DE BALKANSTATEN Het doelwit der As-mogendheden een vredige en harmonische samenleving in Zuid-Oost-Europa „De Middellandsche Zee is voor Italië geen verkeersweg, maar het leven zelf" Mussolirii DE BALKAN VOOR Boeren uit Hongarije bij de nationale volksdans. AANGEZIEN Italië in de eerste een Middellandsche Zee-mogendheid is (Mussolini heeft eens gezegd, dat de Middellandsche Zee voor Italië niet al leen een verkeersweg is, maar veeleer het leven zelf beteekent), moet hier logisch uit volgen dat het tevens een Balkanmogend- heid en een Aegeïsche macht is. De Adria- tische Zee is ten slotte niet veel meer dan een golf van de Middellandsche Zee (even eens een uitspraak van Mussolini) en de Aegeïsche Zee blijft voor Italië het gebied, dat het terdege in het oog dient te houden, wanneer men de stormen, die hun golven tot aan de Siciliaansche en Calabrische kus ten kunnen stuwen, tijdig wil zien aanko men. Anderzijds was Rome sedert de tijden van Keizer Trajanus nimmer onverschillig, en kon dat ook niet zijn, voor hetgeen aan den Donau plaats greep, de vroegere po litieke en militaire grens van het Romein- scne Rijk. De Wereldoorlog, de derde krijg in den loop van slechts weinige jaren, bracht in den Balkan een toestand van verbrokke ling te weeg. Het oplossen van het Oos- tenrijksche Rijk verbrak met één slag de samenleving aan de boorden van den Do nau en heeft zooals de geschiedenis der laatste jaren heeft bewezen, een tragischen nasleep gehad De minderheidsvraagstukken werden van lieverlede een dreigend erf deel, dat de verschillende vredesverdragen den na de worsteling gespaard gebleven of daaruit geboren staten nalieten. Italië heeft, in het bijzonder sedert Mus solini aan het roer van het schip van staat kwam, voor de na-oorlogsche Donau-Bal- kanproblemen een open oog gehad en heeft zich daartegenover steeds op het standpunt gesteld, dat de wetten der gerechtigheid hier uiteindelijk oplossing moesten bren gen. Maar daartoe zou een eerste ver- eischte zijn, het ongedaan maken van de overijlde en daardoor provisorische clau sules der Verdragen van Neuilly, Sèvres en Trianon. Deze gedachtengang vormt een der grondpijlers van de Italiaansche bui- tenlandsche politiek. De scherpe tegenstel ling met het voor 1920 gevolgde beleid springt in het oog. De vorming van de op 16 Januari 1933 door dé handteekeningen van Ieftic, Titulescu en Benesj een feit geworden Kleine Entente behoort reeds tot de dramatische geschiedenis van gis teren. Volgens de overeenkomst zouden de drie staten, die tezamen de Entente vorm den „een hooger internationaal geheel scheppen, openstaande voor 't toetreden van andere staten". Het is evenwel gebleken, dat de grondslagen van deze Kleine Enten- Ip slechts een machinaal organisme in het leven r-iep, en gebaseerd op wederzijdsche controle en gedwongen ondergeschiktheid. Velen hebben ongetwijfeld gedacht, dat dit kunstmatig geschapen organisme door den loop der tijden den vorm van een leven den staat zou aannemen. In regelrechte te genstelling met het programma van de Kleine Entente, die in wezen een schild wacht zou moeten zijn om te waken over de toestanden op den Balkan, zag Italië de toekomst van de tusschen Donau en Aegeï sche Zee gelegen staten heel anders. Het is niet zonder beekenis dat het woord „pax" steeds aan de zijde van den Leeuw van Sint Marcus, wiens wapen verbreid is over het Als besliste tegenstander van eiken blok vorming op den Balkan, als heftig en niet te buigen bl^trijder van elk stteven om in eenigen vorm hegemonie in het leven te roepen over de gebieden tusschen Donau en Aegeïsche Zee, verlangt ook Italië voor zichzelf allerminst het recht een hegemonie uit te oefenen „De Balkan voor de Balkan- staten", is kort samengevat het program. Ook gedurende de dramatische gebeurte nissen van het laatste jaar op het Euro- peesche tooneel, heeft dit programma de uitbreiding tot een algemeenen Europee- schen krijg verhinderd. Gelijk minister Ciano den 16den Decem- Een merkwaardige combinatie in Bulgarije. Boeren in de eeuwenoude kleederdrach ten als beoefenaren van de zweef vliegsport! geheele gebied van de Venetiaansche La gunen, langs de Dalmatische kust, tot de oevers van Albanië en de verre kusten van de Aegeïsche Zee, te vinden is. Zoo staat het woord „pax" ook in het wapen van Mussolini's politiek ten opzichte van de eischen der volkeren, die het uitgestrekte gebied van Zuid Oost-Europa bewonen, dat altijd heeft gefungeerd als 'n beschermen de wal van de Middellandsche Zee, maar de overgang vormde naar het Nabije Oosten. Toch diende men het Romeinsche optreden niet te vereenzelvigen met een passief dulden. Aangezien gebiedsregelingen, vol gende op oorlogsgebeurtenissen, steeds min of meer de gerechtigheid beleedigen, is niets natuurlijker dan dat zij in de daarop volgende jaren aan de hand van de prac- tische ervaringen gecorrigeerd worden. Italië heeft daarom nooit nagelaten zijn warmste sympathie te betuigen voor de Hongaarsche eischen. De vervulling daar van heeft het steeds trachten tè bevorde ren door een nauw contact en regelmatige vriendschapplijke besprekingen. Deze ge duldige politiek werd bij verschillende ge legenheden door successen bekroond. Houga&mhe berden in hun bonten kleed ei ber van het afgeloopen jaar in een rede plechtig verklaarde, heeft de Italiaansche politiek nimmer met een zoo levendige en hartstochtelijke belangstelling het oog ge richt op het Balkanschiereiland. Deze be langstelling is echter niet plotseling ont staat, maar wordt historisch en geogra- phisch door de overleveringen bevestigd. Thans is Italië evenwel door het inlijven van Albanië metterdaad een Balkanmogend heid geworden. En in deze kwaliteit legt het er eenerzijds bij elke gelegenheid den nadruk op, dat de orde en de vrede op den Balkan intact gehouden moge worden, ver heelt anderzijds echter niet dat het zijn vaste overtuiging is, dat elke wijze van blokvorming voor de daaraan deelnemende staten schadelijk moet zijn en niet kan bij dragen voor het in stand houden van den Donauvrede en het tot stand komen van den vurig gewenschten vrede in Europa.- Het is ditmaal niet onze taak, uiteen te zetten, in hoeverre deze gezonde en klaar schouwende Italiaansche diplomatieke acti viteit bij het koersbepalen van de nieuwe Balkanpolitiek vruchten heeft gedragen Een feit is, dat de Balkanentente, ontstaan door het op 9 Februari 1934 gesloten ver drag van Athene, onder den druk van de algesmeene politiek in Zuid-Oost-Europa, waarop Italië zijn stempel drukte, haar koers zag wijzigen. Op grond van deze overeenkomst garandeerden de mogend heden Griekenland, Roemenië, Turkije en Joego Slavië, die het verdrag sloten, el kaar wederzijds de toen bestaande Balkan- grenzen. Zij verplichten zich gemeenschap pelijk die maatregelen te treffen, welke noodzakelijk mochten blijken tegenover eventualiteiten van buitenaf, die hun belan gen zouden raken; zij verplichtten zich geen politieke stappen te doen bij andere, niet tot de ondertekenaars behoorende Bal kanstaten, zonder eerst overleg met elkaar te plegen, en geen verplichtingen aan te gaan tegenover den een of anderen Balkan staat, zonder vooraf de toestemming der andere onderteekenaars van het verdrag te hebben verkregen. Uit den officiëelen tekst van het Balkan-- pact schijnt de conclusie gerechtvaardigd dat Griekenland en Turkije en waarschijn lijk ook Roemenië, ln verband niet enkele kort te voren gepasseerde gebeurtenissen, zich voor alles wenschten te verzekeren tegen elke mogelijkheid v. toenadering tus schen Bulgarije en Joegoslavië. Velen zijn ook de meening toegedaan dat Turkije zich hierdoor garanties wilde verschaffen tegen eventuëele aanvallen in het Ooste lijk deel van de Middellandsche Zee. Niet zonder plechtige nadrukkelijkheid hebben de vier Balkanministers van Bui tenlandsche Zaken verklaard, dat «bet de1 wil is der respectieve landen, in het kader van een Entente vereenigd te blijven, die geen eigen doelen heeft en tegen niemand gericht is en dat zij gemeenschappelijk wenschen te waken over de bescherming van hun rechten van elk der landen en over de onafhankelijkheid hunner gebiedsdee- len". En gelijk het, bezien van het standpunt van den vertegenwoordiger van het land, dat de afgevaardigden te gast had, vanzelf sprak, zond de Joegoslavische minister van Buitenlandsche Zaken, Marcovic, nadat hij zijn blik had laten gaan over de landen buiten de grenzen, welke geen deel had den aan het verbond, een uitnoodiging, om dat het accepteeren daarvan, wie het ook mocht zijn, slechts mede kon werken aan het samensmeden der Donaustaten ter be zweering van elk denkbaar gevaar. Hij zei- de: „De houding van de twee buiten ons verdrag staande Donau-Balkanstaten, Bul garije en Hongarije stond en staat nog in het teeken van goede verstandhouding met de vredige politiek der^Entente. Dit recht vaardigt de oprechte hoop, dat het bewust zijn van de gemeenschappelijke belangen ertoe bijdraagt duurzame voorwaarden voor een gelukkige toekomst van alle volkeren te scheppen, die op den Balkan en in het Donaubekken leven." Hoort men daarin niet den weerklank van de woorden, waarmede Graaf Ciano in zijn reeds geciteerde rede van December de richtlijnen aangegeven had voor een krach tig vredesprogramma der landen aan de andere zijde van de Adriatische Zee? Cia no zeide toen: „Het is het gemeenschap pelijk belang van al deze landen, den vrede in het Donau-Balkangebied te bewaren en te verzekeren; Italië begroet daarom met de warmste sympathie elke uiting van den wil dezer volkeren, om in vriendschappelij- ken vorm de tusschen hen bestaande vraag stukken op te lossen en is bereid met raad en hulp terzijde te staan." Daarenboven had enkele dagen tevoren de Bulgaarsche minister-president in een interview verklaard, dat volgens zijn mee ning Bulgarije zijn problemen „beter aan de tafel van een vredesconferentie dan op een slagveld" kon oplossen. Boedapest is niet achtergebleven om op het communiqué van Belgrado een krachtige bevestiging van eensgezindheid met Italië te laten vol gen, met betrekking tot elke poging, die ten doel had de verzoening te bevorde ren, welke goede verstandhouding door het verdrag van Trianon zoo ernstig werd ge schaad. Op de conferentie te Belgrado is duide lijk aan den dag getreden hoezeer men de verdienste van Italië om den vrede te be vorderen in Zuid-Oost-Europa, naar waarde schatte. De Roemeensche minister van Bui tenlandsche Zaken maakte zich tot tolk aller gevoelens en zeide: „Wij schatten de politieke en moreele waarde van de Itali aansche houding zeer hoog, waarmede dit land ons streven naar vrede, orde en vei ligheid tegemoet treedt en daarmede de waarde der belangen onderstreept, die het aan ons binden." Italië heeft met geduldi ge volhardendheid deze politiek van toe nadering tusschen de onderscheidene Bal- kanstaten gevolgd, met het doel allen sa men te brengen in een volkomen vredige samenleving. Het heeft met Joego Slavië een'niet-aanvals-verdrag- en vriendschaps pact gesloten, waardoor onder alle omstan digheden oorlog tusschen beide landen is uitgesloten. Dit pact heeft, na een driejari ge ervaring van samenwerking in het ge il e c h ts: Het beroemde Eliasklooster op den berg Athos in Griekenland. De Acropolisruïne te Athene. bied van de Adriatische Zee, bewezen den noodigen weerstand te bezitten. Het vast stellen van een gemeenschappelijke land grens tusschen Italië en Griekenland heeft bewerkt, dat in plaats van de verwacht* wrijvingen en tegenstellingen de algemee< ne betrekkingen tusschen beide lande* zich kunnen ontwikkelen in een sfeer va* vertrouwen. Onlangs heeft een notawisse ling den aard dezer betrekkingen tussche* Rome en Athene bepaald, welke zich web licht in de naaste toekomst nog gunstig kun nen ontwikkelen. Geregeld bij het vriend schapsverdrag van 1928, vernieuwd in 1932, zijn de betrekkingen tusschen Italië e* Turkije gekenmerkt door een rustig af wachten en vertrouwen. De Italiaansche betrekkingen met Bulga rije zijn, gelijk bekend uitermate goed, ter wijl ook de betrekkingen van Rome met Boekarest verre van ongunstig zijn. Maar wanneer er één land is, waarmede Italië onveranderd door banden van hartelijke sympathie verbonden is, dan is dit onge twijfeld Hongarije. Nog is de herinnering aan de hartelijke ontmoeting tusschen Graaf Ciano en Graaf Csaky in Venetië le vendig. Deze besprekingen hebben nog maals de samenwerking van beide landen onderstreept, onder volledige overeenstem ming over de problemen, die samenhangen met de verdediging van de orde en den vre de van Europa. Deze verbondenheid is een der hoofdfactoren, die de richtlijnen der huidige buitenlandsche Italiaansche poli tiek bepalen, welke, het zij hier nogmaals herhaald, uiteindelijk gericht is op het scheppen van een harmonischen toestand in den Balkan. Dorp op. hot eiland Santorini, gebouwd in den schilderachtigen stijl van het Zuid- Amerikaansche Pueblo. Do kleine kade dient tevens aio markt

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 4