden. Aangezien de onderzeeboot natuurlijk niet voldoende bergruimte heeft om de waren, die den officier eventueel verdacht komen aan boord te nemen en in zijn thuishaven te brengen, wordt in zoo'n geval den kapitein van het vrachtschip bevolen koers te zet ten naar een contrólehaven, waar de ma- rinepolitie het schip en zijn lading aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpt. In een dergelijke contrólehaven is het over het algemeen een gedrang van schepen. Nadat het onderzoek in de contrólehaven is beëindigd, kan de reis worden voortge zet. Heel anders verloopt het echter, wan- Een M-boot, die eveneens tot het convooi behoorde voer met groote snelheid voort. Door middel van vlaggeseinen en radioteekens worden de bevelen van het comman- doschip aan de andere schepen doorgegeven. boord achteruit! Een beroering gaat door de mannen op de schepen: dat beduidt alarm voor onderzeebootgevaar. Een ieder denkt op dat oogenblik hetzelfde: zal de torpedo zijn doel treffen? Er is niets te zien, alles blijft ademloos en het donderen de geraas van de geworpen dieptebommen werkt verlichtend. Dan schemert vochtig en regenachtig de morgen. Uit den schemer maken zich lang zamerhand scherper omlijnd de bijna spook achtig aandoende vaartuigen vrij, die recht hun koers voortzetten, voorafgegaan, ge flankeerd en gevolgd door de snelle mari nebooten. Wanneer wij opnieuw in de ge varenzone komen, wordt weer gezigzagd. Langzaam zien wij de Noorsche kust na- derkomen, waar nogmaals de scherpste aandacht geboden is. Opnieuw begint het zelfde avontuur, maar niet zoo beklem mend, omdat men aan het daglicht een ze ker houvast heeft. Daar huilt weer de stoomsirene, het schip dat naast ons vaart, laat diepte-bommen vallen. Wij wijzigen snel koers, een boot schiet vooruit. Dof ont ploffen achter ons de dieptebommen en stooten een machtige waterzuil omhoog. Zonder brokken wordt de reis volbracht, al was er meerdere malen het gevaar van onderzeeërs. Nu glijden wij een fjord bin nen en het gevaar ligt bezworen achter ons. Op de brug verklaart de signaalme^s- ter, die den eersten uitval van de Duits^ha troepen naar Oslo meemaakte, de gebeur tenissen van dien gedenkwaardigen dag, wijst den soldaten de stukgeschoten bat terijen, die door de Duitsche kruisers on der vuur werden genomen. Aan bakboord naderen wij de plaats waar de Blücher na een zwaren strijd is gezonken. Bij drie uit het water verrijzende scheren toont een boei de plaats waar het schip ten onder ging. En dan ligt' Oslo spoedig voor ons; het prachtige slot, als het ware symbool van de stad houdt onze aandacht eenigen tijd gevangen en dan meeren wi; aan da kade. De soldaten verlaten het schip, scher pe bevelen, de eerste afdeelingen marchee- ren weg. En daarmede is opnieuw een transport veilig uit Duitschland naar Noor wegen gekomen. wie de soldaten en vaartuigen zijn toever trouwd, en die gereed moeten zijn om in het gegeven oogenblik des gevaars blik semsnel te handelen, besluiten te nemen en commando's uit te vaardigen, waarvan voor de aan boord zijn de menschen alles kan afhangen. Er komen draadlooze be richten binnen, die terstond ontcijferd en aan den commandant dienen te worden voorgelegd. Bijna monotoon roept de dienst doende officier den roerganger zijn com mando's toe; de machinetelegraaf ratelt onophoudelijk, terwijl daar beneden in de machinekamer het personeel, de stokers en de machinisten niet minder op hun post zijn. Welk een belevenis is niet zulk een nachtelijke vaart. Geen lichtstraal dringt uit de volledig afgeschermde en verduis terde vaartuigen naar buiten in het duis ter. Men vermoedt ze meer dan men wer kelijk ziet, de omtrekken van de andere transportschepen en slechts het voor den boeg opspattende water verraadt hun koers Plotseling weerklinkt het signaal: stuur- Moeilijkheden te over. Onderweg aan boord van .een transport, onder bescherming van een flotille mari ne vaartuigen, uitgerust voor het jachtma- Langs de kabel wordt de postzak overgebracht Natuurlijk ging dit alles gepaard met een aanzienlijk tijdverlies voor den handel, terwijl het hier en daar in de havens ook leidde tot opstopping. Er was een wijdver takte organisatie voor noodig om de havens van afvaart en bestemming, benevens den te volgen koers nauwkeurig te bepalen. Het laatste, het bepalen van de route, was een bron van moeilijkheden, omdat men hier te doen had met een zeer onberekenbare fac tor, namelijk het sluipend gevaar van de onderzeebooten. Onophoudelijk diende en dient ook thans den koers te worden be studeerd. Wanneer het convooi onderweg Ter bestrijding van de duikbooten worden door een mijnenlegger of destroyer, die achter in 't convooi vaart, dieptebommenuitgeworpen, die kort daarna op de tevo ren ingestelde diepte explodeeren en een hooge waterzuil doen opspuiten. neer onderzeeëers loeren op vijandelijke convooien. Hoewel hier niet te rekenen valt met een openlijken aanval, gebeurt het toch herhaaldelijk dat het onzichtbare ge vaar der duikbooten uit de diepten der zee, een of meer koopvaarders uit het con vooi wegschiet. De dagelijksche berichten hieromtrent leveren daarvan een sprekend bewijs. En de tocht aan boord van een der gelijk convooi is dan ook alles behalve een sinecure, maar wordt gevoeld als een doorloopende beklemming. Wij zijn in de gelegenheid hier een Duitschen oorlogs correspondent aan het woord te laten, die enkele weken geleden een transport naar Noorwegen medemaakte. Hij vertelt hier van zijn bevindingen. In marschorde dat wil zeggen dat het eene schip vaart in het kielzog van zijn voorganger zet het convooi, aan den kop waarvan onze flotilleleider vaart, koers naar Skagerrak. Drie groote transportsche pen met een bezetting van vele honderden soldaten in het veldgrijs en wapenmate riaal aan boord, zijn aan de bescherming van ons flottille snelvarende marine-vaar tuigen toevertrouwd, om het gevaar van vijandelijke duikbooten te bezweïen. Maar ook op den flottilleleider ziet men een ge wemel van veldgrijs. Wij bevinden" ons nu in het gebied ach ter Skagen, waar vijandelijke duikbooten op den loer moeten liggen. Op de brug heerscht gespannen aandacht. De chef van het convooi, de wachthebbende officier, de stuurman de signaalmeester en het ove rige personeel van de brug, de duikboot- wachten en het geschut trachten de duis ternis te doorboren. Ook hier wordt niet veel gesproken. Bijna zonder geluid doet ieder zijn plicht, hoe levendig het er ook toe mag gaan, waar de mannen staan, aan Rechts boven: Er wordt van een der marinevaar tuigen een lijn af geschoten .naar een transportschip van het convooi. Beneden:

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 4