Sieraden
BONT
„Moderne" manteló
Mantels en jurken
voor groote en
kleine meisjes
Wij sparen punten
van staal
•n hout
Verstellen van
heerenoverhemden
Speelpakjes voor
kleine jongens
KNIPPATRONEN
Duitach-
De mode wijzigt zich slechts uiterst
langzaam en hierdoor is het mogelijk om
langer met onze kleeren te doen dan voor
heen. Men let er niet op of dit of dat wel
aan de eischen der mode beantwoordt, we
zouden bijna zeggen „men kan alles dra-
„y 4
vouwen niet belemmerd wordt. Voor hét
verstellen van het bovendeel wordt een
gedeelte van het rugdeel afgeknipt, en
vervangen door een reep dun katoen. De
uitgeknipte lap stof wordt in tweeën ge
knipt en' over beide panden verdeeld,
Sfe opgespeld (zie vgffiiffigld). A&B dr^
kanten op 1/2 c.M. omvouwen en langs de
vouw opstikken. Aan schouder en
wordt de lap naar den vorm" geknipten
daarna gestikt. Het verstelwerk ziet er het
meisjes dragen evenwel gaarne
1 iets dat van het alledaagsche
ai moderne" mantel en dit vindt
men cuoeelding links, een model, dat
van geruite stof gemaakt is met schuinge-
knipte, opgestikte biezen aan de voorzijde.
Practisch is. de capuchon, die eventueel
opgeknoopt kan worden, zoodat hij met
slecht weer practische diensten kan bewij
zen. Meer gekleed is de rechter mantel,
waarvan het bovendeel eenigszins over-
bloust en die- vooral van fluweel een mooi
geheel vormt. Garneering met bont. aan
'hals en zakken.
Blouse voor jonge meisjes
De aparte blouse is zeer eenvoudig te
maken van een coupon stof, die met kleuri
ge reepjes wordt gecombineerd. Voordeel
en rug dezer blouse bestaan uit een 54
c.M. breeden en 51 c.M. langen stofreep.
De mouwen worden weergegeven rechts
onderaan en bestaan uit een effen boven
deel en m^t elkander verbonden stofree-
pen, die een lap vormen van 48 c.M. breed
en 66 c.M. lang Aan de hand van het knip-
over^icht worden zij eerst van papier ge
knipt.
De reepen van verschillende kleur wor-
'den met elkander verbonden, terwijl voor
het hoofdje aan hals en mouwen 5 c.M.
stof berekend wordt. De breedte der stol
pen kan naar eigen smaak verdeeld wor
den, aardig staat het evenwel, indien zij
ongelijk van breedte zijn. De naden wor
den bedekt door een flanelsteek, nadat zij
eerst goed uitgestreken zijn. In het midden
der breede randen wordt een vischgraat-
steek gewerkt. (Zie blouse). De mouwen
worden van tot x met rug en voor
pand verbonden. Van tot x wordt een
vierkant van 6' c.M. ingezet, hetgeen be
doeld is om inscheuren onder den .arm te
voorkomen.
Hals en onderkant mouwen met zoomen
van 2 1/2 c.M. afwerken, daarna 1/2 c.M.
verder nogmaals doorstikken, opdat er ge
noeg ruimte ontstaat om twee dunne
koordjes in te rijgen, terwijl kleine nessel-
gaten dienen om den koorden te strikken.
Zij- en mouwnaden dichtstikken en on
derkant zoomen
leder» vrouw b«stt gmarae mooie eiere-
den, waaraan evenwel als eisch fee te ld
dient te worden, dat tb geen groote gelde
lijke oltgaven met zich brengen. Sedert
eenlgen tijd legt men er dch in
land op toe om staal te verwerken in sa
menstelling met synthetische steenen ea
barnsteen tot ceer aparte doraden. Niet da
waarde van het metaal geeft den doorslag,
doch veelmeer de wijze, waarop het be
werkt is Ook hout leent dch menigmaal
tot het vervaardigen een deraden, hetgeen
ep bijgaande schets waar te nemen
Aan «m wollen draad d}n bloemen en
blaadjes gehecht, die uit een fijne hout
soort gesneden zijn en een fraaie halsket
ting vormen. Links «en armband met één
bloem .te Mn blad.
De zorg voor de garderobe onzer doch
ters houdt ons thans meer dan ooit bezig,
nu de pnntenkaarten in werking zijn ge
steld. Alleen de kleintjes tot drie jaar zijn
vrijgesteld, doch voor de grootere zusjes
moeten, zooals bekend is, punten geofferd
worden. Vooral schoolgaande meisjes heb
ben meerdere jurken of een rokje met jum
pers en blouses van warme stof noodig, te
meer daar de verwarming in de komende
maanden wellicht nu en dan moeilijkheden
zal geven. Kan er niets nieuws gekocht
worden, dan zal er wellicht nog wel een
kleedingstuk van moeder zijn, da* vermaakt
kan worden. Jurken, die te kort of te nauw
zijn geworden, kan men, indien geen stof
voorhanden is. niet alleen vergrooten met
afstekend materiaal, doch tevens door mid
del van gebreide passen, mouwen, tusschen-
gedeelten tusschen rok en bovendeel of een
plastron. Alles is tegenwoordig mogelijk,
mits de materialen in klenrpn niet te veel
van elkander afw'ikpn
Aanbeveling verdient hei st.-tus om klee
ren „op den groei te maken", breede na
den, die uitgelegd kunnen worden en een
zoom, die met de hand genaaid is, zijn
wenschelijk.
Èen oude damesjumper kan in vele ge
vallen uitgehaald en vermaakt worden tot
een klein model meisjesjumper of een slip-
over, die warm kleedt over blouses en jur
ken. De uitgehaalde wol wordt over een
plankje, plm. 40 c.M. of iets langer, gewon
den, daarna op verschillende plaatsen bij
eengebonden, door een sopje gehaald, ge
spoeld en aan een drooglijn opgehangen
met een kleine verzwaring aan het onder
gedeelte, daarna kan men ze, droog zijn
de, kluwen en als nieuw verwerken.
Voor de no onze afbeelding
MK49157 MK 746
(MK 49157 en MK 746) alleraardigste jurk
jes aangegeven, waarvoor slechts weinig
stof noodig is. Voor 23 jaar kan volstaan
worden met 1.90 M. van 80 cM. breed voor
het eerste jurkje met pasje, dat op het
gladde rokje is gestikt. Het andere model
vraagt slechts 1.70 M. van 70 c.M. breedte
eii is aan 't halsje eenige malen ingehaald.
Aan den zoom geeft een kruissteekversie
ring een aardige onderbreking aan deze
jurk.
De geruite mantel is bedoeld voor groo
tere meisjes, het mod,el leent zich voor 7
14 jaar, heeft één rij knoopen en opgestikte
zakken, die in schuine richting zijn geknipt.
Voor den leeftijd van 11 jaar is 1.65 M.
stof noodig van 1.40 M. breedte.
Het andere plaatje geeft twee jurken te
zien voor grootere meisjes, waarvan het mo
del links gegarneerd is met Schotsch ge
ruit zijden tres, hetwelk ook langs den zoom
is aagnebracht. Op taille-hoogte zijn aan
den binnenkant smalle plooitjes gestikt,
waardoor een aardige lijn verkregen wordt.
Rechts een jurk voor 812 jaar van ge
ruite stof, die in schuine richting verwerkt
is; doorgaanden voorbaan en effen halsgar-
neering en overslagjes, die kleine zakjes
aanduiden.
IN VROEGER TIJDEN
EN THANS
Esn zilvervos voor.... een zakmes.
Het eerste omhulsel, dat de oudste aard
bewoners gebruikten om zich tegen de
koude te beschermen, bestond uit dieren
huiden.
In het steenen tijdperk was men reeds
wat meer bedreven in de kunst om van
een dierenhuid een bruikbaar kleedingstuk
te maken, dan gedurende den ijstijd. Op
primitieve wijze werden de huiden „ge
looid" met behulp 'van vuursteen en en
messen, terwijl de kleedingstuk ken bij
eengehouden werden door naalden, van
beenderen gemaakt. Gedurende den eer
sten tijd van den bonthandel werden de
huiden geruild tegen wapens en aarde
werk. In het Bronzen tijdperk wendde men
voor het vervaardigen van verschillende
voorwerpen brons aan en werden de eerste
weefsels voor de kleeding geweven. Bont
werd een modeartikel en als zijnde een
zeer voornaam onderdeel der kleeding,
zeer gewaardeerd.
Ten tijde der Germanen viel een groote
luxe ten opzichte van bont waar te nemen,
niet te verwonderen trouwens, aangezien
de wouden dichtbevolkt waren met pels-
dieren. Men stelde zich echter niet tevre
den met de huiden van wolven, lynxen en
vossen, die zich binnen de g "enzen van
het eigen grondgebied in groote getale op
hielden, doch betrok de kostbare bont
soorten uit Rusland, Polen en Scandinavië.
Zoo ontstond een groote ruilhandel tus
schen de Germanen en hun Slavische bu
ren. Oude kronieken verhalen, dat de Ger
manen reeds de kunst verstonden om de
inlandsche huiden zoodanig te bewerken,
dat zij overeenkomst vertoonden met bui-
tenlandsche vellen, zoodat in het Germaan-
sche tijdperk reeds imitatie-bont bestond.
Bont, de groote mode.
Bont heeft steeds een voorname plaats
ingenomen in het modebeeld; en mocht
het af en toe minder op den voorgrond
treden, dan is dit slechts van tijdelijken
aard en meer als een gril der mode-
heersoheresse te beschouwen.
In het Ni-bel un-gen lied komt uit, hoe
edele vrouwen als Ute en Kriemhild zich
met kostbare bontwerken tooiden en ook
Siegfried droeg een hoed van sabelbont.
Wolfram von Eschenbach kleedt de hel
den van zijn dichtwerk „Parcival en Am-
fortas" in „sabelbonten en hermelijnen"
gewaden.
De Germaansche bontmode vond navol
ging in Rome en Romeinsche handelaren
togen naar de Noordelijker gelegen landen
om de huiden van beren, wolven, lynxen
e.a. te ruilen tegen wapens, brons en geld.
In het jaar 808 maakte Karei de Groote
een eind aan de groote prijsopdrijving van
bontwerken en werden kleedingverorde-
ningen uitgevaardigd, die een te weelderi
ge mode binnen zekere perken hielden. In
983 werden de „Pelzzehnten" als keizer
lijk privilege ingevoerd waardoor aan den
keizer een extra-inkomen verzekerd werd.
De vroege middeleeuwen vormden opnieuw
een tijdperk van bloei voor de bontmode
en de aristocratie droeg bij voorkeur sa
bel en hermelijn, het laatste roodge
verfd! Aangezien men tot in de vijftiende
eeuw geen verwarmde huizen had, droe
gen ook de middenstand en het volk veel
bont, doch in goedkoopere uitvoeringen.
De lange, met bont gevoerde en omzoom
de gewaden, die op klassieke wijze gedra
peerd werden, maakten plaats voor man
tel* van dikke zijden weefsels, eveneens
met bont gevoerd en met hooge, opstaande
Stuartkragen van bont. Poolsche, Russi
sche en Hongaarsche edellieden waren bui
tengewoon verkwistend met de kostbare
bontsoorten. In Oost-Siberië heeft men
Het bovengedeelte van de voorpanden
van heeren-overhemden en de monchetten
sluiten het vlugst. De meeste overhem
den worden klaar gekocht, zoodat men
geen lapjes heeft om te verstellen. Man
chetten zijn meermalen extra aanwezig en
kunnen dus, na verwijdering van die, wel
ke versleten zijn, gemakkelijk vernieuwd
worden. Heeft men evenwel slechts één
enkel paar, dan worden zij afgetornd en
omgekeerd opgestikt, het langs de vouw
gesleten gedeelte door gestopt, daarna kan
men er een dun reepje stof over zoomen
b.v. batist. In ieder geval moet een dunne
stof aangewend worden, opdat het om-
A 572.
KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN
zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg-
36, Den Haag. Betaling steeds vooruit per
giro (postrekening 203203), per postwissel
ben van V/2, 3 of 714 ct-
den tijd meegemaakt, dat men een zilver
vos kon ruilen tegen een zakmes.
Het groote bontverbruik van de toen
malige mode bracht in Duitschland den
handel in gerookte vleeschwaren tot groo-
ten bloei en Hamburg en Breslau waren
o.a. de hoofdstapelplaatsen. Enorme zen
dingen dierenhuiden werden uit Rusland
en Scandinavië geëxporteerd en via Lü-
beck en Hamburg naar Engeland gezon
den.
De gedaanteverwisseling van de mof.
In de zestiende eeuw deed de mof haar
er.trée aan het hof van Koning Hendrik
ni van Engeland en ook dit mode detail
heeft nu eens een belangrijke plaats inge
nomen, om dan eensklaps weer van het
tooneel te verdwijnen. Wat al wijzigingen
heeft zij in den loop der eeuwer onder
gaan! Nu eens was zij rond, dan weer ton-
vormig of vTij plat, abnormaal "feroot of
zeer klein, zoodat zij nagenoeg geen ruimte
bood om aan beide handen bescherming
te bieden tegen de koude. En thans heeft
de practische zin der modedictators mof en
tasch gecombineerd en stelt zij weer po
gingen in het werk om zich populair te
maken
Het gilde der bontwerkers dateert in
Engeland reeds van 1347 en is koninklijk
geprivilegeerd. Berlijn heeft sedert 1286
en Weenen van het begin der dertiende
eeuw af bontwerkersgilden bezeten. In
Praag had men de gemeenschappelijke
bontzaken, door welke de vellen van be-
vert, nertz, lynx, wilde kat, sabel, wolf
beer, eekhoorn en bergrat" verwerkt en in
den handel gebracht werden. In Hongarije
is- het bont onafscheidelijk van de natio
nale dracht en had men ook bekwame
bontwerkers, die, evenals goudsmeden,
to* de edelgilden behoorden. De looiers der
huiden namen echter een veel mindere
plaats in.
Thans staat bont in alle mogelijke soor
ten weer in het middelpunt der belang
stelling en neemt de bontindustrie een
groote vlucht. De groote fantasie der mo
de-ontwerpers weet steeds nieuwe moge
lijkheden te scheppen.
Voor de komende maanden mogen we
combinaties van bont en geweven stoffen
verwachten, die ons soms de vraag doen
stellen of het betreffende kleedingstuk een
bontmantel is met garneering van stof, of
een stoffen mantel met bont.
Het vak van bontwerkers is weer in eere
hersteld en hierdoor herleeft een handel,
die aan ttallooze handen werk verschaft,
hetgeen een zeer belangrijke factor is in
deze ontredderde tijden.
Ds afbeelding rechts geeft het knippa
troon weer voor het speelpakje. Men be
gint om op een stuk papier van 45 bij 40
c.m. kwadraten te trekken van 5 c.m.2
Vervolgens teekent men er het patroon op
uit, zooals dit aangegeven is en knipt het
eerst van papier, daarna van stof na. Het
laatste wordt in tweevoud geknipt. Voor
kinderen van pl.m, twee- tot drie jaar tee
kent men ruiten van 5 c.m.2 voor grooteren
van 67 c.m.2. De onderkant van den broek
wordt met een zoom afgewerkt, waardoor
men elactiek haalt. De banden stikt men
op het opgeknipte voorstuk, op de plaats,
waar op het knipoverzicht een driehoek is
aanf^even.
De stippellijn geeft het achtergedeelte
van het broekje aan en op deze plaats
stikt men een stofreep, waardoor later een
elastiek wordt gehaald.
APPELS ALS MEDICIJN.
De appel is een vrucht, die een eere
plaats op onzen disch toekomt. Zelfs men-
schen met een niet zeer sterke maag kun
nen appels verdragen, mits zij langzaam
eten, goed kauwen en ze niet ongeschild
nuttigen. Een rauwe appel is in anderhalf
uur verteerd, terwijl b.v. kool de maag 4
a 5 uren Werk geeft. Appels aan het ont
bijt genuttigd bevorderen een goede spijs
vertering en Werken gunstig ten opzichte
van alle organen. Een nagerecht, waaraan
appels toegevoegd worden of gebraden ap
pels is zeer gezond. Zieken zullen een por
tie koude appelmoes steeds smakelijk en
verfrisschend vinden, terwijl appels op
verschillende manieren toebereid het vet
neutraliseeren. Kinderen bijten met graag
te in een appel en al behoeft men deze
niet te schillen, dan is goed wasschen toch
aan te bevelen. Vruchten komen hun orga
nisme meer ten goede dan allerlei snoep
goed. Appels bevatten o.m. phosfor, dat
een uitstekende voeding voor de hersens ia
en daarom zoo uitstekend voor allen, dia
geestelijke arbeid verrichten.
Succespatroon A 572.
meest geslaagd uit, indien men de moeite
neemt het beleg gedeeltelijk los te tornen
en daarna de lap er onder te schuiven en
langs de oude steken opstikken.
Prijs 40 cent.
Eenvoudige middagjapon van wollen stof
met Mieder, (middengedeelte) dat rok en
bovendeelen verbindt in puntig oploopen-
de lijn. Langs hals en rechtervoorpand tn
opgestikten bies. Schouderpas, die op da
ruime voorpanden is gestikt. Halflange
mouwen met opslagen. Tweebaans rok iet
gedeeltelijk opgestikte plooien.
Patronen in de maten 4446 en 48.