L 'AME5 RUBRIEK f Hl! ïetail* ii&deenm nieuwe naat 7\,-M .*43 CACTEA IN DEN WINTER een vy\ i t ,m/ Zonder punten Onderhoud van gummi mantels ONDERHOUD SCHOENEN KNIPPATRONEN Naar mate wij minder kleeren hebben, zullen wy er op bedacht moeten zijn, dat deze aan practische eischen voldoen. Voor overdreven luxe is thans geen plaats, al hoewel wij toch de noodige zorg aan ons uiterlijke moeten blijven besteden. Niets doet minder aangenaam aan, dan een vrouw, die zich slecht verzorgd, en we kunnen volstaan met te zeggen, dat een vrouw er van top tot teen keurig uit moet zien. Afgetrapte schoenen met scheeve hak ken behooren noch in huis noch op straat gedragen te worden en dergelijke onacht zaamheden zijn nimmer goed te praten. De mode brengt weliswaar nieuwe de tails, doch wat de hoofdlijnen betreft wij zigt zij zich slechts in een uiterst langzaam tempo, hetgeen de tijdsomstandigheden met zich meebrengen. Over de geheele linie wordt eenvoud betracht en daarom zal aan fle minst opvallende modellen de voorkeur gegeven worden. Ook wat de kleuren betreft zal men ver standig doen om gedekte tinten te kiezen, terwijl minstens één zwarte japon aanwezig moet zijn; aangezien deze kleur de meeste mogelijkheden biedt ten aanzien van mo- derniseeren of het varieeren der details. Naden dienen veelal als garneering, evenals met stof overtrokken knoopen, Eakken, relief stiksels in blad- en bloemmo tieven, ceintuurs, garnituren enz. Soms geeft zelfs een klein chiffon zakdoekje, dat coquet uit een borstzakje komt kijken, een aparte noot. Verschillende 'materialen, die zonder pun ten verkrijgbaar zijn, maken het mogelijk om „een nieuw gezicht" aan onze japonnen te verleenen, onverschillig of het een alle- daagsch jurkje dan wel een avondrobe is. Voor deze laatste komen brocaat en velours- chiffon in aanmerking, materialen, die zich leenen om een jasje of bolero van te maken, de laatste wordt meermalen gecom pleteerd door een breede ceintuur, zooals op onze afbeelding (2) te zien is. Turkois, vio let, groen, rood, zijn kleuren, die het op zwart goed doen, doch ook zilver lamé leent zich voor het maken van dergelijke kleine omhulsels. Afb. 1 geeft een Velours chiffon ceintuur te zien, een garneering in blad- vorm, die langs den omtrek gefestonneerd is. Men kan zoo'n bladvorm ook machinaal laten festonneeren of cordonneeren, indien men tegen het werk op ziet. Ceintuurs, vinden we aangegeven onder 37. De eer ste as van een reep laken of soepel vilt ge maakt en heeft een garneering van ronde motiefjes, die eerst op de stof geteekend, daarna tweemaal omgeregen en gefeston neerd worden (zie onderaan rechts (a). Soutache is op de ceintuur 4 gestikt, terwijl afb. 6 eenige gefestonneerde motieven aan geeft; 5 en 7 zijn fantasie-ceintuurs van peau de zwart suede, de eerste met een gesp van Strass, de laatste met kleine balletjes van goud-metaal. Eenvoudig is de fluwee- len gesp (8) waarop met wol ronde motief jes zijn geborduurd, terwijl de Mieder (9) van afstekend materiaal met zigzagland ge maakt is. Stiksels aan onder- en boven kant en sluiting met knoopen. TAPIJTEN WORDEN DUUR Zelfs bij de beste behandeling hebben vloerkleeden slechts een beperkten levens duur, afhankelijk van soort van het mate riaal en van kwaliteit. Men kan den levens duur evenwel verlengen, indien men kleine reparaties tijdig weet uit te voeren. Een veel voorkomend verschijnsel is, dat de oor spronkelijke stijfheid verloren gaat, het geen vooral het geval is met goedkoope kleeden. Men kan dit euvel verhelpen door de rugzijde met dunne lijm te bestrijken. Men koopt timmermanslij m, smelt deze (Au bain Marie) en strijkt ze met een kwasst langs een breeden rand uit. De franje van vloerkleeden slijt pp den langen duur en het eenvoudigste hulpmid del is dan om de kanten met band om te werken. Dunne plekken worden aan den verkeer den kant van een stuk linnen voorzien, terwijl de mogelijkheid bij dikkere klee den bestaat om ze met Smyrma-wol bij te werken. Voor de practische huisvrouw Verlerlei nuttige dingen kunnen van kleine resten gemaakt worden. In de eer ste plaats noemen wij de naaldenrol, die men van twee stofreepjes maakt, liefst met flanellen binnenkant (links boven). Men stikt de beide reepen op elkander, maakt aan één zijde der punt, waaraan men een lusje maakt, terwijl aan het andere uit einde een knoopje gezet wordt. Het handig is zoo'n naalden rolletje in de handtasch ook. Rechts ziet men een practisch naalden boekje, dat gehaakt is van wolresten in den vorm van twee rondjes, die spiraal vormig van lossen of vasten gehaakt wor den en aan den bovenkant met een strikje of koordje sluiten. Inwendig worden en kele rondjes van flanel gehecht, die ge festonneerd worden langs den omtrek. Ook kleine zakdoektaschjes worden van fijne coton perlé of zijde gehaakt in spiraal vormige toeren. Beide rondje® worden met vasten en picots gedeeltelijk op elkander gehaakt, b.v. drie vierden van den omtrek, Handgeborduurde Zakdoekjes. Indien we een couponnetje batist koopen kunnen we daarvan aardige zakdoekjes maken zonder dat we een enkele punt be hoeven te offeren. Het is trouwens altijd aangenaam om kleine werkjes ter hand te kunnen nemen voor verloren oogenblikjes. Handgeborduurde zakdoekjes zijn een pret tig bezit en worden als geschenk ook steeds op prijs gesteld. De doekjes zijn 30 a 35 c.M. in het groot, dit hangt af van het materiaal, dat men er voor heeft. De zoom is c.M. breed, ter wijl men over een breedte van 2 m.M. dra den uittrekt. Eventueel kan men de open randen ook nog uitvoeren, zooals dit op de beide schetsjes te zien is. De motieven worden met doorschijnend papier nagetrokken, daarna brengt men ze met behulp van carbonpapier op de stof over. Voor het borduurwerk gebruikt men dunne borduurkatoen. Water en zeep zijn de beste middelen om gimmi mantels schoon te maken met be hulp van een sponsje of zacht borsteltje. Wanneer men een katoenen gabardine mantel wil reinigen, dan legt men deze b.v. in de lengte over de keukentafel en neemt den bovenkant met zeepsop af, steeds in een richting gaande. Naspoelen in ruim water en op een hanger buiten laten uitlekken. Gummi mantels mag men niet kunst matig laten drogen, dus nooit bij de ka chel. Men kan huishoudzeep, vlokken of een goed waschmiddel gebruiken en in dit laatste geval richt men zich steeds naar de aanwijzingen, die op het pak vermeld staan. Onder het drogen zal men den mantel af en toe op moeten rekken, katoenen weef sels kunnen worden opgestreken, gummi evenwel niet. Mantels, die nagenoeg nieuw zijn zal men, indien zij vuil zijn, liefst vakkundig laten reinigen en waterdicht laten maken, doch een reeds veel gedragen regenmantel wordt na het wasschen in een oplossing van water met 10 azijnzure klei gelegd, liefst in houten ton of steenen waschbak. Men zorgt, dat de vloeistof het weefsel geheel bedekt en laat het er gedurende 20 minuten in liggen. Af en toe in beweging en zorgen, dat er geen luchtbelletjes op de stof komen en evenmin scherpe vouwen, zoodat het geheel doordrongen wordt van de oplossing. Waar luchtbelletjes ontstaan kan de op lossing niet op de weefseldraden inwerken. Naspoelen in lauw water, daarna wordt de mantel iets uitgedrukt en opgehangen. Resten, die na het malen van vleesch in de machine achterblijven, verwijdert men het vlugst door er een stuk droog brood door te malen. Het geheel wordt daarna in kokend sodawater schoongemaakt en om roesten te voorkomen in den oven of op de kachel nagedroogd. Cactea en lkon verneugen zich nog steeds in een groote belangstelling, zoodat het wellicht niet overbodig is, om eenige wenken ten aanzien van deze plan ten te geven, welke men 's winters in acht dient te nemen. Iedere cactea-liefhebster ziet met een angstig hart het koude jaar getijde tegemoet, wijl zij weet, dat deze planten zeer gevoelig zijn voor koude. In de eerste plaats verdient het aanbe veling de planten te harden, hetgeen even wel voorzichtig moet gebeuren. Cactea worden in de zomermaanden veelal buiten gezet, doch aanbeveling verdient het om de planten irr September en October, zoodra de dagen kouder worden gedurende den nacht in een kamer te plaatsen. Men kan eventueel ook volstaan met dunne doeken over de planten te hangen, indien men ze zoolang mogelijk wil laten profiteeren van de buitenlucht. Het beste is om de planten tegen den middag water te geven zoodat de bovenlaag der aarde des daags nog op kan drogen. Naar mate de buitentempera tuur lager wordt zal men de hoeveelheid water moeten verminderen, 's Winters moeten cactea in een kamer staan, die vorstvrij doch niet warm is; kamers, die op het Noorden liggen, zijn evenwel min der geschikt als winterverblijfplaats. Aan gezien tocht zeer nadeelig is voor deze ge voelige planten, moet men zorgen, dat kieren van vensters gedicht worden. Regel matig nazien der planten is noodzakelijk teneinde te voorkomen, dat er zich para sieten op zetten, v ei schillende onschade lijke preparaten zijn evenwel in den han del, waarmede men cactea in dergelijke ge vallen kan besproeien. Aangezien de onderste luchtlaag van vensterbanken veelal koud is, verdient het aanbeveling om de planken op een kleine verhooging te plaatsen. De beste temperatuur voor dit soort plakten is pl.m. 5 tot pl.m. 15 gr. Celsius; is het buiten erg koud dan late men de planten niet in de vensterbanken staan. Cactea mogen 's winters niet uitdrogen, alhoewel ze evenmin te overvloedig van water voorzien moeten worden. In vertrek ken, waar centrale verwarming is moet de lucht vochtig gehouden worden, by gebrek aan vochtdeelen verschrompelen de plan ten. Men kan hieraan tegemoet komen door water te laten verdampen Om te bevorderen, dat het water in de aarde trekt, zal men de oppervlakte los moeten houden. De gewoonte om de potten op schoteltjes met water te plaatsen is zeer verkeerd, aangezien de wortels hier door rottens Regelmatig besproeien met een bloemenspuit, zooals men dit bij andere planten pleegt te doen, is ongeschikt voor cactea. De verzorging dezer planten is in het minst niet bezwaarlijk, indien me» slechts rekening houdt met enkele noodzakelijke eischen en dan zullen deze planten er niet alleen frisch uitzien, doch ook meer malen bloemen dragen. ZOUTZUUR IN DE HUISHOUDING. Indien men zoutzuur moet aanwenden is het raadzaam om oude glacé handschoenen aan te trekken. Zoutzuur is een uitstekend middel om roestvlekken uit wit waschgr.ed te doen verdwijnen. Men zal hiervoor geconcen treerd zoutzuur bij een drogist kunnen koopen, dat men met drie deelen water op een schoteltje doet en waarop de bewuste vlek gelegd wordt. Oude roestvlekken hebben echter een zoodat men een opening houdt om den zakdoek in te doen. Beide vierde deelen worden apart afgewerkt. Ten slotte een handig naairolletje, dat zich uitstekend leent voor den handtasch en berging biedt voor naalden, garen, knoopjes en een schaar. De beide uitsteken de kanten worden naar binnen omgesla gen, waarna het geheel opgerold en met knoop en lus gesloten wordt sterkere oplossing noodig en wel met één deel water. Is de vlek verdwennen, dan wordt het be handelde stuk flink gespoeld of onder de kraan gehouden. Beter nog, is, indien men de plek vooraf neutraliseert in een soda- oplossing, doch duchtig naspoelen na het inwerken van het zoutzuur zal gewenaoht zijn. Zoutzuur is eveneens een voortreffelijk middel om roest te verwijderen van Ijzer- deelcn, koper en andere metalen; het ver richt soms wonderen en dringt door in alle lagen der roest, zoowel als van oxyde en lost deze onmiddellijk op. De zuren tasten echter ook het metaal aan en men zal bij bepaalde onderdeelen van machines b.v. rekening moeten houden met dit feit. Ook indien het bad door het druppelen van een kraan roestvlekken te zien geeft in het email, kan men deze met zoutzuur behandelen evgnals closet». Het zal steels verdund en ook weer niet te vaak gebruikt moeten worden, aange zien het glazuur dan aangetast wordt,. We moeten met al onze kle ed inigstuk-ken heel wat langer doen, dan de meeséen <m» zer gewoon waren. Zulks geldt niet allee» de geweven stoffen, doch ook het schoei sel, zoodat we alles in het werk moeten stellen om hieraan te gemoet te komen. Schoenen moeten nahet uittrekken even luchten, daarna op een leest gezet wordeijt tenzij men de voorkeur geeft aan de veel goedikoopere spanners. Voor het inwrijven van een goede kwa liteit schoen crème gebruiken we zachte doeken (of oude kousen) een borstel wordt slechts gebruikt bij. hard leer. Vuil verstopt de poriën van het leer en daarom moeten schoenen die modderig en nat zijn eerst drogen, daarna afgeborsteld worden. Sohoencrême behoeft in den regel niet dagelijks op het leer gewreven te worden en wanneer het noodig is, gebruikt men er slechts zeer weinig van, teneinde te voorkomen, dat zich een opgedroogde laag op het leer vormt. Peau de Suède is ge voelig voor regen en wordt hard, daarom moeten dergelijke schoenen met s;ec.it weer liever niet gedragen worden. Onder houden met een speciaal in den handel zijnd preparaat en een dito borsteltje. Vuile plekken worden met fijn schuurl n- nen afgewreven. Lakschoenen vereischen bijzondere zorg, aangezien deze leersoort spoedig breekt. Ze worden met olie be handeld en herwinnen hqn glans indien ze met het snijvlak van een ui worden inge wreven. Gummi-overschoenen worden met water afgenomen af en toe wrijft men ze in met enkele druppels slaolie. Op niet te droge plaats bewaren. Aan te bevelen is om schoenen hangende te bewaren b.v. met de hekken over latten, die plm. 10 c.M. van den muur worden aangetairtht afdokken met plank en gordijn. GEBONDEN SOEP ZONDER BOTER. In een pan wordt bloem, liefst rogge bloem, op een kleine pit onder voortdu rend roeren goudbruin geroosterd. Meu kan en grootere hoeveelheid tegelijk brui nen en gebruikt hiervan naar gelang van behoeften. Voor 1 L. groen tenblouillon of water eventueel .met bouillonblokjes rekent met 50 gr. bloem, dat met koud wa ter vermengd aan de kokende vloeistof wordt toegevoegd. Men kan er verschil lende, even voorgekookte of rauwe, zéér fijn gehakte groenten of kruiden aan toevoegen, eventueel een weinig aroma. Een zoet naspijs wordt verkregen door b.v. op 1 L. melk plm. 75 gr. bloem te re kenen, een weinig kaneal en suiker. De laatste kan gedeeltelijk vervangen worden door een zoetin^smiddel, dat even wel niet meegekookt mag worden, doch in een scheutje heet water opgelost, toe gevoegd wordt, nadat de pap éen minuut of 5 doorgekookt heeft. Succespatroon A 556 - Prijs 35 oent. Sportieve japon van effen wollen stof in afkleedend model met garneering van knoo pen, die tevens als sluiting dienst doen. Zoowel korte als lange mouwen worden gedragen en hoogstvermoedelijk zullen de eersten het wel winnen, want indien eenigszins mogelijk willen we punten spa ren. Over het algemeen zullen wij by de keuze van modellen ook rekening houden met een gering stofverbruik on indien slechts even mogelijk maken wa gebruik van couponnetjes. Negentig centimeter stof beteekent een besparing van punten en dat is thans niet te versmaden. Voorpanden en korte mouwen kunnen bij een stofbreedte van 1.30 M. uit een coupon van 90 c.M., terwijl men van smallere weefsels alleen mouwen of voorpanden afstekend kan ne men. De mogelijkheden zijn vele en indien slechts voor een harmonisch geheel" ge zorgd wordt kan men alles dragen. Patronen in de maten 42, 44, 46. A 556 A 557 Succespatroon A 587 - Prijs 35 cent. Geruit® japon met pas en rok in schuine richting. Bovendeel en mouwen zijn van reoht geknipte stof. Ook deze japon leent zich om van tweeërlai «tof gemaakt te wor den, b.v. pa» en mouwan van geruite stof en da reet effen of omgekaerd. Patronen lm 4e maten 40, 42, 44. KNIPPATRONEN VAK DEZE MODELLEN zijn tegen den aangegeven prtj» verkrijg- 30, Den Haag. Betaling sleede vooruit per giro (postrekening 20tó0t>, per poetwleed ben van 3 ot 1)4 et.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 8