Wat de reuzen van het oerwoud leveren.
Millioenen kilometers
papier draaien door
de rotatiepersen.
HOUTEN STRATEN!
SUIKER UIT HOUT.
mhM
Do zaagmachine. wolko In ratnlmcm van tüd da dikste stammen doorzaagt.
Houttransport in het Zwarte Wond.
Wat er al van gemaakt wordt.
de couranten gebruikt. Als men nu weet,
dat een moderne courantenpapier-machine
tot 50 meter lang is en per etmaal in con
tinubedrijf 340 kilometer papier noodig
heeft, dan kan men zich eenigszins een idee
vormen van de groote hoeveelheden pa
pier, welke de papierfabrieken alleen reeds
aan de pers moeten leveren.
Daarmee zijn echter de mogelijkheden
nog niet uitgeput. Wij kunnen nog een zeer
veel gebruikt product ni.
Houtskool.
De bereiding van houtskool geschiedde
vroeger algemeen en thans nog op afge
legen, zeer houtrijke plaatsen, door een
voudige verkoling van stammenhout in mij-
Iers of mijten. Men is er echter in de laat
ste jaren toe overgegaan de verikoling van
het hout uit te voeren in gesloten retorten,
op analoge wijze als de vergassing van
steenkolen in de gasfabrieken plaats vindt.
Aangezien de warme houtskool na de ver
vaardiging zeer gemakkelijk ontbrandbaar
is, wordt zij uit de retorten direct in geslo
ten ijzeren trommels overgebracht, waai
in zij bekoelt.
Houtskool wordt veel gebruikt in de bus
kruitfabrieken, waar men o.a. houtskool
van Endenhout gebruikt. Bij het stoken
van ovens biedt het houtskool het voordeel,
bijna zonder vlam tot zuiver koolzuur te
verbranden, hetgeen deze brandstof om.
geschikt maakt voor groentedrogerijen,
welke dan direct met de verbrandingsgas
sen zélf kunnen drogen.
Voor huiselijk gébruik wordt het houts
kool meestal nog gebriketteerd.
Tenslotte wordt het houtskool nog in de
industrie gebruikt als filter- en absorptie-
materiaal wegens zijn vermogen opgeloste
stoffen te binden, om. voor drinkwater.
De houtskoolindustrie ondervindt in de
laatste jaren echter een ernstig en terug
slag door de nieuwe procedé's, vooral uit
gewerkt door de groote Duitsche Trust In
teressen Gemeimschaft Farbenindustrie
voor de synthetische bereiding van methyl
alcohol, aceton en azijnzuur.
Ditzelfde buitenland heeft nog meer
nieuws bedoelt!
Men loopt erop!
Wij bedoelen, dat enkele vooruitstreven
de steden in de laatste jaren een nieuwe
Houten bestrating te Berlijn.
methode van bestrating toepassen, nl. hout
van de grove dennenboom en.
Vooral in Engeland vindt men vele stra
ten, waar het plaveisel uit hout bestaat en
het resultaat moet verrassend zijn, vooral
voor dit straten, welke veel te Ejden heb
ben van het zware verkeer. In navolging
van Engeland begon ook Duitsohland zijn
houten bestrating aan te leggen en Neder
land heeft met het houtplaveisel eveneen*
proeven genomen. Men hoopt in de toe
komst het hout zeer toepasselijk te kunnen
maken voor de rijkswegen. Dit zou dan met
alleen bevorderlijk zijn voor onze houtin
dustrie, maar tevens een welkome verrui
ming van werkgelegenheid scheppen.
En het allernieuwste op het gebied van
houtbewerking is wel
De suikerwinning.
Volgens een nieuwe uitvinding wordt sui.
ker (glucose) verkregen door behandeling
van houtafval met zeer geconcentreerd zout.
zuur (minstens 40%). Het gedroogde hout
wordt in reservoirs van een speciaal, asfalt-
houdend, zuurvast beton met zoutzuur be
handeld. Het zoutzuur wordt door distilla
tie grootendeels teruggewonnen. De suiker
oplossing wordt vervolgens geneutraliseerd*
ingedampt en de verkregen suiker, hetzij
voor de fabricage van alcohol, hetzij au
veevoeder gebruikt.
Uit ongeveer 100 kilo hout verkrijgt meo
dc 30 Eter alcohol.
Wellicht zal het in de naaste toekoms#
ook mogelijk zijn een voor menschelijll
voedsel geschikte suiker op economisch!
wijze uit hout te winnen. H.P.B.
dat aan zijn eigen productie lang niet ge
noeg heeft. Hoe groot de Russische hout
export naar Nederland is, bewees wel de in
1933 opgemaakte statistiek, waaruit bleek,
dat van de 1.7 miEioen ton hout, welke
Rusland in de eerste helft van genoemd
jaar exporteerde, er 500.000 naar Nederland
kwam, hetgeen dus bijna één derde is! En
nog steeds is het Russische houtimport in
stijgende lijn. De invoer van gezaagd hout
de stam direct van de takken ontdaan en
daarna begint het vervoer. De stammen
worden naar een der vele boschsporen,
welke in aUe richtingen door de wouden
vertakken, getrokken, of langs hellingen,
welke uit het vaste hout van den lorke
boom zijn samengesteld en zoodoende naar
de stapelplaats vervoerd, zoodat daarop
voortdurend gekapt hout in beweging is.
Aan de stapelplaats begint de spoorweg,
welke uitsluitend voor het houtvervoer
dienst doet. Een geweldige kracht moeten
de locomotieven dezer houttereinen kun
nen ontwikkelen, want het transportge
wicht bedraagt duizenden kilo's. Over ge
vaarlijke hellingen, langs verraderlijke
bochten en diepe kloven moeten de loco
motieven hun weg zoeken. De spoorweg
voert recht op een van 's werelds grootste
rivieren, de Missisippi al Hier aangeko
men, worden de boomen hoog opgestapeld
op het ijs, waarmede de rivier bedekt is.
De reusachtige hijschkranen doen het ver
dere werk. Machtig en imposant is het
houtvervoer in de Missisippi-gebieden.
De geschiedenis van het hout is zeker
hiet een der onbelangrijkste. Dagelijks
gaan wij met houtsoorten om en toch zijn
er zoo weinigen onder ons, die iets van
haar oorsprong en ontwikkeling afweten.
Om de geschiedenis van het hout na te
gaan, moet men teruggrijpen tot in de oer
tijden, omdat het hout den oermensch reeds
dienstig was. Sterker nog: van alle mate
rialen, welke de mensch kent, heeft het
hout de primeur gehad, omdat het in on-
beperkten voorraad aanwezig was, hoe
de houtbewerking in
vroeger eeuwen
ook was, even primitief
als de gereedschappen,
waarmee deze bewer
king geschiedde.
Toch kenden de Egyp-
tenaren reeds ons hoofd
werktuig, de zaag. Ja,
het is zelfs mogelijk, dat
de zaag reeds duizend
jaar vóór Christus be
kend was.
Duitschland en Noor
wegen zijn door aUe
eeuwen heen de landen
geweest, die het hout le
verden aan geheel Euro
pa. Daarom is het ook
niet te verwonderen, dat
het deze twee landen
waren, die het eerst de
14e eeuwsche zaagmolens
gingen invoeren. Deze
zaagmolens werden door
waterkracht in beweging
gebracht. Ook in de 15e
eeuw bediende men zich
nog van «dergelijke hout
molens, maar in de 16e
eeuw werden zij meer en
meer vervangen door de
windmolens en ook Ne
derland ging er in dien
tijd toe over windmo
lens aan te schaffen, al
was de houthandel toen
met het buitenland lang
zoo groot niet als die van
Duitschland in die jaren.
In de 16e eeuw kwa
men ook de z.g. zaagra-
men, welke men thans
nog wel als bezienswaar
digheid in de musea van
oudheden bewaart.
Deze zaagramen wa
ren ramen, waaraan een
aantal zagen waren be
vestigd en wanneer men
een eenmaal gezaagde
boomstam door het raam
joeg, dan kwam de stam
er als een aantal gelijk
gesneden planken uit.
Deze zaagramen waren voor dien tijd bij
zonder praktisch en hadden al spoedig veel
succes.
Engeland was het eerste land, dat in de
18e eeuw de z.g. cirkelzaag ging gebruiken.
Engeland was ook het eerste land, dat de
lintzaag invoerde, maar deze werd al vrij
spoedig verdrongen door de eerste schaaf
machines, welke de Engelschen hadden uit
gevonden. Toen de schaafmachines opgang
maakten ging het gereedschap tot de be
werking van hout al zeer snel vooruit. Het
cene land wilde voor het ander niet onder
doen en de bekwaamste uitvinders zetten
zich aan het werk om de machines te ver
beteren.
En toch, ondanks dit streven en ondanks
de moderne technische hulpmiddelen, wei-
Wolkenkrabbers van houtstapels in de houtopslagplaatsen van Minneapolis.
Hoewel Noord-Amerika niet zooveel hout
kan leveren als het oude Finland, dat als
houtleverancier aan den kop van de hout-
leverende landen staat, is het Noord-Ame-
rikaansch hout toch het meest gebruikt.
Noord-Amerika levert nj. een massa
naaldhout, dat onder de benaming van
grenen-, dennen-, en vurenhout wordt ver
kocht. Ook Siberië levert naaldhout. Sov
jet-Rusland exporteert vooral in de laatste
jaren ontzaggelijk veel hout; duizenden
balken gezaagd hout vinden hun weg naar
het buitenland en doordat de houtbewer
king voor de Russische regeering al zeer
goedkoop is (de strafgevangenen moeten
het bewerken), kan zij scherp concurree-
ren met het buitenland. Ook ons land ge
bruikt Russisch hout, evenals Engeland,
uit Rusland naar Nederland bedroeg in
1928 pl.m. 60.000, in 1929 pl.m. 125.000 en
in 1930 pl.m. 145.000 standaard.
Wij noemden als houtrijke landen ook
Engelsch- en Nederlandsch-Indië, van
waar de
Exotische houtsoorten
komen, evenals int Siam en Burma, als uit
andere tropische gebieden. Deze houtsoor
ten zijn bizonder sterk en fraai en kunnen
dan ook soms eeuwenlang goed blijven.
Java gééft ons het beroemde en in duur
zaamheid weinig geëvenaarde teakhout.
Aan den voet van het Himalayagebergte,
n.L nabij Hindoestan, komt het prachtige
lissehout voor. Het echte ebbenhout vindt
men behalve op Madagascar en Mauritius,
ook in eenige streken van Indië. De Indi
sche sandelboom levert het bekende roode
sandelhout, dat voor reukwerken
schrijnwerk wordt gebezigd en het witte
sandelhout, waarvan de sandeloEe wordt
bereid en dat in geneeskunde en de par
fumerie -f abricage wordt gebruikt Ten on
rechte draagt het Javaansche bimashout
den naam van Japansch hout Australië
levert behalve een goede soort ijzerhout
nog het bekende mahoniehout, feitelijk ge
naamd m aha goniehout.
ke den hedendaagschen mensch ten dienste
staan, geschiedt de boomenveiling thans
nog evenzoo als vóór eeuwen terug, n.1. met
bijl en zaag. Zelfs in
Beroemde houtlanden
zooals Aziatisch Rusland, Canada, En
gelsch- en Nederlandsch-Indië, zwoegen
dagelijks duizenden arbeiders met bijl en
zaag. De genoemde landen leveren inder
daad het meeste hout.
Hoe geschiedt hejt hout
transport?
Dit vindt op een merkwaardige wijze
plaats. In de Europeesche landen is dit
transport over het algemeen hetzelfde als
in de Noordelijke landen. Wanneer de boo
men zijn geveld en de machtige stammen
als gesneuvelde reuzen op den boschbodem
zyn neergeploft, worden zij een voor een
door middel van ijzeren kettingen, welke
aan een paardentuig worden gebonden,
vastgehecht en voort gaat het, de bosschen
uit totdat men aan een rivier of stroom
komt, welke de stammen naar de ge-
wenschte richting drijven.
In Amerika gaat het houttransport meer
Amerikaansch". Wanneer de boom met
een doffe smak tégen den grond valt, wordt
Vooreerst dient het hout als bouwmate
riaal. Een groot gedeelte van het bouwma
teriaal onzer woningen bestaat uit hout,
hoewel het hout de laatste tientallen van
jaren ook weer werd verdrongen door be
ton en staal.
Op de tweede plaats dient het hout tot
het vervaardigen van meubelen, maar vindt
ook hier weer een concurrent, nl in het
staal. Houten speelgoed is, evenals in vroe
ger jaren, nog een veelgevraagd artikel. De
Duitsche speelgoed industrie is een groot
afneemster van het inlandsch hout.
Voorts dient het hout tot de winning
van houtolie, dl een terpetij nachtige,
vluchtige olie, welke wordt verkregen als
een der destillatieproducten van den ru
wen houtgeest, of ook bij directe zwakke
verhitting van het hout. De Chineesdie ver-
nisboom b.v. levert zeer kostbare en dure
olie en wordt veel in het eigen lamd en in
Japan gebruikt. Men wendt deze vernis
hoofdzakelijk aan voor meubellak.
Dan windt men uit hout de z.g. houtsteen
(verkiezeld hout), het houtslijp, het hout-
teer, welke als bijproduct wordt verkregen
uit loofboomenhout met speciale
schaafmachines, en tot slot het pa
pier en het zoo nuttige houtskool,
welke beide producten wij in het
kort afzonderEjk willen behandelen,
evenals de suikerproductie uit hout,
welke productie evenwél nog lang
niet volmaakt mag worden genoemd,
doch reeds belangrijke resultaten
heeft opgeleverd.
Het meest belangrijke product
van hout is wél het papier.
Krantenpapier van hout.
De houtpulp is een fijngeslepen
houtsoort en is een belangrijk uit
gangsmateriaal voor de bereiding
van papier. De grondstoffen, welke
men bij de bereiding van papier ge
bruikt, bestaan hoofdzakelijk uit
naaldhout en loofhout. Stroo, espar-
togras, katoenen en linnen lompen
vormen daarna de voornaamste
bronnen. In Japan maakt men
het papder van den moerbei
boom, in Indië van rijststroo. Het hout
wordt geschild en in stammetjes van onge
veer 1 M. lengte gezaagd. Voor de berei
ding van houtslijp worden deze in hun vol
le lengte tegen roteerende slijpsteeoen aan
gedrukt, terwijl zeer veel water (tot 250
L. per kg. houtslijp) de vezels weg voert.
Het doel is zoo weinig mogelijk poeder te
maken en de vezels zoo lang mogelijk te
laten, zonder dat grove splinters worden
meegevoerd. Uit de dunne brij worden de
grove bestanddeel en weggefiltreerd en
dan het overtollige water op zeeftrommels
afgezogen. Vele slijperijen Eggen dicht bij
de bosschen en ver van de papierfabrieken;
zfj persen en drogen het water zoo ver
weg, dat een materiaal met b.v. 50% vocht
kan worden verzonden.
De meeste krantenpapierfabrdeken heb
ben een eigen houtslijperij, vaak onmiddel
lijk met de papierfabriek verbonden (in Ne
derland b.v. te Velsen); de houtslijp gaat
dan rechtstreeks naar de maalbakken, met
60 tot 80 kg. vaste stof per kubieke meter
water. Eén kubieke meter versch hout kan
400 kg. houtslijp leveren. Dit is de goed
koopste grondstof voor papier. Papier met
houtslijp wordt „houthoudend" genoemd;
bevat het geen houtslijp, dan noemt men
het „houtvrij". Wanneer het hout chemisch
bevrijd wordt van lignime en andere niet-
vezelige bijmengsels, blijft vrijwel zuivere
cellulose over. Deze houtceliulose is als
grondstof voor papier even belangrijk als
de houtslijp en ook veel duurzamer dan het
z.g. houthoudend papier.
De dagbladpers is de voornaamste af
neemster van het papier. Miljoenen kilo
meters papier worden dag en nacht voor