|f* CL De Internationale toestand Het Portret Deze week De Wereld ES DE AFGELOOPEN WEEK VAN DE WEEK IN NEDERLAND IN KAART rV/: uYi/fiè^7' Het pleit is beslist. Griekenland, dat Italië reeds zoo lang een doorn in het oog is geweest, door zijn Engelschgezinde hou ding, heeft den dank daarvoor geoogst Italië heeft het thans den oorlog ver klaard. Dit is loon naar werken; en het zal allen vrienden van Italië genoegen doen. Het moet nu maar eens voelen, waar het toe leidt, Engeland direct of indirect te steunen. De toestand had zich geleidelijk ontwik keld volgens het gebruikelijke recept grensoverschrijdingen, schending van de Grieksche neutaliteit en andere incidenten, welke, volgens den gangbaren term, Italië noopten tot ingrijpen. Dit is dan ook inder daad gebeurd. Thans moet worden afge wacht, hoe Tuikije op een en ander zal reageeren en wat de spilmogendheden zullen doen als Griekenland is onderwor pen. wat natuurlijk slechts een kwestie van zeer korten tijd kan zijn. Staat de samenkomst van Hitier en.Mus- solini in verband met het optreden tegen Griekenland Op den 18den verjaai-dag van het fascisme is Hitier in Florence ver schenen, waar hij opnieuw een urenlang onderhoud heeft gehad met Mussolini. Volgens het uitgegeven communiqué werd het „op den hartelijksten toon gevoerd, zooals gewoonlijk, en bewees het volkomen overeenstemmen van opvatting omtrent alle actueele vraagstukken". Aan dit onder houd hebben ook de ministers van Buiten- landsche Zaken van beide landen deelge nomen. De overige gebeurtenissen in Europa zullen zich eerst verder moeten ontwikke len, alvorens men er een goed overzicht over kan krijgen. Het heeft er allen schijn van, dat Frankrijk met Duitschland zal samengaan, om het gehate Engeland te be strijden. Op het oogenblik echter zal men nog moeten afwachten, wat de .uitslag Is van de bijeenkomst van het Fransche kabinet, waarin Pétain en Laval verslag zullen uitbrengen. In Italië is groot enthousiasme gewekt door het bericht, dat Italiaansche vliegtui gen aan de bombardementen op Engeland hebben deelgenomen. Deze mededeelingen worden beschouwd als het begin van een nauwe Duitsch-Italiaansche samenwerking op alle fronten van de as. Men ziet hierin een van de resultaten van de Brenner- conferentie en men gelooft, dat het moge lijkerwijze nog vóór het begin van den winter tot een definitieven slag tegen Enge land zou kunnen komen. Over het algemeen is men van meening, dat bij een eventueele poging tot landen ook Italiaansche troepen gebruikt zullen worden en dat ook Italiaansche onderzee booten in de toekomst in het Kanaal zullen opereeren. Ofschoon tot dusver officieel nog niets bekend gemaakt is omtrent de samenstel ling van het Italiaansche vliegei'scorps aan de Kanaalkust, wordt van goed ingelichte zijde vernomen, dat aan den eersten Ita- liaanschen aanval tegen Engeland minstens 200 vliegtuigen, waarvan 40 bommenwer pers en 160 jachtvliegtuigen, hebben deel genomen. AI deze vliegtuigen zouden naar.. hun bases zijn teruggekeerd. Verder zou den 200 vliegtuigen i-eeds aan de Kanaal- kust gestationneei'd of daarheen onderweg zijn. Men legt den nadruk erop, dat alle piloten van dit corps ervaren oorlogsvlie gers zijn, die reeds aan gevechten in Spanje of in Ethiopië, sommigen zelfs aan beide, hebben deelgenomen. Rijksminister Göbbels ontving in zijn ministerie een delegatie Bulgaarsche journalisten. (Foto Scherl) In Noord-Afrika beeft de Italiaansche luchtmacht de spoorwegwerken van Mersa Matroe gebombardeerd, alsmede Foeka en El Daba. Vijandelijke marinestrijdkrachten hebben des nachts de Itliaansche stellingen in de zone van Maktila ten oosten van Sidi el Barrani gebombardeerd. De vijandelijke luchtmacht heeft Tobroek gebombardeerd. In Oost-Afrika heeft een van de Itali aansche luchtformaties het vijandelijke vliegveld van Malindi (Kenya) gebombar deerd. De vijandelijke luchtmacht deed een aanval op Gorra (Kenya), alsmede op As- sab. Ook Bulgarije begint zich blijkbaar minij der op zijn gemak te voelen. Na 1 Novem ber worden in Sofia en andere groote ste den van Bulgarije luchtbeschermings- en verduisteiïngsoefeningen gehouden, die ongeveer een week zullen duren. Alle open- bare gebouwen en particuliere huizen moe ten verduisterd zijn, evenals de voertuigen in de straten. De stemming onder de be volking is rustig en vol vertrouwen, doch er valt een steeds toenemende spanning waar te nemen, welke door de verwachting van belangrijke gebeurtenissen gewekt wordt. Het geheele leven in Sofia en in het land is vervuld van een stemming, welke gekenmerkt kan worden met „er broeit wat". Engeland is ontgoocheld. Het heeft thans de ondervinding opgedaan dat de duur ge kochte torpedojagers uit de Vereenigde Staten, die men gi-ootendeels inmiddels heeft ovei-genomen en in dienst gesteld, bijna alle schepen zijn, die tegen het einde van den wereldoorlog haastig gebouwd zijn, met een zeer zwakke ouderwetsche bewa pening en te weinig snelheid. Inmiddels zijn de Vereenigde Staten bezig met het inrichten van de vloot- en luchtbases, welke hun door Engeland zijn afgestaan. Aan den Amerikaanschen vice-admiraal Cook is het bevel opgedragen over de ge heele marine-luchtmacht aan den Atlan- tischen Oceaan. Zijn voorganger, generaal-: majoor Arnold, is benoemd tot plaatsver vangend chef van den staf. Dit is een nieuwe post, die bestemd is om alle aange legenheden betreffende het luchtwapen te coördineeren. Genei*aaI-majoor Brett werd benoemd tot chef van het luchtwapen van het landleger. GUNSTIGE SUIKERPOSITIE. Met uitzondei'ing van de Noordelijke staten zullen alle andere Europeesche lan den, volgens een particulier suikerstatistiek- bureau, op een rijkeren suikerbietenoogst en dientengevolge een grootere suikerpro ductie kunnen rekenen, dan in het vooi*- gaande jaar. Bovendien is het gemiddelde suikergehalte der bieten grooter dan in 1939. Duitschland vooral beleeft een re- cordoogst van suikerbieten. In vakkringen is men van meening, dat de opbrengst aan suikerbieten minstens op 20 millioen ton te schatten is, tegen 18.7 millioen ton in 1939. In Bohemen en Moravië alsmede in het voormalige Polen is de suikerbietenaan- plant toegenomen. In Italië, België en Nedei-land staat het product er goed voor. In al deze landen rekent men op een veel grooteren oogst dan anders. ONZE TAAK. Veel Nederlanders loopen in dezen bar- ren tijd rond met de vraag, wat zij kunnen doen en of zij over het algemeen wel iets künnen doen, ten behoeve van ons land en volk. Toen de Rijkscommissaris destijds zeide, dat Duitschland ons ons volkskarakter wilde laten en het in geen geval zou aan tasten, was daarmee tevens voor iederen Nederlander van goeden wille zijn taak bepaald. Immers, dat houdt in, dat wij zelf al onze krachten moeten inspannen, om dat volkskarakter te bewaren en zuiver aan het nageslacht over te dragen. Wie bij deze taak verre blijft staan, laadt een zware verantwoordelijkheid op zijn schouders tegenover ons nageslacht, zoowel als tegenover ons verleden. Wij moeten helpen bouwen aan een Nederlandsche volksgemeenschap en in die beide woorden ligt zoowel het verleden als de toekomst bepaald. Nederlandsch dat woord omvat alle verworvenheden op cultureel gebied, op economisch en op geestelijk terrein. Wij, Nederlanders, hebben een eigen cultuur, al heeft die dikwijls den invloed ondergaan van die van de ons omringende landen. Wanneer wij slechts namen noemen als die van Rembrandt, Vondel, Berlage, Lorentz, weet ieder, wat wij bedoelen. Wij mogen trotsch zijn op dat verleden, indien wij ons het waardig toonen. Op economisch gebied is het niet anders. Onze landbouw en visscherij, 0112e in dustrie, handel en scheepvaart hebben al tijd de waardeering en soms de bewonde ring gewekt van andere naties. Zouden wij ze dan niet trachten te cultiveeren Onze bezittingen op geestelijk gebied zijn in het kort samen te vatten als de gevolgen van de Christelijke beschaving, die in de drie groote stroomingen protestantisme, katholicisme en humanisme haar uiting heeft gevonden.- Dat wil het woord Nederlandsch zeg gen, wanneer wij het hebben over een Nederlandsche volksgemeenschap. En de andere zijde van onze taak ligt in het woord volksgemeenschap. De tijd van den belangenstrijd, den poli- tieken strijd en den klassenstrijd is nu voorloopig voorbij. Allerwege wordt een streven naar eenheid van het Nederland sche volk kenbaar. Maar het is niet genoeg, wanneer wij daarnaar tijdelijk onze wen- schen richten. Die eenheid moeten wij straks, als de tijden rustiger zijn geworden, niet opnieuw verliezen. Die eenheid moet voortvloeien uit een nieuwe instelling van ons allen tegenover alle vraagstukken van den dag. Wij zullen onze plaats in Europa als zelfstandig volle slechts kunnen behou den, wanneer wij inderdaad één zijn en ook blijven. Er zijn terreinen, waar wij thans niet vrij zijn. Maar de gemeenschapsgedachte moeten wij in de naaste toekomst en vooral nu wij- voor een ongetwijfeld moeilijken winter staan, maken tot de leidende ge dachte van ons volksbestaan en van ons persoonlijk leven. Wij moeten elkaar leeren waardeeren, afgezien van onze maatschap pelijke positie, van ons geldbezit, van onze FRANCISCO FRANCO. Nadat Spanje geruimen tijd weinig van zich had doen hooren en gene raal Franco blijkbaar tevreden was, dat hij aan den opbouw van het land na de verwoestingen van den burger oorlog rustig kon voortwerken, is dezer dagen de aandacht van de wereld opnieuw op Spanje gevestigd door het bezoek, dat Hitier aan den Caudillo heeft gebracht. De vraag, of Spanje een rol in den huidigen oorlog zal gaan spelen, vooral in ver band met de positie van Gibraltar, zal spoedig door Franco worden be antwoord- Franco is sedert 20 April 1937 de alleenheerscher over het Herisch schiereiland en heeft de leiding ge had in den Burgeroorlog. Hij was reeds op zijn 23ste jaar ten gevolge van zijn buitengewone dapperheid in den strijd in Afrika majoor in h Spaansche leger. ontwikkeling. Ieder onzer heeft zijn plaats in de maatschappij, die recht heeft op waardeering door de anderen. Het zal dezen winter en in de verre toe komst zoo moeten zijn, dat wij als volk niet meer ieder persoonlijk onze lasten en onze vreugden dragen, maar dat wij dat gezamenlijk doen. Wanneer één lid lijdt, lijden alle leden van. een organisme mede, luidt reeds een oud gezegde. Dat moet niet een schoone leus of een vrome wensch blijven, dien wij uitspreken in sentimen- teele momenten, maar het moet realiteit worden, waaruit wij leven, waarnaar wij al onze daden bepalen en afmeten en waar uit wij de kracht putten voor ons dage- lijkseh leven. Het is ongetwijfeld iets geheel nieuws, waarover wij spreken. Het is een revolu- tionnaire gedachte, maar alleen wanneer wij die gedachte beleven, kunnen wij met reden hoop koster en op een betere toe komst voor ons vaderland.- Eenheid ondanks alle verscheidenheid is mogelijk, ja een eisch van de toekomst, ook voor ons volk. Zware bombardementen. Zeer ernstig heeft ons land deze week Weer te lijden gehad van de Engelsche luchtaanvallen. Het zwaarst werd het plaatstje Puttershoelc in Zuid-Holland ge troffen. Hier plaatsten de Engelsche vlie gers een aantal treffers op een groote luikerfabnek, waar in de verschillende lokaliteiten eenige honderden arbeiders aan het werk waren. De gevolgen wai-en ont zettend. Het middengedeelte van de fabriek werd geheel in puin gelegd, 24 arbeiders vonden den dood en verscheidene anderen werden gewond. Dat de fabriek op het oogenblik van den aanval, zeven uur des morgens, reeds in bedrijf was, vindt zijn verklaring in het feit, dat thans de bieten campagne in vollen gang is, zoodat er van Vroeg tot laat gewerkt wordt. Ook Den Helder werd weer geteisterd. Eenige woonwijken werden onherstelbaar vernield. De verwoesting is zoo groot, dat het een raadsel mag heeten, dat de be woners van de vernielde huizen er het leven hebben afgebracht. De der-de plaats, die in de afgeloopen week een luchtaanval kreeg te verduren, was Vlissingen. Ook hier vie len geen dooden, hoewel een groot aantal spring- en brandbommen over de stad werd uitgestrooid. Tien woonhuizen stort ten geheel in, een aantal andere werd ern stig beschadigd. Gymnastiek verplicht leervak. Met ingang van 1 Januari a.s. wordt gymnastiek als verplicht leervak op alle lagere scholen ingevoerd. In verband hier mede komen thans tal van gemeentebe sturen voer de moeilijkheid te staan, dat geschikte lokalen of terreinen voor dit onderwijs moeten worden ingericht. Hier- .i..— Manschappen van den Duitschen kust- bewakingsdienst demontceren een aange- sDoelde mijn. (Foto Scherl) omtrent is dan ook binnenkort een besluit van den secretaris-gener-aal van het depar tement van Onderwijs te wachten, waarbij een en ander zal worden geregeld. Hulp voor de Rotterdammers. Aangezien Rotterdam door de oorlogs handelingen het zwaarst is getroffen en tallooze Rotterdammers in een zeer moei lijke positie verkeeren, heeft Rijkscommis saris Rijksminister Seyss-Inquart een „Notstandsbeihilfeaktion" georganiseerd, waarvoor de voorbereidingen inmiddels reeds zijn getroffen door den „Beauftragte" van den Rijkscommissaris voor Rotterdam, dr. Volkers. Binnenkort zal met de uitbe taling van de gelden, voor deze hulpactie bestemd, een begin wox*den gemaakt. De bedoeling is, dat de ondei-steuning éénmaal wordt verstrekt. De burgemeester en de directëur van den dienst van Maatschappe lijk Hulpbetoon hebben alle medewerking toegezegd. Laatstgenoemde instantie zal voor de uitbetaling der gelden worden in geschakeld. Nieuwe benoemingen. Bij den Rijksdienst voor de Werkverrui ming hebben enkele mutaties plaats ge vonden. Tot algemeen directeur van dezen dienst werd ir. J. O. de Kat, voordien lid der directie, benoemd. Een tweede directie lid, ir. J. Th. Westhoff, werd benoemd tot directeur voor de voorbereiding van de aan den Rijksdienst voor de Werkverruiming opgedragen aangelegenheden van cultuur- technischen aard, terwijl ir. J. Hidde Nij- land, eveneens oud-directielid, werd belast met dezelfde taak ten aanzien van de civieltechnische zaken. Toewijzing voor veevoeder. Volgens een bekendmaking van het Rijks bureau voor de Voedselvoorziening in oor logstijd zal voor de periode van 11 Novem ber 1940 tot 26 Mei 1941 een toewijzing van rundveevoeder worden verstrekt. Deze rundvee voedertoe wij zing zal dus, in tegen stelling met die van den vorigen winter, in één keer plaats vinden. Deze maatregel is geti-offen om de veehouders zooveel mogelijk in de gelegenheid te stellen het voeder, dat zij voor hun vee kunnen ont vangen, af te nemen op den tijd, dat zij er het meest behoefte aan hebben. Iedere rundveehouder krijgt te zijner tijd mede- deeling van de hoeveelheid voeder, waarop hij voor den winter 1940/41 zal kunnen rekenen. De toegewezen hoeveelheid voeder zal betrokken moeten worden in ten minste vier keer, met een tusschenruimte van ten minste vier weken, terwijl per distributie periode niet meer dan 25 pet. van het voe der kan worden afgenomen. Nadere bij zonderheden zullen per advertentie in de bladen bekend gemaakt worden. Ook op Zondag kolen rijden. De secretaris-generaal van het departe ment van Justitie heeft een brief gericht tot de procureurs-generaal, waarin hij er op wijst, mede namens zijn ambtgenoot van Waterstaat, dat onder de bestaande om standigheden ook op Zondag kolen kunnen worden vervoerd en gewasschen. Vanwege de directie van de Nederlandsche Spoor wegen was medegedeeld, dat van de zijde van sommige politie-autoriteiten was te kennen gegeven, dat zij het vervoeren op die dagen door particulieren zouden belet ten en procesverbaal zouden opmaken. Ge noemde secretaris-generaal acht het echter onder de tegenwoordige omstandigheden verkieslijk, dat zulk optreden wordt nage laten, terwijl de eventueel na 12 October ter zake opgemaakte processen-verbaal ongedaan waren te maken. Een Nederlandsche „Winterliilfe". Naar het voorbeeld van de bekende Duit- sche oi'ganisatie tot steun van behoeftigen van elke gezindte, de „Winterhilfe", is ook in ons land een soortgelijke organisatie tot stand gekomen, die men den naam van „Winterhulp" heeft gegeven. Tot voorzitter van het Eerecomité 'der Stichting Winter hulp Nederland heeft de Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss-Inquart, jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje benoemd, den waarn. secretaris-generaal van het Depar tement van Algemeene Zaken en van het Departement van Buitenlandsche Zaken, jhr. Snouck Hui-gronje, die deze functie heeft aanvaard, heeft in zijn nieuwe hoe danigheid een beroep gedaan op het Neder landsche volle in al zijn geledingen, om eensgezind steun te verleenen aan dit groote wei'k, dat als doel heeft te helpen zonder aanzien des persoons, van rang, stand en partij. Hij xvijst er op, dat deze hulp der halve het lenigen van nood beteekent in een geest van ware christelijke naasten liefde. Tevens doet hij een bereoep op alle landgenooten om zich in grooten getale als vrijwillige helpers en helpsters voor de winterhulp aan te melden bij de plaatse lijke directeuren. De nood, die bestreden moet worden, is groot. Er zal dus veel hulp noodig zijn. GROEI DER ITALIAANSCHE SPOORWEGEN. In het halfjaar, loopend van 21 April tot 28 October 1940 hebben de Italiaansche Spoorwegen werken laten uitvoeren tot een bedrag van 458 millioen lire. Hieraan zijn 14.6 millioen arbeidsuren besteed. In een rapport van den minister van Verkeer, Venturi, aan Mussolini wordt gemeld, welke nieuwe spoorwegen zijn aangelegd, welke trajecten van dubbelspoor werden voorzien, waar nieuwe electrische centrales zijn gebouwd voor de voorziening met elec- trischen stroom van de voor een groot deel reeds geëlectrificeerde Italiaansche spoor wegen en wat voor de Italiaansche spoor wegwerkers tot stand werd gebracht. In dit rapport wordt de bijzondere aandacht ge vestigd op de groote water-electrische cen trale bij Bressanone (Brixen), die per jaar 450 millioen kilowatt moet produceeren. Verder maakt het rapport nog melding van het aanbrengen van dubbel spoor van Milaan naar Domodossola, op de lijn Arna-Domodossola, tot aan de Zwtsersche grens en van den bouw van een nieuw sta tion in Civitavecchia, alsmede van den bouw van een tehuis voor de zoons van fascistische spoorwegarbeiders in Acerno bij Salerno. Aan het slot van het rapport deelt de minister van Verkeer mede, dat in den loop van het XVIIIde jaar van de fascistische revolutie de directie van de Italiaansche spoorwegen in het geheel wer ken heeft laten uitvoeren tot een bedrag van 553 millioen Kre, met 17.6 millioen arbeidsuren, MADAGASCAR. Beschouwt Engeland het eiland Mada- nement Madagascar is de blokkade-poging van de Britsche vloot in vollen omvang ge lukt. Madagascar is in grootte het vierde eiland der wereld en zou als steunpunt voor de Engelsche vloot groote waarde krijgen, wanneer de Engelschen de macht over het Suezkanaal en Aden zouden verliezen, vooral omdat Madagascar ook over petro- leumbronnen beschikt. ri^j£^andrié CHINA Tsjoentjkmtj Stong-Ha (PERZIË) *Jun-nan ■'^^HongKofigC Tnncomab\ JL 4- y (61LAKKADI «^cotoiö. jCEYLON hALEDIVENr,, /N D I ft'H E DUITSCH1 fs «SBWEUjE« j' ^AMlRANTEn fefTAt sou» BELGISCHE CONGO >rSJAGOS AFRI "(BR) (BR COMOREN OCEAAN INDlP ANGOLA 4' r /vès Of V Si/ m n U O-/ Bodr/RURX^j^. §2 Revoifn BRIT. BEZIT BLOKKADE BRIZZEEWEGEH jwEST-Ara'KA-KAAPSTAP^AUSTHAUËLl. gascar als een steunpunt voor zijn vloot, dat Aden in de toekomst kan vervangen Volgens berichten uit het Fransche gouver- Het ziet er naar uit, dat Engeland van plan is, Madagascar als oliestation op den weg naar Indië te gaan gebruiken. ENGELANDS TWEEDE HAVEN, LIVERPOOL. Naast de Engelsche hoofdstad speelt de havenstad Liverpool aan de Westkust van Midden-Engeland een groote rol. Hoe groot de beteekenis is van deze tweede haven van Engeland zal den lezer duidelijk wor den, wanneer hij weet, dat in het laatste jaar voor de oorlogsverklaring de haven van Liverpool een invoercijfer aanwees, dat in Hollandsch geld ruim 3,5 milliard gulden bedroeg, terwijl de uitvoer nog 150 millioen gulden hooger was. Tegenwoordig beschikt Liveipool over haveninrichtingen, die zich 10 kilometer ver langs de oevers van de Mersey uitstrekken. Ongeveer 90 dokken en 25 droogdokken staan met elkaar in verbinding. De oudste (Salthouse Docks) •stammen nog uit het jaar 1753; de modern ste (Gladstone Docks) zijn eerst ca. 10 jaar geleden gereed gekomen. Zij hebben een gezamenlijke oppervlakte van 22 hectaren. Melding dient nog te worden gemaakt van den kade-aanleg, die in het geheel een lengte beslaat van ruim 65 kilometer. Liverpool is ontegenzeggelijk de groote stapelplaats van goederen van Engeland. Vooral de graanzolders zijn buitengewoon talrijk. In hoofdzaak betreft het hier door voer. SINGAPORE, HET GIBRALTAR VAN HET OOSTEN. Singapore, door de Engelschen veelal aangeduid als het Gibraltar van het Oos ten, ontleent zijn naam aan het Maloische „Singa pura" - stad der leeuwen. Dit heeft natuurlijk niets te maken met den Britschen leeuw, doch herinnert aan den tijd. toen hier de leeuwen in de „djungle" in den omtrek van de stad huisden. Deza zijn evenwel verdwenen evenals het grootste deel van de inheemsche bevolking. Van de 600.000 inwoners (buiten de Brit sdie troepen, die er in garnizoen liggen) zijn meer dan twee derden Chineezen Daarop volgen de Indiërs met ongevees 50.000 zielen, terwijl de Maleiers, Singha- leezen, Arabieren, Eurasiërs (kinderen van blanken en inheemsche vrouwen), Japan ners en Europeanen te zatnen ternauwer nood de 100.000 vol maken. Den 6den Februari 1819 verwierf Slt Stamford Raffles het eiland Singapore van Toenkoe Hoessein, den oudsten broeder van den toenmaligen Sultan van Johore, vooi den matigen prijs van 12.500 pond sterlinj en een lijfrente van 5000 pond. Toenmaali was Singapura nog een armoedig visschers- dorp aan den zoom van de ondoordring bare, koorts verspreidende djungle. Uil deze tropische hel ontwikkelde zich, danl zij de hulp van vele duizenden koelies weldra de tweede marinebasis van he< Britsche Rijk. Er ontstond een net vat kanalen, het terrein werd gelijk gemaakt de koorts verdween. Er werden straat- ei spoorwegen aangelegd, ten einde de ver dedigingswerken van Singapore met elkaai in verbinding te brengen en het zware ge schut vlug en gemakkelijk te kunnen trans- portoeren. Men legde een breeden, kunst- matigen dam aan van het eiland naar het vasteland van Malakka, zoodat Singapore eigenlijk nog maar een schiereiland is. Dece dam echter is van groote strategische be teekenis, want hij sluit den Westelijker toegang tot het kanaal af, terwijl de Ooste lijke toegang alleen kan worden gepasseen •uapfxMDgui JOO

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 7