'AMEÓ RUBRIEK
m
9
r
3S
8
SPj uctisdïe modellen
voor
mantel*, en co*tumeo
'«Sf
MODERN
Voorjaarshoedje
Hangertje
wan kei-ten uwt geAaafd
Practisch naaizakje
Uotken,
die geen
fout kennen
KNIP-PATROÏSiEN
de
in-
is,
25
25
25
25
25
25
25
Het voorjaar brengt:
Eén mantel en een -costume zijn geen
iLee-dmgstukken, die we ieder jaar aan-
<- Taffen, vooral niet in een tijd, dat er
zao'n groot puntenoffer mee gemoeid is.
Evenals een practische huisvrouw een be-
^rooting maakt van inkomsten en uitga- I
ven, zal üt ook noodig zijn ten aanzien
van de beschikbare punten. Geeft men in
het begin teveel uit, dan komt men aan I
het einde van den gestelden tei-mijn voor
een puntefltasort te staan.
Aan te bevelen is thans om in de eerste
plaats, in het bijzonder voor mantels en
-costumes, modellen te kiezen, die niet aan
tijd gebonden zijn en in de tweede plaats
dient men het accent te leggen op de kwa
liteit. Men komt wel is waar bij de aan
schaffing voor een grootere uitgave te
staan, doch de voordeelen, die hiertegen
over te stellen zijn, billijken dit alleszins. I
De pasvorm van soliede stoffen blijft tot I
het laatste W behouden, terwijl zij veel
minder kneukelen in het dragen dan de
goedkoopere kwaliteiten.
Heeft men nog een mantel, die nog niet
voot vervanging in aanmerking kan ko
men, doch daarentegen toch niet al te
nieuw meer is, dan is de aanschaffing van
een gekleed model regenmantel meer aan
te bevelen. Behalve effen gekleurde ge- I
impregneerde zijden mantels, zal men in
de komenden maanden ook veel linnen j
ruiten zien dragen met een gummilaagje i
tegengevoerd. Ook stoffen kunnen water
dicht gemaakt worden, waardoor de keuze
nog grooter wordt. Hechts geeft onze
schets een regenmantel te zien, waarvan
het fond wit is en de ruiten, door rood en
zwart gevormd worden.
Mantelcostumes nemen nog steeds een
groote plaats in het modebeeld in, zoowel
de strenge tailleur als het ensemble en
fantasiecostume hebben vasten voet ver
kregen. In de keuze der stoffen staat Me-
vtouw Mode een groote vrijheid toe, zoo
dat men eigen smaak kan volgen en ef
fen dan wel fantasieweefsels kan dragen.
Het groote bezwaar, dat vele, meer gezet
te dames tegen ruiten hebben is, dat zij
niet afkleeden, hetgeen inderdaad dikwijls
het geval is. Indien men evenwel een niet
te sprekende ruit kiest en het geheel met
kennis van zaken laat maken, dan kar. zelfs
de „niet-slanke" vrouw een geruit costu
me dragen. Onze schets geeft voor deze
typen een costume te zien, dat inderdaad
afkleedt en wel doordat de taille eenigs-
zins lager is dan de normale lijn aangeeft
en basque tot over de heupen reikt. Een
geschikte onderbreking van het dessin is
g vonden in de zakken en het midden
baantje, waarvan de stof in schuine rich
ting werd geknipt.
Een oude vilten hoed kan ons ook thans
weer het materiaal leveren voor een aar
dig en vlot voorjaarshoedje, zooals neven-,
gaande afbeelding dit te zien geeft. Men
begint met den hoed grondig af te borste
len en het vilt uit te strijken, nadat het
eerst flink opgestoomd is.
Patroon naknippen en op het vilt uitleg
gen. zoo noodig kan men dit laatste met
behulp van een vochtigen doek al strijken
rekken.
Indien dit noodig is wordt het vilt op
een plank uitgespannen en met punaises
vastgehecht, zoodat het dan droog zijnde,
de gewenschte grootte behoudt. Patroon
naknippen met naden van 1 cM. De beide
uitnaadjes aan den bol worden eerst ge
maakt en plat gestreken, daarna verbindt
men de naad van den rand aan de achter
zijde om vervolgens de bol aan te stikken.
Het geeft het midden vóór aan, terwijl de
smalste kant van den rand links komt.
Binnen in den rand wordt een stevig
ribslint gestikt langs den onderkant, dat
overeen moet komen met den omtrek van
het hoofd. Achterkant, die met een punt
op het haar valt afwerken met een strik
met afhangende einden of een kwast. De
bovenkant van den bol kan versierd wor
den met een rand aan kleine ruitvormige
uitgeknipte stukjes vilt, eventueel kan men
nog meerdere randen maken, zulks hangt
af van den tijd, die men hiervoor over
heeft en het geduld. Aan de buitenste
hoekjes worden kleine steekjes van ge
kleurde zijde gewerkt, terwijl de middel
ste punten der ruitjes met dubbele zijden
draadjes verbonden zijn.
Practisch is bij
gaand wollen rokje,
dat van verschillen
de kleuren wol ge
haakt is. Heeft men
er een klein punten
offer voor over, dan
kan men het geheel
ook zeer geschikt in
twee kleuren haken
b.v. donker en lich
ter blauw. Het jurk
je is bedoeld voor
een meisje van twee
jaar, terwijl men er
-f 140 gr. wol voor
noodig heeft. In de
hoofdkleur wordt
begonnen met het
haken van den pas.
Tweeërlei stof kan in vele
gevallen aparte effecten
brengen en het verwerken
ervan vindt zoowel toepas
sing aan vesten, blouses,
shawls, tasschen en allerlei
andere mode-artikelen.
Hoewel vele combinaties
ons in den aanvang eenigs-
zins onwennig aandeden, ra
ken we er meer en meer
mede vertrouwd, we zouden
deze nieuwe mogelijkheden
zelfs een aanwinst willen
noemen, omdat de mogelijk
heden zoo geheel en al afwij
ken van datgene, wat we ge
wend waren te dragen. Le
vendige effecten kunnen
door het combineeren van
verschillende kleuren en
weefsels worden verkregen,
terwijl naden zoo noodig
door siersteken of door stik
sels aan het oog onttrokken
kunnen worden.
Onze afbeelding geeft enkele mogelijk
heden te zien oa.. een blouse, waarvan
voorpand en rugdeelen uit verschillende
kleuren bestaan; evenals de ceintuur. De
blouse rechts is gemaakt uit een zeer klein
couponnetje (puntenyrij) stof, dat gecom
pleteerd werd door anders gekleurde ree
pen, die de lappendoos mogelijk nog kan
leveren. Kleine zakjes zorgen nog voor
een aparte onderbreking der voorpanden.
In het voorjaar zint men steeds naar al-
-WTa
lerlei middelen om weer eens met iets
nieuws voor den dag te komen. Zoowel
shawls als tasschen worden op alleszins
geschikte wijze uit weefsels van verschil
lende kleuren samen gesteld. Onze tasch,
gemaakt van twee, naar den bovenkant
eenigszins afgeschuinde driehoeken, com
pleteert op aardige wijze een voorjaars-
costume en is doodgemakkelijk te maken.
Voeiing van een restantje zijde en sluiting
met een ribs.
die 52 cM. l.Jig en 5 cM. breed is, terwijl
de draagbanden 5 cM. breed en 10 c.M.
lang zijn. Het rokje wordt apart gebreid
in breede en smalle strepen, naar gelang
de wolresten dit noodig maken en is 26
26 cM. hoog en 90 cM. wijd.
Rok en pas worden met overhandsche
steekjes of met een smalle stiknaad ver
bonden, nadat de wijdte eerst ingehaald
en gelijkmatig verdeeld is.
Aan den onderkant werkt men een 4
cM. breeden rand eveneens in de hoofd
kleur.
Afmeting.
De grootte van dit aardige en practische
naaizakje hangt van den persoonlijke
smaak af, aan te bevelen is evenwel om
het niet te klein, doch ook weer niet te
overdreven groot te maken, aangezien de
verleiding dan groot is om er allerlei klei
nigheden in onder te brengen, die er fei
telijk niet in thuis hooren.
Gesloten met een koord, maakt deze
naaitasch den indruk van een oudvrwetsch
beursje.
Het maken.
Men begint met een. cirkelvormige bo
dem te knippen van karton en legt op den
bovenkant een laagje watten, dat men op
verschillende plaatsen door het karton vast
steek! Men knipt twee ronde lappen van
voering die 1 oM. breeder zijn dan het kar
ton, deze stikt men voor iets meer dan de
helft op elkander (V» c.M. van den rafel
kant af) schuift het karton er in en naait
het overige gedeelte met overhandsche
steken dicht.
Hu wordt Oegonnen met hel materiaal
te knippen, dat men voor de tasch wenscht
te gebruiken b.v. stevig cretonne of effen
linnen. De hoogte wordt in overeenstem
ming geknipt met de grootte van den bo
dem, terwijl men de reep zooveel langer
knipt als noodig is om hem hiermede met
eenige ruimte te verbinden. De binnen
kant van deze stofreep wordt voorzien van
zakjes van verschillende afmeting, die
voor het opbergen van knoopjes, garen,
pakjes naalden enz. bedoeld zijr. en met
kleine ritsen of met drukknoopen worden
gesloten.
De bodem wordt, nadat de opstaande
kant er mede verbonden is, overtrokken
met dezelfde stof, waarop een dubbele stof
reep wordt gelegd, die men op verschil
lende afstanden dwars doorstikt, zoodat
kleine ooeningen worden gevormd om
vingerhoed, schaar, rijgpen enz. daarin on
der te brengen. Stofreep dichtstikken en
aan den bovenkant met breeden zoom af
werken, waarin nesselgaten worden ge
maakt om later een lint of koord door te
halen.
Onderkant 3/4 c.M. inslaan en met eeni
ge ruimte met overhandsche steken met
der. bodem verbinden, daarna de van een
band voorzienen bovenovering (bodem)
aan den binnenkant met kleine steekjes
vasthechten.
Indien mm een dunne stof voor het ma
ken van deze naaitasch wensciit te verwer
ken, b.v. chintz, dan verdient het aanbe
veling, deze te voeren.
KINDEREN HELPEN
in de
HUISHOUDING
Kinderen, die nog op school gaan, kun
nen moeder met verschillende huishoude
lijke bezigheden helpen, niet alleen meis
jes, doch ook jongens. Dit is geen nieuwe
wijsheid, doch wordt reeds lange jaren
door vele moeders in practijk gebracht.
Maar, vraagt men wellicht waar is de
grens, want men heeft toch met verschil
lende factoren rekening te houden! Wij
willen enkele voorbeelden noemen; voor
het naar school gaan haalt ieder kind zijn
eigen bed af en ook poetst het zijn eigen
schoenen.
Boodschappen in de buurt worden ge
daan. De slaapkamer moet in zooverre op
geruimd zijn, diat speelgoed noch boeken
meer op plaatsen liggen waar ze niet be
hoor en, evenmin als kleedings tukken enz.
Na schooltijd wordt de tafel gedekt ook
met afdrogen van de vaten wordt de hel
pende-hand gereikt.
Verschillende kleine dingen kunnen
meisjes zoowel als jongens zich eigen ma
ken o.a. koffie en thee zetten, en de oude
ren kunnen helpen met het bereiden van
eenvoudige gerechten.
Het is natuurlijk overdreven behalve
in bepaalde^ gevallen tevens van hen te
eischen, dat ze helpen bij het doen van ka
mers. Dergelijk werk vereischt meer over
leg en zelfstandigheid dan men van kin
deren mag -iischen, daarenboven vergt het
te groote krachtsinspanning.
Naarmate een kind meer schoolwerk te
maken heeft, vervalt tevens een deel van
de hem opgedragen taak na schooltijd. Men
kan niet eischen, dat de aandacht voor zijn
huiswerk wordt afgeleid door allerlei
werkjes, die het kind worden opgedragen.
Het gevolg zou zijn, dat het schoolwerk
te vluchtig gedaan werd, hetgeen de vorde
ringen niet ten goede zou komen. Verstan
dige moeders zullen het zoo in weten te
kleeden, dat de kinderen hun taak met
genoegen doen, hetgeen slechts mogelijk
is, wanneer m deze niet te groot ie -en hun
tevens tijd overlaat tot ontspanning.
Een bemoedigend woord verhoogt de ar
beidsvreugde. Blinderen, die op deze wijae
eenigszins voorbereid worden, besparen
de moeder niet alleen werk, doch ontwik
kelen zich t mannen en vrouwen, die
weten aan te pakken, indien het noodig is
en hun handen staan nooit verkeeTd.
Zij zullen er in de toekomst slechts pro
fijt van hebben, want niemand kan voor
uit zeggen, waarvoor het leven hem stel
len zall
In alle cultuurlanden is zout een onont
beerlijk hulpmiddel om de spijzen smake
lijker te maken. Bijna ieder gerecht komt
ons smakeloos voor, indien er totaal geen
zout aan toegevoegd is, bij de bereiding.
Wanneer om gezondheidsredenen een zout
loos dieët wordt voorgeschreven, dan duurt
het menigmaal geruimen tijd voordat men
ex aan gewend is, en toch is het gebruik
van zout een kwestie van gewoonte.
Er zijn vele volken, die het zout niet ken
nen en het ontbreken er van daarom ook
niet als een gemis voelen. Dit geldt voor
vele volken, die van de jaoht bestaan, voor
de Oost-Finnen, voor de bewoners van
Kamtsjatka, voor Toengoezen, en andere
volken, die Noord-Rusland bewonen. Eeni
ge Beduïnenstammen op het Arabische
schiereiland, de Afrikaansohe Boschjesman-
nen en de bewoners van Zuid-Amerikaan-
sehe steppen weten van het bestaan van
zout niet af.
Typeerend is, dat zelfs de naam niet in
hun taal voorkomt en toch kan men gerust
aannemen, dat de gerechten, die deze men-
sohen bereiken, hun niet minder goed
smaken, dan die door ons met zout klaar
gemaakt worden.
Zout is voor ons organisme niet bepaald
noodig, kan in groote hoeveelheden zelfs
zeer nadeelig werken, waarop de moder
ne voedingsspecialisten steeds weer wij
zen. In ieder geval gebruikt het meeren-
deel der menschen veel te veel zout. Even
als thans verschillende natuurvolken geen
zout gebruiken, was dit ook vele eeuwen
geleden het geval en toch smaakte het ge
braad onze voorvaderen uitstekend! Men
gebruikte daarentegen veel meer kruiden,
die in het veld groeiden en deze verleen
den den gewensohten pikanten smaak aan
het voedsel. Vele kruiden kunnen in bak
jes en stadstuinen gekweekt en als sma
kelijk toevoegsel aan sla en groenten ge
bruikt worden. We noemen slechts de
meest bekende als peterselie, selderij,
thym, dragon, rozemarijn, bieslook e.a.
vooral nu de tijd van slaatjes weer aan
breekt kan men ruim gebruik maken van
allerlei groene kruiden en hi -ioor het
zoutveibruik verminderen.
WANNEER DE STOF NIET REIKT...,
Snccespatroon A 657. Prijs 40 cent.
Een combinatie van effen en geruite
stof met garneering van stiksels op den
rok, die in het midden een opgestikt*
plooi te zien geeft is een goede oplossing,
wanneer de stof niet reikt. Het plastron
heeft aangeknipte zijstukken en als hals
afwerking een smal, recht boordje met
aangeknipte einden, die gestrikt worden.
Wie over een uit de mode geraakten zo
mermantel beschikt, waarvan de stof nog
goed is, kan dit model hiervan maken, aan
gezien deze voldoende materiaal biedt.
Patronen in de maten 424446.
KNIPPATRONEN VAN DEZE
MODELLEN
zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg,
baar bij Bet Practiseb Modeblad, Postbus
30, Den Haag.
Betaling steeds vooruit per giro (post
rekening 203203), per postwiss-' of In post-
zegels, mits deze een waarde Hebben van
VA. 3 of VA ct.