4
voor SOEST en BAARN
12-jarig bestaan van de N.S.B. herdacht
Politie deed met smokke
laars mee.
Ik hou van Holland
TELEGRAMWISSELING TUSSCHEN
DEN FÜHRER EN MUSSERT.
NUMMER 99
ABONNEMENTSPRIJS: voor Soest en
Baaxn 0.90 per drie maanden, daar
buiten 1.05. Losse nummers 6 cent.
Uitgave:
N.V. Eerste Soester Electr. Drukkerij,
Soestdijk.
Het Nieuwsblad
WOENSDAG 15 DECEMBER 1943
Verschijnt Woensdags en Zaterdags.
TWEEDE JAARGANG
Redactie en Adm.: Van Weedestraat 7,
Soestdijk. Telefoon 2962 - Giro 161165.
Op de Centrale bijeenkomst, welke Zaterdag ter gelegenheid van het 12-
jarig bestaan der N.S.B. te Utrecht werd gehouden, spraken de Rijkscommis
saris, Rijksminister Dr. Seyss Inquart en de Leider. Tijdens de rede van
den Leider. (C.N.F./Otto Pax s).
In een twaalftal groote bijeenkom
sten in alle deelen van ons land is Za
terdag de stichting van de N.S.B. op
14 December 1931 herdacht. Het
zwaartepunt lag dit jaar in Utrecht,
waar de eeregasten van Nederland-
sche en Duitsche zijde zich vereenigd
hadden met die leden der N.S.B., die
op dezen dag onderscheiden waren
met het ordelint voor tien jaren onaf
gebroken lidmaatschap, om de rede
voeringen van den Rijkscomjmissarjs
en van den Leider aan te hooren.
Langs radio-telefonischen weg kon het
hier gesprokene pok in de andere bij
eenkomsten worden aangehoord.
Hej belangrijkste deel van de rede
van den Leider laten wij hier volgen:
„Gij hebt in de couranten de offfciee-
le mededeellng gelezen, dat dé Führer
mij in zijn hoofdkwartier ontvangen
heeft, „voor een vrij langdurig pnder-
.houd, tijdens hetwelk de thans han
gende vraagstukken in den geest van
de vertrouwelijke en hartelijke samen
werking werden besproken."
Dit was de vijfde maal, dat ik den
Führer ontmoette. Eenmaal in 1936,
voorts in 1940, 1941, 1942 en nu de
vorige week. Nimmer heeft een on
derhoud met mij plaats gevonden, dat
zulk een warmen toon had en zUlk
een hartelijk karakter.
Gij zijt natuurlijk allen benieuwd
te weten, hoe ik den Führer aange
troffen heb. Welnu, in goede gezond
heid, veel beter dan het vorige jaar v.n
stralend van den wil om zijn roeping
te volbrengen: Europa voor den on
dergang te behoeden. Open en eerlijk
heeft hij met mij gesproken, zooals
dit ligt in zijn karakter, dat van geen
konkelarijen en draaierijen wil weten.
Van mijn inzicht en mijn streven, dat
is uw inzicht en ulw streven, mijne ge
trouwe kameraden heeft hij ten volle
kennis genomen en daarmede is hij het
ten volle eens.
Natuurlijk zijn ook de twee prinri-
pieele vragen behandeld, die ik zoo
even in herinnering heb gebracht. Ten
aanzien van de denationaliseering van
Nederlanders, den grondslag voor in
lijving, zei de Führer letterlijk en
daarom gebruik ik hier de oorspron
kelijke Duitsche woorden:
„So kann auch nicht die Absicht
bestehen, die Niederlander zu ent-
niederlandern, sondem es kommt
darauf an, mit den übrigen germa-
nischen Vólkern zu lösen, was ge-
meinsam gelost werden muss.
Wir dürfen den Vólkern an Frei-
heit nich nehmen, was genommen
werden kann, sondern mögliclits
Freihat lassen."
Vertaald in het Nederlandsch:
„Zoo kan niet het voornemen be
staan, de Nederlanders te denatio-
naliseeren, maar het komt er op
aan met de overige Germaansche
volkeren te volbrengen, wat ge
meenschappelijk gedaan inoet wor
den. Wij mogen den volkeren niet
alle mogelijke vrijheid ontnemen,
integendeel, wij moeten hun zoo
veel mogelijk vrijheid laten."
Mij dunkt: dat is duidelijke taal,
volkomen in onzen geest, waarmede
wij van ganscher.'harte instemmen.
En wat onze opvattingen omtrent
de godsdienst- en gewetensvrijheid
betreft, ook die heb ik ten volle be
vestigd bevonden. Kerk en Staat heb
ben jeder hun eigen roeping, de Kerk
zal den Staat niet critiseeren en de
Staat de Kerk niet. Ieder moet met
zijn eigen geiweten in het reine bi-en-
gen, hoe hij God wil dienen.
Wat wij al deze jaren hebben gewild
en ten koste van zooveel offers heb
ben nagestreefd was goed, is goed en
blijft goed en het stemt ons tot groote
verheugenis te weten, dat de Führer
er ook zoo over denkt
DE STUURLUI AAN
DEN WAL.
Vaster dan ooit staan wij nu in on
ze schoenen. Onze tegenstanders kun
nen er nu niet meer onder uit. Zij
kunnen geen verhalen meer doen over
kerkstrijd of inlijving zonder zich
schuldig te maken aan het spreken
van onwaarheid. Natuurlijk zullen er
nog wel stemmen gehoord worden van
lieden, die het beter weten. Ik heb
den Führer nog nooit zoo hartelijk
zien lachen als toen hij tijdens het
onderhoud kennis nam van het Ne-
derlandsche spreekwoord: „De beste
stuurlui staan aan wal." Dat vond hij
kostelijk en hij zal het niet vergeten.
Wij vergeten het evenimin, want wij
komen dit onaangename soort lieden
dagelijks tegen.
Wie houdt er nu niet van zijn ge
boortegrond? Wie is er nu niet gehecht
aan de plaats, waar hij is opgegroeid?
En wie zou het kunnen dulden, dat
die grond eenmaal door den bolsjewiek
vertrapt zal worden? Geen enkele on
der U. Maar wtie staat er borg voor,
dat dit nooit oftenimmer zal geschie
den?
Wie anders dan de soldaten van den
Führer en onder hen ook de mannen
van de Waffen-SS.
Sluit U aan, meldt U bij de Waf-
fen SS. of bij den Landstorm Neder
land.
Ter gelegenheid van den twaalfden verjaardag van de N.S.B. zijn tusschen
den Führer en den Leider der N.S.B. Mussert de volgende telegrammen ge
wisseld:
Führer,
In Nederland teruggekeerd, is het mij een behoefte U mijn dank te betuigen
voor Uw hartelijke ontvangst en voor het diepgaande en uitvoerige onderhoud,
dat ik met U mocht hebben.
Volkomen doordrongen van de zedelijke plichten, welke voor het behoud van
Europa op elk volk van dit continent rusten, zij het mij vergund U de verze
kering te geven, dat de Nationaal-Socialistische Beweging der Nederlanden bij
het begin van het dertiende jaar van haar strijd sterker dan ooit bereid en
genegen is haar taak te vervullen, nl. het Nederlandsche volk voor te gaan op
den weg der Europeesche en Germaansche solidariteit met het behoud van het
eigen volksche leven, zooals gij tot heil van allen wenscht.
In nationaal-socialistische verbondenheid.
Uw MUSSERT.
Geachte heer Mussert.
Voor de gelofte van trouw van de Nationaal-Socialistische Beweging der
Nederlanden en voor de verzekering, dat de Beweging met nog grootere vast
beradenheid het Nederlandsche volk zal voorgaan op den weg der Europeesche
en Germaansche solidariteit, die gij mij bij het begin van het dertiende strijd-
jaar hebt doen toekomen, betuig ik U mijn oprechten dank.
De Beweging kan er van verzekerd zijn, dat zij op dezen weg vergezeld
wordt van mijn beste wenschen en die van het Duitsche volk.
Uw ADOLF HITLER.
BENOEMING VAN DIENST-
TER W. RITTERBUSCH.
Het Rijkscommissariaat deelt mede:
De Führer heeft op 1 December 1943
den dienstleiter W. Ritterbusch
benoemd tot Leiter van het Arbeits-
bereich der N.S.D.A.P. in Nederland.
De Rijkscommissaris voor de bezet
te Nederlandsche gebieden heeft,
overeenkomstig artikel 4, sub 1 van Je
Verordening over de uitoefening van
de regeeringsbevoegdheden in Neder
land (Nr. 3/1940) alsmede overeen
komstig de artikelen 1, 3 en 7 van het
decreet over den orgariisatorischen op
bouw van de dienstbureaux van den
Rijkscommissaris (Nr. 4/1940) den
dienstleiter W. Ritterbusch
benoemd tot General-Komlmissar z.b V.
Dienstleiter W. Ritterbusch
was reeds na het overlijden van den
vroegeren leiter van het Arbeitsfoe-
reich der N.S.D.A.P. in Nederland en
General-Ktommïssar z.b.v. belast met
de waarneming van deze functies.
Hier volgt de tekst van de benoe
mingsoorkonden.
Ernennung des dienstleiters W-R.it-
terbusch.
Ich ernenne den Dienstleiter W.
R i t t e r b u s c h zum Leiter des
Arbeilsbereich der N.S.D.A.P. in den
Niederlanden.
Fiihrerhaupsquartier, den 1 12.43
gez. ADOLF HITLER.
Bekantmachung des Reichskommis-
sar für die besetzten Niederlandischen
Gebiete über Personal-Angelegenhei-
ten.
Ich habe nach Par. 4, Absatz 1, mei-
ner Veror.dnung über die Ausilbung
der Regierungsbefugnisse in den Nie
derlanden (nr. 3/1940) soivie nach den
Par. 1, 3 und 1 meines Erlasses über
den organisatorischen Aufbau der
Dienststellen des Reichscommissariats
(nr. 4/1940) den Dienstleiter W. Rit
terbusch zum Generalkonvmissar
zur besonderen Verwendung berufen.
Den Haag, am 11. Dezember 1943.
Der Reichskommissar für die
besetzten Niederlandischen
Gebiete:
gez. SEYSS-INQUART.
PTT MET KERSTMIS EN
NIEUWJAAR.
Op de beide Kerstdagen en op den
Nieuwjaarsdag zal de dienstuitvoering
op de postinrichtingen geheel als op
Zondag worden uitgevoerd. Belasting
betaling wordt op 31 December slechts
tot 15 uur aangenomen.
In de groote steden zullen op den
Nieuwjaarsdag twee briefposttoestel-
lingen worden utgevoerd; in de ove
rige plaatsen, één.
„Het gebeurt gelukkig zelden, dat
politiemannen zich bezighouden met
een dergelijke smerige zaak als deze,
Welke een beleediging is voor het ge-
heele politiecorps in Nederland", zoo
sprak de Economische Rechter, mr.
H a m e 1 i n k, tijdens de behande
ling van de zaak tegen den Baamschen
politiechef B. van den Berg, den
Baarnschen Wachtmeester T. P. Boen
der en enkele anderen, die met elkaar
betrokken waren geweest in een groot-
scheepsche smjokkelaffaire.
Van Juli tot Nov. van dit jaar was
een Baarnschen zwarten handelaar,
Van Wijk, geen stroobreed in den weg
gelegd, omdat hij zich verzekerd had
van de medewerking van Baarnsche
politieambtenaren met aan het hoofd
den chef, opperluitenantVan den Berg.
Deze zwarte-handelaar Van Wijk wist
op de Veluwe en elders clandestien
vleesch en in Bunschoten clandestiene
paling te bemachtigen. Hij wist om
aan alle kanten gedekt te zijn
Contact te krijgen met den 'Wacht
meester Boender en daarna zelfs met
de hoogste politieautoriteit, den opper-
luitenant Van den Berg. Beide laat sten
waren door den chauffeur Luschen in
aanraking gekomen met Van Wijk tn
zoo kon in Baarn de zwarte handel
tot grooten bloei komen, zonder dat
iemand daar ongewenscht zijn neus
in stak. Om de verschillende trans
porten zoo ongemerkt mogelijk te
doen geschieden, reden de genoemde
politiemannen in uniform gekleed
met den politieauto heen en weer,
totdat zij op den avond van den 19en
October werden aangehouden door
hun collega's uit Zeist, die deze zaak
weldra geheel tot een oplossing wisten
te brengen.
Het eerst werd gehoord de 46-jarige
J. D. Luschen, stoffeerder van beroep,
aan wien medeplichtigheid ten laste
was gelegd. Verd. vertelde, hoe zijn
eigen zaak door den oorlog was ver-
loopen en hoe hij op een keer met
Van Wijk (die thans voortvluchtig is)
in aanraking was gekomen, die hem
Voorstelde voor hem vleesch bij ver
schillende klanten te bezorgen.
(Vervolg pag. 3).
De geldigheidsduur der Petro-
leumbonnen verlengd.
De geldigheidsduur der met „44 Ver
lichting" en „45 Verlichting" gemerk
te bonnen der bonkaart „S 121" is tot
en met 25 December 1943 verlengd.
Deze bonnen geven, zooals bekend,
elk recht op het koopen van één liter
petroleum.