V. De Internationale toestand Het Portret Deze week De Wereld IN DE AFGELOOPEN WEEK De berichten in de buitenlandsche bladen over het succes der onderhandelingen tus schen admiraal Darlan en den Duitschen ambassadeur in Parijs, Otto Abetz, staan in het middelpunt der politieke belangstel ling. In de Wilhelmstrasse is verklaard, dat men 2ich op het oogenblik nog niet over de mogelijkheden, of Frankrijk de politiek van vóór 10 December 1940 zal hervatten, kan uiten, maar dat men met belangstel ling van de berichten over deze kwestie heeft kennis genomen. In gewoonlijk goed ingelichte kringen is men geneigd groote beteekenis te hechten aan de verklaring in de „Petit Parisien", die spreekt over een nieuwe phase in de Duitsch-Fransche on derhandelingen. In officieele en officieuze kringen blijft men de grootste reserve in acht nemen t.a.v. de ontwikkeling der Duitsch-Fransche betrekkingen. In politieke kringen was men van meening, dat zich op dit gebied geen nieuwe factoren hebben voorgedaan. Het Japansche departement van Buiten landsche Zaken publiceert het volgende communiqué „De krachtens het Drie-mogendheden- pact bestaande commissie is in de ambts woning van den minister van Buitenland sche Zaken, onder voorzitterschap van Matsoeoka, bijeengekomen. De Duitsche en de Italiaansche ambassadeur namen aan de vergadering deel. Kwesties, verband hou dende met de samenwerking der drie mogendheden, zooals bepaald in het Drie- landenpact, met inbegrip van economische aangelegenheden, werden diepgaand be sproken. Men kwam overeen, dat de com missie zoo dikwijls mogelijk met steun van militaire en economische comissies zal bij eenkomen en haar arbeid in nauwe samen werking met de commissies te Berlijn en Rome zal verrichten." De oproep van den Groot Moefti van Jeruzalem aan de Arabische bevolking, waarin hij alle Arabieren oproept om zich aan te sluiten bij den strijd van Irak tegen de Engelsche onderdrukkers, heeft bij de bevolking van Iran levendige geestdrift-ge wekt. Ook de Iraansche dagbladen geven uitdrukking aan hun sympathie voor het Iraksche volk. Verder wordt echter geener lei vorm van activiteit bespeurd. Het in Tel Aviv verschijnende blad „Tel Aviv" publiceert een oproep aan de Jood- sche jeugd, waarin deze opnieuw wordt verzocht zich op te geven voor het Engel sche leger. De oorlog in Irak, zoo schrijft het blad, vormt voor de Joden een ernstig gevaar. De Joodsche staat in Palestina zal ten onder gaan, wanneer Groot-Brittannië den oorlog in het Nabije Oosten verliest. Het gevaar daarvoor dreigt. Het geheele Jodendom moet groote offers brengen om de Engelschen aan de overwinning te hel pen. Zonder deze overwining is er voor de Joden in Palestina geen toekomst meer. De leider van het Federale Scheepvaart bureau, vice-admiraal Land, heeft gespro ken over het voornemen om op de in Ame- rikaansche havens opgelegde buitervla/.d- sche schepen, wanneer deze door de V.S. worden overgenomen en onder de vlag van hun moederland en met de eigen beman ning de „blackout areas" zouden bevaren, een Amerikaansche bewaking, bestaande uit leden van de vloot of van den kust- patrouilledienst, te plaatsen. Naar verluidt heeft Land deze verklaring afgelegd in verband met de door de han delscommissie van den senaat aangevangen besprekingen over het ontwerp van het congres, warabij de regeering gemachtigd wordt, schepen van vreemde mogendheden in beslag te nemen, in eigen dienst te plaat sen of over te dragen aan andere naties. Op het bezwaar van een senator, dat daar mede de Amerikaansche neutraliteitswet zou worden geschonden, heeft Land geant woord, dat zulks niet in het voornemen ligt, want schepen met dergelijke bewakings manschappen aan boord zouden alleen tus- schen de Ver. Staten en Zuid-Amerika en het Verre Oosten varen, maar niet naar wateren in de oorlogszone gaan. Land zou ook voor de regeering de machtiging heb ben gevraagd om in beslag genomen sche- Duitsche artillerie in actie bij Tobroek. (Moosmüller, Hoffmann, Zander) pen te mogen zenden naar de gebieden, waar zij ze noodig acht voor de defensie der V.S. Volgens berichten uit Melbourne heeft de plaatsvervangende premier, Fadden, in zijn oproep aan het Australische volk om in te teekenen op oorlogsleeningen, verklaard, dat de oorlogsuitgaven van Australië op het oogenblik 13 millioen pond per maand be dragen. Deze uitgaven zouden nog stijgen. De Australische uitgaven zijn thans drie maal zoo hoog als het vorige jaar en tien maal zoo groot als in 1939. In de toekomst moet aan het persoonlijk gebruik meer geld onttrokken en ter beschikking van de re geering gesteld worden. De Australiërs moeten zich beperkingen opleggen en alle gelden, die zij na de betaling van hun be lastingen nog over hebben, er beschikking van de regeering stellen. Fadden heeft ook nog verklaard, dat op de Australische troepen het grootste deel van de Egyptische verdediging rust. Officieel verluidt, dat groote manoeuvres, waaraan door 550.000 man Amerikaansche troepen zal worden deelgenomen, tusschen Juli en September in den staat Louisana zullen worden gehouden. Tanks, vliegtui gen en parachutisten zullen op groote schaal in actie komen, terwijl de burger bevolking aanwijzing krijgt om gelande luchttroepen op te sporen en hun aanwezig heid te signaleeren. De te houden manoeu vres zijn de grootste, die in de geschiedenis der Vereenigde Staten voorkomen. Het Sovjet-Russische ministerie van Bui tenlandsche Zaken heeft den nog in Mos kou aanwezigen gezantschappen van België en Noorwegen doen weten, dat het niet langer in staat is hun status te erkennen, daar deze landen „hun souvereiniteit heb ben verloren". Een gelijkluidende nota is aan het Joegoslavische gezantschap gericht, zoodat ook dit niet meer door de Sovjet- Unie als de vertegenwoordiging van een souvereinen staat wordt erkend. Uit Singapore wordt gemeld, dat de Britsche troepen, die te Singapore gelegerd zijn, thans in totaal op 120.000 man worden geraamd, terwijl bijna dagelijks versterkin gen aankomen uit Britsch-Indië en Austra lië. Naar verluidt, worden de pas afge leverde Amerikaansche watervliegtuigen, die te Singapore zijn gestationneerd, ge bruikt voor lange-afstandspatrouilles. Ook wordt gemeld, dat een Britsch contingent van 10.000 man geland is op Sarawak, in Britsch Borneo. In verband met de onderhandelingen, welke thans aan den gang zijn tusschen de Vereenigde Staten en marinedeskundi gen van elf Zuidamerikaansche staten, wordt in Congreskringen gezinspeeld op de mogelijkheid van een Engelsch-Ameri- kaansche actie tegen Dakar. Zooals bekend, heeft Roosevelt onlangs gezegd, dat de grenzen van het Westelijk Halfrond op den 20sten lengtegraad liggen. Fransch Equa toriaal Afrika en Dakar liggen in de zone, die geacht wordt van belang te zijn voor de verdediging van het Amerikaansche continent. IN HET BELANG DER VOEDSEL VOORZIENING. Vóór Mei 1940 maakten de economische omstandigheden het noodzakelijk, over te gaan tot tal van maatregelen tot steun aan den landbouw en tot regeling van de voort brenging en den afzet van landbouwpro ducten. Daartoe werd een overwegend ambtelijke organisatie opgericht. Na het uitbreken van den oorlog is deze organi satie belast geworden met de regeling van de voedselvoorziening. De omstandigheden zijn thans zoodanig, dat deze regeling moet worden herzien. Doel van de nieuwe regeling is, een behoor- lijK prijspeil te bepalen voor de landbouw producten en op dien grondslag een behoor lijke voedselvoorziening op te bouwen. De nieuwe organisatie zal de geheele voedsel voorziening omvatten. Zij zal 5 onderschei den gebieden omvatten en wel voor de pro ducten van akkerbouw; veehouderij, mar garine, vetten en oliën; tuinbouw; vissche- rij; grondstoffen en hulpmiddelen. De zeer ver gaande verordenende be voegdheid zal zich uitstrekken over de re geling van voortbrenging, in- en uitvoer, verdeeling en aanwending van de produc ten, vestiging, uitbreiding, beperking, fusie, verkoop of verpachting van de betreffende bedrijven, uitkeering van vergoedingen aan wie van de verordeningen nadeel onder vinden en 'oplegging van betalingen aan degenen, die er voordeel van trekken, vaststelling van prijzen en marges beta- lings- en leveringsvoorwaarden, enz. enz. Er komt een coördinatie-raad voor elk der 5 hierboven genoemde gebieden, be staande uit 2 of meer leden met den direc teur-generaal als voorzitter. Deze raad treedt in de plaats van het collega voor voedselvoorziening. Ten einde hr.rgcnde de vorming van de vakgroepen en ondervakgroepen toch reeds de instelling van bedrijfsorganisaties en onderbedrijfsorganisaties mogelijk te ma ken, is een overgangsbepaling getroffen, waarin de vertegenwoordiging van de be langhebbende groepen is geregeld. De bedoeling van de nieuwe organisatie is uiteraard het bereiken van een rationa lisatie van onze voedselvoorziening. Heeft de instelling van de commissie-Posthuma ten doel de productie van landbouw- voortbrengselen, van belang voor de voed selvoorziening, zoo hoog mogelijk op te voeren, die van de nieuwe organisatie zal er vooral op gericht zijn bij steeds toe nemende moeilijkheden, o.a. in verband met de verkeersmogelijkheden, om slechts deze te noemen, te bevorderen dat ook iedere Nederlander het één negenmillioen- ste deel ontvangt van wat voor de voed selvoorziening geproduceerd is. Wie zich de moeilijkheden herinnert, welke zich in de laatste oorlogsjaren tus schen 1914 en 1919 ten deze voordeden, zal iets begrijpen van de taak, waarvoor de nieuwe organisatie zich gesteld ziet. Al ligt het in de bedoeling zooveel moge lijk de uitvoering der te nemen maatrege len aan belanghebbenden over te laten, toch zal het noodzakelijk blijken dat de regee- x'ing hierbij de leiding in handen houdt. Natuurlijk moet het bedrijfsleven er naar streven zich het gestelde vertrouwen waar dig te toonen; maar in dit geval, waar over zooveel belangen van particulieren, inge kankerde gewoonten en zelfs oude rechten zal moeten worden heengestapt, zal de ge heele autoriteit van den staat nauwelijks VAN DE WEEK (Scherl) ABDOEL ASIS IBN SAOED. Ibn Saoed, heerscher over het groote Mohammedaansche Rijk Saoedi-Ara- bië, van wiens houding in het conflict tusschen Engeland en Irak onnoeme lijk veel kan afhangen, heeft een zeer bewogen leven achter zich. In den zomer van het jaar 1913 zag het Ottomaansche Rijk zich genoodzaakt, in zijn Zuid-Oostelijke grensprovin cie, El Hassa, aan de Perzische Golf, op te treden tegen een jongen, op- roerigen sjeik uit het binnenland lbn Saoed, heerscher over het noma denvolk Nesjd. Ibn Saoed wist de Turksche troepen te verslaan, ver overde de geheele provincie, drong door tot de kust en kwam in het Noorden, bij Koweit, in aanraking met Engelsche belangen. Dit was zijn eerste kennismaking met de inter nationale politiek. Na den wereld oorlog maakte hij gebruik van de toen heerschende verwarring om zijn macht uit te breiden. Na langen, bloedigen strijd veroverde hij het Westen van Arabië, de Hedzjas en hield eindelijk, in 1925, zijn intocht in Mekka. Van dien dag af noemde Sjeik Ibn Saoed zich Koning van Arabië. Sinds hij den Iman van Yemen van zich afhankelijk heeft gemaakt, strekt zich zijn rijk uit van Aden tot bijna aan den Euphraat, van de Perzische Golf tot aan de ^RoodeZee voldoende blijken om alles naar wensch te doen verloopen. Toch zal dit moeten ge beuren. De geheele, hier geschetste regeling heeft heel wat hoofdbrekens, heel wat overleg met de bezettingsautoriteiten gevergd. Doch dit is toch maar een begin. Wat er op vol gen zal, daarvan maken wel slechts weini gen zich reeds een juiste voorstelling IN NEDERLAND Alle artikelen geprijsd. In de afgeloopen weken werden de win keliers herhaaldelijk gewaarschuwd, dat zij hun waren moesten prijzen. De plaatse lijke politie-autoriteiten van verscheidene gemeenten deelden mede, dat zij na 1 Mei geen pardon meer zouden geven, indien dit niet geschiedde. De wet, waarop dat was gegrond, bestond reeds eenige jaren .In de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet van 1939 was namelijk een artikel opgenomen, dat eischts, dat prijzen op duidelijk zichtbare wijze werden vermeld. Rlen heeft aan dit artikel in de praktijk weinig de hand gehouden. Daarom wordt thans het prijzen van alle artikelen ver plicht gesteld Het nieuwe besluit, dat deze materie regelt, legt den kleinhandelaar de verplichting op, een groot deel van de in de winkels verkrijgbare artikelen op duide lijke wijze te prijzen. Deze regeling is reeds direct van toepassing op alle voedings- en genotmiddelen, textielwaren en lederwaren. De gemachtigde voor de prijzen zal de priisaanduidingsplicht tot andere groepen van goederen kunnen uitbreiden, ook tot hëi verhuren van roerende goederen en het verr'chten van diensten. Het tweede artikel van het besluit be paalt, dat het prijzen duidelijk en goed leesbaar door middel van prijskaartjes moet geschieden voor waren, die in de étalage of in de winkel zichtbaar zijn uitgestald. Artikelen, die niet zichtbaar zijn uitgestald, maar wel gereed voor onmiddellijken ver koop, moeten eveneens zijn geprijsd, tenzij een prijslijst er van goed zichtbaar wordt opgehangen. Ook bij monsterverzamelingen zullen de prijzen duidelijk moeten zijn aan gegeven. Een koerier van de Italiaansche Bersagllert komt in een Duitsch legerkamp in Cyre- naica aan. (Moosmüller, Hoffmann, Zander) Een belangrijke bepaling Is, dat de maat regelen van het nieuwe besluit worden be schouwd als prijsvoorschriften. Dit betee- kent, dat overtreding valt onder de tucht rechtspraak van de Inspecteurs voor de Prljsbeheersching. Op de naleving der voor schriften zal dus scherp worden toegezien. De tuinbouwexport naar Duitschland. De regeling van den export van Neder- landsche tuinbouwproducten naar Groot- Duitschland heeft van 10 Mei af een be langrijke wijziging ondergaan. In het kader der administratieve vereen voudiging is namelijk te Den Haag een nieuw bureau gesticht voor de regeling van den Nederlandschen tuinbouwexport naar Duitschland, waarvan de leiding is opge dragen aan den heer K. A. Douma, chef der af deeling export-monopolie van de Neder- landsche Groente- en Fruitcentrale te Den Haag. Deze nieuwe ambtelijke instelling bevor dert de aanpassing van de Nederlandsche export aan de Duitsche marktordening. Een vertegenwoordiger vier Hauptverein des Deutschen Gartenbaues, de algemeene Duitsche kweekersorganisatie, zal in het nieuwe bureau, Balistraat 96 te Den Haag, zitting houden, ten einde het contact tus schen de Duitsche en Nederlandsche belan gen op tuinbouwgebied te verstevigen en te waarborgen. Middelburgs raadhuis. Bij de verwoesting van de binnenstad van Middelburg op 17 Mei 1940 is ook het Wijdvermaarde stadhuis geheel uitgebrand. B. en W. zijn nu met uitgewerkte plan nen tot herbouw bij den raad gekomen. Zij stellen op advies van dr. J. Kalff, den in specteur voor de Kunstbescherming, voor, de restauratie van gevels en gewelven in 't Gotische gedeelte op te dragen aan archi tect H. van Heeswijk, die onder meer de herstellingen aan den beroemden gevel van het stadhuis te Leiden uitnemend leidde. Ir. A. van der Steur te Rotterdam, die al daar o.a. de plannen maakte en uitvoerde voor het Museum Boymans, het nieuwe gymnasium en het groote nieuwe politie bureau, zal opdracht ontvangen voor den herbouw van het inwendige van het Go tische gedeelte en van de nieuwe aan bouwen. Mutaties bij de politie. Bij beschikking van den Rijkscommis saris voor het bezette Nederlandsche ge bied werd aan den kolonel der marechaus see A. W. de Koningh met ingang van 30 April 1941 eervol ontslag verleend uit het ambt van inspecteur-generaal der Neder landsche politie. Bij beschikking van den hoogeren SS.- en politieleider bij den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied werd de luitenant-kolonel der marechaus see H. W. B. Croiset van Uchelen met in gang van 30 April 1941 tot het tijdstip waarop een definitieve regeling zal zijn ge troffen, belast met de voorloopige waar neming van het ambt van inspecteur-gene raal der Nederlandsche politie. Nederlandsch vrachtschip getorpedeerd. Uit New York werd gemeld, dat het Nederlandsche vrachtschip „Öaleier". op een reis van Enge'n!: i n; - Nt- York zinken is gebracht. Naar verluidt zijn 35 leden van de bemanning omgekomen. De „Saleier" was een staien schroefstoomschip van de Stoomvaartmaatschappij „Neder land" te Amsterdam. Het schip mat 6563 b.r.t. Tot voor een jaar voer het geregeld op de Java-New York-lijn. BUITENLANDSCHE LANDARBEIDERS IN DUITSCHLAND. In 1939 kreeg ook Duitschland als ge volg van de mobilisatie, te kampen met ge brek aan arbeidskrachten in den landbouw. Op verschillende wijzen heeft men ge tracht in dit gebrek te voorzien. Op groote schaal stelde men de jeugd te werk op het platteland; bovendien maakte men ruim schoots gebruik van krijgsgevangenen en arbeidskrachten uit de bevriende zoowel als uit de bezette landen. Reeds in den herfst van 1940 kon men zeggen, dat de toestand in den landbouw aanmerkelijk was verbeterd. In het Reichsarbeitsblatt wordt een over zicht gegeven van het aantal landarbei ders, dat in geheel Duitschland is te werk gesteld. Het grootste contingent leverde Polen, namelijk niet minder dan 469.000 man. Verder waren er 47.000 Italianen, 32.000 Slowaken, 4650 Nederlanders, 4400 Joegoslaven, 2500 Hongaren en 2000 arbei ders van andere nationaliteit in het ge heel derhalve 561.000 man. Hierbij kwamen nog tot eind September 1940 650.000 krijgsgevangenen en 180 000 als vrije land arbeiders in Duitschland gebleven Poolsche krijgsgevangenen. Het totale aantal buiten landsche werkkrachten in Duitschland be draagt dus 1.391.000. LEGER EN LUCHTMACHT VAN IRAK. Het leger van Irak heeft, in vergelijking met de Europeesche legers, weinig te be- teekenen. Bovendien is het voor zijn be wapening en verdere uitrusting in hooge mate afhankelijk geweest van Engeland, dat er zicht uiteraard weinig aan gelegen heeft laten liggen. Men beweert dan ook, dat zijn uitrusting veel te wenschen over laat. Betrouwbare cijfers omtrent de sterkte van het Iraksche leger staan niet ter be schikking. In het jaar 1939 werd deze ge schat op 19.000 man in vredestijd. In oor logstijd zou het aangroeien tot 150.000 man, wat rijkelijk overdreven lijkt. Vermoede lijk is dit cijfer gebaseerd op het feit, dat elke man, die de wapens kan dragen, in dit fanatieke land, naai- sabel en geweer grijpt, zoodra er sprake is van oorlog. Het eigenlijke leger zou bestaan uit 2 divisies infanterie, een grensbrigade en een aantal speciale troepen. De verdeeling zou ongeveer zijn 24 infanterie- en 3 grens- bataljons, 3 regimenten cavalerie, 1 pant serwagencompagnie, 1 gemotoriseerde ma chinegeweer-compagnie, ongeveer 12 bat terijen, 1 bataljon pioniers. Verder is er een school voor opleiding voor den berichten dienst. De laatste jaren heeft Irak zich ook toe gelegd op het vormen van een eigen lucht macht. Ook dit materiaal werd van Enge land betrokken en bestaat uit een aantal inmiddels verouderde machines van ver schillende typen, die zeker niet tegen mo- dm n vliegtuigen zijn opgewassen. IN KAART EGYPTE EN HET SUEZKANAAL. Nu Engeland in Noord-Afrika geheel in het defensief is gedrongen en het ook in Voor-Aziè harde noten te kraken krijgt, is de vraag weer bijzonder actueel geworden, welke houding Egypte in het huidige con- iliet zal aannemen. Het Koninkrijk aan den mond van den Nijl is in staatsrechtelijken zin een vrij en onafhankelijk Jand. Met Groot-Bnt- tannië \s het sinds 1936 door een vriend schapsverdrag verbonden, dat oogenschijn- lijk een einde maakte aan de gespannen verhouding tusschen beide landen en aan Engelands heerschappij over Egypte. Zoo ziet de eene zijde van de medaille er uit, doch de keerzijde vertoont een eenigszms ander beeld. Al zijn z.g.n. onafhankelijk heid ten spijt, werd Egypte gedwongen zich r V K K IJ E SYRic Doe LI 4 ?0 ENOt." sa>e (Dehnen-Verlag) bij het uitbreken van den oorlog aan de zijde van Engeland te scharen, ofschoon het hierbij geen enkel belang had. Integen deel. met het oog op zijn uitgebreide han delsbetrekkingen met Duitschland 20 pet van den Egyptischen katoenoogst gingen naar dit land had Egypte er veeleer alle belang bij om in goede verstandhouding met Duitschland te leven. Het zijn dan ook uitsluitend Engelsche belangen, welke Egypte in den oorlog tegen Duitschland hebben meegesleept en de voornaamste daarvan is dit spreekt van zelf de enorme politieke en strategische beteekenis van het Suezkanaal de poort naar Engelands schatkamer Britsch-lndië. Ten einde dezen levensader van het Brit sche Imperium zoo krachtig mogelijk te beveiligen, werd Egypte in het begin van üen wereldoorlog tot prolectoraat gemaakt en verkreeg het eerst in 1922, dank zij de actie van de Wafdpartij zijn zg.n. onafhan kelijkheid. Doch Engeland behield zich een aantal rechten voor, o.a. de verdediging van het Suezkanaal en het militaire opperbe stuur over het Koninkrijk. Ook over het Egyptische luchtruim behield Engeland de beschikking, vandaar dat het voor zijn luchtactie in dezen oorlog Egypte als basis kon gebruiken. GEEN PETROLEUM VOOR JAPAN. Tot de talrijke maatregelen, welke Ame rika tegen Japan uitvaardigt en die men in dit land als niets meer of min der dan als provocaties beschouwt, behoort ook het weigeren van petroleum aan Ja pansche schepen Dit voorval is niets meer dan een voortzetting van de maatregelen, die de VS. ten aanzien van Japan meenen te moeten nemen. Het zijn niet alleen de verdedigingswer ken, die worden aangelegd op de bases in den Pacific, de versterking van het garni zoen van Manilla en de tusschen de Engel sche en de Amerikaansche militaire krin gen in dit gebied gevoerde besprekingen, welke duidelijker dan ooit de vijandige houding van de Vereenigde Staten ten aan zien van Japan deden uitkomen, doch ook de maatregelen op economisch gebied vor men hiervan het bewijs. Het is zoo klaar als de aag, dat men van Engelsche en Ame rikaansche zijde alles in het werk stelt, om Japan dwars te zitten Dit alles kan Japan evenwel niet van den eenmaal ingeslagen weg afbrengen. Een maatregel als het weigeren van brand stof aan Japansche schepen kan er alleen toe bijdragen, om het te sterken in zijn be sluit, om met stalen energie datgene te vol brengen, waartoe het reeds lang is beslo ten zijn levensruimte in het Verre Oosten met hand en tand te verdedigen. KRETA EN CYPRUS BEDREIGD. Het eiland Kreta vormt thans wat de Engelschen noemen een vooruitgeschreven post in de Middellandsche Zee, die met koortsachtige haast wordt versterkt. Dit geschiedt intusschen onder de ongunstigste omsandigheden, daar het eiland voortdu rend blootstaat aan luchtaanvallen. Vooral de baai van Soeda vormt een aantrekke lijk mikpunt voor de vijandelijke vlieg tuigen, omdat zich daar altijd nog een vrij aanzienlijk aantal schepen ophoudt. Ook op het eiland Cyprus begint een zekere onrust te heerschen In de hoofdstad Nicosia werd dezer dagen voor het eerst luchtalarm gemaakt. Een vijandelijke machine vertoonde zich boven de stad, doch wierp geen bommen af. De Engelsche vlooteenheden van Cyprus zijn versterkt, evenals het aldaar gestation- rveerde luchtwapen. In de kustwateren werden mijnen gelegd. Men heeft het nut en de noodzaak van schuilkelders ingezien, waaraan thans met man en macht woidt gewerkt, om de bevolking tegen luchtbol bardementen te beschermen. DRINKWATERVOORZIENING VAN PARIJS De voorziening met drinkwater van een stad als Parijs stelt hooge eischen; per hoofd der bevolking wordt dagelijks niet minder dan 400 liter verbruikt. Thans is de verzorging weder bijna normaal. Parijs kan weder beschikken over 1.100 000 ku bieke meter drinkwater en 500.000 kubieke meter water voor andere doeleinden. Ten einde de watervoorziening in stand te hou den, wanneer zich eventueel ongevallen of moeilijkheden voordoen, heeft men de pompstations toegerust met Dieselmotoren. Er is eveneens zoi'g voor gedragen, dat er geen stagnatie optreedt, wannger de toe voer van buitenaf wordt belemmerd Dit is o.a. verleden jaar het geval geweest, toen de Fransche troepen bij hun terugtocht de buizen voor den toevoer van bronwater lieten springen

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1941 | | pagina 4